Een nieuwe weg, een nieuw reisdoel: Poort van Afrika open voor Nederlandse toerist smaak te pakken Einde van het zuurkool-tijdperk Radio telefonie op de fiets Vrijdag 6 augustus 1965 WEEKBLAD VOOR RIJSSEN Pagmao Vy tl II1L/U tt i ^louuei. T~*\, 1 r>i 17" ~W~\ nZ~ \Z~ THfe Weer verder dan ver... Voor f 38.000 schroot i Charteren naar l anger Ults(.rs niSen „TANGEK is een naam vol aantrekkingskracht die als titel dient voor films en voor boeken, zozeer dat de beste publiciteit voor uw stad in feite zijn naam is. Er bevindt zich daar nog een schatkamer waar voor men niet de aarde behoeft om te woelen om haar te vinden". De woorden zyn van koning Hassan II van Marokko; de vorst ge bruikte ze onlangs toen hij zich in het Marokkaanse dagblad Tanjah tot de bevolking van de voormalige vrijhaven richtte. Tanger is grotendeels legende: men associeert de naam met vrijhandel en smokkel, met een samengaan van al le schuim van westen en oosten in praktijken, die het daglicht niet kun nen velen, met hashish, marihuana en morfine, met mooie (en vooral slechte) vrouwen en louche etablisse menten, maar ook met luxueuze ho tels en overdadige villa's in een won derschoon decor, waar het geld niet op kan De werkelijkheid van vandaag is anders hoe ook die van voorheen geweest mag zijn. Daarbij mag wel aangenomen worden, dat de voorma lige welvaart van Tanger ongetwij feld veel mogelijk heeft gemaakt, wat alleen met heel veel geld te koop is. POLITIEKE DRUK Met die voormalige welvaart van Tanger is het gedaan. Toen in 1956 Marokko zijn zelfstandigheid kreeg en het zeven landen-beheer over de stad ophield te bestaan, vaardigde de overleden koning Mohammed V een charter voor Tanger uit, dat de stad nog voor een gedeelte zijn status van vrijhandelsgebied liet behouden. Maar politieke druk maakte ook hier aan in 1960 -een einde. Het jonge nationalisme wilde schoon schip ma ken. Men wenste een opruiming van de louche elementen, die rond de fat soenlijke, zij het niet tot de welvaart van de rest van het land bijdragen de, handel schuimden. Men ergerde zich aan het feit, dat de stad geheel op het buitenland dreef, men meende terecht dat de welvaart van Tanger een schijnwelvaart was. Dat betekende het einde van de vrijhaven Tanger en het begin van een snel en bedenkelijk economisch verval. Dat verval heeft zijn dieptepunt gehad. De bezoeker merkt er niet zo veel van maar tochEen onvoltooid ge bouw hier, een leegstaande winkel daar, een rust in de moderne stad, die ongewoon is voor dit type medi terrane-steden dat alles wijst er op, dat Tanger betere dagen heeft gekend. Van overheidswege wordt nu nieuw bloed lees: geld in de stad ge- i i i i i i i i i i i i i i i u i i i Ezeltjes zijn nog altijd de vrachtwa gentjes van de kleine man in Marok ko. pompt. Er zijn vele plannen: voor de haven, voor industrie, vooral ook voor het toerisme. Tanger was altijd een stad, waar alleen het klimaat al een verblijf aanmoedigde en vooral de Britten wisten dit. Vele generaties well to do-Engelsen hebben er hun winters doorgebracht en een stempel gedrukt op het toeristisch aspect van de stad, in de vorm van een aantal tea-rooms bijvoorbeeld. Britser kan het niet! EVEN OVERWIPPEN Marokko is altijd een toeristische trekpleister geweest. Vooi'heen waren het alleen de zeer gegoeden, die het land konden bezoeken, want ook het Spanje-toerisme. dat „even overwip pen" naar Afrika's noordkust, Tan ger dus, mogelijk maakte, was een luxe. Dat is het niet meer, maar het bezoeken van plaatsen als Casablan ca, Fez. Marakesj, Rabat vraagt toch nog altijd een welgevulde portemon nee. Tanger ligt dichterbij, is van Spanje uit gemakkelijk te bereiken en komt eerder en dus: goedkoper in aanmerking voor een bezoek. Tanger wordt nu, door Schreiners zeer jonge dochter Air Booking Cen ter vanuit Nederland in een semi-so- ciaal vakantie-luchttoerisme opgeno men. Voor ongeveer 700 gulden (ex clusief zakgeld) zal men veertien da gen in Tanger kunnen doorbrengen. En dan niet in een achterafstraatie, maar vooreerst in Grand Hotel Villa de France, categorie „vier sterren A". comfortabel en in een omgeving, zoals velen alleen maar uit droom- reisfilms kennen: een goede bedie ning, een uitstekende Franse of Frans-Marokkaanse keuken, een terrasvormig gebouwde tuin met overal zitjes onder palmen en een turquoise zwembadje, dat continu op 20 graden wordt gehouden en waar over de overvloedige geur van de bougainville zweeft. En met een di rectie die zowaar nog Nederlands is ook. De eigenaar is de heer Van der Meer. Er zijn nog enkele andere hotels van deze klasse in Tanger met een verrukkelijke tuin, een zwem bad en een goede keuken. En wat biedt Tanger dan nog meer? In de eerste plaats een meer dan goed klimaat: een maximum aan zon, een gemiddelde wintertemperatuur, die niet onder de 15 graden komt, een zomertemperatuur van zelden meer dan 30 graden en een koele wind, die maakt, dat het er altijd uit te houden is, zelfs in de volle Dan zijn er de Europese en de Ma rokkaanse stad de eerste met bou levards, winkels, een enkel terras, waar men kan neervallen, de tweede met al zijn charmes van het totaal andere: de kronkelige straatjes, de kashba. Er is een strand, maar het werkelijke strandleven is pas in op komst. Hiervoor zijn grote kredieten ter beschikking gesteld. Een bezwaar van dit strand is, dat de constante oostenwind er nogal wat zand doet opwaaien en in verband hiermee overweegt men thans het bouwen van windkeringen. zelfde voor 1200 gulden bieden: twee dagen Tanger, dan de rondreis en daarna nóg eens twee dagen Tanger. Dat betekent toch altijd een winst van driehonderd gulden voor onze cliënt. Niettemin: deze reisrotten zijn overtuigd van de mogelijkheden, die Tanger biedt. Deze havenstad kan, als nabije poort naar de Oriënt, het begin zijn van een verdere exploratie, van door het chartervervoer aantrekkelijk geprijsde reismogelijkheden naar gebieden, die de charme van het nieuwe en het onontdekte hebben. Want nietwaar! iederéén zit toch al op Majorca, in Joegoslavië en langs de stranden van de Costa Bra- va. VOLKOMEN VEILIG Uitbundig is het avondleven in deze stad niet: na donker zijn de straten er rustig en ook volkomen veilig. Uitgaansmogelijkheden zijn er vol doende: enkele Oriëntaalse cabarets, dat wil zeggen een show van Marok kaanse muziek en het optreden van Marokkaanse dansers en danseres sen, kleurig, bizar, soms opwindend maar op den duur wat eentonig. Er is het Casino Municipal, waar de maxi mum-inzetten zodanig zijn, dat wie niet al te onvoorzichtig speelt zich niet hoeft te ruïneren en annex daar aan is een nachtclub, waar een ge mengd Oriëntaals-Europees program ma wordt gegeven. OOK 14 DAGEN? Tanger, op deze manier gezien, is wel een bezoek waard. Maar is het ook een veertiendaags verblijf waard? Nederlandse „tour-opera- tors" twijfelen nog. Ze zeggen: voor het klimaat misschien wel, maar op die stad en de kashba ben je in een paar dagen uitgekeken. Je moet méér bieden, een tocht het binnen land in, naar enkele van de andere steden, met Tanger als uitgangspunt. Want een strand, een palmentuin met zwembad en bar, en zelfs die ooster se wereld, dat is een onvoldoende at tractie om zo ver te reizen. In com binatie met „iets anders" maar dan wordt het ook duurder! is het echter uniek. Die combinatie leggen zij verschil lend uit. Een man van een „popu lair" reisbureau zou in zijn veertien daags verblijf een drie- of vierdaagse tour willen opnemen ad f 125. Wagons-LitsCook daarentegen zegt normaal kunnen wij voor 1500 gulden een grote rondreis door Marokko aan bieden, waarin alle beroemde steden zijn opgenomen. Maak ik gebruik van A.B.C.'s luchtrouten, dan kan ik het- De Duitse keuken geniet op de wereld geen beste naam. Eén van de associa tiewoorden, dat met de voorstelling van 't Duitse eten in verbinding wordt gebracht, is „aardappel". De menu kaart van de Duitsers bestaat voor het buitenland nu eenmaal uit die bewuste aardappels, uit grote hoeveelheden met varkensvlees en zuurkool. De Ame rikanen noemen de Duitsers dan ook „the krauts". De Fransen houden de In het exportprogramma van Ford fa briek te Dagenham, Engeland, speelt Bill King met zijn fiets een belangrijke rol. Hij is een voorbeeld van de typi sche Britse eigenschap oud en nieuw te kunnen verwerken in een nieuw idee, dat op de koop toe nog doeltreffend is ook. Zo lang Bill King zich kan herinneren - en hij werkt al 34 jaar bij Ford - heeft hij in de fabriek en op fabrieks terreinen te Dagenham rond gefietst. Zijn fiets is echter onlangs pas uitge rust met radio-telefonie! Door deze uit rusting kan de heer King in contact staan met de omvangrijke transport netwerk van de fabriek, die aan de Theems is gelegen en vanwaar Ford zijn wagens over de gehele wereld verzendt. De exportwagens moeten precies vol gens'n tijdschema op de kade arriveren maar het kan "ebeuren, dat een vaar tuig te vroeg of te laat aan de kade komt waardoorhet h le laadprogram- ma snel en soenel moet worden veran derd. De fiets is hierbij onontbeerlijk. Bill King komt er mee door de nauwste doorgangen, door de ware jungle van pakkisten en over de meeste op de grond liggende hindernissen. En dit veel lugger dan hii met 'n auto of per voet zou kunnen doen. Per fiets localiseert hij de plaats van bepaalde zendingen en dirigeert dan met zijn radio de vrachtwagens en locomotieven daar naar toe om ze op te pikken. De fiets blijkt in de organisatie van Engeland's grootste exporteur van automobielen een onmisbare schakel Tijdens het ontbijt op het terras van Grand Hotel Villa de France in Tan ger heeft men een prachtig uitzicht op de oude stad en daarachter de zee. Vele bioscoopbezoekers, die de populaire James Bondfilm „Gold- finger" hebben gezien, hebben zich afgevraagd of de luxe Lin coln Continental, die door een schrootpers tot een pakket wordt geperst, werkelijk „echt" was. Deze wagen kost immers zo'n 38.000 gulden. Dit was inderdaad het geval. De scene, waarin de luxueuze auto in een schrootpakket wordt veranderd, werd op een zondag ochtend in Miami, Florida opge nomen. Een model 1964 werd voor de scenes met de rijdende wagen gebruikt. Voor het hoogtepunt van de scene, wanneer de wagen in de hydraulische pers verdwijnt en het hele bioscooppubliek steun 'wat zonde' gebruikte men een identieke wagen model 1963 De wagen was op de motor na, ge heel compleet. Duitse eetgewoonten voor barbaars, en vele Duitslandbezoekers zijn constant bevreesd, dat zij hun maag grondig zullen bederven. Maar de critici van Duitse eetgewoon ten zullen hun mening moeten wijzi gen. De smaak van de Duitsers is ver anderd en internationaal geworden. De slechte jaren na de oorlog, de tijd van gedroogde groente en bruine sui ker, zijn vergeten. De aardappel is zoals uit statistische gegevens blijkt - niet meer een alles overheersend be standdeel van het keukenbriefje van de Duitse vrouwen. De Bondsrepubliek werd door een „Edelfresswelle" geteis terd (zo in ieder geval stelden de Duitse dagbladen het ironisch). Het begon met de halve kip, die spoe dig een hele werd. Zij werden eerst geïmporteerd maar daarna maakte de Duitse veeteelt zich van deze steeds lucratiever wordende bedrijfstak meester. Halfgeautomatiseerde kippenfarmen zijn ondertussen overal verrezen. De 43-jarige Oostenrijker Friedrich Jahn verleende ontwikkelingshulp voor de Duitse gastronomie en bouwde een systeem van „Wienerwald" - restau rants op, die tegenwoordig in elke gro te stad en in het merendeel van de middelgrote steden te vinden zijn. Specialiteiten: gebraden haantjes, kip- pesoep en Oostenrijkse wijnen. Jahn schiep zomede een tengevolge van de welstand florerende vervanging voor de worstkraampjes, die zich echter ook aan de groeiende eisen aanpasten en niet meer alleen met zout en peper kruiden, maar ook kerry en tomaten ketchup aanbieden, strelingen, die de Duitse tong lange tijd vreemd waren. Het deftigst deed echter de stiefva der van Romy Schneider, Hans-Herbert Blatzheim, het. Het voorbeeld van de Wienerwaldrestaurants volgend, im porteerde hij de Franse keuken in Duitsland (voor de Duitsers in Fran- rijk het niet te overtreffen wonderland van culinaire genoegens). Blatzheim's „Bonne Auberge"-restaurants breidden zich eveneens zeer snel uit. De „upperten" van de Duitse eters dineert echter Oosters. Kon men vóór de oorlog nog de Chinese restaurants op één hand aftellen, tegenwoordig zijn de Chinese restaurants in de Bonds republiek nauwelijks te tellen. Een Dui ser, die zich respecteert, weet zijn vrienden te vertellen hoe heerlijk het is van een „Tan-Wansoep" of van een „kippetje zoet-zuur" te genieten. Met echte Chinese koks wordt in W.-Duits- land gemarchandeerd als met filmsters. Aan deze boom hebben met goed gevolg ook de Italianen en Joegoslaven deelgenomen. En ook de Duitse deli- catessenwinkels profiteren ervan, want men biedt de huisvrouwen taugé. Ja panse tonijn en oesters, exotische kruiden en buitenlandse oliesoorten in ruime keuze goedkoop aan. De Duitse keuken, die eigenlijk veel beter dan haar ontredderde naam is, kan van de keukenflair van de grote, wijde wereld beslist nog veel leren. De vriendschappelijke oorlog van de koks om de fijnproevers echter is een buitengewoon beminnelijke ruzie. bij..." Het typeert dit pittige, knappe vrouwtje, dat zij nooit wurmen als aas gebruikt. Nee... ik hou het maar op stukjes deeg of brood. Van zijn le ven zal ik nooit een wurm of made aanraken, dat laat ik aan de mannen over. Voor mij is het al een bijzonder genoegen, een bijna volmaakte ont spanning, om heerlijk te zitten turen naar het dobbertje. Alles valt van je af .n ik kan het iedere vrouw aanbe velen. Nog nimmer is mevrouw Lu cie de Lange met buit thuis gekomen. De rietvoorntjes, baarsjes en karper- tjes, die zij verschalkte, zijn in haar akertje veiliger dan in de sloten of meren, want na afloop van elk visfes- tijn gaat het klapdeksel open en floep... floep, achter elkaar duiken de visjes, in piaats van in de pan, weer terug in hun element. De enige, die dat verschrikkelijk vindt, is Patricia. Zij wil de visjes strelen over de glim mende schubben. Net als laatst, toen ik een schelvis had gekocht... op een onbewaakt ogenblik had Patricia het llapne beest van de aanrecht gepakt •n liep zij er mee te sjouwen als een •nder kind met haar pop. „Lief bees- sie... lief beessie", en toen de schelvis 's middags gekookt op tafel lag, heeft zij tranen met tuiten gehuild". Ergens in haar achterhoofd leeft bij Tegenover haar huis heeft mevrouw de Lange een visvijvertje. „Makkelijk zo in de buurt". i i i i i i i i i i i i i I, i i i i i i i i i i i i i mevrouw Lucie toch het grote ver langen om eens met een geweldenaar van een vis thuis te komen. Want zij zegt: „Stel je voor dat ik vandaag of morgen geluk heb „Stel je vor, dat ik een vloermat van een snoek aan de haak krijg nee, die zou ik beslist als trofee aan mijn man laten zien, anders zou hij me toch niet geloven..." „Het is, dat ik mijn huishouden heb, maar anders zou ik hier best de hele dag willen zitten. Je voelt je 's avonds zo gezellig rozig als je gevist hebt en vanzelf kruip je vroeg in bed. Nee een gezonder sport kan ik mij nauwe lijks voorstellen. Er zijn veel te weinig vrouwen, die vissen. Als zij eens wis ten wat voor een rust en ontspanning hengelen biedt... je denkt gewoon niet aan de problemen van alledag... ik weet nog goed, hoe ik mij voelde, toen voor het eerst de dobber onder ging... het leek of er een walvis aan zat... en sinds ik de sensatie van „beet" hebben één keer heb beleefd, ben ik op vrije ogenblikken niet van het water weg te slaan". „Vloermatten" van vissen Er zijn tal van vrouwen, die soms vis sen naar complimentjes. Maar écht vissen, met een hengel, een zinken akertje naast zich, gummilaarzen over nylons, de ogen gericht op dat ene punt-de zacht wiebelende dobber - dat soort vrouwen vind je niet veel aan de wallekant of tussen rietkragen. Ik bedoel natuurlijk niet de zondagsvis sers onder het coquette geslacht. Nee, de werkelijk enthousiasten, die voor geen brandende zon of doorweekte hoofddoek terugschrikken, maar „in leggen" omdat zij er niet meer bui ten kunnen. Ik heb heel lang moeten zoeken en vele kilometers moeten afleggen langs de eindeloze grachten en vaarten van ons vaderland, voordat ik beet had en twee van die warm ingeduffelde loze vissertjes op heterdaad kon betrap pen. Het is drie uur in de nacht. De re gen drenst op de slapende natuur. De vogels zitten gedoken in hun ve- renjas onder de druipende bladeren en wachten op het licht van de eer ste junidag. Verstoord kwetterend stuift een koppel waterhoentjes laag over de Diemerplas, als een roeiboot je met kletsende riemen een weg zoekt, dicht langs hun veilige schuil plaats. Een eindje verderop, dobbe rend op de Sbnrustige rimpels van de plas, zien de hoentjes, hoe een vage mensengestalte de boot met een mast- worp aan een lange staak, die uit het water oprijst, vastmaakt en weer gaat zitten. De streep licht aan de einder groeit maar heel langzaam en de re gen plenst ongezellig door. Mevrouw Lucie de Lange-Stein veegt •en paar druppels uit het gezicht, als ■ij bij het licht van een zaklantaarn een propje deeg aan de bijthaak van haar hengel prikt. Met een zegevierende zwaai legt zij in. Het visseizoen is begonnen en er was geen macht ter wereld, die Lucie de Lange thuis kon houden. Zij voelt geen ochtendkou, geen nattigheid. Heerlijk is het weer eens een hengel in je handen te weten, en dit feest duurt tot vijftien maart. De maanden van ingehouden visspanning ontladen zich in dit nachtelijk uur. „Oe- oehhhh". Het kon de roep van een nachtuil zijn, maar het is Lucie's man die, een steenworp van haar af, de hengel hanteert „Heb je ai beet?" „Een vloermat, mijnheer... wel, die is wel z ogroot". Mevrouw de Lange meet de lengte met haar handen af. ■iiamiKni i i «intimi: iniiii 1.1 i i riiiüimi iüimii 3 „Ja^ een rietvoorn van een vinger lang...!" Dan keert de rust weer en 't wachten is op die reus van een snoek of aal, op die „vloermat" van een vis, die met het schepnet binnen boord moet worden gehesen... Zo'n knoert om mee te pronken... Helaas, verder dan dat ene visje kwam Lucie niet. Het zinken akertje bleef angstig leeg, en toen zjj laat in de middag haar uit- schuifbare hengel ontleedde, gaf zij met eenNou vooruit, ga jij dan maar weer... tot volgend jaar, als je wat gegroeid bent..." ook de schrie le rietvoorn de vrijheid. De vangst was nihil, maar de bevrij ding van alle beslommeringen en da gelijkse zorgen was er niet minder om. „Het was een fijne dag..." zegt Lucie. als zij drijfnat met haar man naar huis gaat. Later verras ik Me vrouw Lucie de Lange op haar visplek- je in de Rietwijklaan in Badhoeve dorp. Een viswatertje ongeveer voor de deur van haar gezellig hoekhuis. „Ik zie er niet erg flatteus uit.." zegt zij, als ik de camera op haar richt en zij wijst op de bemodderde laarzen. Met een half oog houdt zij de dobber in de gaten. „Al wat ge vangen vandaag, mevrouw de Lange?" „Nee ze willen niet bijten van daag..." Met een geroutineerde bewe ging haalt ze de hengel omhoog en begint voorzichtig het nylonsnoer op te winden. Het eenvoudig vakantie hengeltje, waarmee ze twee jaar ge leden begonnen is, is intussen op gevolgd door een mooie „Japanner" een pracht exemplaar van een werp hengel. „Tot voor twee jaar wist ik niet, dat ik vissersbloed had. Op een goeie dag waren mijn man en ik in Leeuwarden. „Ga eens mee de Wie lingen op", zei hij, „ik koop wel een hengeltje van een riks voor je..." Nou, daar zat ik dan in het roeiboot je en plotseling kreeg de koorts me te pakken. Ik was zowaar de eerste die beet had en dat is altijd zo ge bleven. Min of meer traditie geworden in de familie... altijd het eerste beet, maar meestal blijft het daar dan ook

Erfgoed Rijssen-Holten

Weekblad voor Rijssen | 1965 | | pagina 5