Boeiend contactpunt in Bond van Plattelandsvrouwen Dit jaar tweede opleiding voor discussieleidsters Liever modieuze kleding dan duurdere van belere kwaliteit? yLpri, u-aal de HuiiLu-ïauujL Personeelstekort in ziekenhuizen Gehuwde brengen verpleegsters soms uitkomst AGRARISCH-SOCIALE VOORLICHTING Verwachtingen overtroffen DRIE „GEWETENSVRAGEN" AAN DAMES SMAAK PUBLIEK WORDT Bil LR TOELAGE TER COMPENSATIE? Betere smaak Broek of jurk (Van onze medewerkster) Tot de vele zeer vele! activiteiten van de Nederlandse Bond van Plattelandsvrouwen kan men sinds enkele jaren ook de „agrarisch- sociale voorlichting rekenen. Een betrekkelijk nieuwe vorm van voorlichting, samenhangend met de technische en economische ver anderingen ten plattelande waarin vanzelfsprekend ook de plattelands vrouw intensief betrokken is. Tot die plattelandsvrouw (èn tot haar gezin) richt zich de agrarisch-sociale voorlichting van de Bond en het karakter van deze voorlichting zou men als volgt kunnen samen vatten: „De landbouw-technische en huishoudelijke voorlichting op het platteland behandelt het hóe, de agrarische-sociale voorlichting het waarom". Deze kernachtige formulering Is van mejuffrouw drs. W Char- don, die nieuwe landelijke func tion aresse voor de agrarisch- sociale voorlichting van de Ne derlandse Bond van Plattelands vrouwen. Sedert het begin van deze zomer bekleedt ze - na een studie in de sociologie - deze functie die haar middenin een boeiende en veelzijdige materie heeft geplaatst. Een materie die mede zo boeiend is doordat „a.s.v" zoals t bij afkorting wordt genoemd, in verschillende delen van het land vaak aan verschillende eisen moet voldoen „Je moet weten wat er in de provincies omgaat, de te behan delen onderwerpen moeten daar. tussen kunnen worden ingepast Daarom trek ik vaak de pro vincies in om te zien wat er op dit terrein omgaat - daarvan leer ik zelf ook nog veel", voegt ze er aan toe. Dikwijls vormt de a.s.v. een verwijs-instantie. Dat kan bij voorbeeld het geval zijn wan neer in het plattelandsgezin de beroepskeuze aan de orde komt - hoe vaak gebeurt het niet dat de jongeren naar andere interes, sen en werkzaamheden neigen dan de ouderen? In zo'n geval kan a.s.v. de schakel zijn tussen zoekenden en beroepskeuzebu reau. Terugkomend op haar formule ring van wat „a.s.v." inhoudt zegt mejuffrouw Chardon: „Je zou het ook zó kunnen formule, ren: a.s.v. is het streven om de plattelander bewust te maken van zijn problemen en hem tot zelfwerkzaamheid bij de oplos sing van die problemen aan te zetten". Bij dit streven begeeft de agrarisch-sociale voorlichting zich op velerlei terreinen: op dat van de industrialisatie, soms op dat van het personeelsvraagstuk (waar bijvoorbeeld gebrek aan landarbeiders is, moeten huis vrouwen veelvuldiger bij het werk worden ingeschakeld). Belangrijk raakpunt kan ook zijn het zogenaamde „inwonen en in-trouwen" dat in bepaalde streken van ons land nog tradi tie is en vanzelfsprekend zijn specifieke problemen met zich meebrengt. Kenmerkend voor de agrarisch -sociale voorlichting is de groepsvoorliebting en met dit begrip komt men op een in teressant aspect van de a.s.v zoals die door de Nederlandse Bond van Plattelandsvrouwen wordt gegeven: het werk van de zogenaamde „discussie-leid ster", dat op basis van vrij willigheid geschiedt. In 1961 i-s de Bond begonnen met een kaderopleidiing voor dis cussieleidsters; dit jaar had de tweede opleiding plaats. De ge gadigden - „ze moeten een bre. de belangstelling, de nodige be kwaamheid en veel vrije tijd heb ben" - krijgen een kaderoplei ding van twee dagen eo worden op de zogenaamde „sprekers lijst" van de verschillende pro vincies geplaatst. „VROUWEN ZELF AAN HET WOORD LATEN". Aan de discussieleidsters er zijn er drie a vijf per pro vincie - vervolgens de taak, baar bekwaamheden aan de praktijk te toetsen! „Daarbij gaat het niet zozeer om de discussietech niek", meent mejuffrouw Char- don. „Veeleer om het inhoud ge ven aan het behandelde, en om de kunst, de vrouwen die deel uitmaken van een discussiegroep self aan het woord te laten. De discussieleidster moet haar terrein weten te overzien, de discussie kunnen stimuleren maar tegelijkertijd weten wan- reer een bepaald niveau is be reikt dat het noodzakelijk maakt, ie stem van een deskundige in :e schakelen". Zo ontstaan de „praatgroepen" die een (belangrijk) steentje ïunnen bijdragen tot een har- "nonische en gezonde ontwikke- in-g van het platteland in deze ;urbulente tijden. De deelneem sters zijn over het algemeen mthousiast en dat onderstreept ie mening van de landelijke 'unctionaresse, dat aan dergelij- ce voorlichting zeer zeker be- ïoefte is - al is 't dan vaak 'n latente behoefte die blijvend noet worden aangewakkerd. „Wat de discussieleidsters doen s vaak bewonderenswaardig, al :ijn er natuurlijk ook wel nega tieve ervaringen", zegt ze. „Maar vaak geven de discus sieleidsters enorm veel tijd en aandacht aan haar taak - dat avertreft soms de verwachtin gen. Zo kan het ook gebeuren dat een onderwerp veel inten siever wordt „doorgepraat" dan je zou durven verwachten; het resultaat kan dan een uiterst nuttige wisselwerking van idee- en en problemen zijn". Komend seizoen is deze „a.s.v van vrouw tot vrouw" ge baseerd on het onderwerp „Het plattelandsbeleid in Ne derland". Via een drietal spe ciale onderwerpen - waarin ook de discussieleidsters dit jaar zijn opgeleid - zullen de plattelandsvrouwen haar eigen mening kunnen vormen over wat er op het platteland op het ogenblik gebeurt en nog gebeuren kan. Ze kunnen zich bezinnen op de beste manier om de vele ver anderingen die het moderne levenstempo ook op het plat teland brengt, „de baas te blijven", en er, waar moge lijk, een invloed ten goede op uitoefenen. „De middenstand op het plat teland" zal een van de onder werpen zijn, die komend seizoen aan de orde komen, evenals het onderwerp „Culturele voor zieningen op het platteland". Men denkt hier aan de vele dingen die vrouwen op dit ge bied kunnen doen: om een zang vereniging op te richten zijn or ganiserende geesten nodig, voor het in elkaar zetten van een ten toonstelling eveneens -om maar eens twee voor de hand liggende voorbeelden te noemen. „Sociale en Hygiënische ver zorging op het platteland" komt ook in het winterprogramma ter sprake: vrouwen immers kun nen een stimulerende en verzor gende taak hebben bij de bejaar denzorg en gezinszorg, bij al lerlei zaken die de relatie tus sen gezin en buitenwereld be treffen Discussiegroepen en discussie leidsters: ze vormen een onder deel van het uitgebreide terrein der agrarische sociale voorlich ting. zoals de Nederlandse Bond van Plattelandsvrouwen die aan haar leden overdraagt en waar in de landelijke functionaresse als „de stem van de Bond" op treedt, als (actief) tussenper soon tussen hoofdbestuur en de provinciale besturen met hun le den („je moet er voortdurend op bedacht zijn, dat je niet te ver van de provincies komt af te staan"). Hoewel ze nog maar betrek kelijk kort geleden haar werk is begonnen, is mejuffrouw Char don kennelijk „gegrepen" door de taak, die de Bond zich heeft gesteld in het kader van de al gemene agrarisch-sociale voor lichting in Nederland „Uiterma te boeiend werk", is haar con clusie, „ai zie je natuurlijk niet meteen concrete resultaten. Wat dat betreft is het „werken op lange termijn"... Een aan trekkelijk aspect is ook 't wer ken met. vrijwillige krachten, hoewel we het waarschijnlijk op zeker ogenblik niet meer zul len afkunnen met alleen maar vrijwilligers Dan zullen er ge salarieerde krachten nodig zijn - maar voorlopig is dat nog toe komstmuziek" „Denkt u dat de klant meer kleding zal gaan kopen van een goedkopere prijsklasse en daarbij meer de nadruk zal gaan leggen op het modieuze element, of zal de vrouw liever iets duurders. iets van betere kwaliteit kopen zonder in de eerste plaats op het modieuze te letten? Vindt u dat- er meer bepaal de kleding moet komen, afgestemd op bepaalde groepen zoals: werkende vrouwen, teenagers, zwaardere figuren, langere types enzovoorts? Ziet u de teenager zakelijk gezien lie ver gekleed in een jurkje of geeft u de voorkeur aan lange broeken, slobbertruien, leren jasjes en wat dies meer zij?" Deze dirie „gewetensvragen" op modegebied heeft het vakblad Textilia onlangs voorgelegd aan een aantal detaillisten die in diverse plaatsen in ons land de mode aan de Nederlandse vrouw verkopen - in tweeërlei opzicht! Hun antwoorden op deze drie modevragen zijn interessant genoeg om hier nog eens te wor- Plattelandsvrounen in discussiegroep bijeen bel onderwerp is „On 'erwijsvorming en mgerenwerk"en de 'iscusstèrende dames i er den gefotografeerd É%i* 'ijdens hel driedaags congres te Hoofddorp dat begin norembei toor het Koninklijk Ned. Landbouw Co mité en de Bond Plat lelandsjongeren Ge |p meenschap Nederland werd aangeboden, ter gelegenheid van hel 5 tang bestaan van leze laatste. VETVLEKKEN op het behang? Wrijf ze eens 'n paar dagen achter elkaar steeds opnieuw in met droge maizena. Een ouderwetse remedie die in ernstige gevallen wel iswaar niet helemaal af doende zal zijn. maar het kwaad toch meestal tot een minimum reduceert. DE V S. hebben de naam. dat ze kunnen bo gen op het hoogste aan tal „her-trouwingen" ter wereld Een op de vijf huwelijken is (voor een van btide of voor beide partijen) een tweede hu welijk; een oc de acht getrouwde personen is vakei dan eenmaal in het huwelijk getreden. Daarom is men er on langs toe overgegaan, 'n groep van ruim vijfhon derd Amerikaanse dok toren ééns te ondervia- gen over de mate waarin zij zich met eventuele hu welij ksmoei 1 ij kheden van hun patiënten inla ten Daarbij bleek dat 51% van de ondervraag den bij hun patiënten pleegt te informeren naar öe onderlinge verstand houding in het huwelijk; 25% praat ei al een over als de patiënt zelf het onderwerp te berde brengt., 7% snijdt nooit huwelijksproblemen aan. Opvallend hietbij was dat de jongere artsen het onderwerp belangrijker bleken te vinden dan -hun oudere collega's. Waai huwelijksproble men rijzen, blijken zowel bij de mannen als bij de vrouwen aanpassings moeilijkheden tussen de partners op de eerste plaats te staan Op de tweede plaats komen bij de man financële pio- blem<_-n bij de vrouw daarentegen de proble- die een zwangerschap met zich mee zou kun nen brengen. Het meest vourkemende derde pro bleem' bij ëuwelijks- mueilijkheden bleek bij beide partijen ontevre denheid over „het tekort aan genegenheid" van de zijde van de partner te zijn den afgedrukt Dit zegt bijvoor beeld de directrice va-n een be drijf in West-Brabant: „Naar mijn mening kopen de mensen hieT in het zuiden van het land betere kwaliteit kleding dan in he: noorden hei verschil is voor mij duidelijk te zien omdat wij ook een zaak in Haarlem hebben Daar loopt het modieuze, exclu sieve genre beter; hier koopt de klant liever degelijker en wat minder modieus goed, dat dan wel van zéér goede kwaliteit is" Overigens heeft deze vrouw- van-het-vak ervaren dat de men sen die niet op geld hoeven te letten, zelden de duurste model len kopen... Naar haar mening bevatten de hedendaagse collec ties „voor elk wat wils" en ko men de diverse kledingknpende categorieën op dit gebied geen van allen tekort Persoonlijk ziet zij meisjes lie ver in een jurkje dan in de lange sportieve broek „waarmee je ei genlijk nergens terecht kunt" Meer naar het noorden, in een flinke plaats in Noordholland signaleerden de enquêteurs dit geluid: „De smaak van het pu bliek word; beter". De modever koper die dit zegt, meent dat de mensen geen geld in de handen kunnen houden en móeten kopen: typisch hoogconjunctuurver schijnsel „Op prijzen letten is er niet meer bij, men koopt vrij gauw duur goed - maar dat dure moet niet in de eerste plaats aan de kwaliteit maar aan de mo dieusheid te zien zijn Men let verbazend - soms vermoeiend! - veel op mode Volgens deze zakenman wor den de eisen die het publiek stelt, hoe langer hoe hoger en wordt de smaak van het ko pend publiek beter. „Alstublieft niet méér bepaal de kleding, afgestemd op be paalde groepen", is zijn smeek bede. „Alles is te koop, al is het een kwestie van wat lan ger zoeken" Hij staaft zijn smeekbede met een praktijk ervaring: destijds specialiseer de hij zich in de verkoop van grote maten, dit ging één jaar goed - het volgend jaar bleef hij met de hele voorraad zit ten. „Geloof me: de meesten komen er van terug om specia le maten voor speciale figuren in te kopen". „De vrouw spaart voor kwali teit", zegt de eigenares van een modezaak, eveneens in Noord- Holland. „Ze is veel meer op Het veelbesproken personeelstekort in de Nederlandse ziekenhuizen werd dezer •n dagen weer geïllustreerd door een bericht over leegstaande bedden in twee Am- sterdair.se ziekenhuizen: in het ene ziekenhuis ging het om 34, in het andere om maar liefst 118 bedden. Tekort aan verplegend en huishoudelijk personeel •H wordt als oorzaak genoemd van deze situatie, waarmee voor de zoveelste keer een veelbesptoken probleem van de Nederlandse arbeidsmarkt onder de aandacht is gebracht él éi él -u él él él él él él él él él él éi él éH él él él él éi él éi él él él él éi él éi él éi él él éi éi él éi éi él él él él él él él éi éi él él éi éi éi éi él Ook de publiciteitscommissie van de „Federatie van Nederlandse verenigin gen die de belangen van de verpleging en de verplegenden behartigen", heeft het onderwerp dezer dagen weer eens aan de orde gesteld en zich daarbij be paald tot een aspect van de zaak dat zijn eigen specifieke problemen heeft: het aantrekken van gehuwde verpleeg sters, teneinde het tekort althans enigs zins op te heffen. In Amerika zijn zie kenhuizen waar het verplegend perso neel voor een belangrijk percentage uit gehuwde vrouwen bestaat, in Nederland liggen deze percentages veel lager. Wel heeft men in de Nederlandse zie kenhuizen waar men met gehuwde verpleegsters werkt, gunstige ervarin gen opgedaan met deze inschakeling van getrouwde verpleeghulpen. „Men zou ze niet graag meer missen", zeggen insiders hierover. Het feit dat de gehuwde verpleegster met meer levenservaring en wijsheid terugkeert in haar vroeger beroep en daardoor haar patiënten „meer kan geven", speelt hier ongetwijfeld een rol. Bij het woord verpleegsterstekort denkt men in de eerste plaats aan het „gewone" ziekenhuis, maar de schaars te aan personeel beperkt zich niet tot deze instelling. Ook (en vooral!) in de psychiatrische inrichtingen kampt men ermee, evenals in de zogenaamde so ciaal-hygiënische sector waar men een tekort kan signaleren aan wijk- an dis trictsverpleegsters, school- en bedrijfs- verpleegsters. In de confessionele zie kenhuizen is het tekort over het alge meen minder, soms zelfs aanmerke lijk minder. Het is al vaker betoogd: de oor zaak is niet een verminderde belang stelling voor het verplegend beroep. Volgens de Federatie worden er elk jaar meer diploma's uitgereikt, wordt dus ieder jaar een groter aantal ver pleegsters afgeleverd, en melden zich steeds meer gegadigden als leerling verpleegsters. De redenen van het te kort liggen elders: de verpleging werd na de oorlog veel intensiever (per bed zijn meer verpleegkrachten nodig dan vroeger); de werktijd werd van 54 tot 45 uur per week teruggebracht; de gediplomeerde verpleegster vindt te genwoordig ook buiten het ziekenhuis de nodige werkzaamheden (in de uit gebreide wijk- en districtsverpleging, in de kraamcentra en in grote bedrij ven.) Lange tijd heeft men in dit beroep ook de salariëring als „het zwarte schaap" gezien. Daarvoor is vandaag-de-dag geen reden meer, de salaris-regelingen zijn zeker gunstig te noemen - al be staat er nog dikwijls de neiging om het verpleegstersberoep synoniem te stel len met het begrip „slechte betaling". Ook in dit opzicht is er veel veran derd: een kwart eeuw geleden kon de. verpleegster na het behalen van haar diploma worden ontslagen omdat ze „te duur" werd. Het ziekenhuis dat geen gediplomeerde verpleegsters kon beta len, nam dan in haar plaats jonge leer ling-verpleegsters die minder „kost baar" war «o. In die tijd, voor de tweede wereldoor. log dus, trof men ook maar zelden een getrouwde verpleegster in de zieken huizen aan. Tegenwoordig gebeurt het wel dat verpleegsters na haar huwelijk blijven werken, daarnaast tracht men ook de laatste jaren in diverse zieken huizen en inrichtingen gehuwde ver pleegsters als werkkracht aan te trek ken. Immers: de gehuwde verpleegster kan maar zelden de avond-, nacht en zondagsdiensten vervullen. Ze heeft thuis een man en misschien ook kin deren; zijn die kinderen klein, dan is het voor hun moeder eigenlijk onbegon. nen werk om haar vroegere beroep weer op te nemen. Gemakkelijker is een regeling te treffen voor gehuwde verpleegsters zonder kinderen of met grote kinderen; ze kunnen niet alleen dagdienst doen (polikliniekzuster, do cente, praktijkdocente), maar kunnen ook de personeelsproblemen enigszins verlichten als ze bereid zijn 'n late dienst per week of 'n zondagsdienst te doen. Het succes van zulke ondernemingen hangt van veel factoren af: wederzijd se aanpassing - zowel van werkge ver als van werkneemster -, een goe de verstandhouding met de ongehuwde collega's, begrip van hoofdverpleegster en collegaverpleegsters voor de ver plichtingen die de gehuwde verpleeg ster buiten 't ziekenhuis - in casu thuis - heeft. „PART TIME DIENSTEN" Het zijn moeilijkheden die overwon nen kunnen worden: dat blijkt uit de ervaringen die men in de Nederlandse ziekenhuiswereld met gehuwde ver pleegsters in „part time diensten" heeft De directies van sommige ziekenhuizer kunnen bijvoorbeeld beschikken over gc huwde werkkrachten die een paar da gen per week werken" met zonodig eer zondag erbij, in andere gevallen heef: men vrouwen in dienst die geregeld een late dienst doen - bijvoorbeeld 's avonds van zeven tot elf uur als de echtgeno ten thuis kunnen zijn om op de kinde ren te passen. In weer andere ge vallen trekt men profijt van de sa menwerking van twee of drie gehuwde verpleegsters die gezamenlijk „een dienst opknappen"; soms stellen gehuw de verpleegsters zich beschikbaar om een nachtdienst te doen („één week op één week af"). Op deze manier heeft men in Neder land kans gezien, de gehuwde verpleeg, ster in te schakelen tot bijvoorbeeld een percentage van 5 a 10 procent van de gehele verpleegstersstaf in sommige grote ziekenhuizen. Dat percentage ligt uiteraard verschillend in de diverse zie kenhuizen; ook verschillende psychia trische inrichtingen werken met ge huwde verpleegsters en in één van deze inrichtingen is zelfs driekwart van de verpleegsters getrouwd. Wellicht zal ook een „onregelmatig heidstoelage" - bedoeld als extra per centage boven het loon voor avond-, nacht ne zondagsdiensten een com pensatie kunnen zijn voor de gehuwde verpleegster die haar vroegere beroep weer als part-time-work wil gaan uit oefenen. Deze toelage is al geruime tijd „in de pen" en de Federatie meent dat een dergelijke regeling er beslist moet komeh: „Tijd en omstandigheden vra gen ernaar". Al deze vóór. en tegenargumenten nemen natuurlijk niet weg, dat de be slissende factor in dit alles vaak de houding van de echtgenoot zal zijn. Het zal voor hem niet altijd eenvou dig zijn, objectief te staan tegenover een „come-back" van zijn vrouw in het verpleegstersberoep, en men mag van hem zeker niet verlangen dat hij na zijn werk thuis onmiddellijk de taak van kinder-oppas op zich nejmt omdat zijn echtgenote in haar oude, veeleisen de werkkring is teruggekeerd. Misschien heeft de publiciteitscommissie van de Federatie gelijk wanneer ze meent dat man en kinderen van de gehuwde werkende verpleegster meer begrip moet worden bijgebracht voor het werk dat hun vrouw en moeder in het zieken huis verricht. In sommige ziekenhuizen poogt men wel, dat begrip op te bou wen door contact te houden met de ge huwde verpleegster en haar gezin. Maar de gehuwde vrouw die het ver- pleeg'terstekort wil helpen verlichten door haar verplegend beroep weer op te nemen, zal - dunkt ons - deze be slissing tevoren heel goed moeten over wegen, wil ze niet dat de ondernemin; uitdraait op 'n teleurstelling voor haar zelf, haar gezin én haar patiënten! kwaliteit gaan lettein dan op mo de en slaat liever één aankoop over om voor een volgende aan koop van betere kwaliteit te spa ren, dan meer achter „mode- nieuws" - ongeacht de kwali teit - aan te lopen". De grote maten vindt deze mode-verkoop ster „slecht voorzien", iets vlots er leuks is volgens haar voor deze groep haast niet te krijgen. Uit dezelfde stad komt ook een totaal tegengesteld geluid, dit maal van een man: „De vrou wen letten veel meer op mode en minder op kwaliteit. Mode geeft althans naar mijn erva ring - altijd de doorslag, en niet de kwaliteit of de prijs". Men ziet: ook op modegebied zijn de geleerden het lang niet altijd eens! Ln Amsterdam tekenden de en quêteurs deze uitspraak op: „De vrouw van tegenwoordig let meer op het praktisch-modieuze dan op de kwaliteit Dat erg degelijke goed gaat niet; de middenklas se waarin je véél mode èn een aardige kwaliteit kunt krijgen voor niet te veel geld, is hier favoriet" Nog een stem uit Am sterdam: „De vrouw koopt meer, iet neer op mode en óók op kwaliteit. Wat de langen, de kleinen, de dikkerdjes en de dunnen aan gaat: voor ieder is er genoeg 'e koop. Dat desondanks niet aan iedere vraag kan worden voldaan is normaal: er zullen altijd ab normale maten blijven, dat is nu eenmaal het nadeel van werken met confectie" Zakelijk gezien prefereren di verse mode-mensen het jurkje boven de lange broek-met-trui, om de eenvoudige reden dat het jurkje op gezette tijden verwis seld wordt voor een ander exem plaar, terwijl pantalon en slob bertrui tot in den treure worden ai,-edragen. Uit de provincie Zeeland komt de opmerking: ,-,lange broeken gaan bést" en dat hangt onder meer samen met het feit dat de schooljeugd in dit opzicht een goede afnemer is. Veel scholieren moeten hier dagelijks in weer en wind een eind fietsen en dan winnen broek -en-trui het natuurlijk glansrijk van een jurkje Uit dit gewest komt voorts als mening naar vo ren dat de mode voor zwaarde re figuren en tieners de bijzon dere aandacht vraagt, al is er voor de grote maten heel wat verbeterd in de laatste jaren. „Maar échte mode is er voor hen nog niet bij", meent de za kenvrouw die dit onderwerp aan snijdt, en ervan overtuigd is dat het in de damesmode toch nog steeds méér naar de hogere prij zen en de betere confectie toe gaat. Maar een (mannelijke) col lega uit dezelfde stad vindt dat de vrouwen hoe langer hoe meer kleding gaan kopen en daarbij niet sterker op kwaliteit, maar meer op het modieuze gaan let ten „Een vrouw wisselt nu een maal graag en vaak van kleding en daarom gaat het modieuze vóór de kwaliteit Als de vrouw alleen maar op kwaliteit ging letten, zouden we een grote stap terug maken... Het doorsnee-antwoord ln deze enquête is misschien wei het vol gende dat door de eigenaar van een modehuis in Den Haag werd gegeven: „Bij ons verlangt de vrouwelijke, volwassen koopster sjieke kleding tegen middelma tige prijzen. Bepaalde groepen letten voornamelijk op kwaliteit, andere komen alleen op mode af". Het boeketje antwoorden op deze mode-enquête bewijst in ie der geval dat de Nederlandse vrouw kieskeurig is bij het uit hoeken van haar kleding - of die kieskeurigheid op het degelijke dan wel op het modieuze cachet is gericht, wordt waarschijnlijk bepaald door haar leeftijd, haar instelling, ongetwijfeld ook door de streek waar zij woont, en misschien ook wel eens door haar opvoeding! IN ELKE HUISHOUDING zou dagelijks wat kaas ter tafel moeten komen, maar met deze stelregel wordt in ons zuivelland nogal eens de hand gelicht Toch mag het wel alge meen bekend worden ge acht dat kaas als voedsel voortreffelijke eigen schappen heeft. Daarom deze suggestie: maak af en toe eens een schaaltje crackers of beschuiten met kaas en geef deze met een kopje koffie als dessert na ëe warme maaltijd. Dat is te" aardige afwisseling van ae traditionele yog hurt. het fruit of de pud ding en het geeft boven dien „cachet" aan de maaltijd iets wat de huisvrouw wel een prettig gevoel geeft! Dodelijk ongeluk Aan het veena te Rotterdam is de 19-ja- ;ge scholiere M. Vlietslra uit ichiedam door een passeiende vrachtauto aangereden en ver ongelukt.

Erfgoed Rijssen-Holten

Weekblad voor Rijssen | 1963 | | pagina 4