MOOI WEER IN RIJSSEN Dynamische expositie van het moderne Twente FILM NIEUWS Nieuw industrie gebied iu Zeeland I mar I 21 aug. t/m 1 sept. 1962 r,£-NIEUW-GU!NEA NIEUW-GUfNEA j m NJEÖW-GUINEA fV N F U W-GlJN E A% G.l. BLUES THE LAST BLITZKRIEG Vrijdag 13 juli 1962 WEEKBLAD VOOR RIJSSEN Pagina 5 Ya R i m i O: N WmF? x f JNMëT - -< ■Hpi mgSSstffc Ui wmÊm russen buiten de wallen Het was dat jaar buitengewoon mooi zo merweer. Dat was het de gróótste helft van juli al, en het zette zich in augustus voort. De Bokking voorspelde ook een mooie herfst. De heer van de Oosterhof was nog steeds bezig met het innemen van steden en dorpen. De oude Pörk-Gait Diene, die wat langzaam van begrip was, vroeg waar de jonker dat toch allemaal liet. Hij nam maar in. Zo had hij Coesfelt, Ham, Hanno ver e.a. ingenomen. Het bleek dat hij in het leger van de Hessen streed, soms ook voor de koning van Zweden. Als de heren» maar betaalden wilden, dan sloeg de heer van de Oosterhof flink van zich af. In Rijs- sen begon men hem als een held te be schouwen. Maar toen hij het vissen in de stadsbleek wilde verbieden en het vinken in de Brekeld toen kreeg hij heel het bur gerdom van Rijssen op de hals. De kinde ren werden groter. De oudste Jonker Berend, hij was pas vijftien jaar hield het met Rijssen. Arend Vijgh, de gouverneur had van zijn heer en meester vergunning gekregen om die smerige streken er maar uit te slaan. En Arend Vijgh mepte er flink op. En zo liep jonker Berend de schild op. Hij brulde en burgemeester Gape Jan zag de jonker. De Gapert die in de glorietijd steeds huisknecht was op de Bevervoorde, vroeg aan jonker Berend wat er gaande was. Dat het flink aangekomen was dat kon je zo zien, want de jongen hield beide handen voor de broek. Snotterend vertelde hij aan de Gapert dat Vijgh hem op de studeerkamer gruwelijk geslagen had, omdat hij Vijgh een pocher en snorker had genoemd. De Gapert com mandeerde ga mee! En jonker Berend liep mee. Naar het huis in de Oranjesstraat waar de Gapert woonde. Jenne! Comman deerde de Gapert kijk eens wat de jonker schort! En Jenne keek de jonker naar de billen. En zij riep haren Gapert. De jon ker was bont en blaiuw geslagen. Zoiets nam de Gapert niet. Hij keek naar het profiel van het gelaat. De jongen leek pre cies op zijn grootvader van Langen zaliger. Dat de Vrouwe van de Oosterhof niet wijzer was om het kind zo te laten slaan. De oude Saare was nu dood en dat was jammer, die had er zo doorgekaart. Het ergste was, dat de oude jonker zelf nog aan het neerslaan van vijanden was. Het was voor hem evengoed Sint Jaapik als voor de Rijssenaren. Zij de slijtige landlieden van Rijssen dankten en loofden God, voor de zegenrijke zomer. Met de Venneleu was dat anders, die hadden om het turfmaken hooglopende ruzie gekregen en waren el kaar op het vest gevlogen en het des avonds weer afgedronken bij de Bokking, die had geroepen, dat er maar één Rijssen was. In tussen ging de zonnezomer door. Heel an ders als in onze jachtige tijd. Men had te Rijssen de tijd, of nam er die tenminste af, om ook in het drukst van de tijd een uur of langer onder de lindeboom of op de schollenhaag te gaan zitten. En dan keek men kauwend op een strootje nar het wroe ten der varkens of naar het krabben der kippen, want roken buitenshuis was in de straten bij langdurige droogte verboden. Nog onlangs was het gebeurd in de Tabaksgaar- den, dat de oude Fluite onder het pijpro ken in brand was gevlogen. De oude Fluite was vierentachtig jaar en een beetje be verig. Siene de dienstbode had een emmer water over de oude baas gesmeten. En daar was de oude baas een week ziek van geweest. Dat koude water had hij niet kunnen hebben. Want na zijn geboorte, nu vierentachtig jaar geleden toen men hem afgewassen had, had hij nooit geen water weer gezien, ja toch, hij was op negenja rigen leeftijd in de bleekgradans gevallen, toen hij met andere jongens aan het vissen was. Maar nadien had hij altijd zorgvuldig gewaakt dat hij niet weer nat werd. Maar toch vond iedereen hem te Rijssen een hel dere kerel. De vrouwe van de Oosterhof was ook naar de oude Fluiten Bats komen informeren. Want er hing veel van af. Het toeval had gewild, dat vroeger een hessen kerel, die met zijn wagen door Rijssen kwam en er nog al goede zaken deed. Fluiten Bats had bezig gezien met een kip die ziek was. De koopman had aangeboden Bats mee te nemen en een veedokter van hem te maken. Nou de oude Fluiten Jan een arme turf graver met twaalf kinderen had aan de pruis gevraagd of ginds het eten goed was, dat was het! Maar het was een hele reis. De jonge Fluite zou in de buurt van de stad Hannover zijn kennis opdoen. En zo was de jonge Fluite uit Rijssen verdwenen. Een enkele keer hoorde men er van. Van de hessen kerel die twee keer per jaar te Rijssen kwam. En twee maal had de jonker van Oosterhof de jonge Fluite gezien. En nu was het in mei tien jaar geleden dat hij vertrokken was. En in het hooien kwam hij terug en juist op tijd, want het neuzenroet was onder de schapen uitgebro ken en dat was een gemene ziekte. De jonge Fluite sloeg aan het dokteren en het resul taat was verbluffend. Maar de dokterij was niet van dien aard, dat het een bestaan op leverde. Er moest bij geboerd worden. En zo had hij zijn hele leven geboerd, tot op den dag dat hij in brand vloog, o ja, laten wij er bij vertellen dat hij met Jenne van de Veerboer was getrouwd. En het zover had weten te brengen daf hij een eigen huis je kreeg. Maar tot aan zijn dood was zijn boterham gekocht. En nu was de vrouwe van de Oosterhof gekomen om te informe ren hoe het met Bats was. En Bats lag in het bed. Hij vertelde dat het koude wa ter hem meer schade had gedaan dan het vuur. Garritjen! Riep hij uit de bedstee, tegen de meid, geef miej, de bokse, ees an. En Garritjen kwam met de broek. Er was een gat in gebrand in de broekflap. En dit hield Bats de Vrouwe van de Oos- trehof onder de neus. De broek rook natuur lijk alles behalve fris. En de hoge bezoek ster greep haren zakdoek. Daar richtte de oude Fluite zich op, hij moest een kleine boodschap doen verklaarde hij en mevrouw kende ook wel wat, toen Bats het bed op sloeg, had de hoge Vrouwe plotseling geen tijd meer en haaste zich naar buiten, waar zij onder de lindeboom zeer hartelijk af scheid nam van de heggendokter van Rijssen. De zomer had alles rijp gestoofd. Kersen die waren er volop geweest. Zoveel zelfs dat de Vrouwe van de Oosterhof ze niet weg kon geven. Dat vond zij sneu. Maar ja, iedere Rijssenaar had in zijn achtertuin appel-peren- en pruimebomen. En van aller lei groenten die er toen voor handen waren. Teveel was er nooit, want een ieder deel de ga" mee aan de ander. De voorraad hooi was goed geborgen en de rogge was goed. Maar nu was de jood Poepzak terug gekomen. Men had hem te Diepenheim de bons gegeven en nu vroeg hij op burger gemoed te mogen zitten te Rijssen. Dat was zo, voorlopig kon hij geen burger worden van Rijssen. Dat moest een jaar en zes weken duren. Poepzak had zich niet behoor lijk gedragen. Hij had de fuik gelicht van de baron van Warmelo En de baron was zo razend geworden dat hij op Poepzak wilde schieten. In Diepenheim had men de Jood wel graag gehouden, maar dat fuiken lichten hoorde er niet bij. Dus daar was Da vid dan. De Rijssener jeugd begroette hem uitbundig. Maar de burgemeesters zaten er mee in de maag. De jonker van de Oos terhof had nu drie maanden vrij, het kon voorlopig ook wel lukken. Maar dit bete kende voor de vroedschap van Rijsisen, pot- "tenkijkerij. Want de heer van de Oosterhof was nu heer van alle drie heerlijkheden te Rijssen. Bernardine was weliswaar een ge boren Rijssense en leefde met het volk mee maar haar man poogde haar aan het ver stand te brengen dat het burgerdom van Rijssen er was om geregeerd te worden. En de roeping van de adel was om het leven en werken van het gewone volk in goede banen te leiden. Grote zorg baarde hem zijn vijftien-jarige strampharige zoon. Die net als wijlen zijn grootvader Berend van Langen knikkerde bikkelde en haasje over deed met de straat jongens van Rijssen, En daar de grootste lol aan had. Jannes Saare vroeg de jonge jonker eens gekscherend, of dat wel te pas kwam, dat de jonker speelde met de zonen van de veenpoeten en de steenbakkers. Loop nou gauw door! Riep de jonker en sloeg zich even later met de evenoude Evert Saare uit de Bouwstraat. Jannes keek er naar met de duimen achter het vest. Maar toen de jongens in hun worsteling aan de grond kwamen en Evert Saare toevallig met zijn rug in een plas gier kwam, was het gauw uit. Moeder Saare gaf haar veelbelovende spruit een schop voor de broek en de jonker een oorvijg die klonk als een klok. Een kwartier later stormden beiden naar het Schild. Zij wilden zien dat Poepzak arri veerde met Sara op de ezelskar. De bur gemeesters hadden geen direct onderdak voor de jood. Wij wel! Schreeuwde jonker Berend. In het bakhuis van de Bevervoorde. Dit was nog niet zo"n gekke oplossing. Men kwam bijeen in de herberg van de Bokking. Daar zat veel volk en daar kwam ook Arend Vijgh binnen de gouverneur van de Oosterhof. Hij moest de oudste jonker halen. Hij vertelde meteen dat de baron verdriet had van zijn oudste. De jonker verboerde gans en al. De Gapert vertelde, dat het kind geen leven had. De Gapert had het zelf gezien, dat de billen van de jonker helemaal rauw waren, Giwwe Jantjeneen imker, wilde de Vijgh op de bast. De gas- terd moest aan het mes geregen worden. Want de oudste jonker, was een jongen naar Rijssener trant. De Bokking was bang dat er ongelukken zouden gebeuren. Want Giwwe Jantjen zwaaide onheilspellend met het mes. Als je toch wat wil, Jonas hem dan! Een gejuich ging in de herberg op. De notabelen verzetten zich tegen het plan. Maar er was geen houden meer aan en spoedig kon men Arend Vijgh huizen ver horen schreeuwen. Vier mannen hielden Vijgh vast bij armen en benen een goede halve meter van de grond. En vier anderen sloe gen hem om beurten met de harde vuist voor zijn achterwerk. De jonker Berend en zijn maats holden de straat op en schreeuwden dat Vijgh ge jonast werd. Giwwe Jantjen sloeg zelfs met de klomp. Er kwam beweging in de straten De gezeten burger kroop van de schollen hoop onder de lindeboom om te zien wat er gaande was en vooral vele nieuwsgierige vrouwen draafden naar de Schild. Toen het feest nog in volle gang was verscheen daar in alle macht en majesteit de heer van de Oosterhof. Veel veldslagen en belegeringen had hij meegemaakt. Maar wat hij hier aanschouwde deed hem toch de haren te berge rijzen- Hou op! Bulderde hij. Eve nog meneer! Brulde Giwwe Jantje. En meteen sloeg hij de klomp aan tweeën voor de bibs van Arend Vijgh. De kolonel overzag het strijd toneel. Hij trok zijn degen en sloeg in het wilde van zich af. O God! Miene Tapkaste! Schreeuwde de Bokking. Maar het was al te laat. Mijn heer had in trift twee kannen met kost baren drank stuk geslagen. Iedereen vluchte de herberg uit de straat op. Alleen Giwwe Jantjen niet. Hij nam de'nog hele klomp en smeet naar de jonker. De klomp ging de jonker voorbij maar door de ruiten tussen het volk op straat. Van Coeverden. Zoals Parijs zijn Eiffeltoren overhield van de wereldtentoonstelling in 1889, Brussel op gelijke manier aan het Atomium kwam en Seattle zijn ruimtenaald zal houden, zo blijft ook van de „3 X A" in de toekomst een permanente herinnering over, waar de ge meente Enschede anders nog lang op had moeten wachten. Dat is dan de toekomsti ge sporthal, die nu als het paviljoen „Hon derd jaar activiteiten" van 21 augustus tot en met 1 september op het Volkspark de ontwikkeling gaat tonen, welke Twente tot het derde industriegewest van Nederland maakte, een belangrijke pijler van ons eco nomisch leven en in veel opzichten een te genwicht voor de overvolle Randstad Hol land. Wat daar in die zeer fraaie en doelmatige hal (ook in de toekomst tevens voor tentoon stellingen te gebruiken) te zien zal zijn, is woensdag op een persbijeenkomst onder lei ding van mr. H. M. van der Zanden bekend gemaakt. Mr. van der Zanden is voorzitter van het comité uit de burgerij, dat de in richting van de hal voorbereidt. Het gaat bij de „3 x A" om „toen, thans en toekomst" van Twente en zijn buren. Een blik in de toekomst wordt ons gegund in de hier op verkleinde schaal al gerealiseerde plannen voor de E8-snelweg, de waterver binding met Duitsland en de gebouwen van de Technische Hogeschool Twente, die tussen het groen van het fraaie park wordt nage bouwd als een maquette van uitzonderlijk formaat. Aan het „toen" herinnert in de eerste plaats de Cockerillstoommachine uit 1830, de eerste in Twente, die in voortreffelijke sa menwerking van een tiental Twentse ma chinefabrieken en technische scholen gerecon strueerd kon wiorden aan de hand van de oude tekeningen. De machine zal worden bediend door een machinist in de kieiding anno 1830 en zal weer draaien als voorheen! Een moderne elektrische trafo vormt er een scherp contrast mee. Dit is een van de vele momenten in de tentoonstelling, waarbij de bezoeker zich bewust wordt van de enorme sprong voorwaarts, die wij binnen het be stek van een eeuw op veel gebieden ge maakt hebben. Wiegen en kostuums uit de meest uiteenlo pende cultuurgebieden onderstrepen op unie ke manier de contacten van Twente met vrijwel de gehele aardbol; contacten zowel bij de inkoop van grondstoffen in alle delen van de wereld, ais wat de levering van ver edelde Twentse produkten naar de verste uithoeken aangaat. Er komen wiegen uit vele landen van Europa, uit Noord-Japan, uit Thailand, uit Noord- en Zuid-Amerika en eveneens enkele antieke wiegen uit ons eigen landje. Dan wordt de blik weer naar het verleden getrokken. Enkele tot in de kleinste details verantwoorde vertrekken, zowel van de no tabele ingezetene als van de gewone bur ger, laten zien, hoe de Enschedeër van 1862 - het jaar van de grote stadsbrand, die het begin van de moderne ontwikkeling mar keert - leefde. De huisduif in zijn kooitje ontbreekt zelfs niet. Het dier gaat drukke dagen tegemoet, want hoe meer bezoekers, hoe vaker het zich laat horen. Uit de oude tijd is ook het beeld, dat het antieke schooltje oproept, waar de meester zijn gezag met plak en roede handhaaft. Wat dit betreft zijn de tijden wel radikaal veranderd: kreeg een kind voorheen vooral veel straf (de roede), tegenwoordig krijgt het zo veel mogelijk aandacht. Moderne les lokalen geven een beeld van het hoge peil van het huidige onderwijs. Een bijzonder levendig beeld, want in deze afdeling gaan gedurende de tentoonstelling op de gewone tijden een aantal kinderen gewoon naar school. Kinderen uit de hoogste klassen met hun eigen onderwijzers, afwisselnd van zoveel mogelijk scholen, zowel van het openbaar als van het bijzonder onderwijs. En na schooltijd zijn deze lokaaltjes ook maar zel den leeg, want net als dat in de echter school gebeurt, worden ze dan benut voor het bui tenschoolse werk: de muziek- en handenar- beidlessen van Volksmuziekschool en School voor Scheppende Handen. Ook kleuetrklassen (weer van het gehele onderwijs) zijn dage lijks in de hal in de weer en bieden tevens gelegenheid om de bezoeker iets te tonen van de opleidingen tot kleuterleidster. Het vor mingswerk voor de rijpere jeugd in de be drijven is niet vergeten. Alles is volop „in bedrijf". Oud-leerlingen en docenten van de A.K.I. laten zien hoe intensief het kunstle ven geworden is sedert Enschede zijn kunst nijverheidsschool kreeg. UU RAX CiMMUSiS HOJ.THUKS fANU! 1RUS VERSICOSURiLYiR Z MACROBRACHfUM E A R i A 8 K Op 17 september a.s. zal de postadministratie van Nederlands Nieuw Guinea deze serie van vier bijzondere postzegels, een zgn. schaaldier ens ene, uitgeven met een toe slag ten bate van de sociale zorg daar te lande. De ontwerper van de serie is de heer P. W'etselaar m Bennebroek. De kleuren zijn: voor de zegel van 5 -j- 5 cent: groen, rood, bruin en geel; voor die van 10 -j- 5 cent: geel, blauw, lichtblauw en zwart; voor de zegel van 25 -f- 10 cent: geel, rood, blauw en zwart en voor die van 30 10 cent. geel, blauw, rood en zwart. WOENSDAG de film Drie militairen, Tulsa, Cooky en Rick, van een Amerikaanse tank-afdeling hebben tijdens hun diensttijd in West Duitsland een jazz-combo gevormd, waarmee zij hier en daar optreden. Zij hopen op die manier ge noeg geld te kunnen verdienen om straks bij hun terugkeer in het burgerleven een nachtclub in Amerika te kunnen openen. Een van de andere G. I.'s, Dynamite, een echte „lady-killer", sluif een wedden schap met een aantal andere militairen af, dat het hem zal gelukken een afspraakje te maken met Lili en dat hij haar zelfs zo ver zal krijgen, dat zij hem bij haar thuis uitnodigt. Lili is een temperamentvolle danseres in het beroemde „Café Europa" in Frankfurt, die, zoals een van de solda ten het uitdrukt „van buiten gloeiend, maar van binnen een ijsberg is". Zij houdt zich altijd zeer op een afstand en tot nu toe is het niemand gelukt haar te benaderen. Helaas wordt Dynamite echter plotseling naar Alaska overgeplaatst en wordt Tulsa gechar terd om zijn plaats in te nemen. In zijn oprechte bedoelingen zijn vrien den te helpen - èn zijn deel van de wed denschap te winnen - legt Tulsa zoveel vuur in zijn pogingen, dat hij méér doet dan zijn „plicht"; hij wordt verliefd op Lili. Lily mag hem ook wel en vindt, dat hij een gunstige uitzondering vormt op de rest van zijn dienstmakkers Lili bemerkt ech ter niet, dat zij beiden voortdurend gevolgd worden door Tulsa's vrienden, die erop moe ten doezien, dat de voorwaarden van de weddenschap nagekomen worden. Lili nodigt hem inderdaad bij zich thuis uit, doch Tulsa wil van de omstandigheden geen misbruik maken en zegt haar, dat het beter is elkaar maar niet meer te ontmoe ten. Een van Tulsa's vrienden, Rick, die met een Duits meisje getrouwd is, vraagt hem die avond op hun baby .te willen passen. De baby huilt echter erbarmelijk, Tulsa laat de fles met melk vallen, en in uiterste nood belt hij Lili, die hem zegt mèt de baby naar haar toe te komen. En zo, onder zeer onschuldige omstandig heden, brengt Tulsa een groot deel van de nacht in Lili's apartement door. Zijn vrien den echter, die in het cafeetje aan de over kant op wacht zitten, denken, dat hij de weddenschap is nagekomen. VRIJDAG en ZATERDAG de film Het is 1944. Zijn ware naam is Von Kro ner, maar voor zijn kameraden in het Duit se kamp voor Amerikaanse krijgsgevange nen is hij sergeant Richardson (VAN JOHN SON). Hij is de zoon van een Duits gene raal en is op zijn vader even trots als op zijn vaderland. Hij is echter jaren in Amerika geweest en spreekt daardoor Amerikaans-Engels zon der accent. Daarom is hij door de Duitse legerleiding aangewezen voor spionagedienst in het gevangenkamp. Hij krijgt daarbij te kampen met een op komende sympathie voor enkele Amerika nen zoals Ludwig (DICK YORK) en Ennis (LARRY STORCH), maar hij doet zijn werk en is mede-verantwoordelijk voor een slach ting als een aantal gevangenen probeert te ontsnappen door een tunnel. Intussen is hij echter bij het Ardennen offensief ingeschakeld. Na een opleiding on der kolonel Von Ruppel (HAN BENTZ VAN DEN BERG) krijgt hij opdracht met enke le andere Engels-sprekende soldaten in Ame rikaans uniform zich in de geallieerde li nies te dringen. Zijn rechterhand is Wilitz, een jonge ferven te Na-zi (KERWIN MATHEWS); zijn chauf feur is Hoffner (TON VAN DUINHOVEN) Het offensief verrast de Amerikanen en tijdens de eerste verwarring gelukt het Von Kroners groep de opdracht uit te voeren. Terwijl zij doorgaan voor soldaten van de uit elkaar geslagen 106e Divisie, plegen zij sabotagedaden, spioneren, en schieten niets vermoedende geallieerde soldaten neer. Dan ontmoet „Richardson" plotseling Lud wig en. Ennis, de enige twee overlevenden van de rampzalige vlucht door de tunnel. Even vreest hij ontmaskering, maar beiden denken dat hij door een wonder ontsnapt is en zijn blij hem terug te zien. Ludwig, een Amerikaan van Duitse afkomst, vat la ter achterdocht op als Willitz een platte Amerikaanse uitdrukking niet blijkt te ken nen. Het onderdeel, waarbij „Richardson" en Wilitz geplaatst zijn, krijgt de opdracht een belangrijk kruispunt te veroveren. Er worden Duitsers gevangen genomen en „Richardson" krijgt bevel hen achter de linies te brengen. Onderweg geeft hij hun gelegenheid te vluchten, maar zij weigeren omdat naar hun idee de oorlog voor Duits land verloren is. Ludwig steld Richardsons groepje op de proef door hen apart vooruit te zenden en hen dan plotseling in het Duits toe te roe pen dat zij omsingeld zijn. Zij vallen prompt door de mand en wor den in een kort gevecht onschadelijk ge maakt. Richardson wordt levend gegrepen en het verwart hem, dat Ludwig hem on danks zijn verraderlijke rol zo correct behan delt. Even later raken de Amerikanen in het nauw en moeten zich aan een sterke Duit se groep overgeven. Tot Von Kroners ontzet ting beginnen de Duitsers hun gevangenen neer te schieten. Hij grijpt een machinepis tool en maait op zijn beurt de Duitsers neer. De Amerikanen weten zich te herstellen en krijgen weer de overhand. Dodelijk gewond roept Von Kroner zijn landgenoten toe, dat zij voor waanideeën gevochten hebben en bezweert hen nooit meer „Heil" te roepen. De uitvoering van dé werken in het Zuidsloe, het nieuwe industriege bied van Zeeland, waar de N.V. Kon. Maatschap pij „De Schelde" reeds bezig is met de bouw van een reparatiewerf, is in 'n belangrijk stadium gekomen. Gisteren is men begonnen met 't sluiten van de ruim twee kilo meter lange afsluitdijk, waardoor een gebied van 160 hectare wordt inge polderd. Op de luchtfoto de situatie van woensdag gezien van boven de Westerschelde. (Luchtfoto ANP)

Erfgoed Rijssen-Holten

Weekblad voor Rijssen | 1962 | | pagina 5