V
A
N
D
A
M
Iwt
viiii Dam
paren bij de
Boerenleenbank
is sparen volgens
uw persoonlijke
wensen
Boerenleenbank
WERKSTER
GASHAARD
WASAUTOMAAT
OF KOELKAST
JEWJLMKE
en de
leèuwer-wos
FLUP het Wilde komm Messen vuur so n sestig
ze uw rit ig jaor
Assurantiekantoor
J. A. VOORTMAN N. V.
werkster
FLINKE
JONGEN
AFWEZIG
W.PAKKERT
Rijssense Gebouwensloperij
DOOR HARRY WONINK
Vrijdag 13 september 1968
WEEKBLAD VOOR 5IJSSEN
Pagina 2
comfortabel
en charmant:
H.A.V.I.-Tours
FA. GEBR.
BLOEMENDAL
Wierdensestraat 106
Rijssen - Tel. 05480-2217
AKKUNDIGE VOORLICHTING
LLES OP HUISHOUDELIJK GEBIED
ERGENS ZOVEEL SERVICE
E SPECIALIST OP VERYVARMINGSGEBIED
ANLEG VAN GAS, WATERLEIDING, ELECTRA
ODERN BEDRIJF
Elsenèrstraat 47 - Rijssen
Telefoon 2 3 6 6
Oosterhofweg 2 - Rijssen
B. J. Nijhuis Zonen N.V. - Rijssen
aannemer sbedkijf
vmmt
Overweegt de aanschaf van een
Kom vrijblijvend met ons praten.
Wij geven u de hoogste inruilpremie.
WASAUTOMATEN
Zanker - AEG - Zanussi - Miele enz.
Inruilpremie tot f 250.
GASHAARDEN
Etna - E.M. Jaarsma - DRU - Velie -
Beckers - Bocal - Vulcana
(met houtvuur) enz. De nieuwste
modellen.
Inruilpremie tot f 150.
KOOKPLATEAUS
f 175.Inruilpremie f 22.50
Zie onze etalages
HAARSTRAAT 100 - 102 RIJSSEN
J. P.van Nouhuys
NATTE
BiERBOSTEL
Soepenberg
Assurantie- en
Accountantsbureau
Alle
verzekeringen
Plastic dakgoten - riool- en afvoerbuizen
bruikbare ijzeren balken en platen.
In plaats van kaarten
D.V. op maandag 16 september hopen wij met
onze geliefde ouders
J. VAN MAANEN
en
C. VAN MAANEN - KROES
hun 25-jarig huwelijksfeest te vieren.
Rijssen september 1968
Zuiderstraat 1
Daan en Aly
Betty en Henk
Albert en Janny
Gelegenheid tot feliciteren van 16.30-18.30 uur in
de Julianaschool, Zuiderstraat 3 té Rijssen.
ALLE VERZEKERINGEN
HYPOTHEKEN
FINANCIERINGEN
OOSTERHOFWEG 16
telefoon 2269, b.g.g. 2892 of 5704 - 257
J. W. Jansen, Piet Heinstraat 8, Rijssen
Geopend: dagelijks van 8.30 tot 17.30 uur
donderdags tot 's avonds 9.00 uur,
zaterdag van 10.00 tot 12.00 uur.
Peugeot-de brommer van
autoklasse. Mooi. Makkelijk.
Modern. Kom 'm bekijken en
proberen. Voor 419,50 rijdt
u al Peugeot!
P2/1/X40
Gevraagd
GEVRAAGD
voor 1 halve da
per week.
Leeftijd plm. 15 j.
Boekweitstraat 13 - Rijssen RIJSSEN
De Boerenleenbank weel dat sparen
afhankelijk is van Lw persoonlijke om
standigheden.
Daarom kunt U bij de Boerenleen
bank kiezen uit verschillende spaarvor-
men. Sparen bij de Boerenleenbank
betekent dan ook:
Sparen op de manier, die bet best
past bij Uw persoonlijke omstandig
heden en wensen. Op korte of lange
termijn. Maar altijd met eeD aantrekke
lijke rente over Uw gehele tegoed!
Bovendien kunt U als spaarder ge
bruik maken van de andere diensten van
de Boerenleenbank. De bank voor ieder
een. Voor particulier en zakenman,
gezin en bedrijf. De bank, die in baar
gehele dienstbetoon aan Uw belangen
tegemoetkomt.
Voor de ontvangst van uw salaris,
voor verzekeringen, voor hypothe
caire - en persoonlijke leningen, betaal
cheques aaö- en verkoop van effecten
en vreemd geld. Kortom alle diensten
waarvoor U een bank nodig heeft.... en
altijd bij in de buurt.
Stap er eens binnen
de bij/il; vaar iedereen
11000
I recfifhlfen»
TIMMERFABRIEK
W# vragén één flinké
die samen met het reeds aanwezige personeel het schoonhouden t*i» »na«
kantoren kan veraorgen.
Werktijden: ^dagelijks van 17 -1» uur - zatei'dstós 7.30-12 uur.
Aanmelden dagelijks Molendijk 86 d - RIJSSEN.
FA. D. PAS
DIERENARTS
RIJSSEN
van woensdag 18 tot en met
29 september
Waarneming door de
collega's te Wierden
rechtstreeks van de brouwe
rij. Aardappelvezels, ook
termijnlevering. Alle soorten
hooi en stro.
Fa. Gebr.
Dronten - Telef. 03210 - 2224
BROUWER
Hellendoorn - Tel. 05486-4586
Dannenberg 38c, Rijssen
Telefoon 2645
Wij hebben een speciale
lage premie voor uw auto.
Tevens
Verzorgen wij voor u
het invullen van
belastingbiljetten enz.
Nieuwe verzekeringen en
schaden kunt U ook
opgeven aan
A. GREVELING
Gr. Adolfstraat 4, Rijssen.
NIEUWE DAKPANNEN opnieuw verb. Holl.
Ie keus per stuk 0.30
NIEUWE TROTTOIRTEGELS 4Vt cm
per stuk 0.38
GOLFPLATEN, grijs-blauw
NIEUW HARDBOARD per m2
1.52
Verder tweedehands BOUWMATERIALEN onder
andere planken - balken - ramen - deuren - op
maat gezaagde regels.
Allerlei Abner en Suffolk artikelen.
Gaas - draad - puntdraad -
klauwhamers vanaf 2.85
Nijptang 1.55 - combinatietang 1.85
BRAAKMANSDIJK 7 - RIJSSEN
TELEFOON 05480 - 2298 en 2875.
Jewiimke har 'n uur geleên vuur de slager
'n stel voarkenspeutjes noar nen klaantn
'ebrach. De boskop kon gin oetstél liên. en
umdat de knech van 'n slager zéek was, vreug
de slager an Jewiimke, of hee de voarkens
peutjes wol bezorgen. '1 Was nen bessen eane
dwas duur 't bos. maar affijn, atte wierumme
was, zol e nen fleenkn bol leèwer-wos van de
slager kriengn.
De mevrouw leut um veer keer beln, vuur
de dure lüsgung. Doar ha'j 't menske.
..Zo, kereltje, ben je daar eindelijk? Had
dat niet wat vlugger gekund?"
Waljoa, doar neumn ze um ..kereltje", of-
skoon hee de twaalne 'passeerd was, en hee
har gaauwer mu'n komn, terwiel hee vrie-
willig survus gaf. En asof dèt nog neet genog
was, stuek de mevrouw 'n neuze deepe in
't vetpapiern zèkske. en vreug wantrouwnd:
..Zijn dat wel varkenspootjes?" Toen was
biej Jewiimke de moate gleunig vol.
,,'t Zeent de platveute van de slager zelf",
was Jewilmkes beskaid. ..hee hef dr wal slim
zearte van, mear dat hetfe vuur de klaantn
ouwer".
En vort was Jewiimke, wierumme, 't bos
duur. Hee veun nog 'n leüg strik en steuk dèt
in de taske. Jewiimke heul neet van strope-
rieje.
Biej de slager krege nen grootn waffel. De
mevrouw har de slager op'ebeld offe soms
nog mear van dee onbeschofte jongs har en
latte nooit wier langs hoown te komn.
De slager was doar heilig ouwer en gaf Je-
rilmke gin leèwer-wos.
Onrecht genog op de weareld......
Mistreustig steun Jewiimke op 't trotwaar.
Hee zol de taske is noa-kiekn. of dr nog een
kwatje in zat vuur rie krekette oet n auto
matiek van de slager. Jewiimke veun 'n kwat
je én 't kopperdroad van 't strik, 'n Idee!
Hee gooin vuste 'n kwatje in 'n sleuf en
skreeuwn..De kroketten zijn op! duur t
loket. De slager greep doarop een tablo met
nieje woarme kroketten, en maakn n auto
matiek van de achterkaante lus, um de kro-
ket'n in de vèks te stopn.
Doar har Jewiimke op 'ewocht. Hee treuk n
vèkn lus en wochen. tot de slager in dèt zelfde
vèkn 'n kroketje lea. Doar ha'j ne. Jewiimke
dee ne greppe en kreeg de voes van de sla
ger te pak'n. Op 't zelfde mement harre't
strik dr umme 'en beun 't aander oeteane in
'n knop van: ..bij weigeren op de knop druk
ken".
De slager zat vaste. Hee kon de ene voes
neet teruggetrèkn en met de aandere voes dr
neet biejkom'n. Jewiimke kon kalm n kroket
oet zinne hane opvisken en op'ètn. Wat gung
de slager te keer! Mear dr was ginnen klaantn
in 'n weenkrl. Niemand kon um heurn.
..Ik zal oe lüsmaak'n, as ikke 'n leèwerwos
kriege, dèn ie miej belouwd hebt", zea Je
wiimke. De slager leup pears an mear zag
<n, datte de belofte mear mos inlüssen. ..Mear
to kan ik oe 'n leèwerwos neet geewn". zea
de slager listig, ..dan mu'j miej eerst lüs-
inaakn".
..Dan kan ik wal noar de wors fluit n.
mm Jcwilrrtke. ,,lk weet 't bètter, ik zal zelf
Juist, toen de hermelijn het wilde konijn
wilde aanvallen, klonk een sjierpend gepiep
achter de braamstruiken. De witte rover wist,
dat dat de angstkreet van een grote lijster
was. Even overwoog hij, wat te doen, het
konijn proberen te grijpen of zich af te wen
den van Flup en een gemakkelijk te pakken,
in nood verkerende lijster te zoeken. Hij be
sloot tot het laatste, toen voor de tweede
keer de angstkreet klonk. Langzaam sloop
het hongerige dier naar de braamstruik. En
toen was alles vuur. Een geel, flitsend licht
en een rollende donder. En de hermelijn
schreeuwde, sprong in de richting van de bos
rand. En weer bliksemde de braambos en
weer knalde het en de hagel ruiste door het
hout. In de sprong tuimelde de witte herme
lijn over de kop.
Vanachter de braamstruiken kwam de
jachtopziener tevoorschijn. Hij had die nacht
een tijdje op stropers geloerd, tot hem dat
stilliggen was gaan vervelen. Daarom
had hij een rondgang gemaakt door het jacht
veld. En zo had de groenrok, terwijl hij het
fietspad volgde, de hermelijn dichter bij zien
komen, als een rollende sneeuwbal, in een
poging een wild konijn te grijpen. De spuit
laden met twee rode hagelproppen en achter
de struiken duiken, was het werk van een
ogenblik. Tussen zijn duimen had hij met
tuitende lippen de angstkreet van een grote
lijster nagebootst, de hermelijn in de waan
brengend, dat achter de struiken een gemak
kelijke prooi wachtte.
Na de beide schoten stond de jachtopziener
op en bescheen met een zaklantaarn de bos
rand. Op het rijwielpad lag een plukje wit
haar en aan de struikheide kleefden kleine
roodglinsterende druppeltjes bloed. En daar,
midden op het reepad, lag de hermelijn. Zijn
vrijbuitersbestaan was teneinde.
Flup spoedde zich naar zijn hol. Bevend
van angst kroop hij onder de grond en ver
sliep daar de dag. Tegen de avond was hij de
doorstane emoties echter praktisch alweer
vergeten. Hij kroop toch dichtbij de uitgang
van het hol en wachtte daar op de kómst
van de schemer. Hij ving hier al het een en
ander op van het leven, buiten bet hol. Hij
luisterde naar verdachte geluiden. Maar er
bleek geen onraad te zijn. Wel ritselde het
nu en dan tussen de dennen. Maar aan het
geschetter en geschreeuw te horen, waren
dat eksters en vlaamse gaaien. Hun aan
wezigheid stond hem wel aan. want zodra
er iets ongewoons gebeurde in het bos, meld
den ze dat ver in het rond en iedere wilde
bewoners van het vrije veld kon er dan re
kening mee houden. En acht geven op mo
gelijke gevaren.
wal 'n stukn ofsnien. Dan za k oe vervolgens
lüsmaakn".
Zo mos de slager wal geboeid toozeen,
dèt Jewiimke 'n forsen bol leèwerwos ofsnee.
De keal har 't gleunig moeilijk en hee maakn
oarge geluun. Jewiimke gung wier 'n ween-
kel oet en maak'n in 'n automatiek 't strikke
lus. De slager vleug as ne lüsgemaakte bolle
duur 'n weenkel um Jewiimke alsnog te pakn.
Mear dèt har Jewiimke al vuurzeen, hee steun
al op gendsen hook van de stroate te etn
Van de leèwerwos
Nog steeds zwie rf de steen marter door de
omgeving. Wanneer de konijnen 's avonds
in de bosweide fourageerden. hadden ze het
vaak over deze vermetele rover. Soms hoor
de men in een week niet, dat hij een konijn
had gegrepen. Dan voedde hij zich met ratten
en muizen. Tot hij op een nacht weer temid
den van de konijnen verscheen en zijn tol
opeiste. Nu er, in het vroege voorjaar, ook
al wat jonge konijntjes boven de grond ver
schenen, probeerde hij die eerder te bemach
tigen dan een oud konijn. De jongen waren
minder argwanend en sneller te grijpen.
Sommige konijnen hadden de aanval over
leefd. Als men ze hoorde, waren ze de steen
marter te snel afgeweest, maar Flup wist
dat ze doodgewoon geluk hadden gehad. Voor
al het oude konijn, dat bij de zandafgraving
woonde, sneed nogal eens op over zijn avon
tuur met de marter. Het was al weken ge
leden gebeurd, in de tijd. toen de sneeuw
nog bezig was te veranderen in kil dooiwa
ter. Hij was op een avond naar de boerenhof
getrokken, om te kijken, of daar nog iets
eetbaars in de moestuin was achtergeble
ven. Hij was wel aan zijn trekken gekomen,
zo vertelde hij. Onverwacht had hij iets bo
ven zich gehoord, gekras van nagels op het
dak van een kippenhok. Daar was toen de
steenmarter verschenen. Het dier had het ko
nijn niet ontdekt. Dit drukte zich tussen de
boerenkoolstronken. Maar toen het van het
dak was gesprongen, had het konijn het niet
langer uit kunnen houden en was er tussen
uit gegaan. Onmiddellijk had het de marter
achter zich aangehad. Het konijn sloeg wilde
haken, rende om de vruchtbomen heen,
zag een zwarte opening en rende binnen. Hij
bleek in een grote schuur verzeild te zijn
geraakt. Opeens leek het, of de zon opkwam,
had hij verteld. Alles werd licht. Wonderbaar
lijk. Flup had wel begrepen, wat dat was ge
weest. Het was het licht van al die kleine
zonnetjes, die de mensen aan lange palen
hadden opgehangen boven de wegen. De
mensen hielden kennelijk niet van de duister
nis, zij wilden niet in het donker over hun
paden gaan. Maar goed, toen had daar plot
seling de boer gestaan en de marter had
de achtervolging gestaakt en was weer naar
buiten gevlucht. ,,De man deed mij niets",
vertelde het oude konijn. ,,Ik was erg bang
voor hem, maar hij streek me over de rug
en bracht me buiten de schuur. En toen :k
weer naar het bos liep, riep hij me na:
..Wees maar niet bang, van nu af aan. zal
ik met mijn geweer de marter achtervolgen
en hem doden!"
Flup had gevraagd, hoe hij de man had
kunnen verstaan en dat had het oude konijn
in verlegenheid gebracht. ,,In elk geval zei
hij iets dergelijksantwoordde het. Er wa
ren weken verstreken en de marter was er
nog steeds. ..Weet je", had Flup gezegd. ,.die
hulp van de mensen, acht ik niet zo hoog.
Waarom willen ze de steenmarter doden?
Omdat hij, ons, konijnen achternazit. Niet
omdat de mens medelijden met ons heeft,
maar omdat hij straks, wanneer de jacht open
is. zelf op ons wil schieten. Met datzelfde
geweer, waarmee hij ons tegen de marter wil
beschermen, zal hij straks ons doden. Nee.
ik geloof niet, dat we de hulp van de boer
Toen de Diele ooider begon te worn, hee
woonn doar ees in De Steege doar biej de
Gaeje van 't Waejngtjen, en later in 't Zaand-
gat biej n' Horrebeeld. en at 's weenters
koold was. dan gonge noa n' ticheiwoark um
doar te sloapn, umdett doar aaltied woarm
was. har der eens ne keer eene teegn um
e'zeg: ,,Jans ik anappe nin aj neet noa 't
rüsthoes goat van de zusters, doar krieg
iej ne goo verzorge, en war iej good terechte".
Mear doar mos hee niks van hemn. asse doar
oawer kuijern was 't net of ze .um de greepe
vuur hüeln. en hee har dan ook e'zeg: ..Det
is niks vuur miej. Zoo lange 8t ik nog ne
snie stoete in 't waagnspoer kan stipn, kriengnt
ze miej neet in 't rüsthoes". Hee was det
vrieje leawn e'weant en doar wolle vuureers
nóg neet van of.
'n Mooi Riessens tiepe zoo ak a hebbe zeg
was ook Oarnd van Oarnd Meijer. Mog ook
geane n' borreltje en kon mooi kuijern.
..Aj vuur ne veerduite zeent geboorn, muij
nooit rekng op n' dreekn" harre eens e'zeg
op nen oawnd oarns in ne vergunnege, toen
hee doar met n' man of wat um de toafel
har e'zat met n' borreltje vuur zi'k. ..Det
kój wa zeen an miej, als luep miej aalt
teegn. Hej doar non teegn oawergesteeld den
van oons", hee bedoeln doar zin bruer Derk
met. ..den steenkt gewoonweg van gelukke.
want als luep um aaltied met!"
..Woerdan"? vreungn de aandien, dee at
wa wussen deiter non wier n' heel verhaal
op n' klos zol komn. ..O", zegge, noadelte
ees muentjen van 't borreltje har edruenkn
en de lipn har of e'likket: ..Vegangn wekke
nog wier, wiej harn een boerenhoes kort
biej Moarkel det of mos worn e'skilderd, en
doar luepe wiej 's moarns hen langs n' Vree-
zenboarg umdet det 't richste was. Lauw doar
non good en wa vuur biej wean, of klabats
doar skeut oonze Derk het pennken met eer-
pel oet n' dook in 't waagnspoer. 'n Knup
van n' dook was um lus e'goane. Alle eerpel
oet de panne en vol zaand. 'k Zegge teegn
um, doar heb iej oew mooi e'had, mear iej
munn mear zeen dej der oew met redt, want
iej hoowter neet op te rekng det ik ter oew
wat van de minne met doo. Det hoow iej nin
inhaalegen hoond, vret iej de oewe mear zelf
op, ik zal der miej wa met redn, en met
een gaddern hee de eerpel met zaand en al
wier biej mekoar, dee ze wier in 't penn
ken, kneupn n' dook wier der umme hen, en
stapn achter miej an op Moarkel an.
Toen aw smiddaagns w.at etn woln. wiej
atn aalt oonze eerpel op biej den boer in
de kükne oonderwiel zee zelfs ook wat atn,
en oonzen dook met 't pennken met eerpel
vuur n' dag haaln. zeg oonze Derk. zoo langs
neuze weg, mear wa zoo det de vrouwe het
heurn, wat ook de bedoelege was van den
slieperd: ,,Jè ik zal der wa an munn beginn
an dee zaanderege eerpel. 'k Zinne geen gin
nen kieskawwer. mear det. knoejstern van det
zaand tusken de taane. doar heb ik wa nen
moeten accepteren. We moeten zelf iets ver
zinnen om de marter weg te krijgen".
,,Was Kortoor er nog maar", verzuchtte Flup
later. ..Die zou wel iets weten te bedenken".
Die avond dacht Flup lang na. Wat zou
het leven weer de moeite waard zijn, wan
neer de marter weg was. Het voorjaar liet
steeds meer van zich merken. Lauwe zuider-
wind sti'eelde 's avonds over de weiden en
bracht fijne geuren mee van mals groen. Er
moest iets gedaan worden. Maar wat? Lang
peinsde Flup. To4n herinnerde het koniin
zich één van de leerzame filosofieën van Kort
oor. ..Wij konijnen", had hij eens ge
zegd. ..zullen altijd onder gevaarvolle omstan
digheden leven. Indien wij jong en verstan
dig zijn, zullen we vaak net <*en snrone
meer kunnen maken dan d*> donH M°ar als
we ouder worden, zijn we niet meer zo pa
raat. Dan komt de tijd. dat de roofdieren
met kans op succes op ons ja een. Ons uit
houdingsvermogen is minder oewot-den °n
we dertken niet meer zo helder Maar een
jong konijn, in de kracht van ziin leven, dat
niettemin de nodige ervaring heeft opgedaan
en dat voorzichtig is, kan het ver brengen.
We zijn voorbestemd om gedood te worden
en tot voedsel te dienen. Daarom zullen we
nooit in een wereld kunnen leven, die geheel
zonder gevaar is. Of we moesten naar de
mensen toegaan en zoals onze tamme broe
ders. in een hok kruipen. Maai' welk wild
konijn kan daar gelukkig worden? We moe
ten leren leven met de marter en met de
vos. We zullen ze vaak te slim af zijn. doch
f°nmaal zijn zii de slimsten. Zouden wij ove
rigens wel zonder die gevaren kunnen leven?
Maken die het leven niet tot een sport? Wer
kelijk, ons enige middel, om de soort in
stand te houden, is, veel kinderen voort bren
gen. Wij konijnen zijn vruchtbaar. Dat is ons
sterkste wapen. Vroeg of laat grijpt de her
melijn ons. of de bunzing, of we lopen in een
stropersstrik. Dan is het gebeurd. Maar an
dere konijnen zullen de holen gebruiken die
we gemaakt hebben en de paden bewandelen,
die we gebruikten. Er zullen steeds weer an
dere konijnen zijn".
Flup, nog jong, kwam in opstand tegen deze
gedachte. Op de wereld gekomen om tot voed
sel te dienen voor sterkere dieren? Maar
dat was toch te gek. Een konijn was toch ook
blij om te leven, blij met het voorjaar en
met een mooie zomeravond? Enfin, hij zou
proberen het leven zolang mogelijk te rekken.
Als de marter al te brutaal werd. kon Flup
een tijdje naar de houtwallen in de wreiden
gaan, om daar wat tot rust te komen.
Waar torenhoge sparren hun oude kruinen
aaneenvlechten tot een altijdgroen plafond,
waar zelfs overdag een schemersfeer heerst
en de lucht doordrenkt is van schimmelgeu-
ren. leeft de bosuil De roodkoppige nacht
roofvogel. die zo'n bijzonder ..unheimisch"
stemgeluid heeft. Hij is groter dan de steen
uil. die zich thuisvoelt in de boerschap. Hij
mist de oorpluimpjes van de ransuil, die aan
een dennengordel genoeg heeft, om zich te
vestigen.
De bosuil hoort thuis in de hoogstammige
bossen van de landgoederen. Daar moet
hij zich op zijn gemak en daar ook krijgt
zijn bloedrode liefdesroep bepaald een sinis
ter karakter. I
lelken hekel an. ,,Wat heb iej dan", vreug
't meanske. den at 't wal e'huerd har: ,,Is
ter wat met oewe eerpel, dej kuijerd van
zaand, ,,hej der n' oongelukke met e'had?"
,,Och", zeg den van oons, ,.n' oongelukke
non zoo zear, mear 't deukn is miej van
moarn oonderweg lüs e'skütn, en toen zeent
miej al de eerpel oet 't, pennken in 't zaand
e'vüln. Ik heb ter nog wa zoo vuile meuglijk
of e'veagn mear doar zit nog wa n' betje
zaand an, Zeet mear", en meteen leut hee ze
heur zeen. ,,Gut dee koj ..eet etn", zeg dee
vrouwe. ..Brengt ze mear noa de delle en
goojt ze in 't kuuw vuur de bign. Ik skelle
der toch aalt wat te vuile, zoo detter wa wat
oawer bliewt, dan zal ik oew aandem doon".
Det was weend op de mülle van oonze Derk
den at det ook zoo bedoeld har. Toen hee
wier kwam van de delle, kreege meij toch
nen lakkeren teelder met eerpel en snieboonn
met nen grootn sleef met vettege sju der
oawer hen, en op de koop too, twee spek-
haste zoo groot as minne haane.
Toen hee ne op har, vreugn ze um ook
nog of der nog of der nog eene lussen, wat
den begeerlijken hond, natuurlijk neet of-
sleug. En ik kon mear kawn op dee dreuge
eerpel met eerpel dee oonze Ka miej met har
e'doane, oonderwiel den gasterd van oons
miej ook nog ieder bod an keek ak ter wier
eene an de vorke steuk.
Toen aw later wier an 't striekn warn, mot
hee 't iedere keer nog wier anruern, det ik
um wa met n' kwas um de oorn hare wiln
houwn. Vuural toen atte zea: Oarnd, iej
munn vannomdag mear n' betje vuur miej
met striekn, want ik hebbe zonnen poer in
de hoed, ik hebbe van noa weg te vuile had,
Mear jè vuur ne keer mag um det neet heen-
dren, want 't smaakn miej zoo lakker, en 't
was heel wat aans as dee dreuge eerpel dee
at iej noa binn monn sloekn".
..Ak ter nog an deanke", harre zin vehaal
besleutn. ..dan kokket miej 't blood nog in
de hoed. En zegnt non zelf steenknt den van
oons van gelukke of nin?" terwiel hee met
een 't leste van n' borrel achter oawer geut.
Non det monn ze allemoale too geewn, doar
doar harre neet te vuile an ezeg. Joa 't warn
mooje keals dee van Oarnd Meijer en iej konn
de van als van heurn.
Ik hebbe ook wal eens heurn veteln, mear
ik wee nin of 't woar is, want iej küent n'
meanske gaaw slech maakn. det ze in Ealsen
biej nen boer woer at ze 't kwammenet wier
niejs harn munn venissen, der in plaase van
venis, stroop op harn e'strekn, en toen at ze
kloar harn e'had harn ze teegn de vrouwe
zeg: ..Meanske 't is beste dej der voort n'
laakn um hen hangt aans kom ter de vleegn
zoo op en dee kriej der neet wier of".
Biej nen aandren boer woer at ze de weend
vearn monn skildern. harn ze in plaase van
witte voarve, krietwit ter op e'smeerd, det
ter met de eeste beste reangbuuje met
strüelkes wier of was e'reangnt. Iej begriept
wa, aj zukke dinge doot, dan lig iej der biej
de leu oet, mear of 't woer is wee zal 't
zegn. Iej küent in ieder geval better g«-
leuwn as hen vroagn goan, zegnt ze wals.
Tookn wekke vearder,
Getjan.
1