F1LMN1EUWS
GESLAAGDE SCHAPENFOKDAG TE RIJSSEN
Kwaliteit van
inzendingen
aanmerkelijk
verbeterd
De fles is nog heel gebleven meneer
Vrijdag 21 september 1962
WEEKBLAD VOOR RIJSSEN
Pagina 3
wü
Succes voor Rijssenaar
Vrijdag en zaterdag de
film de Drie Dolle Tantes
Woensdag de film De
Indische Graftempel
Fiets-puzzeltocht Speel
tuinvereniging „Irene"
Hier ziet men de kam
pioen-ram op de scha-
penfokdag in Rijssen.
Het is Ramses 941. Op
de foto rechts de echt
genote van de eigenaar,
mevrouw Jansen te Rijs
sen en links het doch
tertje Marijtje.
l
Het Texels Schapenstamboek voor Over
ijssel organiseerde maandag tijdens de vee
markt haar jaarlijkse schapenfokdag voor
Oost Overijssel. Zowel de kwantiteit als de
kwaliteit van de inzendingen was volgens
de jury beter dan voorheen, zodat er spra
ke is van een vooruitgang.
Ruim 200 van de beste schapen van
Twente werden door de jury beoordeeld.
Voor de keuringen bestond grote belangstel
ling, zodat de schapenfokdag, ook uit pro
pagandistisch oogpunt gezien, zeker ge
slaagd moet worden genoemd.
Dat de kwaliteit van de schapen aan
zeer redelijke eisen voldeed, is een bewijs
voor het feit, dat ook op de lichtere gron
den op verantwoorde wijze schapen kunnen
worden gehouden en gefokt, een feit, dat
voorheen wel eens bestreden is.
De laatste jaren is door een goede voor
lichting en door een intensievere aandacht
van de schapenhouders het peil van de die
ren belangrijk vooruit gegaan, zodat ook
in de naaste toekomst de beste exemplaren
ook op hoger dan gewestelijk niveau een
goed figuur kunnen slaan.
De fokdag werd een groot succes voor
de Rijssense schapenhouder dc heer M.
Jansen. Naast de prijzen, die hij in de ver
schillende rubrieken wist te behalen werd
zijn inzending Ramses 941 tot kampioenram
en zijn inzending Nellie 3 tot kampioenooi
uitgeroepen.
Voornaamste uislagen:
Rubriek 1: Rammen van 2 jaar en ouder:
M. Jansen Rijssen; lh Michiel W. v.d. Veen
Markelo; lc Peter E. Krikkink Holten; lb
Binne Wed. J. H. Veerenhuis, Vriezenveen.
Rubriek 2: 1 jarige rammen: lc Hugo
5 A. Nijland Holten; ld Hugo 5 H. Kamp
Almelo 2b Keizer E. J. Leusman Enter;
2c Aart H. Hammink Almelo; 2d Aaldert
G. Gast Aadorp.
Rubriek 3b. Ramlammeren, geb. van 1
t.m. 5 maart; la 2036 M. Janssen Rijssen
lb 2561 B. Wassink Ambt Delden; lc 2041
M. Jansen Rijssen; 2b 2044 idem; 2c 2588
G. J. Wilmink Rijssen.
Rubriek 3c: idem geb 6 t.m. 12 maart;
la 2068 H. Kamp Almelo lb 2578 G Gast
Aadorp; lc 2071 H Kamp Almelo ld 2052
W. v.d. Veen Markelo; 2a 2580 G Gast Aa
dorp; 2b 2589 G. J Wilmink Rijssen.
Rubriek 3d idem geb na 13 maart: lb
2054 Wed F. T. v. Veen Markelo; 2a 2680
J. Schorfhaar Markelo 2b 2033 M. Jansen
Rijssen; 2c 2045 idem; 2d 2048 W. v.d.
Veen, Markelo.
Rubriek 4: Ooi met 2 ooilammeren: la
Jojo 8 Wed J. H. Veerenhuis, Vriezenveen
2 Dickie Pluimveebedrijf „Het Rotgerinck"
Ambt Delden.
Rubriek 5: 1%-jarige ooi met 1 ooilam;
la 4964 G Gast Aadorp 2a 4950 Jeugdboer-
derij „Beeklust" Almelo 2b 4953 J. H Ham
mink Almelo 2c 4962 B Oude Booijink,
Ambt Delden.
Rubriek 6: Ooilammeren, geb. voor 1 mrt
1962: lc 2070 H Kamp Almelo 2a 2753 B
Poorte Wierden; 2c 2756 E. Webbink Enter.
Rubriek 6b idem geb. van 1 t.m. 6 maart:
la 2037 M Jansen Rijssen lb 2587 G J Wil
mink Rijssen; lc 2567 A J Naafs A. Delden.
2a 2484 Jeugdboerderij „Beeklust" Almelo.
Rubriek 6c idem, geb 8 t.m. 18 maart:
6 afstammelingen van de kampioen ram,
Ramses 941, die de le prijs bij de afstamme
lingen groepen behaalde. Eigenaar de heer
M. Jansen, Rijssen.
la 2072 H Kamp Almelo lb 2483 B. Slag
huis Almelo 2c 2051 W. v.d. Veen Markelo.
Rubriek 6d idem, leb na 18 maart: 2b
2046 M. Jansen Rijssen 2c 2043 idem.
Rubriek 7a Ooien van 4 jaar en ouder:
la en kampioen Nellie 3 M. Jansen Rijssen
lb en reservekampioen 4119 G. Gast Aadorp
lc 4065 E. Krikkink Holten; 2a Jojo 6 Wed.
J. H. Veerenhuis Vriezenveen; 2b Hanneke
M. Jansen Rijssen, 2c Hillegonda idem.
Rubriek 7b: Ooier van 3 jaar: la Nellie
5 A. J. Naafs A. Delden, lb Thea 17
M Jansen Rijssen, 2c 4424 B. Slaghuis Al
melo 2d Thea 13 M. Jansen Rijssen 2e 4344
B. Slaghuis Almelo.
Rubriek 8a: 2-jarige ooien: (2 of meer
lammeren grootgebracht) la 4594 E. Krik
kink Holten lb 4612 B. Wassink A. Del
den lc Eeltje 2 W. v.d. Veen Markelo; 2
Siska 12 M. Jansen Rijssen.
Rubriek 8b: idem (Minder dan 2 lam
meren grootgebracht) la 4775 H. Kamp Al
melo; lb Henny 3 G. Zonneheld Nijverdal;
2b. Nellie 8M. Jansen Rijssen; 2c4848 B.
Poorte Wierden; 2d Hennie 2 G. Zonneheld
Nijverdal.
Rubriek 9a: 1-jarige ooien. geb. voor 4-3-
'61: lb 1271 B. Slaghuis Almelo lc 1588 Wed
J. H. Veerenhuis Vriezenveen, 2a 1587 idem
2b Nellie 11 M. Jansen Rijssen.
Rubriek 9bid em, geb van 4 t.m. 11 maart
'61 la Thea 23 M Jansen Rijssen lb Siska
13 idem, lc Hillegonda 3 idem, ld Thea 22
idem, le Thea 24 idem, la Thea 25 idem,
lb Hillegonda 4 idem.
Rubriek 9c: idem geb, na ll-3-'61: la Thea
21 M. Jansen Rijssen, lb Nellie 9 idem,., lc
Hanneke 3 idem, le Nellie 10 idem.
Rubriek 10 5 afstammelingen van 1 ram
(ouder 1 jaar): la Ramses M. Jansen Rijs
sen, lc Bime Wed. J. H. Veerenhuis Vrie
zenveen ld Abraham M. Jansen, Rijssen.
Rubriek 11 5 afstammelingen van 1 ram
(lammeren) lb Ramses M Jansen Rijssen;
lc Hugo 4 H. Kamp Almelo.
Rubriek 12a Groepen van 3 ooien met
minder dan 8 ooien: la Wed. J. H. Vee
renhuis, Vriezenveen, lb B. Slaghuis Almelo
2 B. Poorte Wierden.
Rubriek 12b Groepen van 4 ooien van be
drijven met 8 of meer ooien la M. Jansen
Rijssen.
RIJ SS F. N buiten de wallen
Mannes Bessem, geboren Rijssenaar en Vaar over en deze weer aan de Vrouwe van
iHf» Onctf»rhr>f 7.n nnthnon haren koetsii
huisbediende bij de drost was spoorloos ver
dwenen. Pleer Dieks de hordeloper was al
vroeg in Rijssen. De Fluit Jood, die een
grapper maker was liet Dieks heel Rijssen
doordraven. Maar niemand had de Bessem
gehoord of gezien. Ja toch! De Pinne uit
Eisen wist er een en ander van te vertel
len. Maar de Vrouwe van de Oosterhof
die door de Pinne al eens lelijk besjoegeld
was, liet dadelijk bekend maken dat de Pin
ne uit Eisen de grootste bedrieger was van
alle tijden.
De vrouwe van d Oosterhof had een koet
sier Slots Jan, die zij van de jonker van de
Stoevelaar gekregen had Omdat Slots Jan
met de jonker komende van Eversberg te
midden van de Rijssener Mors in de sloot
was gereden. De jonker van de Stoevelaar
en Slots Jan waren uit het rijtuig geslin
gerd en door Ruppertaan wal gehaald dus
door dezen gered.
De jonker had hem een goudgulden wil
len geven voor beloning. Ruppert had ge
zegd dat het heel mooi was van de jonker,
rr.aar hij, Ruppert, had de burgemeesters
van Rijssen beloofd nooit geen geld van an
deren aan te pakken en daar hield hij zich
aan. Het rijtuig lag nog half in de sloot
Hoe móet dat nou? Vroeg de heer van
de Stoevelaar kladderig en nat. En meteen
keek hij Slots Jan aan. De fles is nog heel
gebleven meneer! Riep Jan triomfantelijk.
En deze was nog helemaal vol. Een bol-
glaasje kwam meteen voor de dag. Ruppert
zag dat de jonker en de koetsier niet he
lemaal nuchter waren. En zij namen nog
meer. Er moet volk komen! Riep de jonker.
Wacht maar riep Ripoert. Hij nam de hoorn
van de schouder en blies drie keer met
korte tussenpozen drie lange stoten op de
hoorn. En een kwartier later daar kwamen
ze aan, de Rijssenaren bij tientallen. Zij
hadden de noodkreten van hun koeherder
gehoord, er was gevaar op de Mors.
Toen ze het rijtuig in de sloot zagen lig
gen, hielpen zij het met vereende krachten
op de weg. Bij de Bokking staat zo meteen
een ton bier voor jullie klaar! Jan rijden
maar. Jan liet de zweep knallen. De jonker
ging nat en wel onder zeil en de koetsier
hing van wege de goede traktatie op Evers-
berg scheef op de bok. Het blinde paard
sukkelde over de dijk. Ruppert had de dag
van zijn leven. Nog nooit had hij wijn ge
proefd. Maar nu zou het wezen. Flink sprak
hij de fles aan. De mannen van Rijssen
waren weer huistoe gegaan. En Ruppert
legde zich op de beid onder de berk. Zijn
hoofd zonk op de borst. Langzaam gleed hij
op zij. De hond had nu een dubbele taak.
Hij moest herder en vee beiden, in de ga
ten houden. De tijd verstreek en menig Rijs
senaar keek naar de kant van de Mors.
Het werd zo laat dat de Koestert van de
Haar op onderzoek uittoog, de scheper liet
liggen en vakkundig het vee naar Rijssen
dreef. Pas toen de koeien binnen waren,
konden de mannen er aan denken naar de
Bokking te gaan om de ton bier op te drin
ken van de jonker van de Stoevelaar. Twee
weken later kwam Stoevelaar op de Oos
terhof. De Vrouwe daar, zat zeer verlegen
om een goede koetsier, een vertrouwd ie
mand. Ook al omdat haar man vaak slag
moest leveren op alle slagvelden van Euro
pa. Nou, omdat de Vrouwe van de Ooster
hof zeer bevriend was met de Stoevelaar,
zou zij Slots Jan hebben. Dat kon vroeger,
men leende en ronselde in personeel of het
vee was. Dus Slots Jan kwam op de Oos
terhof. Dit alles was al weer jaren geleden.
Ook dat van het paard. De Pinne te El
sen kocht het blinde paard van de Stoe
velaar. Deed het aan een vreemde ronse-
de Oosterhof. Zij ontbood haren koetsier
Jan. En deze zag dadelijk wat er aan de
hand was en Jan vertelde er bij dat het
paard blind was en door de Pinne gekocht
was. Wat te gemenerikken! Riep de vrou
we woedend. Slots Jan beviel niet op de
Oosterhof. Hij dronk te veel. De heer van
de Oosterhof had vele relaties ook in de
hoogste kringen. In Friesland woonde een
boemelbaron een zekere Alexander von Bols-
ward. De man moest een vertrouwde knecht
hebben, een man die ook van een fikse
borrel hield. Men heeft er later niet van
weergehoord. Want op een avond reed Slots
Jan met de baron het water in. En ze zijn
geen van beiden ooit weer boven gekomen.
De drost kwam naar Rijssen om eens een
onderzoek in te stellen naar het doen en
laten van de Rijssenaren. Bij de Bokking,
moest pannekoek gebakken worden. Marietje
de dochter zou voor de drost pannekoek
bakken. Maar Marietje huilde. Zij was ha
ren Bessem kwijt, spoorloos en hij had haar
trouwen beloofd de gloeperd! En nu was
hij weg. De drost voelde zich op dat mo
ment niet U kker Hij had Mannes Bessem
naar de wikster gestuurd te Eisen. En nu
was de "dkster weg en de huisknecht er
bij. De drost vond dat de Goldvinke of Da
vid daar de hand in konden hebben. Maar
Marietje vertelde de drost ongezouten de
waarheid.
Zij vertelde de drost in het gezicht dat
zij hoopte dat de drost zich dood zou vreten
in de pannekoek. Dat was zijn verdiende
loon. Het was schande om een goede jon
gen als de Bessem naar dat slet van een
wikster te sturen. Z-"ht wat! Brulde de
drost of ik laat je geselen! Ga je gang
maar krijste Marietje. Mijn leven is toch
kapot. De drost had een groot gevolg en heer
Dieks was ook bij de hand. Dieks moest
met een brief naar Almelo. Er moest te
Rijssen gegeseld worden het was er hard
nodig. Dat vond de Vrouwe van de Oos
terhof ook. Er moest een voorbeeld gesteld
worden. Daar was ook de Pinne te ELSEN,
die moest het gat bont en blauw geslagen
worden. En de Goldvinke en David ook,
wauwelde de oude opperhuishoudster Sikken
eida er achter aan. Dieks rende naar Al
melo. De heer van de Heerlijkheid had van
alles. Een zware gevangenis een beul en
Gesel Gait. De laat-te was een beroepsge
selaar, die bij tijd en wijle, slecht luisterende
Almeloërs bont en blauw sloeg.
De heer van Almelo gaf zijn Geselaar nog
de goede raad mee, te Rijssen wel goed
uit te kijken, dat terwijl hij aan het ge
selen was, zij hem niet van achteren be
trokken. Want Rijssen was Almelo niet. In
de laatste stad lieten de mensen zich gewil
lig slaan, maar Rijssen was Almelo niet.
In Rijssen heerste grote opwinding. Te Ei
sen ook. Vooral toen drostendienaren de
Pinne ophaalden, ook deze moest er aan
geloven, omdat hij de vrouwe van Oosterhof
belazerd had. Ook had de drost van zijn
werkbaas vernomen welk bocht van haver
hem geleverd was. De werkbaas had de
zaak laten onderzoeken. En het bleek dat
de Goldvinke en David oplichters waren.-
En de drost commandeerde te Rijssen Ge
selen! De zaak werd uitgesteld tot de vol
gende dag; het werd te laat. De Foldvinke
en David werden in de toren te Rijssen
opgesloten. En de Pinne werd meegenomen
naar Delden. Hij had de hoogste vrouwe
van Rijssen belazerd en zou in de kerker
worden geworpen waar men ter dood ver
oordeeld In in opsloot. Weer daalde de nacht
over Rijssen.
De volgende morgen half acht was Ge
sel Gait uit Almelo present. Hij had
twee vaklui uit Almelo meegebracht. Die
zetten de geselpaal bij de Bokking voor de
deur. Half negen kwam de drost, want er
zou rechtdag gehouden worden binnen Rijs
sen. De drost zou na de zitting nog naar
Goor gaan om de paardendief Zevergraads
te laten arresteren. De dienaren moesten
nu de beklaagden halen. Eerst was Marietje
van de Bokking aan de beurt. Maar zij
was de vorige avond al weggelopen naar
een kennis op de Rijssener Borkeld. Daar
had zij de nacht door gebracht. De weg over
de Borkeld liep langs het huis van de nicht.
En toen zij des morgens in angst en vreze
de weg afkeek zag zij op enige afstand een
ezelskar naderen. Op de kar zat Mannes
Bessem helemaal van streek. De man was
zijn geheugen kwijt en zijn wikster ook. De
sloerie had hem een verdovende drank be
reid en die had de Bessem genuttigd. De
wikster ws daarna spoorloos verdwenen
allicht met een andere man, maar dat kon
de Bessem niet zeggen. Het was trouwens
de ezel geweest, die zijn oude landouwen
weer opzocht. Intussen gebeurde er te Rijs
sen iets wat goede gevolgen had voor velen
die nog wat te vereffenen hadden met de
drost. De drost werd beroerd, toen David
zou gegeseld worden. De beide knechten
hadden de broek van David al laten zakken
toen de drost voor mirakel viel. De drost
brulde of de Wikster nog leefde. David schoot
haastig weer in de broek en hield het op
Sara aan. De Goldvinke hing ook het ver
loop uit. En de lui van de Schild spreiden
haastig een bed. Onder de grote stadslinde
en de fiskaal en de landsschrijver de bode's
en anderen knielden neer bij hun meester.
Marietje op de Borkeld had haren Bessem
terug. Maar wat had ie -aan 'n vrijer die
zijn vernuft verloren had. Marietje keek eens
op de ezelskar. Daar lag nog een en ander
op. Ook nog de medicijnkist van de heks.
Daar moest bepaald een dringende reden
zijn geweest voor haar vlucht. Zorgvuldig
bekeek zij de potten en flessen. Een grote
pot daar stond heer droste op. Mannes zat
op een stoel. Zij hield hem alles voor. Om
half tien lukte het haar in zover, dat
hij haar vertellen kon dat hij niet wist
waar de wikster gebleven was. Zij nam
hem mee, het mocht dan gaan zoals het
wilde, naar Rijssen. Nog steeds lag de drost
onder de lindeboom op een bed. De Ploffe
een voerman uit Rijssen was met de kar
naar Goor gereden, waar men een zeer be
kwame dokter had. Maar de Goorse dokter
was niet thuis. Die was geroepen op de
Schulenborg bij Hellendoorn. De Ploffe kwam
terug. De drost was een weinig beter. Daar
kwam op een sukkeldrafje de ezelskar Rijs
sen binnen rijden met Marietje en de Bes
sem er op. Marietje nam op goed geluk
de fles waar heer droste op stond en gaf
de drost voorzichtig een lepel van het hek-
sénmedicijn. De hoogste man in Twenteland
kalmeerde.
De Ploffe werd nog even vastgehouden. Op
zeker moment riep de drost Volk van Rijs
sen ga heen in vrede en laat mijnen dienst
knecht tot mij komen. De burgemeesters
riepen Wolter Boglas hun secretaris. De
oudste burgemeester flusterde schrijf op wat
heer droste zegt. De Goldvinke en David
zouden ongestraft blijven en Marietje ook,
maar de Bessem, die had het verbruid. Hij
had de Wikster verslaterd, riep de drost.
De Bessem moest maar in Rijssen blijven.
Die wilde hij niet weer zien. David nam
zijn bedderiem en dankte God voor de goede
afloop. Daarna prakkezeerde hij, hoe hij op
de beste manier als prijsbreker kon optreden
tegen de Goldvinke. Tegen vijf uur in de
middag was het zover. De drost verzocht
dat men hem naar huis zou rijden. De Rijs
senaren brachten hem weg tot bij Rohaan
en dachten loop naar de duivel. De Ploffe
kreeg nog dikke onenigheid over de prijs
van het naar Goor rijden. En Marietje gaf
haren Bessem een dikke pakkert maar daar
na deinsde zij achter uit want Mannes rook
nog erg heksachtig. De schemering kwam,
dë nacht vmaakte zich andermaal meester
van Rijssen.
VAN COEVERDEN.
Met hongerige magen en zonder engage
ment staan de musici Pete, Max, Bill, Gus,
Eddie en Giorgio op straat. Max komt op
het idee, dat ze het best hun toevlucht kun
nen zoeken bij zijn oom Hermann, die aan
de Wörthersee een sportschool heeft.
Op weg daarheen maken ze kennis met
Suoi, Evi, Inez Sieglinde en Francis, die op
weg zijn naar een vakantiepensionaat, even
eens aan de Wörthersee. De jonge mensen
kunnen zo goed met elkaar opschieten, dat
ze besluiten elkaar spoedig weer te zien-.
In de sportschool bevalt het de jongelui
in het geheel niet, want oom Hermann
eist ijzeren discipline en laat hen door zijn
trainer, ten koste van veel transpiratie en
vermoeidheid, wat sportiviteit te land én te
water bijbrengen. Alleen bij de kokkin Edel-
traut vinden ze enig begrip voor hun klach
ten.
Intussen hebben de meisjes in het pensio
naat ontdekt, dat mevrouw von Hahn, de
directrice bijzonder streng is. Herenbezoek
is natuurlijk uit den boze.
Omdat zij d- meisjes persé willen opzoe
ken in het hol van de leeuw, verkleden de
jongens zich als „tantes en nichten".
Als mevrouw von Hahn er de volgende
dag achter komt, hoe ze bedrogen is, krij
gen de meisjes kamerarrest.
Ook de jongens worden door oom Her
mann op straat gezet, maar zij vinden al
spoedig een nieuw onderdak in café Seewin-
kel, waar zij tegen kost en inwoning dienst
doen als manusjes-van-alles.
Dankzij de hulp van de eigenares van
café Seewinkel keren a-1 spoedig de kansen
voor de jongens. Zij mogen spelen bij het
jubileum van het plaatselijk brandweerkorps.
Tijdens de feestelijkheden breekt er brand
uit, waarbij de te-nit van een klein reizend
dierencircus geheel afbrandt.
Ten bate van de eigenaar van deze tent
houden de jongens een liefdadigheidsvoor
stelling, die een groot succes wordt.
Even dreigt er een kink in de kabel te
komen als juist tijdens hun nummer van
„de dolle tantes" de meisjes vanhet pen
sionaat met de strenge mevrouw von Hahn
binnenkomen.
Maar oom Hermann, die er inmiddels van
overtuigd is, dat de jongens op hun manier
tooh wel hun mannetje kunnen staan, weet
haar het komische van de situatie te doen
inzien.
Op die manier redt hij de avond, de stem
ming én.... de jonge liefde.
Harald Berger, een ingenieur uit Europa
is op weg naar Eschnapur om aldaar in op
dracht van de Maharadja, tezamen met zijn
zwager, die architect is een groot gebouwen
complex te ontwerpen.
Berger's avonturen beginnen echter al, als
onderweg de woeste tijger van Eschnapur de
kleine karavaan aanva't en daarbij de beeld
schone tempeldanseres Seetha dreigt te ver
slinden. Dankzij Harald Berger's koelbloedi
ge optreden worden ongelukken voorkomen.
De teiger is door een brandende stok ver
jaagd, maar hij rust niet
Het is-begrijpelijk, dat Berger spoedig in
vlam raakt van de mysterieuze Seetha, die
van Europese afkomst blijkt te zijn, doch die
haar eig n ouders nooit gekend heeft. Zij is
opgevoed door Indiase priesters en zij is
voorbestemd voor de h-oogste eer van het
land: te dansen in de grote tempel van Esch
napur voor de Maharadja en zijn Hof. De
fabelachtige schoonheid van Eschnaput en
de sprookjesachtige rijkdom van het paleis
van de Maharadja verblinden Berger even
zeer als zijn liefde voor de begerenswaar
dige Seetha.
Berger komt daardoor in conflict me>t z'n
almachtige Oosterse opdrachtgever, die Seetha
naar Eschnapur heeft laten komen, omdat
ook hij door een brandende liefde voor haar
wordt verteerd. Een liefde, die nog toeneemt
wanneer Seetha haar grote tempeldans uit
voert
Maar ook de Maharadja heeft vijanden.
Want het hof van Eschnapur wenst géén
danseres op de troon!
En zo ontbrandt een dubbele strijd: tussen
de Maharadja en Berger en tussen de hoge
prinsen van Eschnapur en hun machtige
vorst, 'n Poging van de vijanden van de
Maharadja om Seetha met geweld te
ontvoeren mislukt Seetha wordt onder
gebracht in de vrouwenvertrekken van het
grote paleis.
Maar ook Berger's leven is ernstig in ge
vaar, wanneer hij in het geheim deze ver
trekken betreedt
Nadat Berger de gevangene van de Maha
radja is geweest en zich door een gevecht
op leven en dood met een tijger heeft weten
te redden, rest hem niet anders dan uit
Eschnapur te vluchten.
Het wordt een gevaarlijke en zeer avon
tuurlijke vlucht, want de danseres Seetha is
uit het paleis ontsnapt. Haar liefde voor Ber
ger wint het van haar angst voor de mach
tige Maharadja en haar verraderlijke ach
tervolgers. Zij volgt Berger op zijn weg door
de onheilspellende wildernis van Eschnapur.
Samen gaan zij een onzeker- toekomst te
gemoet
Inmiddels is Berger's zwager, Dr. Rhode
met zijn vrouw Irene in het paleis van de
Maharadja aangekomen. Zij zijn zeer ver
baasd Harald daar niet aan te treffen.
Rhode krijgt de opdracht een graftempel
te bouwen, een graftempel, die bestemd blijkt
te zijn voor de danseres Seetha.
Natuurlijk weigert hij. Maar de Maharad
ja bepaalt leven en dood in Eschnapur en
zo wordt Rhode gedwongen met het bouw
werk een aanvang te maken.
Uitgaande van het bestuur van de speel
tuinvereniging Irene te Rijssen werd zater
dagmiddag een puzzelrit per fiets georga
niseerd voor senioren en junioren. Aan de
start, die bij de speeltuin was, verschenen
78 deelnemers, die een mooie route moesten
volgen over de Berkeld, de Banis en het Hol
lands Schwarzwald, lengte ongeveer 16 km.
Allen waren, mede gezien het prachtige
weer, zeer voldaan over de door de bestuurs
leden uitgestippelde route, waarin tevens en
kele fopcontroles waren opgenomen.
De uitslagen waren als volgt: Senioren:
le A. Meulenibelt te Nijverdal 8 strpt (win
naar wisselbeker), 2e H. Zijlveld te Nijver
dal 10 strpt, 3e R. Ehrenhard, Rijssen, 30%
strpt, 4e R. Sprakel, Rijssen 30% strpt.
5e G. J. Buursink, Rijssen 33% strpt.
Afd. junioren: le H. Buursink 32% strpt
(winnaar wisselbeker), 2e Miny Flim 33 strpt
3e Janna Waanders 36 strpt, 4e Marietje
Flim 36 strpt, 5e J. Eertink 37 strpt.
De wnd- voorzitter de heer T. Br andriet
reikte na afloop in het clubgebouw de prij
zen aan de winnaars uit.
Aan het hof is inmiddels de strijd om de
macht ontbrand. Berger en Seetha zijn terug
gevonden. Berger wordt dood gewaand, doch
Seetha is al spoedig de gevangene van het
paleis.
Door list gelukt het echter Berger, die blijkt
te leven, in handen te krijgen en hij wordt
gekerkerd in de sinistere gewelven, die zich
onder de vertrekken van de Maharadja uit
strekken. Om zijn bedreigde leven te redden
besluit Seetha toch met de Indische vorst
te trouwen, ofschoon haar grote liefde de
ingenieur geldt.
Maar ook dit huwelijk blijkt een list te
zijn. Tijdens de plechtigheden van de vol
trekking worden de de danseres en de Ma
haradja door de troepen van diens re
bellerende broer gevangen genomen. Hun
lot lijkt bezegeld
Maar dan slaat de tegenpartij toe! Na
hevige paleisgevechten delven de opstande
lingen het onderspit. En ook de Maharadja
komt tot inkeer en beseft dat men de ware
liefde niet kan dwingen.
Wanneer dan ook Berger Eschnapur verlaat,
heeft hij Seetha aan zijn zijde. Voor altijd.