Ds. Van Haaren nam afscheid van de Ger. Gemeente Noorderkerk PTT-directeur Elzinga viert zilveren ambtsjubileum Slechts een puinhoop bleef over Zal kasteel van ondergang gered worden? Oud-Rij ssenaar plotseling overleden DOAR IS NIKS VERAANDERD Medische weekenddienst Inzate FLINK GESPAARD Geslaagd Geen plaats voor timmerlieden Het begon met een wankel arbeidscontract Vrijdag 4 december 1964 42e jaargang no. 48 De abonnementsprijs voor dit blad bedraagt f 1 65 per kwartaal voor postabonnees f 1 95 per kwartaal Administratie en Redactie: Inzending van advertenties tot uiterlijk donderdagmorgen 12 uur Enterstraat 10 Rijssen Telefoon 2303 (05480) Advertenties 12 cent per mm Bij contract korting Niet gedaan Geen raadhuis Verwoestend Blijken van liefde Riessender zijn welkom Ontslag Herinneringen Geen medewerking VOOR Bouwhuis bij kasteel „De Oosterhof' stortte in Toen de gemeente Rijssen in 1960 het landgoed de Oosterhof, door aankoop van de fam. Coenen in haar bezit kreeg, haalden velen in en buiten Rijssen opgelucht adem. Nu het landgoed, met in het centrum een historische havezathe, eigendom was ge worden van de gemeente Rijssen, zou de mogelijkheid groot zijn, dat het „kasteel" ge restaureerd -zou worden, zodat dit gebouw (met een rijke historie) voor het nageslacht bewaard zou blijven. Iedereen besefte, dat, na grondige restauratie, voor het kasteel een waardige bestem ming moest worden gevonden en optimisten meenden, dat een praktische en waardige bestemming in deze tijd gemakkelijk te vinden zou zijn. ,fU 'v>.t Er schijnen wel onderhandelingen over de ze, voor Twenthe belangrijke kwestie te ziir; gehouden; er zij«n een enkele keer vragen in de raad gesteld naar de stand van zaken en over de toekomst van de Oosterhof, maar tot nu toe is er voor behoud van het kasteel zeer weinig positiefs gedaan. Pas geleden stortte een deel van het z.g. bouwhuis, volkomen in, zodat deze schilder achtige entourage bij het enige kasteel dat Rijssen nog over heeft, een bijzonder trieste indruk maakt. Het schijnt dat totaal niets is gedaan om ook dit bouwhuis, (oudere Rijssenaren weten nog, dat dit bewoond werd door de huisknecht de heer Hakkert) van de ondergang te red den. Daardoor is wederom de vraag actu eel of er nog een redelijke kans is het kasteel de Oosterhof voor Rijssen te doen behouden. Van het kasteel Bevervoorde, vele keren in de gewestelijke geschiedenis genoemd, noch van het statige kasteel de Grimberg is iets van betekenis overgebleven. De tekeningen van de beide Rijssense kastelen schijnen nog weinig betrouwbaar te zijn ook. Nu is er ook voor de Oosterhof mis schien niets dan instorting weggelegd tenzij alsnog de gemeente Rijssen (gesteund door andere overheidsinstanties en particulie re instellingen), een verwoede poging doet, de ondergang van het kasteel te voorkomen. De oplossing, het kasteel na grondige res tauratie en aanpassing te bestemmen voor raadhuis, heeft in de raad kennelijk geen meer derheid kunnen vinden, hoewel, een aantal raadsleden voor deze mogelijkheid geporteerd is geweest. De tegenstanders motiveerden hun stand punt door te wijzen op de excentrische lig ging van het kasteel. Het raadhuis moet mid den in de stad staan, aldus de tegenstanders. Dat het kasteel nauwelijks een kwartier gaans van het Schild is gelegen kon dit stand punt schijnbaar niet afzwakken. Ook de redenering, at restaurdatie van de Oosterhof, (een zeer kostbare aangelegenheid zonder twijfel) toch nog belangrijk veel min der zou kosten dan de bouw van een nieuw stadhuis, heeft de tegenstanders evenmin ge ïmponeerd. In Helmond en Dussen heeft men de oplos sing middeleeuwse kastelen te restuareren met een belangrijke rijksbijdrage met als be stemming het raadhuis met beide handen aan gegrepen. De meerderheid van de Rijssense raad heeft dit niet gewild. Een andere mogelijkheid tot behoud van een monument uit het verleden zoals de Oosterhof toch genoemd moet wor den heeft men evenmin gevonden. Seizoen na seizoen zulllen de elementen hun verwoestende uitwerking blijven uitoefe nen. Enkele jaren geleden, na aankoop van de Oosterhof door de gemeente Rijssen is dooi de Rijksdienst voor Monumentenzorg in Den Haag een rapport uitgebracht, met als slotcon clusie, dat ondanks de gebreken het gebouw nog in een zodanige staat verkeerde, dat het door een „spoedige restauratie nog te behou den is". Door een spoedige restauratie nog te behou den. Het rapport werd reeds een jaar of 4, 5 geleden uitgebracht. Deze foto laat zien hoe kasteel en bouwhuis rv ■znkele jaren geleden nog uitzagen. Het bouwhuis, (rechts op de foto) werd enige jaren bewoond door de fam. Schreurs, en is nu ingestort. Het kasteel, waarvan een ge deelte nog bewoond wordt door de fam. Struik, schijnt dezelfde weg op te gaan. In het rapport staat te lezen, dat de dak goten van het huis totaal vergaan waren, het dak was niet meer waterdicht maakte overi gens nog een solide indruk) en de achtergevel vertoonde enkele scheuren door verzakkingen in de fundering. Men kan zich de vraag stellen, hoe het rap port van monumentenzorg er zou uitzien, als het vandaag aan de dag zou worden gemaakt. Mede door het feit, dat tot behoud van het bouwhuis geen enkele poging is gedaan, moe ten degenen die zich voor de Oosterhof interes seren er zich bij neerleggen dat het kasteel met een grote geschiedenis in schoonheid ten onder moet gaan. Van het kasteel de Oosterhof weten wij, dat het sedert 1334 bekend is. In een koop- acte werd het toen aanzienlijk slot genoemd. Prins Maurits nam op het landgoed de Oosterhof meerdere malen deel aan de jacht. In 1631 is het kasteel in bezit gekomen van Ernst van Ittersum, doordat zijn gade Bermhar- dina van Langen het als bruidsgift ter geschen ke kreeg. Het geslacht van Ittersum is tot 1900 bewoner van de Oosterhof gebleven. In dat jaar ging 't landgoed door vererving o<ver naar Jhr. F. A. Coenen, een afstammeling van de hofdienaar van Prins Willem, Pieter Coenen. Jhr. Coenen trad in het huwelijk met freule J. P. A. van der Borch tot Verwolde. Het jonge bruidspaar zal in 1900 niet hebben beseft, dat zij de laatste edellieden zouden zijn, die zich op de Oosterhof zouden vestigen. In 1928 zijn de eerste tekenen van verval reeds aan het licht getreden. In 1937 verliet de douarrière het kasteel dat steeds minder bewoonbaar werd. De dienst van de huisartsen wordt dit week einde waargenomen door L. Kunst, Wierden- sestraat 77c, tel. 2204. De dienst der dierenartsen wordt waarge nomen door J. P. Nouhuys, Rijssen, tel. 2487. In hotel Gijsbers vond de inzate plaats van een woonhuis met erf aan de Walstraat 22 ten name van de erven Tempelman te Rijssen op f 7000. Een weiland (Akkerdijk) voor de heer W. H. Baan werd ingezet op f 4800. In de maand november werd bij de Nuts- spaarbank Almelo bijkantoor Rijssen ingelegd een bedrag van f 285.569,en terugbetaald f 233.733,60. In deze maand werden 78 nieuwe spaar rekeningen geopend. Te Aimelo slaagden voor het diploma typen devolgende cursisten Jennie Dommerholt, Dini Eertink, Jannie Ger ritsen, Henk Grotenhuis, Anneke van Tuyl, Janna Vosman, Annie de Wilde. De geslaagden werden opgeleid door de heer J. C. Meeuse (Instituut Riessen). In de loop der jaren zochten verschillende Rijssenaren in het kasteel althans in gedeel ten ervan een toevlucht in verband met de heersende woningnood. Momenteel woont nog 1 gezin in een deel van het eens zo roemruchte huis. Het i9 wel licht daaraan te danken, dat het huis nog niet in een ernstiger staat van verval ver keert. In Harbrinkhoek, waar hij sinds 1955 hoofd was van de r.k. school overleed plotseling in de leeftijd van 52 jaar, de oud Rijssenaar de heer C. D. Schutte. De heer Schutte, bij vele Rijssenaren bekend, werd na het afleggen van het onderwijzersexamen aangesteld als onder wijzer aan de r.k. Jongenssohool te Enter, waar hij 8 jaar heeft gewerkt. In 1946 werd hij benoemd tot hoofd van de school te Zandberg in Drenthe en in 1955 tot hoofd van de school te Harbrinkhoek. De overledene was vele jaren voorzitter van de r.k. onderwijzersorganisatie St. Lebui- nus afd. Almelo. Was het op 22 sept. jl. voor de Geref. Gemeente Noorderkerk een vreugdevolle dag, toen zij ds. A. Bregman als tweede leraar mocht begroeten, thans was het tegendeel duidelijk merkbaar. Ds. J. van Haaren, in september 1961 van Kampen naar Rijssen gekomen, nam woens dagavond afscheid in verband met zijn vertrek naar Amersfoort. Volgens het jaarboekje der Ger. Gemeente telt zijn nieuwe gemeente 298 zielen. Een groot verschil met de gemeente die achterblijft. Ondanks de vele aandrang, die op hem is uitgeoefend om te blijven, meende ds. Van Haaren toch te moeten gaan. Voor dit afscheidsuur werd het Woord be diend uit 1 Petrus 5:10 In zijn inleidend woord zei de scheidende predikant, tegen dit afscheid te hebben opgezien. Hij gewaagde van de vele blijken van liefde die hij van gemeente en van catechisanten had onder vonden. Hoe moeilijk hem het scheiden mocht vallen, hij kon niet anders dan de roeping van Amersfoort opvolgen. „Uw herder en le raar moge weggaan, maar God en zijn Woord blijven", aldus spreker. Aan de hand van de tekst wees di. Van I-Iaaren cp de zegen.;., üet van Petrus aan de gelovigen. Op duidelijke wijze zette hij de schriftwoorden uiteen, met als uitgangspun ten: 1. De God der gelovigen. 2: Het lijden der gelovigen. 3. De volmaking der gelovi gen. Zoals de gemeente steeds heeft mogen luis teren naar een op eenvoudige wijze gebrach te maar zeer verzorgde prediking, was ook deze laatste predikatie van de scheidende predikant vol van verklaring van de rijk dom van Gods genade. Met de vraag: „Wie heeft onze prediking gelooid?" besloot Ds. Van Haaren zijn laatste boodschap. Hierna richtte de predikant zich tot bur gemeester, Landweer, wethouder Scholman en gemeentesecretaris, de heer Nijland. Hij dank te hen voor hun aanwezigheid, maar eveneens voor de medewerking die hij ambtelijk en persoonlijk van de burgemeester en het colle ge had mogen ondervinden. Hij bad hun Gods steun toe in de uitoefening van hun ambt. Zich tot de afgevaardigden van de plaatse lijke kerken richtend, wenste hij ook hen, en de predikanten die wegens hun ambtsbezig heden niet aanwezig konden zijn, Gods zegen toe op hun arbeid. Vervolgens werden kerkeraad, gemeente en ds. Bregman hartelijk door de scheidende pre dikant toegesproken en dankte hij hen voor het prachtige cadeau. „De Riessenders zijn in Amersfoort welkom". Ouderling Van der Stouw, die wegens ziekte niet aanwezig kon zijn, werd hartelijk dank gezegd voor de vele arbeid die vaak in stilte werd verricht. Ditzelfde gold eveneens voor DS. VAN HAAREN ....naar Amersfoort.... ouderling Haase. De catechisanten weid dank gebracht voor het cadeau en voor de wijze waarop zij zich tijdens het onderwijs hadden gedragen. Na nog een woord van dank te hebben ge bracht aan schoolbestuur, onderwijzend per soneel, koster, organisten, verenigingen en afgevaardigden van nabuurgemeenten, riep ds. Van Haaren uit: „Gemeente, het ga u goed, vaarwel!" Namens de gemeente van Amersfoort voer de ouderling Schreuder het woord. Hij ver zocht ps. 131:4 te zingen. Ds. v. d. Bijl sprak namens de classis Kampen, terwijl tenslotte ds. Bregman de dank van kerkeraad en ge meente vertolkte en staande liet zingen: „De heer zal u steeds gadeslaan". Aan het eind van de dienst dankte ds. Van Haaren de diverse sprekers en legde hij voor het laatst de zegen op de gemeente. Van de gelegenheid tot persoonlijk afscheid werd door velen gebruik gemaakt. Vroeger harn de keals ne bokse. En de vrouwleu 'n kleedje an, Mear non loopt er heel wat vrouwleu In ne bokse, as ne man. Nee het is neet mear as vrooger, V.'ant toen zag iej jums op slag Of 't nen keal was of ne vrouwe, Mear kiekt non 's, vandaag' an dag. Vrooger harn ze 't neet edürvet Um ne bokse an te trekng Want dan har eur iedereene Vast en zeeker noa ekekn. Mear teengswoordig is det aanders, Veennt de leu het heel gewoon, Nee, ne vrouwe in ne bokse Vaalt non ech neet mear oet 'n toon. Toch, ne vrouwe in ne bokse Ook al veene wiej 't neet liekng, Was ook vrooger niks bezuender, Awwe 't nuchter goat bekiekng. Ik geleuve dat er vrooger Net zoo good heel vuile warn, Ik bedoole ook heel vuile Vrouwleu dee 't de boks' an harn. J. ROZENDOM, RIJSSEN. i i i i r l l l i :i i l i Het clubhuiswerk draait weer volop, d.w.z. dat alle clubs weer met hun bezigheden be gonnen zijn, met uitzondering van de timmer- club. Helaas is voor deze jongens die willen tim meren nog geen ruimte beschikbaar. Het be stuur heeft echter goede hoop dat binnenkort lokaliteit vrij komt, en zal zodra meer bijzon derheden bekend zijn hiervan mededeling doen in dit blad. Dus jongens van de timmer- club, nog even geduld. Vandaag (vrijdag 4 december) viert de directeur van het P. en T. kantoor, de heer M. G. A. Elzinga, zijn zilveren ambtsjubileum, een gelegenheid, die het personeel van het postkantoor Rijssen en Enter (dat onder het kantoor Rijssen ressorteert) heef aangegrepen om de zilveren jubilaris te huldigen, terwijl ook overigens dit jubileum niet onopgemerkt voorbij zal gaan. De heer Elzinga trad op 4 december 1939 in dienst als z.g. reserve locale kracht op het postkantoor te Enschede. He» arbeidscontract, dat hij toen met het PTT bedrijf aanging, betekende, dat, als er op het kantoor geen werk was, de reserve kantoorkracht naar huis kon worden gezonden. Deze wijze van personeel aannemen wordt momenteel, in een tijd van personeels- schaarste, niét meer toegepast, maar in de vooroorlogse tijd was dit kennelijk heel gewoon. De heer Elzinga heeft geen spijt gehad van het wankele arbeidscontract dat hij 25 jaar ge leden heeft aangegaan. Eerstens is hij nooit naar huis gestuurd (er was dus werk genoeg) en tweedens heeft hij altijd met plezier bij „de posterijen" gewerkt. Met voldoening kan de jubilaris terugzien op de carrière die hij in de afgelopen 25 jaar heeft gemaakt. Nadat in mei 1940 de oorlog was uitge broken werd de jonge ambtenaar belast met telegraaf en telefoonhediening, alsook met alle voorkomende werkzaamheden,. Later werd hij belast met loketwerkzaamheden. Geleidelijk werden de omstandigheden ook bij een Staatsbedrijf ongunstiger en de heer El zinga herinnert zich nog goed dat hij veile nachtdiensten heeft verricht, omdat de gehuwde ambtenaren om allerlei redenen 's nachts liever thuis bleven. Aan het einde van 1943 zou de heer Elzin ga uitgezonden worden naar Duitsland, maar het leek hem beter daar maar niet op in te gaan, tengevolge waarvan hij voorlopig ont slag vroeg". Dat kan ik je niet geven" ant woordde de toenmalige directeur van het Post kantoor Enschede, doch toen besloot hij het maar te nemen". Na de oorlog meldde de heer Elzinga zich terug, werd weer aangenomen en voor onbe paalde tijd „uitgeleend" als radiotelegrafist bij het Ned. Leger en was enige tijd instruc teur bij de verbindingstroepen. Het Ie gedeel te van het vakexamen legde de heer Elzin ga af in 1948 en het 2e gedeelte in 1950, waar mee de grondslag voor toekomstige promoties was gelegd. In 1952 volgde de heer Elzinga een cursus voor boekhoudkundig ambtenaar te Den Haag, waarna hij in 1954 benoemd werd tot hoofd employé le klas op het postdistrict te Mid delburg (Afd. Budgettering begroting en sta tistiek). In 1958 maakte de jubilaris een prachtige promotie, toen hij benoemd werd tot direc teur van het postkantoor Vianen. Aan deze plaats hebben de heer en mevr. Elzinga zeer bijzondere herinneringen. Niet al leen dat men daar op prettige wijze was inge burgerd, maar vooral omdat de heer Elzinga, die graag initiatieven ontplooit, een kans kreeg te bewijzen, dat hij een grote organisa tie perfect kan leiden. Toen in Vianen een groot feest werd gehou den ter gelegenheid van het 700-jarig bestaan van dit stadje aan de Lek, kreeg de heer Elzinga de leiding van de totale organisa tie, en stelde een (veelgeroemd) program ma samen. Er werd een schitterende historische optocht gehouden, met o.a. de intocht van de graaf van Holland Floris V. Achter deze historische figuur in prachtig uniform ging schuil de commissaris van de Koningin in de provincie Utrecht. Mr. Klaasesz. In een openluchtspel „het galgenmaal van Govert Goedbloed" speelde de heer Elzin ga een van de hoofdrollen en ook hieraan bewaart hij de meest aangename herinnerin gen. De heer Elzinga, die een groot toneellief hebber is, slaagde er in in Vianen een open- luohtspelgroep op te richten evenals een to neelvereniging. Op 1 juli werd hij benoemd tot directeur van het postkantoor Rijssen, en maakte hier door promotie. Rijssen is n.l. hoger geklas- sificeerd als Vianen, terwijl tijdens het ver blijf van de heer Elzinga het postkantoor Rijs sen weer in een hogere klasse werd inge deeld. Twentenaar zijnde voelde de heer Elzinga zich al gauw thuis in Rijssen. De geboorte van Karin op 8 april 1963 had bijna een sen satie teweeg 'gebracht. De jonge spruit in het gezin Elzinga meldde zich als 15.001e inwoon ster van Rijssen. Nadat de jubilaris nauwelijks een half jaar in Rijssen had gewoond werd hij op een ver gadering, gehouden op initiatief van de VW- Rijssen gekozen tot voorzitter van de Oran jevereniging, welke voor de 20e viering van de bevrijding (volgend jaar) bijzondere plan nen schijnt te hebben. In mei 1963 werd de heer Elzinga gekozen tot bestuurslid van de vereniging tot bevor dering van het Marktwezen, Plaatselijke Be langen en VVV en enkele maanden geleden werd hij gekozen tot voorzitter vain de toneel vereniging Kunst naar Kracht. Het bevalt de heer Elzinga in Rijssen „wel goed" zoals hij ons vertelde, maar hij be treurt dat in Rijssen. door gebrek aan me dewerking vele initiatieven niet tot ontplooi ing kunnen komen. „Ik werk hier graag, in Rijssen is opval lend dat de bevolking gemoedelijk is, hetgeen mij als Twentenaar zeer aantrekt. Maar wil je iets aanpakken, dan is het of iedere poging geremd wordt door een onzicht bare muur, aldus de heer Elzinga. Het zilveren ambtsjubileum wordt in ambte lijke kring gevierd en het staat vast, dat het de heer Elzinga uit deze kring niet aan be langstelling zal ontbreken.

Erfgoed Rijssen-Holten

Weekblad voor Rijssen | 1964 | | pagina 1