„HET ANKER" EERSTE JAARGANG No. 2 APRIL 1948 MEDEDELINGENBLAD VOOR HET PERSONEEL VAN TER HORST Co. N.V. (Koninklijke Jutespinnerij en -Weverij). RIJSSEN. De oproep in het eerste nummer tot het ver schaffen van een geschikte naam voor ons blad heeft een grote oogst van voorstellen opgeleverd, Met de deur in huis vallende delen wij de lezers mede, dat wij als naam gekozen hebben „HET ANKER." Deze naam wekt herinneringen aan vroeger dagen, toen een „anker het gedeponeerde fabrieksmerk der firma ter Horst was. Veelvuldig werden de zakken van een ankermerk voorzien en er waren afzetgebieden waar zakken voor bepaalde doeleinden werden aangeduid als „ankerzakken stond er een „anker" op. dan waren de zakken goed. Men wist dan wat men kreeg men vertrouwde de kwaliteit. Dat er vijf mensen in de fabriek zijn geweest, die voorgesteld hebben ons krantje „Het Anker te noemen, is voor ons een bewijs, dat men zich een en ander herinnert. Wij vinden het een pas sende naam, vooral ook omdat een anker het zinnebeeld is van hoop en vertrouwen. Ons orgaan wil immers niets liever dan meewerken aan het ver sterken van het onderling vertrouwen. Men kan over vraagstukken, die zich voordoen, verschil lend denkenwanneer wij, bij een bespreking daarover, elkaar zouden naderen met vooropgezet wantrouwen, dan is een vruchtbare discussie vrij wel uitgesloten. Zoals het anker in storm en noodweer er toe kan bijdragen, dat het scheepsvolk in rustig vertrouwen z'n plicht blijft doen tot be houd van schip en bemanning, zo kan ook in moeilijke tijden uit het vertrouwen in elkaar die geestesgesteldheid voortvloeien, die de beste op- fc'f^singen van moeilijkheden weet te vinden. "i<Loge het zo zijn. Beknopt verslag Kernvergadering d.d. 14 April 1948. Alvorens over te gaan tot behandeling der te bespreken punten dankt de Heer Markvoort de Directie namens de arbeiders voor de gift, die zij ter gelegenheid van hun 40-jarig jubileum mochten ontvangen. Op een in de vorige vergadering gestelde vraag, of het mogelijk is in bepaalde gevallen een verhoogd ziekengeld uit te keren, wordt geant woord, dat aan gehuwden en kostwinners hierop een aanvulling zal worden gegeven tot 90 van het netto-loon. Hierna worden de verschillende punten naar voren gebracht. Op een vraag of er ook een aanvulling ge geven wordt op een uitkering bij ongeval wordt bevestigend geantwoord. Vervolgens komt weer de textielverstrekking ter sprake. Hierover is nog niets bekend, doch er is wel weer over getelefoneerd. Zeer waar schijnlijk zal nu gauw een bespreking hieromtrent met de Minister plaats vinden. Verder wordt er gevraagd of het niet mo gelijk is, dat ook enige arbeidersleden in de redactie van het fabrieksorgaan worden opge nomen. Ook wordt er geïnformeerd of de mogelijk heid bestaat, dat de arbeiders een aandeel in de winst krijgen. Een verzoek om enige oud-arbeiders alsnog in de Pensioenregeling op te nemen zal door de Directie nader worden bekeken. Tenslotte wordt er nog gesproken over het verplaatsen van arbeiders in de fabriek. Hierop wordt geantwoord, dat wanneer in een bepaalde afdeling arbeiders nodig zijn, bij voorkeur eerst de arbeiders uit de buitenploeg. die oorspronkelijk in deze afdeling thuis horen zullen worden opgehaald. Bij de rondvraag wordt er geinformeerd ol er in het bedrijfsorgaan een uiteenzetting kan worden gegeven over de regeling van het pen sioenfonds en de verplichtingen en rechten van het Ziekenfonds. Hiermee is men al bezig. In de eerstvolgende verschijning van het blad zal een artikel opgenomen worden over het Zieken fonds. Wat betreft het Pensioenfonds wordt mede gedeeld, dat het in de bedoeling ligt aan de arbeiders hierover een rondschrijven te sturen. L. IETS OVER JUTE. De benaming Jute, of zoals men hie* zegt de Jutte is vooral in onze plaats welbekend. Ook weet men, dat er in „de Stoom" garens, zakken en doek van worden gemaakt. Echter omtrent de her komst van de vezel zullen velen onkundig zijn. Daarom wil ik, te beginnen met dit artikel, hierover een en ander vertellen. De Juteplant behoort tot de groep „Tilia- ceëen" (Linde-familie). Men onderscheidt meerdere variëteiten, doch de twee hoofdsoorten zijn de „Corchorus Capsularis" en de „Corchorus Olitorius." Deze worden verbouwd in het vroeger ge naamde Britsch-Indië en wel hoofdzakelijk in de Provincie Bengalen. Onlangs is Britsch-Indië in twee staten verdeeld, n.l. India en Pakistan. In

Erfgoed Rijssen-Holten

Het Anker | 1948 | | pagina 1