„Bolnpeetrs"Rij ssen ontvingen carnavals- gasten uit Borghorst Kleuren bij paarden en pony's t Mut oew mear oawerkomn Dronkeman verwondt (18) agent Rijssen met mes m FC TWENTE ESK1SEHIR Zus van vechtersbaas ook in ziekenhuis Draadomroep I krimpt ook in Overijssel in Vrydag 2 oktober 1970 2 Z Op zondag IS oktober 's mid dags om kwart over vijf geeft Deutsches Fernsehen ARD Westdeutscher Rundfunk een uitzending van Mozart's opera „Entführung aus dem Serail" met in de hoofdrollen Werner Krenn, Anneliese Rothenberger Judith Blegen en Gerhard Stol- ze, die men allen op deze foto ziet. Middenstand laat B. en W. met enquête in kou staan Tal van rare capriolen moes ten er zaterdag worden toege past om de sportontmoeting tus sen Rijssense en Borghorstse carnavalsvierders goed te laten verlopen. Mini, midi, maxi, het grote aanbod op 't gebied van de mo de maakt het voor veel vrouwen bijzonder moeilijk een goede keus te maken. Om de vrouw op dit terrein enigszins de helpen de hand te bieden maakt een „nieuweling" in de modebran che zijn debuut als een onbe vooroordeelde advisieur. Er is namelijk een Siemens-computer ontworpen, die individuele mo de-ontwerpen maakt. Zo is het mogelijk, dat deze computer binnen enkele seconden advie zen kan verstrekken, die betrek king hebben op kleding, de daar bijbehorende kleur van het haarhet figuur, de leeftijd e.d. Zo is het dus mogelijk, dat de vrouw, die met de mode geen raad meer weet, met behulp van deze computer precies weet wel ke kleding voor haar het ge schiktst is. Ook verstrekt 't ap paraat allerlei modetips. Alle gegevens worden via de compu ter in een persoonlijke brief aan de belangstellende verstrekt. VOETGANGERSAKTIE '70 RIJSSEN Het is zaterdag voor de Rijssense politie een dramatische dag geweest. De jonge agent Kamperman, die in Rijssen stage loopt, werd bij de uitoefening van zijn functie door een 3-tal messteken in zijn been zodanig gewond, dat dok ter Bijleveld opname in een zie kenhuis in Almelo noodzakelijk achtte. De messteken werden de jonge politieman toege bracht door de 18-jarige ge huwde A. S. uit Rijssen, die al ernstige moeilijkheden had ver- oorzaakt in het gezin van zijn zuster mevrouw D. RIJSSEN De kennismaking van de leden van de Rjjssense carnavals vereniging „De Bollnpeetrs" met de carnavalsvereniging uit de uitwisse- lingsstad Borghorst in Duitsland is uitermate plezierig en natuurlijk met een carnavalesk accent verlopen. Na aankomst in Rijssen werden de Duit se gasten op hartelijke wijze verwel komd door voorzitter A. Struik in café Anton Kamphuis. Hier werden de Duitse carnavals gasten tevens ge ïntroduceerd en afgehaald door ver tegenwoordigers van de gastgezinnen. Zaterdagavond werd er een grote dansavond georganiseerd in het St. Jozefgebouw, waar de Duitse gasten op humoristische wijze werden toe gesproken door de Rijssense Prins Carnaval 1970 Herman de Tweede. Verschillende bezoekers werden tij dens hun verblijf in Rijssen in de gelegenheid gesteld een indruk te krijgen van de omgeving van Rijssen. Een van de hoogtepunten van het uitwisselingsbezoek was een gekostu meerde voetbalwedstrijd op het ter rein nabij de kamgarenfabriek. Deze wedstrijd verliep, zoals men verwach ten mag van een carnavalswedstrijd. Grote voetbalprestaties werden niet, humoristische capriolen werden er wel geleverd. De vele bezoekers heb ben vele malen reden tot lachen ge had. Het was vaak een dolle verto ning. Ondanks het feit dat beide ploegen gebrand waren op de overwinning, eindigde de wedstrijd onbeslist, zodat via het nemen van penalty's getracht moest worden pen overwinnaar aan RIJSSEN Een door B. en W. ingestelde enquête onder de Rijs sense middenstand heeft niet kun nen hogen op een enthousiaste byvai. Slechts 73 van de 196 win keliers gaven schriftelijk antwoord op de vraag of men al dan niet voor een verplichte vakantierege ling voelt. Dit staat te lezen in een schrij ven van B. en W. aan de raad. Zoals bekend besloot de raad en kele maanden geleden de verorde ning 1954 vakantieregeling winke liers in te trekken. Daarbij werd echter gesteld, dat door het college nog een onderzoek zou worden in gesteld naar de mening van de winkeliers over deze regeling. Van de 73 winkeliers, die bereid bleken aan de enquête mee te werken, voelden slechts veertien (19,2 procent) voor een verplichte vakantieregeling. te wijzen. Het geluk was met de Rijssenaren, waarvoor zij door de Borghorster carnavalvierders werden verrast met een buidel gevuld met geld, die als wisselprijs werd uitge loofd. De kennismaking is de Duitsers zo goed bevallen dat de Rijssenaren nog dit jaar werden uitgenodigd een tegenbezoek te brengen. De uitnodi ging werd gaarne aanvaard. ALMELO De PTT is in Neder land druk bezig met het liquideren van een groot aantal draadomroepnet- ten of gedeelten daarvan. In novem ber volgend jaar zouden 45 netten en 9 netgedeelten worden gesloten. Daar bij zijn in Overijssel en Gelderland de netten Aalten (241 aansluitingen), Neede (320), Nijverdal (358) en Ol- d enz a al (384), Dalfsen (196), De- demsvaart (251), Hardenberg (434), Hattem (357), Ommen (322) en Steen- wijk (531). Het aantal aansluitingen in Neder land loopt elke twee maanden met circa 5000 terug. Behalve tot een sa nering van het aantal netten is men daarnaast ook overgegaan tot het niet meer accepteren van nieuwe aanvragen voor draadomroepaanslui tingen. Daarnaast loopt de kwaliteit van het bestaande bestand steeds ver der achteruit. Bij genoemde liquida tie in '71 zijn in totaal bijna 32.000 abonnees betrokken. Eind volgend jaar zullen er nog 63 netten over zijr met in totaal 200.000 aansluitingen. ZURICH Donderdag is in Zürich de loting verricht voor de tweede ron de van het toernooi om de Runners- Up Cup. De Nederlandse vertegen woordigers Sparta en FC Twente zul len respectievelijk uitkomen tegen Co- leraine (Noord Ierland) en Eskisehir (Turkije). Sparta speelt de eerste wedstrijd thuis. FC Twente de eerste i wedstrijd in Turkije. Bij veel diersoorten worden de ver schillende rassen voornamelijk door middel van een standaardkleur aan geduid. Denkt u maar aan honden, konijnen- en runderrassen. De paar den en pony's zijn in het algemeen niet naar hun kleur in een ras in te delen. Uitzonderingen op deze globa le regel komen ook in Nederland voor. Zo dient het Friese paard altijd zwart te zijn. Het Fjordenpaard en Haflin- ger worden ook primair door hun kleur gekenschetst. In de overige rassen mogen de dieren elke willekeurige kleur be zitten. Wel is er soms sprake van een kleur die binnen 'n bepaald stamboek niet getolereerd wordt. Zo mag een New Forest pony niet bont zijn. De Welsh-pony is het pony-ras dat van alle in Nederland voorkomen de paarden- en pony-rassen de meest uitvoerige kleurenscala bezit. In bepaalde tijden zijn vaak som mige kleuren populair terwijl andere kleuren door de gebruikers niet zo op priis gesteld worden. Tot voor kort was bij het Gelderse paard de goud vos met vier witte benen en een bles de populairste kleur. Thans is voor bruin met bescheiden aftekeningen waarschijnlijk meer gewenst. De schimmelkleur is overigens bij velen nog steeds populair. Binnen een ras kan ook onwille keurig een grote omschakeling in het aantal paarden van een bepaalde kleur optreden. Zo is dit bijvoorbeeld bij de koudbloedpaarden het geval geweest, omdat bepaalde hengsten van een uitgesproken kleur, om ande- tls net of de leu weet't dèj geane hoown te beginn harre mooj de tied wat weelt hem um oawer te skriwn in de kraante, want toen a'k vegang wekke op nen oawnd noa 't etn an 't puertjen stun te kiekn, noa 'n hoond den a'k eawn boetn luet loopn, kwam der Getwilm van Botter Miene langs. Toen den miej zag stoan, 'k zin der geen neet zoo kunneg met, want hee is 'n heel stukke jonger, dan ikke, kwamme voort op miej an, en zeg: ,,Getjan iej harn't vuur ne wekke of wat trugge in oew stukn in 't Ries- sens kraentjen, oawer de leu, dee at zelf wat op knapn in 't hoes en dan biej dee karwaejkes van als teegn kwamm, wat den Getjan ook oawer kwam woer aj 't oawer harn". 'k Zeg ge: ,,Non wat zol det dan? ,,Ik wee wat moojs vuur oew", zegge, „um wier 'n stukn oawer te skriewn, en det is wat Janeendrek van Truurs Jan Wilm vuurege wekke is oawer kumm. Joa eeglek um zelf nin, mear zinne vrouwe, was 't dan wa zin skoold, toen hee ook wat opknapn in thoes". Non mur ik ter oew voort biej veteln dè'k nog neet zoo haps zinne op de vehaaln van Getwilm. Neet dette der op oet is een meanske wat wies te maakn. Nee det nin, mear iej kuent um nog wa gedureg langs de stroate zeen loopn of op 'n Skeeld veenn de kleentsers te skoern, woerbiej hee dan met dissen kuijerd en dan met den, zoo dette voort aalt als weet, net zelfde wat ter gebuurd. Good gelue- weg atte is, hangt ze um ook vaake ne pille in 'n haals woer atte niks van in de gaate hef. Durdette 't zelf vuur woar an neamp, veteeltet 't ook zoo wier, en doarumme wi'k mear zegn, iej mun't non voort neet zoo net annemm watte oew veteeld. Umdet ik nen hekel hebbe um wat te skriewn wat neet woar gebuurd is, en woer aj van oonder de kloompe kuent veuln det 't luengne zeent, zeg ik teegn um: „Wat hef den dan e'had en kan 't noa veteln lien?" „Wat dachen iej aans", kwamme voort. Doar durf ik oew de haane op le geewn". Om zeker te wean vreug ik „Woer hej 't van e'hurd?" „Van Dika, zinne eegne vrouwe", zegge, „Joa den hef 't neet an miej, mear sn oonze Miene veteeld. Dus iej kuen- ter vaste van op an, det 't woar ge buurt is. Het kon hoaste neet aans of 't mos disse keer wa woar wean watte veteln wol, en doarumme zeg ik, niejsgiereg e'wurn: „Loat huern wat hef det e'was", woerop ik van Getwilm 't volgende vehaal kreeg. Janeendrek en Dika kwamm met 't uuroetzich te zitn det ze od 'n doer, duurdet ze de hoeshooldege gruter erkeng, sloapplaasen te kort harn en doarumme harn ze beslutn, det hee der zelf 'n sloaokamerken biej zol maakn wat met waeineg muejte kon van had boord umdet ze der on 'n zooider ok a 'n poar harn. Deur- dette in ploogn dee, en um de aan- dre wekke oawer dag vriej was, doar te dan 's oawns pas um half zes^e um 't in orde te maakn. Hee kon der dan good de tied too doon, want doar dreef um vuur eers niks. Onwilkuureg deere toch harder dan atte zi'k vuur har e'numm, toen atte der eenmoal met gangs was, an noa ne wekke of wat, harre dan ook 't timmern a kloar. Ook 't skildern skuet mooj op, joa hee was non a zoo vear dette 't bekiekn kon dette 's nom- daangs kloar kreeg, at tenminsen neet teegn leup. Det zeare ook teegn zinne vrouwe, toen den der eawn achter hen keek, vuur at ze vot gung noa ne visite met 'n poar wieve oet de buurte. „O", zeg zee, „det krieg iej met glaans kloar en weej waj dan doon mossen? Ne keer oawer dee steule van oonze kloapkamer striekn, want dee wordt zoo kaal as te too, en hebt zoowat dezelfde kluur at de voarve woer aj non met gangs zeent. Ik weete nina'kter wa wier zinn teegn kwat oawer vieve aj vot mun'n noa 'n stoom, mear ik heb oew de brug'ngs vuste smeart en kloar e'leg. Teegn de wichter hè'k e'zeg det ze aandre kleare an munn trekng at ze oet de skoole komt en doar hoow iej neet noa te kiekn, dee spuit toch boetn. Aj't nou neet redn küent van dee steule, dan muuj der oew neet drok umme ma»,&n dan kuejt moarn ook wa". ,,'k Zal wal eens zeen", zeg hee, woervear a'k komme, en maakt non mear aj vot komt". De vrouwe gung vot en hee streek vedan. Teegnslag kreege nin en toen atte teegn half vieve 't sloapkamerken kloar har, streeke nog gaaw eawn oa wer de baejde steulen, zoo at Dika zeg har. Hee ruumm de boel op, en toen atte teegn kwat oawer vieve vot gung noa 'n stoom de vrouwe was ter nog neet wier, harre als mooj glad. Hee reup zin uelsen den at boetn an spuln was, zear dette vot gung, en dette teegn de moo mos zeg'n dette de stuele wal e'doane har en det zee doar op rek'ng mos. Den was echter zoo drok met spuln dette mear met 'n half oor lustern, en toen de moo wier kwam, zeare wa det zin va vot was e'goane en kloar was, mear van 't oawer striekn van de steule neumm ne nin, wat um toch e'zeg was. Doar kwam zin moo lelk met op de koffie, want noadet zee eawn har e' kekn of 't skildern mooj was e' wurn non 't kloar was, gung zee noa huer eegne sloapkamer um zi'k aans an te trekng. Ze reuk doar wa ne voarfloch mear mean'n det, det van de voarve van 't nieje sloapkamerke kwam en har gin gedachen op de geskilderde steule, woer zee achteloos en in de hoas„ want ze huern oonder a wier geknibbelte van de wichter, en de monn neug wat etn hemm, de kleare op goojn. Toen zee achter 's oawns noa berre gung en huere klea re van 'n stool wol haaln um 't op 'n kapstukn te hangn kwam ze tot de ontdeknge detter als vaste anplakn en vol voarve zat. Natuurlek was 't eerste wat ze dee foetern op Janeendrek den at noarns gin skoold an har, mear biej good noa deankn mos ze toogeewn det zee de oorzaake van was en der an mos hemm e'dach umdet ze 't um zelf e'vroagn har. Gelukkeg harn ze was- bezine in 't hoes en toen mear vriewn en poetsen det de voarve der wier oet kreeg, 't Was a oawer twaalf uur toen ze huer kleed wier zoo good meuglek kloar har. Met skrik dachen zee der an det ze nog wa gelukke har e'had want 't har net zoo good kunn wean det ze op 'n stool was goan zitn en dan was de eleande neet te oawer zeen e'was. Toen Janeendrek 'Ts nachens good tweej uur in 't hoes en op de sloap kamer kwam was 't eerste watte huern, want huer oawer kumm was. Den vreug natuurlek of den uelsen zunne niks e'zeg har, umdette 't den veteeld har, wat den vegetn har. Iej kuent wa begriepn det den 'n aan- n moarn toen atte wakker was wat te huern kreeg oawer zinne vegetach- teghaejd van zin moo. Tot zoo vear dan 't gennege wat Getwilm miej veteeln, woerbiej ik de naams veraanderd hebbe, want hee wol neet weetn det hee der de zegs man was. re dan redenen de kleur betreffende i in de fokkerij domineerden. Op de na tionale tentoonstelling in 's Hertogen bosch waren de trekpaarden in 1921 voor 88 pet. vos en bruin en maar voor 5 pet. bruinschimmel. In 1963 was dit resp. 19 pet. en 71 pet. De rollen zijn dus in ruim 40 jaar omge draaid. De huid, maar vooral de ha ren maken de kleur van het paard uit. De huid van het paard is donker grijs of wit. Een rose huid treffen we aan onder de witte aftekeningen en bij sommige paarden op het hele lichaam, dan wel op grote delen van het lichaam. De haren van het paard kunnen we in vier groepen verdelen: 1. DE DEKHAREN. Dat wil zeggen de normale haren van de romp die met weinig uitzonde ringen van voren en boven naar ach teren en béneden zijn gericht, zodanig dat zij de huid, ook bij beweging te gen weer en wind beschutten. Zij zijn het langst en het dichtst op plaat sen, welke het meest aan weersinvloe den zijn blootgesteld, bijvoorbeeld aan de hals, het kruis en de enen. De lengte, dikte en glans der haren verschillen naar het ras, het geslacht, de gezondheid, de verzorging, het jaargetijde en het klimaat. Edele ras sen hebben korte fijne dekharen: da.arbij hebben zij een fijne huid, waaronder men de huidaderen kan zien lopen. Koudbloedrassen hebben daarente gen lange, grove, dicht op elkaar staande dekharen. Merriën hebben gewoonlijk fijner haa.r dan hengsten. Bij ziekelijke toe standen (o.a. warmziekten) en bij ondervoeding is het haarkleed vaak dof en dor; dit kan gepaard gaan met een minder soepele huid. Wat de verzorging betreft zien wij bij goed opgevoerde, gepoetste en opstal warm gehouden paarden kor te, glanzende dekharen. Belangrijk is ook de haarwisseling die in ons klimaat vooral in het voor jaar plaatsvindt; het paard verliest dan zijn winterharen en krijgt er kor tere, fijnere, glanzende zomerharen voor in de plaats. In het najaar daar entegen ontwikkelt zich op de huid, voornamelijk bij buiten-lopende paarden en bij paarden die in kou- de stal worden gehouden, een wollig onderhaar de lange bovenharen be ginnen sterk te groeien. 2. HET WOLLIG ONDERHAAR, zoëven reeds genoemd, is het twee de typy haar. Men vindt dit niet al leen bij paarden in het winterkleed, maar ook bij pasgeboren veulens, waar het op de leeftijd van enkele maanden begint uit te vallen, eerst aan het hoofd, daarna aan de hals en de extremiteiten en vervolgens op de romp. De kleur van dit wollige veulen- haar is in de regel niet de kleur van het gewone haar. De schimmel- kleur komt bijvoorbeeld na deze wis seling eerst goed tot uiting. 3. DE BESCHUTTENDE HAREN hiertoe worden gerekend: de manen en de maantop, de oorharen, de staartharen en de haren van de vet- lok. Men noemt ze beschuttende haren om dat ze op plaatsen voorkomen waar zich direct onder de huid beenderen dan wel banden bevinden, terwijl op andere plaatsen onder de huid mees tal spieren liggen. Staart en manen hebben een functie bij het verdrijven van insecten. De oogharen dienen ter beschutting van de gehoorgang. De staartharen en manen verschillen in lengte en dikte belangrijk naar ras en geslacht. Hoe minder edel het ras, d.w z. minder verwant met oos terse paarden, des te dikker is elk haar en op des te breder lijn zijn de haren van de manen ingeplant. Hengsten hebben gewoonlijk zwaar dere maan- en staartharen dan mer- r'iën. Soms kunnen de maan- en staart haren. vooral bij hengsten een buiten gewone lengte bereiken. Men vindt zelfs maanharen aangegeven van 3 meter en staartharen van 6 en 8 me ter. Men onderscheidt bij de manen de enkelvoudige manen, welke naar één kant hangen en daarnaast dubbe le manen (naar beide zijden). De vet- lok en het behang ontbreken bij zeer edele paarden bijna volkomen of be staan slechts uit weinig haren, welke de zogenaamde spoor omgeven; bij koudbloedrassen is het behang zeer lang en breidt zich ver naar boven uit: aan de voorbenen tot voorbij dé knie. 4. DE TAST- OF VOELHAREN. zijn lange, stijve, rech uit de huid stekende haren, welke in grote, door zenuwvezel en zeer gevoelig gemaak te. haarzakjes ontspruiten. Zij staan als schildwachten in de omtrek van de mond neus en ogen, om de nabijheid van vreemde licha men a.an te geven. Zij mogen daar om ook niet worden uitgetrokken of kortgesneden. Soms komt aan de bovenlip een knevel voor. Bij de haarkleur beziet men alleen de kleur van de dekharen en de be schuttende haren. Nagenoeg bij elke kleur kan men soms over het gehele lichaam, soms op enkele plaatsen, als schouder en kruis ronde vlekken, de zgn. ,,appe- ling" aantreffen, wat in het algemeen aanduidt, dat het paard in goede ge zondheid verkeert. Bij deze appeling is gewoonlijk de omtrek van de vlek ken donkerder gekleurd dan het mid den. De bewuste A. S. was in een eerder stadium zijn zuster twee maal te lijf gegaan en had haar ernstig bedreigd. Dat was aanleiding geweest om hulp van de politie in te roepen. A. S. ver keerde onder invloed van alcohol evenals zijn broer de 30-jarige G.J. S. uit Hellendoom, die door zijn jongere broer per auto naar huis zou worden gebracht. Toen mevrouw D. op de ge varen daarvan wees, ontstak haar 18- jarige broer in razernij. Hij sloeg zijn zuster en kneep haar de keel dicht. Toen politie arriveerde om de moei lijkheden op te lossen, werd zij door A. S. met een mes ontvangen. Toen de agent per mobilofoon om versterking vi-oeg, werd hij door de beide broers aangevallen. De ter ver sterking gestuurde politiefunctionaris sen werden eveneens ernstig bedreigd. De gewonde agent Kamperman en -mevrouw D. konden pas worden afge voerd, nadat door de politie 'n waar schuwingsschot was gelost. De 18-ja- rige S. en zijn broer werden gearres teerd. Een van de broers werd in Rijssen ingesloten, de andere in Wier den. In de loop van deze week zullen ze worden voorgeleid aan de officier van justitie te Almelo.

Erfgoed Rijssen-Holten

Weekblad voor Rijssen | 1970 | | pagina 2