Raad Rijssen
STICHTING EXPLOITATIE VAN
ZOMERHUISJES OPGERICHT
Evert Schreurs (door kou verdreven)
naar het ziekenhuis
-J
Vrijdag 4 januari 1963
WEEKBLAD VOOR RIJSSEN
Pagina 3
Onteigeningsplan sportveldencomplex voorgesteld
Noodwoning
Nieuwe straatnamen
Kampeercentrum De
Goolne Ketne
Ruiling grond Baan
ten Ho ve
Natuur drogen neemt af
en handen ruw?
i
Geen landhonger
m
De Drost kwam op bezoek
NLA.j
In de raadsvergadering van vrijdag
werd de raad niet voor grote moeilijk
heden geplaatst. Het merendeel van de
voorstellen van b en w kon de raad zon
der discussie aanvaarden en ook bü
een tweetal stemmingen heerste er gro
te eensgezindheid.
In de vacature in het bestuur van de
Grietje en Jan ter Horst stichting wérd met
grote meerderheid van stemmen de heer J.
ter Horst Jr. herkozen. Tot leden van het
bestuur van de gemeentelijke instelling voor
maatschappelijke zorg werden herkozen de
heren G. W. Borghuis en G. Kappert.
De raad ging accoord met een voorstel
van b en w betreffende het beschikbaar
stellen van een crediet van 15.100.- voor
de aanleg van een riolering in het laatste
gedeelte van de Eschstraat.
Ook hechtte de raad zijn goedkeuring aan
het voorstel van b en w tot beschikbaarstel
ling van: een crediet van 11.470.- voor de
kosten van de bestrating van een terreinge
deelte tussen Rozengaarde, Kerkstraat en
Elzenerstraat, een crediet van 5.050.- voor
het aanbrengen van een tegelpad tussen de
Kaempe en de Graaf Ottostraat en voor het
bestraten en rioleren van de terreinen voor
de autoboxen aan de Trompstraat en een
crediet van 9.000.- voor het bestraten en
rioleren van het terrein voor autoboxen aan
de Trompstraat.
De heer H. W. Jansen (p.v.d.a) vond het
bevreemdend dat het bestraten van de ter
reinen voor de (particuliere) autoboxen door
de gemeente moest worden bekostigd. Dat
is gemakkelijk aldus spr. Men koopt een ter
rein voor autoboxen en de gemeente moet
zorgen voor de bestrating. Weth. Goosen gaf
ten antwoord, dat dit in de bouwterreinprijs
is begrepen, zodat het dan geheel logisch
moet worden geacht. Ondanks deze visie van
de wethouder van openbare werken bleef de
heer Jansen het vreemd vindèn.
De raad besloot het onteigeningsplan 1962
Sportveldencomplex 2 definitief vast te stel
len.
De heer ter Avest toonde zich zeer ver
wonderd, dat met de eigenaar van de nood
woning, die ook in dit complex is gelegen,
geen akkoord is verkregen. Hier is zonder
toestemming gebouwd, het gemeentebestuur
heeft deze man de hand boven zijn hoofd
gehouden (de gemeente had de woning nl.
kunnen laten^ afbreken) en nu wordt getracht
,.er uit te halen wat er in Zit" aldus de 'heer
ter Avest, die dit onaanvaardbaar achtte.
Wellicht zal de rechter met een en ander
rekening willen houden, zo werd door een lid
van het college van b en w opgemerkt.
Het voorstel van b en w tot het geven van
namen aan enige straten in plan Noord werd
aangenomen.
In dit plan Noord zullen de volgende stra
ten komen: Wattstraat (naar James Watt),
Daltonstraat (Naar John Dalton grondlegger
van de moderne stoomtheorie), Galvanistraat
(naar L. Galvani, ontdekker van de door
scheikunde opgewekte electriciteit), Fahren-
heitstraat (naar D. G. Fahrenheit, natuur
kundige, instrumentmaker, vervaardiger v.
alcohol en kwikmeters) JSdisonstraat, (naar
Thomas Alva Edison, uitvinder van de elek
trische gloeilamp) en voorts de Gravenstraat
en de Parallelweg.
Ook met het voorstel (in 3 onderdelen)
van b en w betreffende de stichting voor
oprichting en exploitatie van zomerhuisjes,
tot uitgifte in erfpacht van het daartoe in het
uitbreidingsplan aangewezen terrein en tot
het verlenen van een garantie van een even
tueel door de op te richten stichting aan te
gane lening ging de raad akkoord.
De stichting zal de naam dragen „Stich
ting Kampeercentrum de Goolne Ketn". De
stichting, die niet het maken van winst ten
doel heeft, zal worden beheerd door een be
stuur van tenminste 5 leden. De bestuursle
den zullen voor een tijdvak van 4 jaar door
de raad worden benoemd, met dienverstan-
de dat er twee leden op voordracht van de
vereniging Marktwezen en VVV door de Mid
denstandsver. HABI en de RK Middenstands
ver. 1 lid en op voordracht van b en w
tenminste 1 lid wordt benoemd.
De voorzitter zal op voordracht van b en
w door de raad benoemd worden.
De heer Otten wilde nog graag bijzonder
heden horen of er nog nadere regelen gesteld
zouden worden. Maakt de stichting het huis
houdelijk reglement zelf of hoe zit het?
Dat gebeurt aldus de voorzitter onder goed
keuring van b en w. De heer Otten zag graag,
dat het huishoudelijk reglement niet door
b en w maar door de raad goedgekeurd
moest worden. Acht u dat veiliger vroeg de
voorzitter. „Ja", aldus de heer Otten „dat
is voor mij veiliger". Het voorstel van b en
w tot wijziging van het Onteigeningsplan
Zuid le phase en tot voorlopige goedkeuring
van het onteigeningsplan Zuid le en 2e phase
werd zonder discussie aangenomen.
Aan een der eerste voorstellen van b en w,
die aan de orde kwamen, konden verschil
lende raadsleden hun goedkeuring niet ge
ven. Het betrof een voorstel tot ruiling van
grond met de C.V. Baan en ten Hove (steen
fabriek aan de Brekelt).
Het collége stelde voor met Baan en ten
Hove de volgende ruiling aan te gaan:
Baan en ten Hove krijgt in bezit een ter
rein van 3 HA grenzende aan de steenfa
briek, waarvoor het betrokken bedrijf in ruil
geeft verschillende percelen grond tot een
totale grootte van 2,21 HA, waarbij de ge
meente een toegift ontvangt van 20.000.-.
De gronden, die de fa. Baan en ten Hove
ter beschikking heeft, kunnen zo bleek ook in
de discussies de gemeente goed van pas ko
men, het terrein naast een zandafgraverij
kan dienen als stortplaats voor huisvuil, ter
wijl het perceel grasgrond (1 HA) gelegen op
de Akkers benut kan worden om een land
bouwer, die zijn bedrijf tengevolge van het
uitbreidingsplan niet langer kan uitoefenen
schadeloos te stellen.
Deze feiten in aanmerking nemende was
de tegenstand, die het voorstel bij verschil
lende raadsleden vond, onverwacht groot;
het voorstel werd met de kleinst mogelijke
meerderheid aangenomen (8 voor en 7 te
gen).
Het was de heer Smeijers, die de discus
sie opende, die zei een verslag van de com
missie openbare werken te missen waarin
gesteld werd, dat de commissie het wense
lijker voorkwam de grond, die de fa. Baan
en ten Hove nodig had, in erfpacht te ge
ven, jggdat de. jnogelijkheid zou bestaan, dat
de gemeente iri de toekomst de grond nog
weer in handen zou kunnen krijgen.
De heer Smeijers achtte de 3 HA waar
van in het voorstel van b en w sprake was,
te groot voor de steenfabriek, „gezien de
huidige ontwikkelingen in de steenfabrie
ken".
Het natuurdrogen neemt af en in de naas
te toekomst zal men via kunstmatige droog-
inrichtingen de stenen kunnen drogen, ten
gevolge waarvan de steenfabrieken onder
meer minder ruimte nodig hebben.
De heer Hodes was een voorstander van
het ter beschikking geven van de grond in
erfpacht, omdat het onderhavige terrein ge
legen is in het recreatiegebied zodat het niet
ondenkbaar is, dat de gemeente in de toe
komst, graag het terrein terug zou willen
hebben.
De heer Otten kon zich moeilijk voorstel
len hoe b en w tot deze transactie waren
gekomen. De gehele commissie van open
bare werken was een voorstander van het
geven in erfpacht van deze grond.
De heer ter Avest was van mening, dat
de prijsberekening van deze grond aan de
lage kant was.
Wethouder Goosen zette de loop van deze
transactie uitvoerig uiteen. Aanvankelijk
stond ook het college van b en w niet „erg
welwillend" tegenover de vraag van het be
drijf het betreffende stuk grond aan te ko
pen. Wij hebben ons aldus spr. van ver
schillende zijden laten adviseren ook door
de stedebouwkundige medewerker van de
gemeente Ir. Leupen te Arnhem. Ir. Leupen
had zich uitgelaten in deze zin, dat hij zich
Advertentie
kon voorstellen, dat de gemeente slechts met
pijn medewerking aan de vraag van de C.
V. Baan en ten Hove zou kunnen geven.
Nadat vast was komen te staan, dat de
vraag om het gemeentelijke terrein niet het
gevolg was van „landhonger" van de direc
tie van het bedrijf, had ook Ir. Leupen gead
viseerd de grond in erfpacht te geven.
Aan het in erfpacht geven van grond aan
bedrijven zijn zo is door een deskundige aan
getoond ook vele (grote) nadelen verbonden
aldus weth. Goosen.
Men kan natuurlijk stellen heeft de onder
neming deze grond wel nodig, maar men
kan natuurlijk moeilijk of in het geheel niet
bewijzen, dat zulks niet het geval is.
De voorzitter (burgemeester Landweer)
stelde, dat de gemeente de expansiemoge
lijkheden van een bedrijf niet mocht belet
ten.
De heer Smeijers dacht nog aan de mo
gelijkheid, dat de grond, waar de tunnel
over was gepland zou kunnen woredn ver
kocht en de rest in erfpacht zou kunnen
worden gegeven, zodat de heer Smeijers stel
de, dat hij tegen verkoop van het gemeen
telijke terrein was.
De voorzitter erkende zoals hij zei, dat dit
een moeilijke zaak was. Wij erkennen de be
zwaren, die door enkele raadsleden naar vo
ren zijn gebracht, maar anderszins zijn wij
van mening, dat dit voorstel verantwoord
is.
De heer Hodes, was van mening, dat dit
bedrijf geholpen moest worden met de grond
in erfpacht; waar door weth. Goosen was ge
steld, dat dit al een langlopende kwestie
was, meende spr. er aan te moeten herin
neren, dat de betreffende grondruiling juist
van recente datum was (in de commissie
van openbare werken). De heer ter Avest
stelde, dat de prijs meer in overeenstem
ming met de werkelijkheid moest worden
gebracht.
Dit voorstel nog verder breedvoerig be
sproken zijnde werd het in stemming ge
bracht" met het reeds boven beschreven re
sultaat: Voor stemden de heren Pluimers,
Rosman, Goosen, Janssen, Scholman, Oost-'
hoek, Nijland en Haase en tegen de heren
Hodes, Otte-, Geuzendam, Smeijers, Aver-
esch en ter Avest.
Wi
RIJSSEN De 83-jarige Evert Schreurs (in de wandeling „Blinden Eavert" ge
naamd die in lgl6 zich uit de wereld heeft teruggetrokken en sedertdien een een
zelvig bestaan leidt in een bosje aan de Rijssenseweg te Enter heeft zijn kluize
naarsbestaan moeten opgeven. De kou verdreef hem uit de armoedige woonwagen
die hem tol huis diende. De buren aan de grote wegde fam. Rohaan, die zich het
lot van Evert heeft aangetrokken trof de kluizenaar enkele dagen geleden aan bij
een bas bel, die meer rook dan warmte verspreidde. Een dokter werd gewaarschuwd
en dev. constateerde dat Evert aan een lichte rookvergiftiging leed. Hoewel Evert
er stecas tegen op zag zich onder de mensen te begeven en hij zich het gelukkigst
voelde als koning op zijn erf in hel dichte bosje, daar aan de Rijssenseweg, moest
hij wet zwichten voor de barre koude, die thans ons land geselt. Hij liet zich ge
willig naar het Prinses Irene Ziekenhuis te Almelo vervoeren. En volgens de
laatste berichten heeft hij het daar best naar zijn zin. Of om met Evert zelf te spre
ken; „Jongs wat he'k 't hier bes.... Wee hier niet wèzen kan, kan naors wèzen
RIJSSEN buiten de wallen
Na de aankomst van de „Nina 11" in San Salvador op de Bahama-eilanden, hebben de
opvarenden van het scheepje de Spaanse vlag geplant. Daarna werden zij door de
bevolking van San Salvador gehuldigd, waarbij deze foto werd gemaakt van de
s cheeps priester van de ,(Nina II", vader Antonio Sagesta, met een baard van iveken en
gekleed tn een eenvoudige matrozenplunje, tijdens een gesprek met een priester van
het eiland, vader Nicholas Kremer.
Het was waar, de schoolmeester dobbelde
veel.
Maar de drost was ook liefhebber van
dobbelen. Welk rechtgeaard man dobbelde
vroeger niet?
De drost wees de schoolmeesterse er op
dat zij zeer verkeerd dei d door haren man
bont en blauw te slaan.
Diene hield even op. u de school is hij
baas heer droste, riep zij maar hier in huis
zet ik de boel terecht. Zwijg vrouw! Riep
de drost en bracht de hand aan het
gevest van zijn degen. En Diene zag de
drosten lijfwacht binnentreden, toen wierp zij
het tabhout weg en gaf zich over. Van een
redelijk onderhoud was geen sprake want
de vrouw kreeg het op de zenuwen en
maakte een hels spektakel. De stadsbode
bracht de drost op diens verzoek naar de
burgemeester van de week. De Piepe was
nog aan het haar knippen.
De drost kwam binnen, met drie zijner
dienaren en de dienstbode liet heer droste
in de enige kamer die de burgemeester rijk
was. Het huis was overigens groot genoeg,
maar de deel met het vee daar moest het
van komen.
De burgemeestersbaan dat was bijverdiens.
te. De burgemeester vroeg beleefd of de he
ren even wilden gaan zitten. Nou dat wil
den ze wel, maar Gaitdiene, de burgemees
tersvrouw had op zulk hoog bezoek niet ge
rekend. Vier stoelen waren bezet door de
bedden uit de twee bedsteden en de ande
ren daar lagen kleren op. Met een roets
maakte de burgemeesterse de stoelen leeg.
De drost en zijn twee voornaamste diena
ren gingen zitten. De Piepe vroeg heer dros
te wol iej der ook een betjen of hebb'n?
Want de pruik golfde weelderig om het vle
zige drostenhoofd. Maar de drost hield niet
van zulke grappen, en riep maak dat je
klaar komt man, onze tijd is beperkt.
Onverstoorbaar knipte de Piepe door en
de drost gaf juist bevelen, toen de jonker
over de deel kwam. Vier lagere beambten
van de drost zaten op de trap te wachten tot
het onderhoud zou zijn afgelopen. De Sjasker
was een haveloze zwerver met een grote ro
de snor, een laaghangende broek, en een
jas aan, di€ in betere dagen om de rug
van de jonker van Eversberg had gehan
gen. Hij vroeg aan Janna de meid of er
hoog volk was.
Dat zal waar wezen, fluisterde Janna, heer
droste is hier. De Sjasker maakte haastig
rechtsomkeerd. Want in het laatste plak
kaat van de drost, stond vermeld: Smausen
schooiers, gauwdieven en ander omloopsel
moest gegrepen worden, als ze van de open
bare weg af kwamen. De vier mannen ble
ven op de trap zitten en dat was een geluk
voor de Sjasker. Hij behoorde wel niet tot
de Joden of Smausen, ook niet tot de gauw
dieven. Een schooier was hij ook bepaald
niet, maar hij overtrad het plakkaat dage
lijks en dat deden vele Twentenaren, boe
ren en burgers. Immers een zwerver als
de Sjasker moest volgens recht en wet
's nachts binnen poorten en wallen van Rijs
sen zijn. En dat was heel weinig het geval.
Hoe zou het ook? De Sjasker had niet
eens onderdak in Rijssen. In het gehele rich
terambt Kedingen kende men de Sjasker.
Iedereen wist ook dat hij van Rijssen kwam.
Hij had heel goede familie, bij het deftige
af, vertelde hij aan de boeren. En hij ver
telde er bij dat hij in de verte nog familie
was van de stadhouder. Kijk naar mijnen
kop, riep hij dan, in ontvoering, terwijl hij
aan het stoelenmatten was in de sdhuur öf
onder een afdakje! Hij at en dronk wat men
hem gaf. Maar na tien jaar zwerven had hij
het netjes uitgekiend.
Toen wist hij waar men royaal at. Welke
boeren hem gastvrijheid verleenden en waar
hij gerieflijk in een hooiberg slapen kon.
Hij kwam alleen in de stad Rijssen wan
neer hij zin in een borrel had. In de Prins
een herberg voor armen, dronk hij dan, tot
hij niet meer kon.
Had hij na een paar dagen zwabberen het
opgespaarde geld weer op dan zwierf hij
weer langs herenwegen. Hij zorgde wel, dat
hij zoveel geld overhield, dat hij weer een
bos biezen kon kopen.
Nu woonde er op den Ouden hof in Mar-
kelo een adellijke juffer, die zeer bij de
hand was. Ën ook haar op de tanden had.
Een boer had haar verteld dat de Sjasker
uit Rijssen een prima stoelenmatter was.
Zij vroeg de boer of hij de Sjasker eens
wilde sturen. Nou de Sjasker hoorde er van.
Hij waste zich terdege in slootwater en leen
de een schone handdoek van een op een heg
hangende was, van de maand. Niets vragen,
natuurlijk, en de handdoek netjes weer op
hangen, 1ie droogde wel weer mee. Toen
ging hij naar de baardscheerder in Rijssen
om zich te laten scheren. Maar de baard
scheerdersvrouw besliste. In de Schöppe! Zij
wilde zo'n luizenkerel niet in huis hebben.
De baardscheerder schoor hem voortreffe
lijk. Hij schrok er na de behandeling van.
Hij kende zich zelf niet weer. Hij betaalde
de baardscheerder vorstelijk, want gierig
was hij niet. Hij placht altijd te zeggen
wanneer hij op de boer was, wij moeten
elkaar in het kerkhof helpen. De Sjasker
was nu wel geschoren, maar er moest ook
een beetje van het haar af, vond hij.
Bi'j zuuwer? Wilde de barbier weten.
Dat geet nog al. Een enkele luis heeft
iedereen wel. Nou het viel mee. De bar
bier was verrast dat hij op het hoofd van
Arend zo weinig ongewenste gasten tegen
kwam. Van de snor wilde hij niet wat af
hebben, want een Sjasker zonder een grote
snor dat was geen kerel. Je kunt zo in die
plodden niet bij de freule Keppels aankomen
riep de baardscheerder, barbier zei men
toen nog niet.
Wat moet ik dan? Vroeg Arend wanhopig.
Ga naar de Vrouwe van de Oosterhof om
een ander stel kleren raadde de baardschrap
per hem aan. Dat durf ik niet, want zij heeft
mij voor eeuwig weggejaagd, toen ze merk
te dat de schele Triene, de meid voor het
ruwe werk, gek op mij was.
Mag ik hier de biezen zolang laten liggen?
Ja, dat mocht wel. Maar Jantje de vierja
rige zoon van de kapper zag de biezen en
de koe, die rekte naar de biezen en Jantje
had een medelijdend hart. Hij sleepte met
veel moeite de bos biezen voor dè koe. Het
koebeest kauwde de biezen kapot. En het
waren mooie goudgele biezen, die je op dat
moment in heel Rijssen niet kon krijgen.
De Sjasker dan, liep met lood in de klom
pen, want hij droeg altijd klompen, hij had
een afspraak met klompen Dieks, Dieks maak
te klompen en hij de stoelen tap om tap,
naar de Oosterhof. Het viel mee. Eerst ket
terde de juffrouw van de huishouding hem
uit, maar toch durfde zij het niet aan haar
mevrouw niet te waarschuwen, want de
Sjasker was van hoogst fatsoenlijk volk.
Hij vertelde met de verfomfaaide hoed in
de hand dat hij naar juffer Keppels moest
in Markelo om stoelen te matten en dat hij
daarvoor geen kleren had. De Vrouwe van
de Oosterhof dacht diep na. Zij lieten
de Sjasker lopen. Maar ja, Arendhad er
zelf ook schuld aan. Hij gaf haren opperhuis-
knecht bevel met de Sjasker naar' het op-
bergkamertje te gaan. De opperhuisknecht
ook Riessens was Albert van Snorrebats-
Jan Harm. Trouwens de vrouwe van de Oos
terhof had zo veel mogelijk Rijssens perso
neel. Haar man, de jonker van Ittersum
had vaak lijfknechten uit het Bentheimse.
Maar hij was er al eens mee op de koffie
gekomen. Toen zijn Bentheimse knecht was
gaan vrijen met de dienstmaagd van de
Grimberg. En samen waren ze er van door
gegaan. De jonker van de Grimberg was ko
men foeteren op de Oosterhof, dat die snert-
knecht de beste meid. op de Grimberg ver
leid had om met hem naar de heimat te
gaan. Daar was alles veel groter dan het
was. Zelfs de koeien hadden er nog een gro
tere bek dan in Holland.
Bernardina van Langen had de heer van
de Grimberg beleefd doch streng de waar
heid gezegd, er ging niets boven Riessens
dienstvolk. Snorrebats Albert was op het ka
merken aan het passen en meten.
Maar de Sjasker rook bepaald niet lekker.
Hij kreeg zeep en een handdoek in de Götte
ging de deur op slot en de Sjasker moest
zich van boven tot onderen afwassen.
Daar ging drie kwartier mee heen. Toen
was hij brandschoon. Het Snorrebats begon
met het hemd.
En zo vervolgens stak hij hem in de kle
ren. Toen alles klaar was moest hij zich
aan de vrouwe vertonen. Zij bekeek hem
van achteren en van voren. Zij gaf de waar
schuwing mee dat hij zich beteren moest,
kon naar de keuken gaan waar hij drie bor
den erwtensoep met kluif naar binnen werk
te. Bedankte de hoge Vrouwe en het per
soneel en ging terug naar de kapper om
zijn bos biezen te halen. De kapper had het
Hösboertje een daghuurder al uitgezonden
om een bos biezen maar die waren in Rijs
sen niet te krijgen.Die moesten van Almelo
komen. Maar het Hösboertje had een helder
ogenblik. Hij liep naar de pelmolen en daar
lag een schipper op Goor. En die had de
prachtigste goudgele biezen op de boot lig
gen. Maar hij kon ze niet krijgen, want de
schipper vertrouwde het Hösboertje niet. Dé
Sjasker ging zelf. Hij kocht twee bos bie
zen. Het was al twee uur in de middag.
Maar de Sjasker ging naar Markelo. De boe
ren in Markelo schoven hun petten in de
ogen of naar achteren, al naar het zo te
pas kwam en keken verbaasd naar de Sjas
ker die er zo knap bij liep. Hij stevende
regelrecht naar het herenhuis Keppels. De
freule was even uitgegaan. En de Sjasker
moest wachten. Hij legde de bos biezen in
het koetshuis en dronk eerst een kop koffie
De juffer kwam thuis en keek op. Zij had
een ruig uitziend persoon verwacht maar
vond een man als heer vermomd. De Sjas-
k wilde zo de stoelen repareren. Maar
dat ging niet. Schaam je man, om met zo'n
beste broek aan het werk te gaan. Barte!
gebood ze, de meid, roep Sikken Willem
eens.
Sikken Willem was een Manusje van alles.
Hij scharrelde een oude broek op en die
moest de stoelenmatter aantrekken. En hij
gehoorzaamde gedwee. Want met juffer Kep
pels viel niet te spotten. Toen tegen zons
ondergang de stoelen klaar waren kreeg hij
zijn loon. Ook een maaltijd en tevens de
welgemeende raad om met die goede kleren
niet in een hooiberg te kruipen. De Sjasker
sloeg het restje biezen voor de rug bedankte
voor de klandizie en verdween.
Van Coeverden.
-J.WiXnimr mum,,