Succesvol gemeenschappelijk onderzoek in Oostzee Hoeveel vitamine C heeft een mens nodig Portugese oesters vervangen Nederlandse Geredde mijnwerkers van Lengede willen niet meer in mijn Haflinger paarden naar Nederland Zweedse regisseur Erwin Leiser rommelde in archieven Het geheim van de dieptegolven Een jaar na de mijnramp Geleerden zijn het niet eens EVEN PUZZELEN Capaciteit van Waddenzee wordt verhoogd slachthaantjes slachlhanen BARVELINK NET MEISJE TUPPERWAHE Vrijdag 16 oktober 1964 WEEKBLAD VOOR RIJSSEN Pagina 7 m% JËÊ Jm ÉÉN mm GEVRAAGD: 16—17 JAAR, Schoorsteen vegen M E N S I N K Een voorbeeld van echte wetenschappelijke objectiviteit gaven cnlangs de in de organisa tie „Baltische oceanografen" verenigde zee onderzoekers uit de Oostzeelanden. Op initia tief van het Instituut voor Zee-onderzoek in Kiel (leider: prof. Dr. Günter Dietrich; deden de Duitse Bondsrepubliek, de Sovjet zone van Duitsland, de Sovjet-Unie, Finland en Zweden met in totaal elf kleine onder zoekingsschepen een gemeenschappelijke on derneming in de Oostzee plaatsvinden. Deel van deze onderneming was de opheldering van een zeer bijzondere, nog open kwestie: het geheim van de „bewegingen der diepte- golven". Pas sinds betrekkelijk korte tijd is het de oceanografen bekend, dat in de diepte van de zeeën golfbewegingen plaatsvinden, die veel groter van omvang zijn dan die welke zich aan de oppervlakte van de zee voordoen. Tot nu toe nog zo goed als onbekend, vormen deze dieptegolven - men noemt ze ook wel „interne golven" - dikwijls golfbergen van enige honderden meters hoogte en spelen met betrekking tot de dynamiek van de zeeën ongetwijfeld een wezenlijke rol. Men vermoedt zelfs, dat menige duikboot, in het bijzonder echter de VS-atoomduikboot „Thresher" het slachtoffer werd van deze verraderlijke on derzeese golfslag, over het ontstaan en het ge drag waarvan men tegenwoordig nog zo goed als niets weet. Al sinds enige jaren trachten de Duitse zeeonderzoekers in Kiel, de geheimen van de dieptegolven te ontsluieren. Zij construeerden derhalve onderzeese meetstations - in de zee bodem verankerde stalen masten -, die met automatische instrumenten uitgerust wer den. In de relatief ondiepe Oostzee was een derge lijke observatie goed mogelijk; de maximaal 50 meter hoge masten reikten tot even onder het zee-oppervlak. Maar men moest in Kiel echter spoedig bekennen, dat deze taak met de observatiemasten en één enkel waarne mingsschip, dat het Instituut ter beschikking staat, niet te volbrengen is. Derhalve wekten de Duitse onderzoekers tijdens een conferentie van de Baltische oceanografen de afgevaardigden, van de andere Oostzeelanden op gemeenschap pelijk iets te ondernemen. Met uitzondering van Denemarken, dat niet over voldoende midde len beschikt, verklaarden alle in aanmerking komende landen zich akkoord met 't voorstel zodat men in augustus van dit jaar met het project kon starten. Anders dan bij die gebruikelijke zeekundige acties kruisten dis waamemingsschepen dit maal niet op en af, maar lagen vast .ver-/ ankerd op van te voren vastgestelde obser vatieposten. Van deze vaste stations uit kon den niet alleen de veranderingen van tempe ratuur, zoutgehalte en dichtheid van het water nauwkeurig worden gecontroleerd, maar 't werd zo ook voor de eerste maal mogelijk, het „vorderen" van de dieptegolven te registreren. Daarbij diende de Oostzee met haar in verhouding geringe diepten alleen als „model" voor het onderzoek van de grote wereldzeeën, waarin de dieptegolven moge lijkerwijze nog veel grotere dimensies aan nemen. Het uitwerken van de in de Oostzee vergaar de meetresultaten zal overigens vele maan den duren, zodat een definitief eindrapport pas in het komende jaar verwacht kan worden. Een jaar nadat zich in de m(jn Mathilde van Lengede in het Westduitse industriege bied rond Saizgitter de catastrofe voltrok, staat voor enigen van de destijds geredden vast: „Wij dalen nooit meer in de mijn af". De groeve, die thans een jaar geleden 14 van de in totaal 21 door los gesteente en slikmassa's ingesloten mijnwerkers na 356 afschuwelijke uren weer vrijliet, lokt ze zoals begrijpelijk niet meer. Enige maanden gele den al trachtten enkele moedigen weer voor de eerste keer af te dalen en hun beroep als mijnwerker of mijnbaas op te nemen: Het gelukte hen echter niet. De meesten kregen reeds gedurende de eerste poging een ze nuwinzinking; voor twee mijnwerkers was de lichamelijke belasting nog te groot. Zo werkt thans nog geen van de veertien gered den weer in zijn vroegere mijnwerkersbe roep. Daarmee is de prognose van de artsen waar gebleken, die destijds al trachtten het optimis me van de zojuist geredden wat af te zwak ken, die in de vreugderoes van hun wonder baarlijke en dramatische redding unaniem verklaarden, zo spoedig mogelijk weer te wil len afdalen. In de loop van de tijd bleek namelijk, dat de lichamelijke en geestelijke schade, die de veertien mannen in de koude en natte berg- groeve hadden opgelopen, toch van ernstige aard was. Zij allen lijden nog steeds aan sto ringen in de bloedsomloop, de gevolgen van het enorme krachtverlies. Eén van hen, Hel mut Kendzia, moet zelfs nu nog het bed houden. Voortdurend observeert en behan delt een artsenteam, waartoe ook verschil lende.-beroemde psychiaters behoren, het ge nezingsproces. Alleen Frits Bar, die ook on der de ingeslotenen in Lengede altijd zich- „Geen mens weet hoeveel vitamine C een mens nodig heeft" met deze uitspraak begon prof. dr. H. Kraut van het Max Planck- instituut voor voedingsleer in Dortmund zijn voordracht op de recente bijeenkomst van het Duitse Genootschap voor Voeding in Mainz, die aan de vitamine C was gewijd. Over de behoefte aan vitamine C lopen de ramin gen evenzeer uiteen als over de behoefte aar, andere vitaminen. De reclame voor aller lei vitamine-preparaten en gevitaminiseerde levensmiddelen heeft een soort vitamineroes teweeggebracht. De belanghebbende produ centen profiteren daarvan, de wetenschap schudt er het hoofd over. Het staat vast, dat alle vitaminen voor het leven van de mens van het grootste belang zijn. Niet staat vast in welke hoeveel heden de mens deze vitaminen moet inne men. Men meent, dat normale gemengde voe ding de algemene behoefte wel dekt. De we tenschap stelt met opzet hoge normen vast, die ver boven het experimenteel berekende gemiddelde liggen. Zulks doende houdt men rekening met onvermijdelijke vermindering van het vitamine C-gehalte bij opslag en toe bereiding van levensmiddelen. Van vitamine C weet men slechts één ding zeker: dat tien miligram vitamine C per dag scheurbuik (Scorbut) de vroeger zo vaak voorkomende kwaal die een gevolg is van ge brek aan vitamine C, verhinderen. Vitamine C wetenschappelijke naam as corbinezuur heeft deze naam te danken aan „scorbut". De „British Medical Associa tion" heeft de minimumbehoefte van de mens op de dubbele hoeveelheid, t.w. op twintig miligram per dag bepaald. Duitse geleerden zoals Abt en von Schuc- king hebben door onderzoek vastgesteld, dat 1 tot 3 miligram per dag al voldoende is om scheurbuik te voorkomen. Een opvatting, die weer door andere geleerden bestreden wordt. Toch denkt men, dat de huidige minima aan de hoge kant zijn. Het Duitse Genoot schap' voor Voeding acht dertig miligram vitamine C per dag een onontbeerlijk mini mum. Daarom heeft het de officiële norm op 75 miligram per dag vastgesteld. In Amerika en in Zwitserland heeft men hetzelfde mini mum aanvaard. In de Sovjet-Unie daarente gen houdt men vast aan 100 miligram per dag. Of de bevolking dit kwantum ook werke lijk krijgt, is onbekend. Men kan dus kiezen. De doorsnee Westduitser krijgt 75 mili gram per dag, met uitzondering van een aan tal lichtzinnige personen die 60 miligram wel letjes vinden. In het algemeen komen weinig gevallen van ziekte wegens gebrek aan vita mine C voor. Alleen in de maanden april tot juni wanneer de jonge groente en fruit schaars zijn en de aardappelen wel de be langrijkste vitamine C-leverancier voor de doorsneeburger ook niet zo best meer zijn, dan daalt de vitamine C dosis van velen tot 30 miligram. Daaréntegen verorberen de Zwitsers waar schijnlijk zo'n 127 miligram vitamine C per dag, aldus vertelde Dr. Bemhard uit Basel. Bovendien nemen de Zwitsers ook nog 5 gram per persoon per jaar aan synthetische vitamine C in. Gelukkig is vitamine C ook in grote hoeveelheid niet giftig, iets dat men niet van alle vitaminen kan zeggen. Prof. Dr. Lang uit Mainz gaf aan ratten enorme doses vitamine C tot 27 gram per dag (27.000 miligram) per kilo lichaamsge wicht. Toen pas werden ze er spuug-misse- li.jk van. Bij een mens van 70 kilogram lichaamsgewicht zouden dat 1890 gram, of tewel bijna twee kilo vitamine C per dag zijn. Wel niemand komt op de gedachte een dergelijke hoeveelheid per dag te verorberen. Vergiftigingsgevaar bestaat bij het eten van deze alomguprezen tabletjes dus niet. Grote doses vitamine C mits ingenomen op advies van de medicus kunnen nuttig zijn. Een schoolarts uit Basel heeft vastgesteld, dat doses van 0,5 tot 30 gram per dag een zeer nuttige uitwerking hebben bij griep, reuma en vergiftigingen. De duur van verkoudheden kan door het innemen van vitamine C-tablet- ten worden verkort. Daarentegen betwijfelde prof. dr. Glatzer uit Dortmund dat vitamine C profylactisch tegen infectie zou werken. Ook trok hij de bewering, dat vitamine C het prestatievermogen van de mens verhoogt in twijfel. Daartegen kwam Prof Dr. Nöcker in het geweer, een bekend Duits sportarts. Hij stel de, dat de methoden toegepast bij het onder zoek waarop Prof. Glatzer zijn vermoedens ba seerde, aanvechtbaar waren. Vitamine C staat ook in de levensmiddelen industrie in een goed blaadje. Als typisch reductie-middel verbruikt aan levensmid delen toegevoegde vitamine C zuurstof, ver hindert oxydatie, iets dat de kwaliteit van levensmiddelen nadelig kan beïnvloeden. Vi tamine C heeft ook goede invloed op de bak- eigenschappen van meel Daarom mag in de bondsrepubliek vitamine C als enig chemisch middel aan meel worden toegevoegd A.scor- binezuur toegevoegd aan gepekelde vleeswa ren zorgt er voor, dat de rode kleur blijft be staan en vermindert zulks doende in hoge ma te de hriioefte aan nitraat-zouten. Bij het toe bereiden van vruchtensappen en wijn vol doet ascorbinezuur eveneens uitstekend. Bij wijn vermindert ascorbinezuur de behoefte aan zwavelachtig zuur het steeds noodzakelijke ..zwavelen" van wijn voor conservering tot eenderde deel, hetgeen de smaak van de wijn ten goede komt. Ook brouwerüen voegen graag 7 tot 4 gram vitamine C ner hectoliter als stabiliseringsmiddel aan het bier toe. zelf bleef en de anderen daarmee zelfs een voorbeeld was, haalde onlangs het stoute stukje uit, ondanks zijn niet al te beste ge zondheidstoestand met de inzet van zijn hele persoon aan de reddingswerkzaamheden in Champagnole deel te nemen. Hij sprak ook daar de ingeslotenen moed in en gaf belang rijke adviezen bij de reddingsacties:. Tot nu toe was het maatschappelijk bestaan van de Westduitse mijnwerkers niet in gevaar en hun werk slechts als een proef tussen verschillende verblijfsperioden in ziekenhuizen en vakanties te zien. Spoedig echter zullen de geredden van Lengede definitief voor de vraag staan: zal ik mijn beroep verder kun nen uitoefenen of zal ik een ander vak moeten leren?" Voor Siegfried Ebeling, die destijds als woordvoerder van de ingeslotenen optrad, die het altijd weer verstond, zijn kameraden moed en hoop in te spreken, staat het vast, dat hij niet weer in de mijn zal werken. Hij kan overigens gemakkelijk op het vroeger geleerde bakkersberoep overschakelen. De anderen echter staan nog voor ernstige pro blemen en besluiten. In maatschappelijke nood is tot nu toe nog geen van hen geweest. De mijndirectie heeft in de afgelopen tijd 90 procent van het normale loon aan de mannen uitbetaald en ze samen of afzonderlijk verscheidene we ken op vakantie gestuurd. De talrijke goed bedoelde uitnodigingen uit binnen- en buiten land kunnen de Westduitse mijnwerkers echter niet aannemen. „Wij zouden dan drie jaar niet meer behoeven te werken", meende on langs nog één van de geredden. i Tjre r i i"i i i i i' ■:ii!!i!!ini!iffWniniFiiiiniiii i mm mi; iniuiuinrüirri -S :jc Sjeik - Suléi-Huzail (70, stamhoofd - uit' de Negebwóéstïjn met een jaarinko- men van 12 miljoen dollar) blijkt het 2 slachtoffer van een practical joker te - zijn geworden, die in een Amerikaans 7 damesblad onder zijn naam een adver- 1 tentie had geplaatst: „Wie wil een jaar in mijn haren doorbrengen? Honora- - 2 rium 50.000 dollar". Er meldde zich ene 7 - Susan Miller, aldus De Haagse Post - 2 (26, gescheiden, eiseres) een niet 7 I onbevallig meisje van onbespro- - ken levenswandel, diie op haar - i offerte (met foto) naar de woestijn 1 evenwel 'n beminnelijk doch afwijzend - 7 antwoord ontving. De sjeik, reeks vrije- ji lijk beschikkend over een stoet van s 7 53 vrouwen, bleek niet de behoefte te 7 kennen zijn huishouding te vergroten, jj Besloot hij: „Bovendien stijgen ge- 7 2 noemde 50.000 dollar ver boven mijn budget". jjj Door de Stichting „Haflingerclub" zal in de maand oktober 'n aantal hoogwaardige Haf linger Keurstamboekmerriën uit het originele fokgebied in Oostenrijk worden aangekocht. Deze uit Tirol afkomstige kleine en char mante bergpaarden mogen zich, sinds hun ver schijnen hier te lande, in een nog steeds toe nemende belangstelling verheugen en zijn voor velen, hoewel sinds 3 jaren over 't hele land verspreid, nog volkomen nieuw en een zeldzaam bezit! Wie weet wat de typische, kleine en .edele Haflinger als gebruikspaard zowel s rijpaard kan presteren, ontkomt niet aan een gevoel van bewondering voor deze plm. 1.45 m. meten de vosjes met weelderige witte manen en lange witte staart. Het ras is ontstaan door paring van kleine koudbloed-bergmerriën met hengsten van Oos terse afkomst.. Zo heeft ruim een eeuw gele den de beroemd geworden Arabische hengst EL BEDAVI 'n grote en veredelende invloed gehad op deze fokkerij en de grondslag ge legd voor het huidige ras. De Haflinger is een klein, stevig en har- nonisch gebouwd paard met fraaie lange lij- ren, goede borstdiepte, droog, zuiver, glashard oeenwerk en beste voeten. Het kleine hoofd met de verstandige levendige ogen en de klei ne oren verraden de Oosterse afstamming. De gangen zijn vlot en krachtig. Uiterst so ber, zeer vruchtbaar en onvoorstelbaar groot is zijn uithoudingsvermogen en zijn prestaties grenzen in verhouding tot zijn grootte aan 't ongelooflijke. In de drie voorgaande jaren werden circa 400 Haflinger merriën en enkele hengsten in Nederland geïmporteerd, waarmede aan de talrijke aanvragen slechts zéér ten dele kon worden voldaan. Teneinde aan de wens van vele belangstellen den tegemoet te komen wil de Stichting nog maals trachten een aantal eerste klas Haf linger merriën aan te kopen. Zij die in aanmerking willen komen voor HORIZONTAAL 1. wel voeglijk 5. klef 9 barnsteen 11. soort hotel 12. pers. voornaamw 13. elk 15. zonnegod 16. ontkenning 18. kapot 20. Reg. Inf. 21. plaats op Veluwe 14. onmiddellijk 23. landbouwwerktuig 17 ooievaar VERTIKAAL: 1. broer van Abel 2. bijenhouder 3. deel van getij 4. teken 5. beeldrömp 6. eerste termijn 7. wedergekeerd 8. weekdier 10. zangnoot 11. pers. voornaamwo 24. ondergaan 25. lidwoord 26. groente 27. doodmoe 29. meisjesnaam 31. plezier 33. voegwoord 19. zangstem 21. boom 22. eerste vrouw 25. rivier in Europa 28. specerij 29. vervelend meisje 30. enfin 34. Moh. bedelmonnik 31. vroeg 37. familielid 32. poeder 38. zacht zijden stof 35. meisjesnaam 40. opschrift van boel 36. item 42. omheinde ruimte 39. titaan (Scheikunde'1 43. lariks 41. tegenover toewijzing van een Haflinger merrie uit de in te voeren collectie - of nadere inlichtingen wensen - gelieven zich ZO SPOEDIG MO GELIJK te richten tot de Stichting „Haflinger club", Koninginnegracht 43 te 's-Gravenhage. Sedert deze zomer herbergt de Duitse Noordzeekust een reusachtig aantal buiten landse gasten: ongeveer 300.000 jonge oesters uit Portugal werden uitverkozen, in de Oost- frieze Waddenzee de capaciteit van de oes terteelt te verhogen. Door dit experiment wil men beproeven, in hoeverre een dergelijke overplanting econo misch rendabel is. De Noordzee-oester, zeer na verwant met de Portugese oester, is aan de Oostfriese kust zo goed als uitgestorven. Ongeorganiseerde visserij gedurende de gehele vorige en het begin van deze eeuw decimeerde de voorra den dermate, dat het niet meer gelukte, weer inheemse, zich zelf vermeerderende oester- banken te kweken. Nieuwe kweekplaatsen vielen steeds weer ten offer aan de strenge winters, die het wad deden dichtvriezen. Dat is de reden, dat reeds drie jaar geleden proeven met Portugese oesters werden ge nomen. Echter in veel beperkter omvang dan het deze zomer het geval was. Het resul taat was veelbelovend. Het bleek, dat de geïmporteerde oesters in slechts vijf maan den ongeveer 250 °/o van hun vleesgewicht toenamen en zich dus gunstig ontwikkelden. Ook de kwaliteit - hoedanigheid van het vlees, smaak en kleur - bleek volgens uitspraken van Duitse en Franse oesterexperts uitstekend te zijn. In tegenstelling tot 1961 reisden de Portu gese oesters - een vracht van in totaal 15 ton -dit jaar van Lissabon naar de Noord zee niet per schip, maar in een koelwagen. Men wilde daardoor het uitdrogen voorkomen, dat bij vorige proeven gevaarlijk gebleken was. In de Waddenzee werden de jonge oesters niet op de banken uitgezet, maar in drijvende bakken geplaatst. Hier bevinden zij zich in vers, voedingsrijk water, dat hen voortdurend omspoelt, zij kunnen niet verloren gaan en ook niet door zand vervuilen. Men is van me ning, dat deze systematische kweekmethode, de enige mogelijkheid biedt, de Noordduitse Waddenzee wat de oestercapaciteit betreft te benutten. .Eerst zou dit .jaar ook- vastgesteld Worden welke pestersoorten beter., voor hetopkweken in de Oostfriese wateren geschikt zijn, de van ver komende Portugese of de van na bij aan te voeren Nederlandse. Daar de laat ste echter gedurende de winter 1962-63 bijna geheel uitstierven, moest hét experiment voor lopig uitgesteld worden. Het zou namelijk kunnen zijn, dat men bij de oesters tot het zelfde verrassende resultaat komt als bij de karper Bij deze hebben overplantingsproeven geleerd, dat soorten uit warme zuidelijke wa teren zich beter in Noordduitse karpervijvers ontwikkelen, dan die welke zich reeds aan het koude klimaat hebben aangepast. Zo is het d t niet uitgesloten, dat de Nederlandse oes ters eens definitief het veld zullen moeten rui men voor de Portugese. Een Westduitse filmverhuur-maatschappij doet de interessante proef, de beroemde Duit se films uit het verleden als nieuwe moderne geluidsprodukties aan het huidige publiek te tonen. Voor de keuze en de presentatie van de films (het gaat om de klassieke werken uit de tijd van de stomme film en de be roemde films uit de eerste tijd van de geluids film, alsmede om films uit de periode tussen 1933-45 en die uit de eerste na-oorlogse jaren) - is de Zweedse regisseur Erwin Leiser ver antwoordelijk. Leiser, in Berlijn geboren en opgegroeid, werd door z'n eerste film „Mein Kampf" ('60) die in 50 landen vertoond werd en vele prij zen kreeg, beroemd, de documentaire films „Eichmann und das Dritte Reich" (1961) en „Wahle das Leben" (1963) over he* atoomge vaar =n thans de terugblik met de daarbij behorende documentatie op dé jaren, waarin de film ontstaan is, kenmerken het streven van de regisseur, de geschiedenis van de te genwoordige tijd zo objectief mogelijk voor te stellen en de jonge generatie met de atmos feer en de problemen van het jongste verlee- den vertrouwd te maken. In het eerste deel van het retro-programma worden de films „Das kabinett des dr. Caligan" (1919-1920) met Werner Kraus en Conrad Veidt in de hoofdrollen, „Dr. Mabuse der Spieier" en „Dr. Mabuse, Inferno des Verbrechens" (1922) naar een scenario van Fritz Lang en Thea von Harbou en „Der letzte Mann' (1924) een meesterwerk van de in 1931 overleden regisseur Friedrich Wilhelm Mamau met Emil Janmngs op het hoogtepunt van zijn carrière vertoond. „In het begin van de twintiger jaren", schrijft Erwin Leiser hierbij, „beleefde de Duitse film zijn bloeitijd. Als spiegelbeelden van een chaotische tijd. die toch vol van nieuwe mogelijkheden was. maakten de meesterwer ken van de Duitse stomme film ongang Uit de schatkamer van de Duitse filmclassici haalt 't Atlas-filmverhuurbureau thans wer ken voor de dag. die de tijd oovprleefd héb ben en tegenwoordig een evengrote invloed op het publiek hebben als 40 jaar geleden. Deze week is het 3002 tov metende vrachtschip Doris" van de KNSM in Amsterdam, gezonken, nadat het bij slecht weer met het achter schip op een strekdam in de haven van Napels was gelopen. Het schip ligt in ondiep water, alle opvarenden werden gered. Een van de opvarenden wordt met de „broek" aan land gebracht. Op de achtergrond het in nood verharende Nederlandse sehipt TE KOOP jonge en grote Pluim veebedrijf Borkeld 80, Holten, tel. 05483-564. voor hulp in de huishouding en tevens om opgeleid te worden in de winkel. Brieven onder no. 97, bureau van dit blad. DAN NAAR SCHOONMAAKBEDRIJF Oosterhofweg 12, tel. 3053 of Holterweg 42. Wij vegen onder garantie. HET ADRES voor het schoon maken van fabrieken, scholen, gebouwen, bedrijfs ruimten, enz. Vraagt vrijblijvend inlichtingen. Zoekt U een cadeau voor St. Nicolaas, komt U dan vrijblijvend dinsdag 20 oktober a.s., 's avonds 8 uur op de gezellige Demonstratie bij: MEVR. HANSTEDE SArtspstykaJ J

Erfgoed Rijssen-Holten

Weekblad voor Rijssen | 1964 | | pagina 7