Boeiend contactpunt in Bond
van Plattelandsvrouwen
Dit jaar tweede opleiding
voor discussieleidsters
Liever modieuze kleding dan
duurdere van belere kwaliteit?
yLpri, u-aal de HuiiLu-ïauujL
Personeelstekort in ziekenhuizen
Gehuwde
brengen
verpleegsters
soms uitkomst
AGRARISCH-SOCIALE VOORLICHTING
Verwachtingen
overtroffen
DRIE „GEWETENSVRAGEN" AAN DAMES
SMAAK PUBLIEK
WORDT Bil LR
TOELAGE TER
COMPENSATIE?
Betere smaak
Broek of jurk
(Van onze medewerkster)
Tot de vele zeer vele! activiteiten van de Nederlandse Bond
van Plattelandsvrouwen kan men sinds enkele jaren ook de „agrarisch-
sociale voorlichting rekenen. Een betrekkelijk nieuwe vorm van
voorlichting, samenhangend met de technische en economische ver
anderingen ten plattelande waarin vanzelfsprekend ook de plattelands
vrouw intensief betrokken is. Tot die plattelandsvrouw (èn tot haar
gezin) richt zich de agrarisch-sociale voorlichting van de Bond en
het karakter van deze voorlichting zou men als volgt kunnen samen
vatten: „De landbouw-technische en huishoudelijke voorlichting op
het platteland behandelt het hóe, de agrarische-sociale voorlichting
het waarom".
Deze kernachtige formulering
Is van mejuffrouw drs. W Char-
don, die nieuwe landelijke func
tion aresse voor de agrarisch-
sociale voorlichting van de Ne
derlandse Bond van Plattelands
vrouwen. Sedert het begin van
deze zomer bekleedt ze - na een
studie in de sociologie - deze
functie die haar middenin een
boeiende en veelzijdige materie
heeft geplaatst. Een materie die
mede zo boeiend is doordat
„a.s.v" zoals t bij afkorting
wordt genoemd, in verschillende
delen van het land vaak aan
verschillende eisen moet voldoen
„Je moet weten wat er in de
provincies omgaat, de te behan
delen onderwerpen moeten daar.
tussen kunnen worden ingepast
Daarom trek ik vaak de pro
vincies in om te zien wat er op
dit terrein omgaat - daarvan
leer ik zelf ook nog veel", voegt
ze er aan toe.
Dikwijls vormt de a.s.v. een
verwijs-instantie. Dat kan bij
voorbeeld het geval zijn wan
neer in het plattelandsgezin de
beroepskeuze aan de orde komt
- hoe vaak gebeurt het niet dat
de jongeren naar andere interes,
sen en werkzaamheden neigen
dan de ouderen? In zo'n geval
kan a.s.v. de schakel zijn tussen
zoekenden en beroepskeuzebu
reau.
Terugkomend op haar formule
ring van wat „a.s.v." inhoudt
zegt mejuffrouw Chardon: „Je
zou het ook zó kunnen formule,
ren: a.s.v. is het streven om de
plattelander bewust te maken
van zijn problemen en hem tot
zelfwerkzaamheid bij de oplos
sing van die problemen aan te
zetten". Bij dit streven begeeft
de agrarisch-sociale voorlichting
zich op velerlei terreinen: op dat
van de industrialisatie, soms op
dat van het personeelsvraagstuk
(waar bijvoorbeeld gebrek aan
landarbeiders is, moeten huis
vrouwen veelvuldiger bij het
werk worden ingeschakeld).
Belangrijk raakpunt kan ook
zijn het zogenaamde „inwonen
en in-trouwen" dat in bepaalde
streken van ons land nog tradi
tie is en vanzelfsprekend zijn
specifieke problemen met zich
meebrengt.
Kenmerkend voor de agrarisch
-sociale voorlichting is de
groepsvoorliebting en met dit
begrip komt men op een in
teressant aspect van de a.s.v
zoals die door de Nederlandse
Bond van Plattelandsvrouwen
wordt gegeven: het werk van
de zogenaamde „discussie-leid
ster", dat op basis van vrij
willigheid geschiedt.
In 1961 i-s de Bond begonnen
met een kaderopleidiing voor dis
cussieleidsters; dit jaar had de
tweede opleiding plaats. De ge
gadigden - „ze moeten een bre.
de belangstelling, de nodige be
kwaamheid en veel vrije tijd heb
ben" - krijgen een kaderoplei
ding van twee dagen eo worden
op de zogenaamde „sprekers
lijst" van de verschillende pro
vincies geplaatst.
„VROUWEN ZELF AAN HET
WOORD LATEN".
Aan de discussieleidsters
er zijn er drie a vijf per pro
vincie - vervolgens de taak, baar
bekwaamheden aan de praktijk
te toetsen! „Daarbij gaat het
niet zozeer om de discussietech
niek", meent mejuffrouw Char-
don. „Veeleer om het inhoud ge
ven aan het behandelde, en om
de kunst, de vrouwen die deel
uitmaken van een discussiegroep
self aan het woord te laten.
De discussieleidster moet haar
terrein weten te overzien, de
discussie kunnen stimuleren
maar tegelijkertijd weten wan-
reer een bepaald niveau is be
reikt dat het noodzakelijk maakt,
ie stem van een deskundige in
:e schakelen".
Zo ontstaan de „praatgroepen"
die een (belangrijk) steentje
ïunnen bijdragen tot een har-
"nonische en gezonde ontwikke-
in-g van het platteland in deze
;urbulente tijden. De deelneem
sters zijn over het algemeen
mthousiast en dat onderstreept
ie mening van de landelijke
'unctionaresse, dat aan dergelij-
ce voorlichting zeer zeker be-
ïoefte is - al is 't dan vaak 'n
latente behoefte die blijvend
noet worden aangewakkerd.
„Wat de discussieleidsters doen
s vaak bewonderenswaardig, al
:ijn er natuurlijk ook wel nega
tieve ervaringen", zegt ze.
„Maar vaak geven de discus
sieleidsters enorm veel tijd en
aandacht aan haar taak - dat
avertreft soms de verwachtin
gen. Zo kan het ook gebeuren
dat een onderwerp veel inten
siever wordt „doorgepraat" dan
je zou durven verwachten; het
resultaat kan dan een uiterst
nuttige wisselwerking van idee-
en en problemen zijn".
Komend seizoen is deze „a.s.v
van vrouw tot vrouw" ge
baseerd on het onderwerp
„Het plattelandsbeleid in Ne
derland". Via een drietal spe
ciale onderwerpen - waarin
ook de discussieleidsters dit
jaar zijn opgeleid - zullen
de plattelandsvrouwen haar
eigen mening kunnen vormen
over wat er op het platteland
op het ogenblik gebeurt en nog
gebeuren kan.
Ze kunnen zich bezinnen op de
beste manier om de vele ver
anderingen die het moderne
levenstempo ook op het plat
teland brengt, „de baas te
blijven", en er, waar moge
lijk, een invloed ten goede op
uitoefenen.
„De middenstand op het plat
teland" zal een van de onder
werpen zijn, die komend seizoen
aan de orde komen, evenals
het onderwerp „Culturele voor
zieningen op het platteland".
Men denkt hier aan de vele
dingen die vrouwen op dit ge
bied kunnen doen: om een zang
vereniging op te richten zijn or
ganiserende geesten nodig, voor
het in elkaar zetten van een ten
toonstelling eveneens -om maar
eens twee voor de hand liggende
voorbeelden te noemen.
„Sociale en Hygiënische ver
zorging op het platteland" komt
ook in het winterprogramma ter
sprake: vrouwen immers kun
nen een stimulerende en verzor
gende taak hebben bij de bejaar
denzorg en gezinszorg, bij al
lerlei zaken die de relatie tus
sen gezin en buitenwereld be
treffen
Discussiegroepen en discussie
leidsters: ze vormen een onder
deel van het uitgebreide terrein
der agrarische sociale voorlich
ting. zoals de Nederlandse Bond
van Plattelandsvrouwen die aan
haar leden overdraagt en waar
in de landelijke functionaresse
als „de stem van de Bond" op
treedt, als (actief) tussenper
soon tussen hoofdbestuur en de
provinciale besturen met hun le
den („je moet er voortdurend
op bedacht zijn, dat je niet te
ver van de provincies komt af
te staan").
Hoewel ze nog maar betrek
kelijk kort geleden haar werk is
begonnen, is mejuffrouw Char
don kennelijk „gegrepen" door
de taak, die de Bond zich heeft
gesteld in het kader van de al
gemene agrarisch-sociale voor
lichting in Nederland „Uiterma
te boeiend werk", is haar con
clusie, „ai zie je natuurlijk niet
meteen concrete resultaten.
Wat dat betreft is het „werken
op lange termijn"... Een aan
trekkelijk aspect is ook 't wer
ken met. vrijwillige krachten,
hoewel we het waarschijnlijk
op zeker ogenblik niet meer zul
len afkunnen met alleen maar
vrijwilligers Dan zullen er ge
salarieerde krachten nodig zijn
- maar voorlopig is dat nog toe
komstmuziek"
„Denkt u dat de klant meer kleding zal gaan kopen van een
goedkopere prijsklasse en daarbij meer de nadruk zal gaan
leggen op het modieuze element, of zal de vrouw liever iets
duurders. iets van betere kwaliteit kopen zonder in de eerste
plaats op het modieuze te letten? Vindt u dat- er meer bepaal
de kleding moet komen, afgestemd op bepaalde groepen zoals:
werkende vrouwen, teenagers, zwaardere figuren, langere
types enzovoorts? Ziet u de teenager zakelijk gezien lie
ver gekleed in een jurkje of geeft u de voorkeur aan lange
broeken, slobbertruien, leren jasjes en wat dies meer zij?"
Deze dirie „gewetensvragen"
op modegebied heeft het vakblad
Textilia onlangs voorgelegd
aan een aantal detaillisten die
in diverse plaatsen in ons land
de mode aan de Nederlandse
vrouw verkopen - in tweeërlei
opzicht! Hun antwoorden op deze
drie modevragen zijn interessant
genoeg om hier nog eens te wor-
Plattelandsvrounen in
discussiegroep bijeen
bel onderwerp is „On
'erwijsvorming en
mgerenwerk"en de
'iscusstèrende dames
i er den gefotografeerd
É%i* 'ijdens hel driedaags
congres te Hoofddorp
dat begin norembei
toor het Koninklijk
Ned. Landbouw Co
mité en de Bond Plat
lelandsjongeren Ge
|p meenschap Nederland
werd aangeboden, ter
gelegenheid van hel
5 tang bestaan van
leze laatste.
VETVLEKKEN op het
behang? Wrijf ze eens 'n
paar dagen achter elkaar
steeds opnieuw in met
droge maizena. Een
ouderwetse remedie die
in ernstige gevallen wel
iswaar niet helemaal af
doende zal zijn. maar het
kwaad toch meestal tot
een minimum reduceert.
DE V S. hebben de
naam. dat ze kunnen bo
gen op het hoogste aan
tal „her-trouwingen" ter
wereld Een op de vijf
huwelijken is (voor een
van btide of voor beide
partijen) een tweede hu
welijk; een oc de acht
getrouwde personen is
vakei dan eenmaal in
het huwelijk getreden.
Daarom is men er on
langs toe overgegaan, 'n
groep van ruim vijfhon
derd Amerikaanse dok
toren ééns te ondervia-
gen over de mate waarin
zij zich met eventuele
hu welij ksmoei 1 ij kheden
van hun patiënten inla
ten Daarbij bleek dat
51% van de ondervraag
den bij hun patiënten
pleegt te informeren naar
öe onderlinge verstand
houding in het huwelijk;
25% praat ei al een over
als de patiënt zelf het
onderwerp te berde
brengt., 7% snijdt nooit
huwelijksproblemen aan.
Opvallend hietbij was
dat de jongere artsen het
onderwerp belangrijker
bleken te vinden dan
-hun oudere collega's.
Waai huwelijksproble
men rijzen, blijken zowel
bij de mannen als bij de
vrouwen aanpassings
moeilijkheden tussen de
partners op de eerste
plaats te staan Op de
tweede plaats komen bij
de man financële pio-
blem<_-n bij de vrouw
daarentegen de proble-
die een zwangerschap
met zich mee zou kun
nen brengen. Het meest
vourkemende derde pro
bleem' bij ëuwelijks-
mueilijkheden bleek bij
beide partijen ontevre
denheid over „het tekort
aan genegenheid" van de
zijde van de partner te
zijn
den afgedrukt Dit zegt bijvoor
beeld de directrice va-n een be
drijf in West-Brabant: „Naar
mijn mening kopen de mensen
hieT in het zuiden van het land
betere kwaliteit kleding dan in
he: noorden hei verschil is voor
mij duidelijk te zien omdat wij
ook een zaak in Haarlem hebben
Daar loopt het modieuze, exclu
sieve genre beter; hier koopt de
klant liever degelijker en wat
minder modieus goed, dat dan
wel van zéér goede kwaliteit is"
Overigens heeft deze vrouw-
van-het-vak ervaren dat de men
sen die niet op geld hoeven te
letten, zelden de duurste model
len kopen... Naar haar mening
bevatten de hedendaagse collec
ties „voor elk wat wils" en ko
men de diverse kledingknpende
categorieën op dit gebied geen
van allen tekort
Persoonlijk ziet zij meisjes lie
ver in een jurkje dan in de lange
sportieve broek „waarmee je ei
genlijk nergens terecht kunt"
Meer naar het noorden, in een
flinke plaats in Noordholland
signaleerden de enquêteurs dit
geluid: „De smaak van het pu
bliek word; beter". De modever
koper die dit zegt, meent dat de
mensen geen geld in de handen
kunnen houden en móeten kopen:
typisch hoogconjunctuurver
schijnsel „Op prijzen letten is
er niet meer bij, men koopt vrij
gauw duur goed - maar dat dure
moet niet in de eerste plaats aan
de kwaliteit maar aan de mo
dieusheid te zien zijn Men let
verbazend - soms vermoeiend!
- veel op mode
Volgens deze zakenman wor
den de eisen die het publiek
stelt, hoe langer hoe hoger en
wordt de smaak van het ko
pend publiek beter.
„Alstublieft niet méér bepaal
de kleding, afgestemd op be
paalde groepen", is zijn smeek
bede. „Alles is te koop, al is
het een kwestie van wat lan
ger zoeken" Hij staaft zijn
smeekbede met een praktijk
ervaring: destijds specialiseer
de hij zich in de verkoop van
grote maten, dit ging één jaar
goed - het volgend jaar bleef
hij met de hele voorraad zit
ten. „Geloof me: de meesten
komen er van terug om specia
le maten voor speciale figuren
in te kopen".
„De vrouw spaart voor kwali
teit", zegt de eigenares van een
modezaak, eveneens in Noord-
Holland. „Ze is veel meer op
Het veelbesproken personeelstekort in de Nederlandse ziekenhuizen werd dezer
•n dagen weer geïllustreerd door een bericht over leegstaande bedden in twee Am-
sterdair.se ziekenhuizen: in het ene ziekenhuis ging het om 34, in het andere
om maar liefst 118 bedden. Tekort aan verplegend en huishoudelijk personeel
•H wordt als oorzaak genoemd van deze situatie, waarmee voor de zoveelste keer een
veelbesptoken probleem van de Nederlandse arbeidsmarkt onder de aandacht is
gebracht
él
éi
él
-u
él
él
él
él
él
él
él
él
él
él
éi
él
éH
él
él
él
él
éi
él
éi
él
él
él
él
éi
él
éi
él
éi
él
él
éi
éi
él
éi
éi
él
él
él
él
él
él
él
éi
éi
él
él
éi
éi
éi
éi
él
Ook de publiciteitscommissie van de
„Federatie van Nederlandse verenigin
gen die de belangen van de verpleging
en de verplegenden behartigen", heeft
het onderwerp dezer dagen weer eens
aan de orde gesteld en zich daarbij be
paald tot een aspect van de zaak dat
zijn eigen specifieke problemen heeft:
het aantrekken van gehuwde verpleeg
sters, teneinde het tekort althans enigs
zins op te heffen. In Amerika zijn zie
kenhuizen waar het verplegend perso
neel voor een belangrijk percentage uit
gehuwde vrouwen bestaat, in Nederland
liggen deze percentages veel lager.
Wel heeft men in de Nederlandse zie
kenhuizen waar men met gehuwde
verpleegsters werkt, gunstige ervarin
gen opgedaan met deze inschakeling
van getrouwde verpleeghulpen.
„Men zou ze niet graag meer missen",
zeggen insiders hierover.
Het feit dat de gehuwde verpleegster
met meer levenservaring en wijsheid
terugkeert in haar vroeger beroep
en daardoor haar patiënten „meer kan
geven", speelt hier ongetwijfeld een
rol.
Bij het woord verpleegsterstekort
denkt men in de eerste plaats aan het
„gewone" ziekenhuis, maar de schaars
te aan personeel beperkt zich niet tot
deze instelling. Ook (en vooral!) in de
psychiatrische inrichtingen kampt men
ermee, evenals in de zogenaamde so
ciaal-hygiënische sector waar men een
tekort kan signaleren aan wijk- an dis
trictsverpleegsters, school- en bedrijfs-
verpleegsters. In de confessionele zie
kenhuizen is het tekort over het alge
meen minder, soms zelfs aanmerke
lijk minder.
Het is al vaker betoogd: de oor
zaak is niet een verminderde belang
stelling voor het verplegend beroep.
Volgens de Federatie worden er elk
jaar meer diploma's uitgereikt, wordt
dus ieder jaar een groter aantal ver
pleegsters afgeleverd, en melden zich
steeds meer gegadigden als leerling
verpleegsters. De redenen van het te
kort liggen elders: de verpleging
werd na de oorlog veel intensiever (per
bed zijn meer verpleegkrachten nodig
dan vroeger); de werktijd werd van
54 tot 45 uur per week teruggebracht;
de gediplomeerde verpleegster vindt te
genwoordig ook buiten het ziekenhuis de
nodige werkzaamheden (in de uit
gebreide wijk- en districtsverpleging,
in de kraamcentra en in grote bedrij
ven.)
Lange tijd heeft men in dit beroep ook
de salariëring als „het zwarte schaap"
gezien. Daarvoor is vandaag-de-dag
geen reden meer, de salaris-regelingen
zijn zeker gunstig te noemen - al be
staat er nog dikwijls de neiging om het
verpleegstersberoep synoniem te stel
len met het begrip „slechte betaling".
Ook in dit opzicht is er veel veran
derd: een kwart eeuw geleden kon de.
verpleegster na het behalen van haar
diploma worden ontslagen omdat ze „te
duur" werd. Het ziekenhuis dat geen
gediplomeerde verpleegsters kon beta
len, nam dan in haar plaats jonge leer
ling-verpleegsters die minder „kost
baar" war «o.
In die tijd, voor de tweede wereldoor.
log dus, trof men ook maar zelden een
getrouwde verpleegster in de zieken
huizen aan. Tegenwoordig gebeurt het
wel dat verpleegsters na haar huwelijk
blijven werken, daarnaast tracht men
ook de laatste jaren in diverse zieken
huizen en inrichtingen gehuwde ver
pleegsters als werkkracht aan te trek
ken.
Immers: de gehuwde verpleegster
kan maar zelden de avond-, nacht en
zondagsdiensten vervullen. Ze heeft
thuis een man en misschien ook kin
deren; zijn die kinderen klein, dan is
het voor hun moeder eigenlijk onbegon.
nen werk om haar vroegere beroep
weer op te nemen. Gemakkelijker is
een regeling te treffen voor gehuwde
verpleegsters zonder kinderen of met
grote kinderen; ze kunnen niet alleen
dagdienst doen (polikliniekzuster, do
cente, praktijkdocente), maar kunnen
ook de personeelsproblemen enigszins
verlichten als ze bereid zijn 'n late
dienst per week of 'n zondagsdienst te
doen.
Het succes van zulke ondernemingen
hangt van veel factoren af: wederzijd
se aanpassing - zowel van werkge
ver als van werkneemster -, een goe
de verstandhouding met de ongehuwde
collega's, begrip van hoofdverpleegster
en collegaverpleegsters voor de ver
plichtingen die de gehuwde verpleeg
ster buiten 't ziekenhuis - in casu thuis
- heeft.
„PART TIME DIENSTEN"
Het zijn moeilijkheden die overwon
nen kunnen worden: dat blijkt uit de
ervaringen die men in de Nederlandse
ziekenhuiswereld met gehuwde ver
pleegsters in „part time diensten" heeft
De directies van sommige ziekenhuizer
kunnen bijvoorbeeld beschikken over gc
huwde werkkrachten die een paar da
gen per week werken" met zonodig eer
zondag erbij, in andere gevallen heef:
men vrouwen in dienst die geregeld een
late dienst doen - bijvoorbeeld 's avonds
van zeven tot elf uur als de echtgeno
ten thuis kunnen zijn om op de kinde
ren te passen. In weer andere ge
vallen trekt men profijt van de sa
menwerking van twee of drie gehuwde
verpleegsters die gezamenlijk „een
dienst opknappen"; soms stellen gehuw
de verpleegsters zich beschikbaar om
een nachtdienst te doen („één week op
één week af").
Op deze manier heeft men in Neder
land kans gezien, de gehuwde verpleeg,
ster in te schakelen tot bijvoorbeeld een
percentage van 5 a 10 procent van de
gehele verpleegstersstaf in sommige
grote ziekenhuizen. Dat percentage ligt
uiteraard verschillend in de diverse zie
kenhuizen; ook verschillende psychia
trische inrichtingen werken met ge
huwde verpleegsters en in één van deze
inrichtingen is zelfs driekwart van de
verpleegsters getrouwd.
Wellicht zal ook een „onregelmatig
heidstoelage" - bedoeld als extra per
centage boven het loon voor avond-,
nacht ne zondagsdiensten een com
pensatie kunnen zijn voor de gehuwde
verpleegster die haar vroegere beroep
weer als part-time-work wil gaan uit
oefenen.
Deze toelage is al geruime tijd „in
de pen" en de Federatie meent dat
een dergelijke regeling er beslist moet
komeh: „Tijd en omstandigheden vra
gen ernaar".
Al deze vóór. en tegenargumenten
nemen natuurlijk niet weg, dat de be
slissende factor in dit alles vaak de
houding van de echtgenoot zal zijn.
Het zal voor hem niet altijd eenvou
dig zijn, objectief te staan tegenover
een „come-back" van zijn vrouw in het
verpleegstersberoep, en men mag van
hem zeker niet verlangen dat hij na
zijn werk thuis onmiddellijk de taak
van kinder-oppas op zich nejmt omdat
zijn echtgenote in haar oude, veeleisen
de werkkring is teruggekeerd. Misschien
heeft de publiciteitscommissie van de
Federatie gelijk wanneer ze meent
dat man en kinderen van de gehuwde
werkende verpleegster meer begrip
moet worden bijgebracht voor het werk
dat hun vrouw en moeder in het zieken
huis verricht. In sommige ziekenhuizen
poogt men wel, dat begrip op te bou
wen door contact te houden met de ge
huwde verpleegster en haar gezin.
Maar de gehuwde vrouw die het ver-
pleeg'terstekort wil helpen verlichten
door haar verplegend beroep weer op
te nemen, zal - dunkt ons - deze be
slissing tevoren heel goed moeten over
wegen, wil ze niet dat de ondernemin;
uitdraait op 'n teleurstelling voor haar
zelf, haar gezin én haar patiënten!
kwaliteit gaan lettein dan op mo
de en slaat liever één aankoop
over om voor een volgende aan
koop van betere kwaliteit te spa
ren, dan meer achter „mode-
nieuws" - ongeacht de kwali
teit - aan te lopen". De grote
maten vindt deze mode-verkoop
ster „slecht voorzien", iets vlots
er leuks is volgens haar voor
deze groep haast niet te krijgen.
Uit dezelfde stad komt ook een
totaal tegengesteld geluid, dit
maal van een man: „De vrou
wen letten veel meer op mode
en minder op kwaliteit. Mode
geeft althans naar mijn erva
ring - altijd de doorslag, en niet
de kwaliteit of de prijs". Men
ziet: ook op modegebied zijn de
geleerden het lang niet altijd
eens!
Ln Amsterdam tekenden de en
quêteurs deze uitspraak op: „De
vrouw van tegenwoordig let meer
op het praktisch-modieuze dan
op de kwaliteit Dat erg degelijke
goed gaat niet; de middenklas
se waarin je véél mode èn een
aardige kwaliteit kunt krijgen
voor niet te veel geld, is hier
favoriet" Nog een stem uit Am
sterdam: „De vrouw koopt meer,
iet neer op mode en óók op
kwaliteit.
Wat de langen, de kleinen, de
dikkerdjes en de dunnen aan
gaat: voor ieder is er genoeg
'e koop. Dat desondanks niet aan
iedere vraag kan worden voldaan
is normaal: er zullen altijd ab
normale maten blijven, dat is nu
eenmaal het nadeel van werken
met confectie"
Zakelijk gezien prefereren di
verse mode-mensen het jurkje
boven de lange broek-met-trui,
om de eenvoudige reden dat het
jurkje op gezette tijden verwis
seld wordt voor een ander exem
plaar, terwijl pantalon en slob
bertrui tot in den treure worden
ai,-edragen. Uit de provincie
Zeeland komt de opmerking:
,-,lange broeken gaan bést" en dat
hangt onder meer samen met
het feit dat de schooljeugd in
dit opzicht een goede afnemer
is. Veel scholieren moeten hier
dagelijks in weer en wind een
eind fietsen en dan winnen broek
-en-trui het natuurlijk glansrijk
van een jurkje Uit dit gewest
komt voorts als mening naar vo
ren dat de mode voor zwaarde
re figuren en tieners de bijzon
dere aandacht vraagt, al is er
voor de grote maten heel wat
verbeterd in de laatste jaren.
„Maar échte mode is er voor
hen nog niet bij", meent de za
kenvrouw die dit onderwerp aan
snijdt, en ervan overtuigd is dat
het in de damesmode toch nog
steeds méér naar de hogere prij
zen en de betere confectie toe
gaat. Maar een (mannelijke) col
lega uit dezelfde stad vindt dat
de vrouwen hoe langer hoe meer
kleding gaan kopen en daarbij
niet sterker op kwaliteit, maar
meer op het modieuze gaan let
ten „Een vrouw wisselt nu een
maal graag en vaak van kleding
en daarom gaat het modieuze
vóór de kwaliteit Als de vrouw
alleen maar op kwaliteit ging
letten, zouden we een grote stap
terug maken...
Het doorsnee-antwoord ln deze
enquête is misschien wei het vol
gende dat door de eigenaar van
een modehuis in Den Haag werd
gegeven: „Bij ons verlangt de
vrouwelijke, volwassen koopster
sjieke kleding tegen middelma
tige prijzen. Bepaalde groepen
letten voornamelijk op kwaliteit,
andere komen alleen op mode
af".
Het boeketje antwoorden op
deze mode-enquête bewijst in ie
der geval dat de Nederlandse
vrouw kieskeurig is bij het uit
hoeken van haar kleding - of die
kieskeurigheid op het degelijke
dan wel op het modieuze cachet
is gericht, wordt waarschijnlijk
bepaald door haar leeftijd, haar
instelling, ongetwijfeld ook door
de streek waar zij woont, en
misschien ook wel eens door haar
opvoeding!
IN ELKE HUISHOUDING
zou dagelijks wat kaas ter
tafel moeten komen, maar
met deze stelregel wordt
in ons zuivelland nogal
eens de hand gelicht
Toch mag het wel alge
meen bekend worden ge
acht dat kaas als voedsel
voortreffelijke eigen
schappen heeft. Daarom
deze suggestie: maak af
en toe eens een schaaltje
crackers of beschuiten met
kaas en geef deze met een
kopje koffie als dessert na
ëe warme maaltijd. Dat is
te" aardige afwisseling
van ae traditionele yog
hurt. het fruit of de pud
ding en het geeft boven
dien „cachet" aan de
maaltijd iets wat de
huisvrouw wel een prettig
gevoel geeft!
Dodelijk ongeluk Aan het
veena te Rotterdam is de 19-ja-
;ge scholiere M. Vlietslra uit
ichiedam door een passeiende
vrachtauto aangereden en ver
ongelukt.