DE MOORDENAAR
VAN HET MOERAS
111!» JHIUUfl
Raadsleden sagen in zwembad
„geen enkel nut
BURGERLIJKE STAND
hengele* s bier
(4)
Badmeester
jan Tijhof
met
pensioen
door
Harry Wonink
Postduivennieuws
Pompvers uit g
de fles?.s
Vrijdag 10 september 1965
WEEKBLAD VOOR RIJSSEN
Pagina 3
Zwemmen in de Regge
„Geen enkel nut"
Feest
r
Ambtenaar
Ongelooflijk zeg; je hebt ge
lijk! Dat bier smaakt even
vers als bier dat zó uit de
pomp komt. Je proeft géén
verschil. Hoe heet dat merk?
Hengelo's BierEen merk om
te onthouden. Die brouwers
weten wat een dorstig man
toekomt. Geweldig: pomp
vers bier uit de fles. Proost!
c pompvers
Ook in 1965 met goud bekroond!
Badmeester Jan Tijhof
(na 38 jaar) zaterdag voor
het laatst in functie
Van 1927 tot 1961
zwaaide badmeester
Jan Tijhof hier
de scepter.
Daarna verhuisde
hij naar
„De Koerbelt".
Zaterdag sluit hij
daar voor het laatst
de poort en zal hij
eervol van zijn
functie als
badmeester
ontheven worden.
„De Mors" doet nu
nog dienst als
viswater voor
gepensioneerden.
Als de heer E. J. (Jan) Tijhof zaterdagmiddag de poort van het zwembad „De Koer
belt" sluit, betekent dat voor hem niet alleen, dat het zwemseizoen 1965 gesloten is,
maar dat hij een levensperiode afsluit. Het bereiken van de pensioengerechtigde leef
tijd van de heer Tyhof, houdt in dat hij zijn werk moet overdragen aan zijn (nog
onbekende) opvolger. Het afscheid »an zijn taak als badmeester van het zwembad zal
Jan Tijhof ongetwijfeld weemoedig stemmen, hoewel hij, een evenwichtig figuur zijnde,
een en ander niet al te veel zal dramatiseren. Vele Rijssenaren - wie zou Jan Tijhof
eigenlijk niet kennen - zullen het met ons eens zijn, dat de functie, die badmeester
Tijhof in 1927 aanvaardde zijn levenstaak is geworden. Tijhof lijkt een welhaast on
misbare figuur en zelfs oudere Rijssenaren kunnen zich het zwembad zonder Tijhof en
zijn vrouw moeilijk voorstellen. Het zal voor hem de eerste tijd wel moeilijk worden,
maar „och" zegt Tijhof als we even bij hem zitten te praten „het zal wel wennen".
Hoewel Tijhof zijn werk altijd in alle be
scheidenheid heeft verricht heeft hij zich een
grote plaats weten te veroveren bij enkele ge
neraties Rijssenaren.
Met voldoening kijkt Tijhof terug op zijn werk
als badmeester in Rijssen. Zijn herinnerin
gen zijn talrijk en gevarieerd, vooral aan
de tijd, die hij als badmeester doorbracht op
het karakteristieke zwembad in de Mors. De
overgang naar „De Koerbelt" is wel groot ge
weest, hij en zijn vrouw hebben zich snel aan
de nieuwe situatie weten aan te passen en de
overgang werd vergemakkelijkt, doordat een
grote verbetering werd bereikt, qua zwemac-
commodatie.
Het was de laatste jaren op het zwembad
de Mors „niet al te best", zoals Tijhof
het verzachtend uitdrukt. Toch, als zijn ge
dachten afdwalen naar vroegere jaren, heeft?
hij een grote bevrediging van zijn werk. Hij
heeft duizenden Rijssenaren de zwemkunst ge
leerd, had contact met vele Rijssenaren en
touristen en de sportiviteit, die het vak mee
bracht gaf hem een grote voldoening.
Als we Tijhof vragen hoe het in zijn werk
is gegaan, dat hij badmeester werd op de
Mors, dan moet hij dit verhaal nauwkeurig
uit de doeken doen.
Je wordt natuurlijk geen badmeester van
de ene dag op de andere, maar ik had nog
al belangstelling voor de zwemsport, ik deed
het graag, ik had „enige aanleg" en ik had
er veel voor over, aldus Jan Tijhof, die zich
nog precies herinnert met hoeveel moeilijkhe
den de bouw van de „zweminrichting" zoals
het zwembad officieel werd betiteld in zijn
werk ging.
Toen Rijssen geen zwembad rijk was, ging
de jeugd op warme- (en ook op minder warme)
- dagen zwemmen in de Regge.
Een bepaald deel van de Regge, toeganke
lijk vanuit het Leijerweerd, had de grote
voorliefde van de Rijssense jongens en er
waren er honderden, die redelijk goed kon
den zwemmen.
Geloof maar, dat de jeugd daar aan de
Regge vroeger veel plezier gehad heeft. Het
was primitief, had desondanks een speciale
bekoring, maar het was een ongunstige, be
ter gezegd, een ongewenste situatie.
Er was n.l. geen enkel toezicht, en het bleef
te allen tijde gevaarlijk. Een aantal voor
uitstrevende Rijssenaren ondernamen in de
twintiger jaren activiteiten om te komen tot
het bouwen van een zwembad. Er waren al eens
eerder pogingen ondernomen, maar de moeilijk
heden waren groot en vele en er was nog
niet veel uit de bus gekomen.
In 1927 vormde zich een commissie, die bij
de installatie vaststelde, dat nu met „inzet van
al onze krachten" getracht moest worden
het doel de bouw van een zwembad, te ver
wezenlijken. De commissie had zich weten
te verzekeren van de medewerking van de
Vereniging Marktwezen en Plaatselijke Be
langen. Dat was uiteraard zeer belangrijk
omdat deze vereniging financiële steun kon
en wilde geven.
Hoewel deze financiële en morele steun
voor de commissie van groot belang waren,
moest de oprichtingscommissie toch een be
roep doen op de raad. Men vroeg de raad een
terrein beschikbaar te willen stellen en een sub
sidie te willen verlenen van 2.000,-.
De pessimisten die voorspeld hadden, dat
dit moeilijkheden zou geven kregen gelijk.
Een deel van de raad zag geen enkel
nut" in een zwembad en er werden harde
woorden als „sportverdwazing" en „princi
pieel onaanvaardbaar" gesproken. De debat
ten liepen hoog op en toen het voorstel van b.
en w. in stemming werd gebracht verlieten
de tegenstanders demonstratief de raadzaal.
Het voorstel kwam er door en de mogelijk
heden tot realisatie van de plannen leken
plotseling groter dan ooit. De commissie van
oprichting, aangevuld met 2 raadsleden en
met enkele leden van de vereniging Marktwe
zen en Plaatselijke Belangen, onder leiding
van Jhr. Coenen van den Oosterhoff pakte
de zaken voortvarend aan. De fa. Ottevan-
ger uit Almelo bleek bij de aanbesteding de
laagste inschrijver te zijn 4.000.-).
Het terrein door de gemeente aangewezen lag
zeer gunstig. Men kon gebruik maken van het
water van de langs het terrein stromende
Maatgraven en met récht was er in Rijssen
sprake van de bouw van een natuurbad.
In de Maatgraven werd een stuw gebouwd
en met een provisorische filter kon men zor
gen dat het water doorlopend werd gereinigd.
De bouw van de bassins had een vlot verloop
en de fa. Ottevanger kon het werk op tijd
opleveren.
Op 28 juni 1927 was het voor Rijssen een
grote dag, toen het zwembad feestelijk kon
worden geopend. Dat het feest opgeluisterd
werd door de muziekvereniging „Wilhelmina"
lijkt haast vanzelfsprekend.
De opening werd verricht door Jhr. Coenen,
het was prachtig weer en de Rijssense jeugd
liet zien, dat een zwembad voor hen geen over
bodige luxe was. De Almelose zwem- en polo
vereniging „De AA" gaf zwem- en polodemon
straties, waarbij de Rijssense jeugd duidelijk
werd .dat onder goede leiding in de zwemsport
meer kon worden bereikt, dan in de Regge „op
eigen houtje te drijven".
Was het voor velen een feestelijke dag, in het
bijzonder was dat het geval voor de jonge bad
meester Tijohof.
Jan Tijhof had een jaar tevoren met suc
ces een cursus voor badmeester gevolgd.
Hij had in stilte wel gehoopt, dat hij benoemd
zou worden als badmeester van het nieuwe
zwembad, maar zekerheid had hij natuurlijk
van te voren niet kunnen krijgen.
Toen hij zijn diploma had behaald en be
noemd werd, had Tijhof naar later zou blij
ken zijn levenstaak gevonden.
Hij had niet alleen de goede zwemslag we
ten te vinden, maar hij had er ook slag van met
mensen om te gaan.
Tijhof heeft weinig of geen last gehad met
de jongens en meisjes die in het zwembad
ontspanning kwamen zoeken. Met een gebaar
of in dringende gevallen met zijn snerpende
fluit, wist hij de Rijssense lieverdjes altijd
met weinig moeite tot de orde te roepen.
Met grote interesse heeft hij zijn werk
altijd gedaan. De accommodatie rond het bad
werd in de loop der jaren onder zijn leiding ver
beterd en de goede naam die het Rijssense
zwembad vooral bij toeristen kreeg, „dat
het altijd zo keurig netjes was in en rond het
bad" was volledig te danken aan het werk
van Jan Tijhof.
Tot 1941 toen het zwembad werd overgeno
men door de gemeente Rijssen was Jan Tij
hof in dienst bij het bestuur van het zwem
bad „de Mors" en in 1941 werd hij ambte
naar.
Als gezegd was de overgang naar het zwem
bad de Koerbelt in 1961 voor Tijhof, die ver
groeid was met de Mors, onvoorstelbaar groot.
Zijn verantwoordelijkheid werd groter en
het werk omvangrijker, maar zijn instelling
bleef dezelfde.
Hij bleef de gemoedelijke badmeester, die
meester van het terrein bleef in alle omstan
digheden.
Zo staat Jan Tijhof dan op de drempel van
een nieuwe levensperiode. Zaterdag sluit hij
de poort van de Koerbelt voor het laatst.
Hij kan terugzien op een verdienstelijke po
sitie, die hij in Rijssen sinds 1927 heeft in
genomen. In stilte trekt hij zich zaterdag
terug. Maar ongetwijfeld zal op het afscheid
dat hem bereid zal worden, blijken, hoe
zeer men in Rijssen deze geziene figuur ge
waardeerd heeft. Vanaf deze plaats wen
sen wij Jan Tijhof namens velen een lange
periode toe, waarin hij van zijn pensioen zal
kunnen genieten.
Geboren: Willem zv G Pijffers en J Nijzink
Wilhelminastraat 8, 31 aug.
Geertje dv H J Vossebelt en G J Harbers
Noachstraat 10, 1 sep;
Gerrit Jan zv G J Ehrenhard en J ter Maat
Lentfersweg 60a, 3 sep;
Derk Jan zv G J ten Hove en J Smit Haar-
straat 127, 5 sep;
Willem zv T Tijhuis en H Harbers, Industrie
weg 12, 27 aug te Almelo;
Robert zv A Oplaat en J H A Rensen, Mid-
deldijk 6, 31 augus te Hengelo (0) Saskia
dv A Oplaat en J H A Rensen Middeldijk
6, 1 sep te Hengelo 0.
ONDERTROUWD:
Jan van Triest 29 j Alphen aan den Rijn Raaf
straat 4 en Egbertdina Ligtenberg 25 j Rijs
sen, Markeloseweg 81d 2 sep;
Aldert Walstra 23 j Amersfoort Spaarnestr
98 en Maria Mientje Rozemuller 21 j Rijssen
Holterstraatweg 85 j 6 sep;
GETROUWD:
Aalt Gerrit van Dijk 26 j en Willemina Nij
zink 24 j Rijssen, Weverstraat 5, 3 sep;
Beene Nijmeijer 31 j en Janna Berendina
Hazelhorst 26 j Rijssen Holterstraatweg 152
3 sep.
OVERLEDEN
Hendrik Jan Wilmink 51 j ev H Aalvink El-
senerstraat 51, 28 aug;
Berendina Hakkert 72 j wed v J Paalman,
Stationsdwarsweg 5, 30 aug.
Jan van de Maat 74 j ev D van den Noort,
Arend Baanstraat 51, 5 sep;
Aleida Loonink 70 j ong Rozengaarde 3, 4 sep
Sieger Schreurs 7 j zv M Schreurs en H de
Vries, Prins Hendrikstraat 3, 22 aug. te En
schede;
Arend Nijland 67 j ev A Slot Huttenwal 22, 30
aug. te Almelo.
De postduivenvereniging Het Luchtvermaak
nam deel aan een wedvlucht op Venlo met
1076 duiven.
De uitslag van deze vlucht was:
Groep A:
1 J. Harmsen, 2 H. J. Nieuwenhuis, 3 J.
Nijland, 4 W. Scherphof, 5 W. Scherphof, 6
A. Harbers, 7. H. Nieuwenhuis, 8. W. Sikkel-
bein, 9 J. Tijhuis, 10 J W. Baan.
Groep B:
1 J. van Losser, 2 D. Sprakel, 3 J. Kamp,
4 J. Nijkamp, 5 J. Nijkamp, 6 J. W. Nijkamp,
7. A. Pijffers, 8. A. J. Temmink, 9. G. J. de
Wilde, 10 J. Tijhof.
Groep C:
1 G. Siemrink, 2 D. J. ten Hove, 3 G. J.
v.d. Willige, 4 G. Scheppink, 5 G. D. Slag
man, 6 G. D. Slagman, 7 G. Scheppink, 8
G. Scheppink, 9 J. Dannenberg, 10 T. Geer-
ling.
Van de wedvlucht op Parkstone was de uit
slag:
1 A. J. Temmink, 2 J. Harmsen, 3 C. Boer
man, 4. A. J Temmink, 5. G. Pas, 6. H. Pief-
fers, 7 H. J.. Nieuwenhuis, 8 A. J. Temmink,
9 .T. H. Kamphuis, 10 G. J. v.d. Willige.
Van de wedvlucht op Roermond was de uit
slag:
Groep A:
1 J. Harmsen, S J. H. Kappert, 3 J. Harm-
Advertentie
sen, 4 W. Scherphof, 5 J. Nijland, 6 J. Nijland,
7. J. Harmsen, 8 J. Seppensoolde 9 W. Sik-
kelbein, 10 J. Harmsen.
Groep B:
- 1. E. J. S.prakel, 2. D. Sprakel, 3. A.
Voortman, 4 G. Kreijkes, 5 A. J. Harbers,
6 H. Averesch, 7 A. J. Temmink, 8 J. v.d.
Willige, 9 J. Nijkamp, 10 H. Meenk.s.
Groep C:
1. G. D. Slagman, 2. T Geerling, 3 G.
Scheppink, 4. G. D. Slagman 5. G. D. Slag
man, 6 G. D. Slagman, 7 N. J. Kienhuis,
8 J. ter Harmsel, 9 G. J. v.d. Willige, 10
J. Dannenberg.
De postduivenvereniging de Zwaluw nam
deel aan een wedvlucht op Venlo.
De uitslag luidt als volgt:
1, 2 en 3 G. Bargboer, 4. H. Haeke, 5 W. Koe
dijk, 6 H. A. Koedijk, 7 F. Dommerholt, 8 G.
Bargboer, 9 J. Bakker, 10 H. A. Koedijk.
NUTSSPAARBANK
In de maand augustus werd bij de Nuts-
spaarbank Rijssen ingelegd een bedrag van
f 576.977.- en terugbetaald- 307.927.-.
In deze maand werden 108 nieuwe spaar
rekeningen geopend.
Voor het licht te zwak werd,
moest de sprong reeën binnen be
reik van de geweren zijn. Nijhuis
dacht dat wel te kunnen bewerk
stelligen.
„Wat wilt u schieten", fluister
de hij zijn jachtheer toe, „de bok
of een geit?"
De fabrikant schoot het liefst op
de bok. Nijhuis vertelde hem wat
hij van plan was te doen. Hij
wilde vlak over de reeën schieten,
zodat de kogel achter hen in
de grond terecht zou komen. Dan
bestond er een redelijke kans, dat
de troep zich in grote haast te
rugtrok naar 't bos. Omdat een ree
ook wanneer het vlucht zijn eigen
paden pleegt te gebruiken, zou de
sprong in de richting van de hoog-
zit trekken. Die was immers dicht
bij de plek gebouwd, waar zo'n
wildpad, als een smal tunneltje
het bos doorboorde.
Nijhuis mikte 'n halve meter bo
ven de ruggen van het edele wild.
Vele echo's mismaakten de knal
van het geweerschot. Als een
grommende onweersdreun, rolde
het geluid over de weiden. Dier
noch mens konden daardoor de
plaats bepalen, waar het schot
was gelost. De reeën staakten hun
bewegingen en hieven alle de kop
op. Seconden lang stonden ze
zo. Even leek het, alsof de opzet
van de jachtopziener was mis
lukt. Toen maakte Prins zich
van de troep los en begon met kor
te, parmantige pasjes in de rich
ting van het bos te draven. Dat
brak de betovering. Die had door
het lawaai van het geweerschot,
het gierende geluid van de kogel
en de vette zucht, waarmee het
gevaarlijke projectiel, zich achter
de grazende dieren in de grond
drong, van de sprong een aan
tal ranke tuinbeeldjes gemaakt.
Maar nu gingen alle op de
vlucht: Met prachtige zweefspron
gen namen de dieren de talrijke
prikkeldraadafrasteringen. Het
was een heerlijk gezicht, die sier
lijke aftocht.
De geweerdragers op de hoogzit
hadden echter allang geen oog
meer voor de sprong als geheel.
Beiden drukten de kolf van het ge
weer tegen de rechterschouder. Ze
tuurden door de richtkijker, terwijl
de loop langzaam meewees met de
vluchtelingen. Nijhuis had het op
een oude, gebrekkige reegeit voor
zien. Hannink nam Prins in de
richtkijker. De vingers van beide
mannen kromden zich om de trek
ker! Nijhuis schoot het eerst. De
reegeit viel als een blok! De fabri
kant had echter moeilijkheden.
Telkens wanneer hij wilde schie-
ten, liepen twee jonge reeën in z'n
schootsveld. Het leek er op, alsof
die de vogelvrijverklaarde wilden
beschermen. Er kwam pas meer
afstand tussen de reeën, toen de
sprong het bos bereikte. Daar volg
den de die m het wildpad, dat zo
smal was, dat er slechts achter
elkaar lopend gebruik van kon
worden gemaakt. Nu stonden de
bomen de geweerschutter in de
weg. Toch schoot Hannink ten
slotte. Noch de jachtopziener, noch
zijn jachtheer waren er echter ze
ker van dat de kogel zijn doel had
bereikt.
De beide mannen daalden de wan
kele trap van de hoogzit af. Eerst
bogen ze zich over de reegeit,
die door een goedgericht schot
bleek te zijn geveld. „Ik had
liever gehad, dat de bok hier lag",
dacht Nijhuis hardop. Het werd
al donker. Boven de weiden dans
ten de kieviten hun liefdesballet.
Ergens achter de dennen knorde
een pas uit het zuiden teruggekeer
de houtsnip. Indien de bok inder
daad geraakt was, zou het, zonder
een goede hond niet meevallen
het dier op te sporen.
Ze zochten het reeënpad op.
Bereikten al spoedig de plek, waar
Pi ins had gelopen, toen Hannink
schoot. Nijhuis raapte een plukje
grauw winterhaar op. Nergens lag
bloed! Ja toch, drie pas dieper
het bos in, kleefde een heel klein
rocd druppeltje aan een dor blad.
De jachtopziener schudde z'n hoofd
„Hij is niet dodelijk geraakt mijn
heer. Zonder hond behoeven we
niet te proberen hem te vinden.
Misschien is die bok nu reeds
een paar kilometer uit de buurt!"
x x
X
Onder de laaghangende naald-
pluimen van het sparrenbos, op
de grens van het landgoed van de
graai en de buurtschap de Loo-
hcek, had Rein de vos zijn dagver
blijf. Het natuurlijke plafond van
de aatipianting had heel wat van
de regen, die die dag zo rijkelijk
gevallen was, kunnen tegenhouden.
De zon, die in de namiddag de re
genbuien afwisselde, dreef de rook-
rok uit zijn leger. Hij sloop door
een droge greppel en ging in het
gele buntgras op de brandsingel
liggen.
Daar konden de laatste stra
len van de zon hem bereiken. Dam
pend droogde de oranjebruine
pels.
Somt bewogen de spitse vosse-
oren even. Dan tiraaiden de zwar
te schelpen in de richting van
waar de rover een verdacht' geluid
meende op te vangen. Van een rus
tige. onbezorgde slaap was bo
ven de grond zelden sprake! Een
dagverblijf in een hol was je wa
re. Maar geen bosbewoner begeeft
zier, graag met een natte pels on
der de grond. De fraaie bont zou
immers erg vuil worden door het
scuuren langs de wanden van de
pijp Daarom had Rein, toen de
dag met regen begon, en hij ge
noeg muizen had gevangen en
verorberd, 'n leger gekrabd onder
de groene overhuiving van de
sparren.
Vele geluiden waren er die Rein
niet in het minst verontrustten.
Het ritselen van een speels ko
nijntje aan de bosrand. De zoeven
de vlucht van een troep spreeuwen,
die op weg was naar de slaap
plaats. Het rammelen van een
bceienkar over een hobbelige weg.
Maar dan ving het roofdier een
geluio op, waaraan hij meer dan
gewone aandacht schonk. Het was
sleclits een heel licht knakken ge-
weet van een dor takje..
De schemer hechtte donkere
sluiers aan alle stammen van
het sparrebos. De nacht stond op
he. punt zijn heerschappij ook uit
ie breiden over de weiden van de
buurtschap de Loohoek en de
brandsingels. De vos zat opeens op
de hurken. Opnieuw had z'n scherp
gehoor een licht krakend geluid
opgevangen. Net, alsof er iets
of iemand heel voorzichtig door
het nar ldbos sloop.
Daar moest Rein meer van we
ten! Misschien was het een ge-
malfke.'ijk te grijpen prooi. Ook
kon het een mens zijn, een jager,
die bezig was de vos te besluipen.
De roodrok zette zich in bewe
ging. Hij ging niet regelrecht op de
veroorzaker van het gerucht af.
Integendeel, in eerste instantie ver
wijderde hij zich van de plek,
waar een takje had gekraakt. Ten
slotte boog hij rechtsaf en gleed
in een greppel, die hem ongezien
diep in het bos zou brengen.
Het wezen dat zich daar door het
naaldhout verplaatste, liep tegen
de zwakke avondbries in. Dat was
heel verstandig. Zo bleef het, in
dien het zijn neus goed gebruikte,
op de hoogte van rlles, wat zich
voor hem op de route, die het van
plan was te volgen, ophield. De
vos, even slim, trachtte achter de
geheimzinnige sluiper te komen.
Teen Rein plots stilstond en zijn
spitse snuit omhooghief, was dat
een teken dat de rover in zijn op
zet was geslaagd. Hij snoof de geur
van een ree in zijn neusgaten. Een
ree dus! In elk geval geen vij
and En de lucht was zo dik, dat
wees er op dat 't dier zich heel
langzaam verplaatste. Dat was
tcch niets voor een gezonde ree,
om zo traag door het houtge
was te trekken. Ha, had hij het
niet gedacht? Daar rook rood-
roK bioed! Er lag een glinsteren
de druppel op het wildpad. Meteen
had de vos de neus op de grond
en volgde het warme spoor. Hij
jankte haast van opwinding en be
geerte.
Prins was nog geen honderd me
ter van de graslanden van de Loo
hoek ingelopen, toen hij gerucht
achter zich hoorde. Laag bij de
grond, kwam in grote haast een
griezelige schim dichterbij. Prins
de reebok bleef staan. Dat deed
de vos nu ook. Vlak boven het
gras, op nog geen tien pas af
stand, zweefden onheilspellend
twee lichtende, scheve chinezen-
ogen.
Wat haalde die vos in zijn sluwe
kop? Meende hij, dat Prins een
gemakkelijk te veroveren prooi
was, omdat hij nu en dan 'n drup
peltje bloed verloor. De reebok
was er helemaal niet zo slecht aan
toe. Hij liep iets kreupel, omdat 'n
schampschot een diepe vleeswond
in zijn linkerachterpoot had ver
oorzaakt. De wond had eerst nog
flink gebloed, maar dat werd nu
steeds minder. Onder normale om
standigheden had de bok een goed-
v ei borgen leger opgezocht. Daar
had hij zich dan de wond gelikt,
tot het bloeden was gestuit. Was
gaan slapen zodat de genezing
een aanvang kon nemen. In dat
voernemen werd hij nu gehinderd
door de vos. Prins werd nerveus,
tcei, het roofdier steeds maai',
zonder zich te bewegen, naar hem
bh ci loeren. Hij vluchtte! Zo snel,
a!s de gewonde poot toestond, ging
hij dieper de weiden in. De vos
volgde.
En zo verwijderden de vluch
teling en de jager zich steeds ver
der van 't landgoed van de graaf.
Prins speet dat niets. Na de er
varing met de strik en 't slecht-
gerichte schot, dat een brandende
pijn in zijn poot had veroorzaakt,
had hij meer dan genoeg van die
gevaarlijke omgeving.
Een ree verlaat zijn geboorte
grond niet zo graag.
De treklust van de edele viervoe
ter werd echter ook gestimuleerd
door een natuurlijke aandrang. In
maart en april laat het winter
haar van de reecn met plukken te
gelijk los. Geleidelijk komt dan
de prachtige diepbruine, kortha-
rige zomerdracht tevoorschijn. In
die tijd krijgen vooral de oudere
bokken een afkeer van de grote
win tergezelschappen.
Nog even had Prins die avond,
de witte spiegels van zijn groeps
genoten boven het smalle pad zien
voortdansen. Die witte plek om de
staartbasis is vooral in het donkere
bos een goed middel om het ver
band van de sprong te bewaren.
Temeer, daar de dieren bij gevaar
de spiegel wijd uitspreiden, zodat
hij dan veel groter en blanker is
dan normaal. Omdat de gewonde
bok niet snel genoeg voortkon,
had hij de anderen tenslotte in
de steek gelaten en was zijn eigen
weg gegaan.
Die voerde hem naar het sparren
bos op de grens van het landgoed.
En nu zat hem een vos op de hie
len!
(Wordt vervolgd).