Iets over Jute. Verslag van de kernvergadering arbeiders van ter Horst 6 Co., doch verder ook voor allen, die zich het bestaan van het Parkgebouw ten nutte willen maken. Van deze plaats een woord van hartelijke dank voor alles, door de Heer v. H. verricht in 't belang van de vereniging T.O.V.A. en van hare leden. De redactie. VII Zoals we in ons vorig artikel reeds opmerkten, is het werk in de fijnspinnerij voor een groot deel afhankelijk van het door de voor spinnerij afgeleverde Rove-garen. Is dit regelmatig van dikte en gewicht, zo wordt ook de gesponnen draad regelmatig en zal deze bijgevolg overal voldoende kracht hebben om het afbreken tijdens het spinnen te voorkomen. Het mechanisch spinnen, zoals wij hier kennen is de verbetering en vervolmaking van het reeds in de oertijd bekende handspinnen. De meest primitieve wijze van handspinnen was die met de handspik Dit was een pin van hout of metaal. Aan het onderste gedeelte was een zware ring bevestigd, bij voorkeur van lood. Deze ring deed dienst als vliegwieltje, waardoor de met de vinger in beweging gebrachte pin gemakkelijker en langer bleef doordraaien. Door een kleinere ring aan de bovenkant van de spil werd de draad vastgehouden. Terwijl men met de rechterhand, die ook het materiaal moest aanvoeren, deze spil telkens in beweging bracht en als een tol liet ronddraaien werd de met de linkerhand uit het z.g. spinrokken getrok ken draad al draaiende op de spil opgewonden. Eenmaal het principe van spinnen kennende, hetgeen op niets anders berust dan op het van een grotere hoeveelheid samenhangende of samen gebundelde vezels door uitrekking en ineendraai! ng verkrijgen van een dunnere draad volgden de verbeteringen van de daarbij gebruikte hulpmid delen elkander geleidelijk op. Een van de eerste problemen, die opgelost werden, was de aandrijving van de spil door een met de hand voortbewogen rad waarop een snaar of snoer. Hoewel op zichzelf reeds een verbetering gaf dit toch nog geen voldoening. Men moest deze voortbeweging onafhankelijk van de handen zien te verkrijgenbeide handen had men hoog nodig voor het spinnen zelf. Een veel grotere verbetering werd dan ook bereikt toen men op het idee kwam het rad met de voet aan te drijven en toen op deze spinnewielen de z.g. vleugelspil werd toegepast. Het zal niet nodig zijn van deze spinnewielen een verdere beschrijving te geven. Bij velen, vooral de ouderen, zijn deze genoegzaam bekend. Een grote omwenteling bracht ook hier de uit vinding van de stoommachine en als een gevolg daarvan de mechanisering van het spinnen. De spinnewielen geraakten op de achtergrond. Zij dienen nu nog alleen als sieraad of ter volmaking van een ouderwets interieur. Tijdens de oorlog werd er nog wel eens gebruik van gemaakt, Bedreven handen sponnen het garen voor eigen vest, sokken enz. Er zijn nog vezels die zich door te grote hardheid en stugheid niet langs mechanischen weg laten verspinnen. Deze worden met de hand in elkaar gedraaid, b.v. cocosgaren. Dit garen wordt daarna wel machinaal getwijnd. Men bekijke maar eens de vooroorlogse cocosmatten. Om op het spinnen van de fijnere jutedraad terug te komen, ook hier is grote oplettendhei^ geboden. Daarnaast moet spinmachine en all^P wat er bij behoort in goeden staat zijn en onder voortdurend toezicht gehouden worden. Ook de twist, (het aantal draaiingen van de draad op een j bepaalde afstand) speelt een voorname rol. Het zou echter te ver voeren hierop in finesses in te gaan en wij willen daarom deze reeks artikelen hiermede besluiten. Wij hopen erin geslaagd te zijn li een zij hetenigszins oppervlakkig, inzicht te hebben gegeven van de verwerking van de ruwe jute tot de ge sponnen draad. Ten slotte zouden we dit nog willen zeggen. Al moge dan door eigen personeel hier en daar wel eens gemopperd worden over moeilijkheden waarvan men de oorzaak bij grondstof en garen meent te moeten zoeken, ons fabrikaat heelt een goeden naam en kan de vergelijking met de producten van anderen glansrijk doorstaan. Hier- aan hebt gij allen medegewerkt. Moge dit in de toekomst zo blijven. P* op Donderdag 14 October 1948. Alle leden zijn aanwezig. De Voorzitter, de heer A. H. ter Horst, heet allen hartelijk welkom en opent hiermede de vergadering. Na het voorlezen der notulen worden de vragen, die in de vorige vergadering gesteld werden, beantwoord. 1. Kunnen personen, die naar een specialist

Erfgoed Rijssen-Holten

Het Anker | 1948 | | pagina 2