btenqt sweatets tuilen
en sttepen, biezen en blauw
V
Zelf er op uit gaan levert meer
kennis en - soms - winst op
VECHTEN VOOR PLAATS OP DE FRANSE MARKT
Vrijdag 15 maart 1963
WEEKBLAD VOOR RUSSEN
Pagina 3
J
mmms-
r%tTi^öD >-
Franse boerderijvies
Geen benen meer
slordig en ouderwets
In rap Frans
TRICOTMODE 1963
T\E SWEATER, het paradepaardje van de tricotmode, heeft de
laatste jaren zijn modellen en kleuren veelal ontleend aan de dartele
Italiaanse fantasie. En voor de komende mode heeft Italië wéér voor
tal van trouvailles gezorgd, die ongetwijfeld ook door de Nederlandse
tricotbreiers zullen worden overgenomen. De belangrijke impuls uit het
zonnige zuiden is ruiten! Gebreide ruiten, grote en kleine, strakke blokken
en fantasie rechthoekjes, rechte ruiten en schuin verwerkte, meerkleurige
en opengewerkte. Alles wat maar even met ruiten te maken heeft, pous
seert de Italiaanse breicouture voor het nieuwe seizoen. Daarnaast komen
de strepen aan bod brede strepen in horizontale richting (dus voor de
zeer slanke vrouw) en verticale banen over een deel van het voorpand
(als slankmakend effect voor de minder slanke vrouw). En natuurlijk zal
de effen sweater zijn misschien wel grootste plaats in het mode
assortiment blijven innemen.
DOOR HET TOEPASSEN van ruit
en streepmotieven komt de twee
kleurencombinatie sterk op de voor
grond. Italië brengt vooral blauw
met een tweede kleur, zoals blauw-
oranje, marine - wit, blauw - groen,
blauw - zwart, donkerblauw - donker
groen, lichtblauw-reebruin. Verder
komen het klassieke zwart-wit en nog
verschillende andere kleurcontrasten
voor. Erg geliefd is het afbiezen van
hals, sluiting, boord en mouwen in
een afstekende tint, in de trant van
Chanel. Een nieuwtje is de jumper
met het voorpand in een totaal an
dere kleur dan de rug.
VOOR HET VROEGE seizoen staan
nog enige opvallende mode-novitei
ten in tricot op het programma Voor
eerst de heel fijn gebreide sweater,
die zó is gemodelleerd dat hij ook
IN de rok kan worden gedragen. Hij
is eigenlijk meer blouse dan jumper,
Marineblauw vestje, afgezet met witte biezen a la Chanel. Het
model van Iccap uit Italië is getricoteerct van glanzende leacry
in de nog steeds zo populaire ,paaklook".
Zomerse sweater van een nieuw materiaal .namelijk terlenka-
astralon. Hel fijne gebreide model kan door zijn stnk hetd ge
dragen worden zowel bij een pakje als bij sportieve gelegen
heden Model Motte, België.
ook al omdat de garnering is geënt
op de romantische jabots, ruches en
schulpjes uit de blousemode. Ver
volgens is er het sterk ingekorte
jumpertje of vestje, dat bij wijze
Karakteristiek voor deze sweater van Jean Dessès is de losjes gestrikte
cravatte, die ontleend is aan de overhemdblouse in de damesmode. Dc
kraagpunten zijn bescheiden versierd met drie afstekende „officierssterren".
Links: een van voren dichtgeknoopt „vest'' van elastische nylon met ronde hals
uitsnijding, zonder mouwen. Rechts: tricot slipover met V-hals van hetzelfde
nylonmateriaal. Beide kledingstukken worden bij koud weer over warme contras
terende truien gedragen, maar op mildere voorjaarsdagen gecombineerd met een
overhemdblouse. Modellen Tiktiner en Péroche.
van blouse bij een modern pakje met
wijde rok en kort jasje gedragen
hoort te worden De idee van „ge-
tricoteerde blouse"' blijkt eveneens uit
de modellen, die gecompleteerd zijn
met een stropdas in dezelfde effen of
afstekende, bijvoorbeeld geruite, tint.
En inhakend op de populariteit van
het damesoverhemd' wordt de mouw
loze slipover met V-hals meer en meer
favoriet. Voor koude dagen draagt
men deze slipover graag over een trui
met lange mouwen en hoge col in een
afstekende kleur. En voor warmere
lentedagen blijft de glanzende ajour-
sweater in de „haaklook" populair
- een modieus kledingstuk dat door
weven met lurex of geborduurd met
pareltjes en parelsnoer een „glans
rol" vervult als getricoteerde uit-
gaans kleding.
Geklede deux-pièces m een fantasie ruit-
dessin, zoals voor het komende seizoen
door Italië wordt gelanceerd. De leven
digheid van het gebreide motief wordt
nog geaccentueerd door de toepassing
van lurex draad. Model Lid a in Italië.
FRANSE BOEREN RUNNEN NOG VEEL
VAN NEDERLAND LEREN - EN KOPEN
(Van onze Parijse correspondent)
PARIJS Onze landgenoot uit Leeuwarden, de heer De Boer, gaat van het
gezonde standpunt uit: eerst de cost dan de baet. Als je hem in zijn hart kijkt,
gaat hij eigenlijk nog veel verder. Hij ziet er helemaal geen been in een paar
honderd gulden uit te geven, ook al krijgt hij er niets voor terug. Zaken doen is
voor hem niet alleen boeken bijhouden en geld verdienen, maar ook een sport. Wij
troffen deze opgeruimde vaderlander op de landbouwtentoonstelling bij de Porte
de Versailles in Parijs.
De jaarlijkse landbouwtentoonstelling in Parijs hinkt nog een beetje op twee
gedachten: landbouwtentoonstelling, dus zuiver wat de boer nodig heeft en tegelijk
een eindprodukten-tentoonstelling, dus wat speciaal de consument interesseert. De
Franse boer wil niet alleen graag zien, wat de beste pootaardappel is, die hij in de
grond moet stoppen per jaar exporteert Nederland 50.000 ton pootaardappelen
naar Frankrijk maar de Franse verbruiker wil ook wel eens de proef op de som
nemen om zich er van te overtuigen, of Nederland nu werkelijk zulke beste kaas
maakt, die de 200 Franse kaassoorten naar de kroon kan steken.
kosten en hygiëne, wat in Nederland
twee belangrijke punten zijn.
Ik probeer de Fransen aan hun ver
stand te brengen, dat hoe smeriger
de stal, hoe groter onderhoud van de
koe. Ze letten veel te weinig op de
mechanisatie van de voedering en van
de mestafvoer. Hun hele indeling van
de boerderij is weinig praktisch. Ze
leggen niet, zoals wij, alles wat ze
doen op goudschaaltjes. Als het maar
aan minimum eisen voldoet, dan vin
den ze het in Frankrijk al lang mooi.
Kijk maar eens naar het plaatijzeren
dak van deze tentoonstellingshall, dat
wij in Nederland nog niet voor een dood
gewone garage zouden willen gebrui
ken. Als het regent lekt het aan alle
kanten. Maar langzaam, langzaam wordt
het beter. Er is onder de Franse boe
ren een groep die zich in toenemende
mate gaat oriënteren in het buitenland.
Door ouderwetse produktieverhoudin-
gen en door veel te hoge winstmarges
liggen hun prijzen niet goed. Van hun
prijzen krijg je geen hoogte, omdat er
alle mogelijke ingewikkelde taxen op
liggen".
„Ga je weer naar Parijs?" zeggen ze
soms in Leeuwarden. „Wat heerlijk,
naar Parijs". Maar ze vergeten, dat ik
hier onafgebroken .van 's morgen ne
gen tot 's avonds zes sta en dat er
nachten zijn dat ik niet voor twee of
drie uur op mijn bed kom. Je maakt
je babbeltje hier en een babbeltje daar,
allemaal in het Frans. Menigmaal heb
je 's avonds geen benen meer onder je
lijf.
Neem Madrid. Daar heb ik in nog
geen veertien dagen een paar zolen en
hakken versleten. Ik stond er met een
Naast de kaasafdeling, waar het al
tijd druk is, omdat dames in Volen-
dammer costuum - zonder klompen - er
hompjes kaas uitdelen, stond onze land
genoot De Boer. Alles opnoemen wat
er bij hem lag en hing zou ons te ver
voeren. Veel belangstelling van Franse
boeren bestond voor de bevestigingsrie-
men voor vee op stal, die met één enke
le handgreep los springen, voor nylon
halsters, voor houten melkstoeltjes. die
met een riem om het middel blijven
vastzitten, zodat melkers altijd twee
handen vrij hebben, voor horengelei
ders en, niet te vergeten, voor de auto-
r c. - akken in*de stailen. De
Franse minister van landbouw de heer
Pisani, heeft er lang naar staan kijkln
en zich het systeem laten uitleggen.
Zo maar in rap Frans? Tja, daar
gaat De Boer niet voor uit de weg. Hij
lacht om al die zogenaamde bezwaren
van Nederlandse zakenlieden: „We gaan
maar niet voor zaken naar Frankrijk,
omdat het Frans zo moeilijk is". Als
hij in Frankrijk of waar ook in Europa
komt en iets niet weet of begrijpt, doet
hij zijn mond open en vraagt.
Geen Fransman zal hem kwaad aan
kijken of uitlachen, als hij wel eens
een Frans werkwoord verkeerd vervoegt
of de subjonctif verhaspelt. „Van een
Normandiër of Bretonner versta ik vaak
niets, maar toch spring ik er bovenop"
D" Boer had hier op de tentoonstelling
een Franse agent, maar die deed zijn
mond niet open. Ga jij maar naar huis,
zei De Boer. Ik knap hel zelf tien keer
beter op.
„Nieuwsgierig zijn die Fransen ge-
noe\ laai konen gaat niet al te vlug.
De Fransen zijn autarchisch ingesteld.
En oeer net algemeen nog bijzondei
conservatief. Hun boerderijen vind ik
met permissie, vies, slordig, ouderwets.
De gebouwen worden slecht onder
houden. De mesthoop staat er vaak nog
-A"''* IV ''Ti ,y en or>_
bouw van de stal wordt lang niet ge
noeg gelet op besparing van arbeids-
stalinrichting in samenwerking met het
ministerie van Landbouw. Er zouden
schilders komen voor de muren. Die
waren door de ambassade besteld, 's
Morgens om negen uur zouden ze er
wezen, maar om elf waren ze er nog
niet. Ik bel de ambassade op. Ga ze
maar zoeken, zeiden ze daar. Tja, zoek
ze maar op een terrein, dat zó groot is,
dat je beter een taxi kunt nemen. Te
gen twaalven had ik ze, met mijn beet
je Spaans bracht ik ze aan het verstand,
dat die muren wit moesten worden. We
hebben geen verf meegenomen, zeiden
ze. En ook geen kwasten. Zelf had ik
gelukkig wat synthetische verf en een
paar potten. Een uur later kwam ik te
rug om te kijken.
Ze zaten allemaal heel rustig een si
garetje te roken. Ze hadden de verf
potten niet open kunnen krijgen. „Pak
dan een schroevendraaier van die tim
merman". Daar hadden ze niet aan
gedacht. Toen hadden ze niets om de
verf te roeren, ofschoon er hout
afval lag bij de vleet. „Leg nou hard
board of kranten onder de muren te
gen het spatten en morsen", zei ik.
Ja, dat zouden ze doen. Maar toen ik
terugkwam droop de vloer van de verf.
Op die manier heb ik daar in Madrid
veertien dagen moeten werken. Een
doodgewone betonmolen was er niet. Ze
zeefden het natte zand uit de rivier met
een kleine keukenzeef. Twee van de ze
ven mensen konden lezen en schrijven
en van die twee had er maar één her
sens.
Voor de heer De Boer is het natuur
lijk heel plezierig, dat hij alleen met
zijn produkten op de landbouwtentoon
stelling in Parijs staat, niet alleen om-
7. n overgrootvader al in hetzelfde
vak zat heeft hij op al zijn concurren
ten een belangrijke voorsprong.
Hij trekt er op uit, ook al brengt het
hem niet altijd klinkende munt op. Hij
doet rijke ervaring op. Hij ziet wat van
de wereld, veel meer dan achter een
televisietoestel. Hij geeft zijn ogen de
kost. Zijn voorbeeld moest veel meer
worden gevolgd, want men krijgt in Pa
rijs wel eens de indruk, dat het sommi
ge Nederlandse zakenlieden traditioneel
te gemakkelijk gaat. Frankrijk is voor
de Nederlandse export een belangrijk
afzetgebied. Als wij daar niet bijtijds
weten te zaaien, dan oogsten in onze
plaats de Belgen, de Duitsers en de
Italianen. Vooral laatstgenoemden zijn
bijzonder actief. Vroeger noemden wij
hen smalend „schoorsteenvegers".
Maar zo is het al lang niet meer.
Vraag dat maar aan De Boer in Leeuw
arden.
Met verve demonstreert de heer Da
Boer aan de Franse minister van
Landbouw, Pisani, hoe een moderne
stalinrichting met moderne middelen
een maximum aan doelmatigheid
geeft.