MOOI WEER IN RIJSSEN
Dynamische expositie van
het moderne Twente
FILM NIEUWS
Nieuw
industrie
gebied iu
Zeeland
I mar
I
21 aug. t/m 1 sept. 1962
r,£-NIEUW-GU!NEA
NIEUW-GUfNEA
j m
NJEÖW-GUINEA
fV N F U W-GlJN E A%
G.l. BLUES
THE LAST BLITZKRIEG
Vrijdag 13 juli 1962
WEEKBLAD VOOR RIJSSEN
Pagina 5
Ya R i
m i
O:
N
WmF? x
f JNMëT -
-<
■Hpi
mgSSstffc
Ui wmÊm
russen buiten de wallen
Het was dat jaar buitengewoon mooi zo
merweer. Dat was het de gróótste helft
van juli al, en het zette zich in augustus
voort. De Bokking voorspelde ook een mooie
herfst. De heer van de Oosterhof was nog
steeds bezig met het innemen van steden
en dorpen. De oude Pörk-Gait Diene, die
wat langzaam van begrip was, vroeg waar
de jonker dat toch allemaal liet. Hij nam
maar in. Zo had hij Coesfelt, Ham, Hanno
ver e.a. ingenomen. Het bleek dat hij in
het leger van de Hessen streed, soms ook
voor de koning van Zweden. Als de heren»
maar betaalden wilden, dan sloeg de heer
van de Oosterhof flink van zich af. In Rijs-
sen begon men hem als een held te be
schouwen. Maar toen hij het vissen in de
stadsbleek wilde verbieden en het vinken
in de Brekeld toen kreeg hij heel het bur
gerdom van Rijssen op de hals. De kinde
ren werden groter.
De oudste Jonker Berend, hij was pas
vijftien jaar hield het met Rijssen. Arend
Vijgh, de gouverneur had van zijn heer
en meester vergunning gekregen om die
smerige streken er maar uit te slaan. En
Arend Vijgh mepte er flink op. En zo liep
jonker Berend de schild op. Hij brulde en
burgemeester Gape Jan zag de jonker. De
Gapert die in de glorietijd steeds huisknecht
was op de Bevervoorde, vroeg aan jonker
Berend wat er gaande was. Dat het flink
aangekomen was dat kon je zo zien, want
de jongen hield beide handen voor de broek.
Snotterend vertelde hij aan de Gapert dat
Vijgh hem op de studeerkamer gruwelijk
geslagen had, omdat hij Vijgh een pocher
en snorker had genoemd. De Gapert com
mandeerde ga mee! En jonker Berend liep
mee. Naar het huis in de Oranjesstraat
waar de Gapert woonde. Jenne! Comman
deerde de Gapert kijk eens wat de jonker
schort! En Jenne keek de jonker naar de
billen. En zij riep haren Gapert. De jon
ker was bont en blaiuw geslagen. Zoiets
nam de Gapert niet. Hij keek naar het
profiel van het gelaat. De jongen leek pre
cies op zijn grootvader van Langen zaliger.
Dat de Vrouwe van de Oosterhof niet wijzer
was om het kind zo te laten slaan. De oude
Saare was nu dood en dat was jammer, die
had er zo doorgekaart.
Het ergste was, dat de oude jonker zelf
nog aan het neerslaan van vijanden was.
Het was voor hem evengoed Sint Jaapik als
voor de Rijssenaren. Zij de slijtige landlieden
van Rijssen dankten en loofden God, voor
de zegenrijke zomer. Met de Venneleu was
dat anders, die hadden om het turfmaken
hooglopende ruzie gekregen en waren el
kaar op het vest gevlogen en het des avonds
weer afgedronken bij de Bokking, die had
geroepen, dat er maar één Rijssen was. In
tussen ging de zonnezomer door. Heel an
ders als in onze jachtige tijd. Men had te
Rijssen de tijd, of nam er die tenminste af,
om ook in het drukst van de tijd een uur
of langer onder de lindeboom of op de
schollenhaag te gaan zitten. En dan keek
men kauwend op een strootje nar het wroe
ten der varkens of naar het krabben der
kippen, want roken buitenshuis was in de
straten bij langdurige droogte verboden. Nog
onlangs was het gebeurd in de Tabaksgaar-
den, dat de oude Fluite onder het pijpro
ken in brand was gevlogen. De oude Fluite
was vierentachtig jaar en een beetje be
verig. Siene de dienstbode had een emmer
water over de oude baas gesmeten.
En daar was de oude baas een week ziek
van geweest. Dat koude water had hij niet
kunnen hebben. Want na zijn geboorte, nu
vierentachtig jaar geleden toen men hem
afgewassen had, had hij nooit geen water
weer gezien, ja toch, hij was op negenja
rigen leeftijd in de bleekgradans gevallen,
toen hij met andere jongens aan het vissen
was. Maar nadien had hij altijd zorgvuldig
gewaakt dat hij niet weer nat werd. Maar
toch vond iedereen hem te Rijssen een hel
dere kerel. De vrouwe van de Oosterhof
was ook naar de oude Fluiten Bats komen
informeren. Want er hing veel van af. Het
toeval had gewild, dat vroeger een hessen
kerel, die met zijn wagen door Rijssen kwam
en er nog al goede zaken deed. Fluiten Bats
had bezig gezien met een kip die ziek was.
De koopman had aangeboden Bats mee te
nemen en een veedokter van hem te maken.
Nou de oude Fluiten Jan een arme turf
graver met twaalf kinderen had aan de
pruis gevraagd of ginds het eten goed was,
dat was het! Maar het was een hele reis.
De jonge Fluite zou in de buurt van de
stad Hannover zijn kennis opdoen. En zo
was de jonge Fluite uit Rijssen verdwenen.
Een enkele keer hoorde men er van. Van
de hessen kerel die twee keer per jaar te
Rijssen kwam. En twee maal had de jonker
van Oosterhof de jonge Fluite gezien. En
nu was het in mei tien jaar geleden dat
hij vertrokken was. En in het hooien
kwam hij terug en juist op tijd, want het
neuzenroet was onder de schapen uitgebro
ken en dat was een gemene ziekte. De jonge
Fluite sloeg aan het dokteren en het resul
taat was verbluffend. Maar de dokterij was
niet van dien aard, dat het een bestaan op
leverde. Er moest bij geboerd worden. En
zo had hij zijn hele leven geboerd, tot op
den dag dat hij in brand vloog, o ja, laten
wij er bij vertellen dat hij met Jenne van
de Veerboer was getrouwd. En het zover
had weten te brengen daf hij een eigen huis
je kreeg. Maar tot aan zijn dood was zijn
boterham gekocht. En nu was de vrouwe
van de Oosterhof gekomen om te informe
ren hoe het met Bats was. En Bats lag
in het bed. Hij vertelde dat het koude wa
ter hem meer schade had gedaan dan het
vuur. Garritjen! Riep hij uit de bedstee,
tegen de meid, geef miej, de bokse, ees
an. En Garritjen kwam met de broek. Er
was een gat in gebrand in de broekflap.
En dit hield Bats de Vrouwe van de Oos-
trehof onder de neus. De broek rook natuur
lijk alles behalve fris. En de hoge bezoek
ster greep haren zakdoek. Daar richtte de
oude Fluite zich op, hij moest een kleine
boodschap doen verklaarde hij en mevrouw
kende ook wel wat, toen Bats het bed op
sloeg, had de hoge Vrouwe plotseling geen
tijd meer en haaste zich naar buiten, waar
zij onder de lindeboom zeer hartelijk af
scheid nam van de heggendokter van Rijssen.
De zomer had alles rijp gestoofd. Kersen
die waren er volop geweest. Zoveel zelfs
dat de Vrouwe van de Oosterhof ze niet
weg kon geven. Dat vond zij sneu. Maar
ja, iedere Rijssenaar had in zijn achtertuin
appel-peren- en pruimebomen. En van aller
lei groenten die er toen voor handen waren.
Teveel was er nooit, want een ieder deel
de ga" mee aan de ander. De voorraad
hooi was goed geborgen en de rogge was
goed. Maar nu was de jood Poepzak terug
gekomen. Men had hem te Diepenheim de
bons gegeven en nu vroeg hij op burger
gemoed te mogen zitten te Rijssen. Dat was
zo, voorlopig kon hij geen burger worden
van Rijssen. Dat moest een jaar en zes
weken duren. Poepzak had zich niet behoor
lijk gedragen. Hij had de fuik gelicht van
de baron van Warmelo En de baron was
zo razend geworden dat hij op Poepzak
wilde schieten. In Diepenheim had men de
Jood wel graag gehouden, maar dat fuiken
lichten hoorde er niet bij. Dus daar was Da
vid dan. De Rijssener jeugd begroette hem
uitbundig. Maar de burgemeesters zaten er
mee in de maag. De jonker van de Oos
terhof had nu drie maanden vrij, het kon
voorlopig ook wel lukken. Maar dit bete
kende voor de vroedschap van Rijsisen, pot-
"tenkijkerij. Want de heer van de Oosterhof
was nu heer van alle drie heerlijkheden te
Rijssen. Bernardine was weliswaar een ge
boren Rijssense en leefde met het volk mee
maar haar man poogde haar aan het ver
stand te brengen dat het burgerdom van
Rijssen er was om geregeerd te worden.
En de roeping van de adel was om het
leven en werken van het gewone volk in
goede banen te leiden.
Grote zorg baarde hem zijn vijftien-jarige
strampharige zoon. Die net als wijlen zijn
grootvader Berend van Langen knikkerde
bikkelde en haasje over deed met de straat
jongens van Rijssen, En daar de grootste
lol aan had. Jannes Saare vroeg de jonge
jonker eens gekscherend, of dat wel te pas
kwam, dat de jonker speelde met de zonen
van de veenpoeten en de steenbakkers. Loop
nou gauw door! Riep de jonker en sloeg zich
even later met de evenoude Evert Saare
uit de Bouwstraat. Jannes keek er naar
met de duimen achter het vest. Maar toen
de jongens in hun worsteling aan de grond
kwamen en Evert Saare toevallig met zijn
rug in een plas gier kwam, was het gauw
uit. Moeder Saare gaf haar veelbelovende
spruit een schop voor de broek en de jonker
een oorvijg die klonk als een klok. Een
kwartier later stormden beiden naar het
Schild. Zij wilden zien dat Poepzak arri
veerde met Sara op de ezelskar. De bur
gemeesters hadden geen direct onderdak
voor de jood. Wij wel! Schreeuwde jonker
Berend. In het bakhuis van de Bevervoorde.
Dit was nog niet zo"n gekke oplossing.
Men kwam bijeen in de herberg van de
Bokking. Daar zat veel volk en daar kwam
ook Arend Vijgh binnen de gouverneur van
de Oosterhof. Hij moest de oudste jonker
halen. Hij vertelde meteen dat de baron
verdriet had van zijn oudste. De jonker
verboerde gans en al. De Gapert vertelde,
dat het kind geen leven had. De Gapert had
het zelf gezien, dat de billen van de jonker
helemaal rauw waren, Giwwe Jantjeneen
imker, wilde de Vijgh op de bast. De gas-
terd moest aan het mes geregen worden.
Want de oudste jonker, was een jongen
naar Rijssener trant. De Bokking was bang
dat er ongelukken zouden gebeuren. Want
Giwwe Jantjen zwaaide onheilspellend met
het mes. Als je toch wat wil, Jonas hem
dan! Een gejuich ging in de herberg op.
De notabelen verzetten zich tegen het plan.
Maar er was geen houden meer aan en
spoedig kon men Arend Vijgh huizen ver
horen schreeuwen. Vier mannen hielden Vijgh
vast bij armen en benen een goede halve
meter van de grond. En vier anderen sloe
gen hem om beurten met de harde vuist
voor zijn achterwerk.
De jonker Berend en zijn maats holden
de straat op en schreeuwden dat Vijgh ge
jonast werd. Giwwe Jantjen sloeg zelfs met
de klomp. Er kwam beweging in de straten
De gezeten burger kroop van de schollen
hoop onder de lindeboom om te zien wat er
gaande was en vooral vele nieuwsgierige
vrouwen draafden naar de Schild. Toen het
feest nog in volle gang was verscheen daar
in alle macht en majesteit de heer van de
Oosterhof. Veel veldslagen en belegeringen
had hij meegemaakt. Maar wat hij hier
aanschouwde deed hem toch de haren te
berge rijzen- Hou op! Bulderde hij. Eve
nog meneer! Brulde Giwwe Jantje.
En meteen sloeg hij de klomp aan
tweeën voor de bibs van Arend Vijgh. De
kolonel overzag het strijd toneel. Hij trok
zijn degen en sloeg in het wilde van zich
af. O God! Miene Tapkaste! Schreeuwde de
Bokking. Maar het was al te laat. Mijn
heer had in trift twee kannen met kost
baren drank stuk geslagen. Iedereen vluchte
de herberg uit de straat op. Alleen Giwwe
Jantjen niet. Hij nam de'nog hele klomp en
smeet naar de jonker. De klomp ging de
jonker voorbij maar door de ruiten tussen
het volk op straat.
Van Coeverden.
Zoals Parijs zijn Eiffeltoren overhield van
de wereldtentoonstelling in 1889, Brussel op
gelijke manier aan het Atomium kwam en
Seattle zijn ruimtenaald zal houden, zo blijft
ook van de „3 X A" in de toekomst een
permanente herinnering over, waar de ge
meente Enschede anders nog lang op had
moeten wachten. Dat is dan de toekomsti
ge sporthal, die nu als het paviljoen „Hon
derd jaar activiteiten" van 21 augustus tot
en met 1 september op het Volkspark de
ontwikkeling gaat tonen, welke Twente tot
het derde industriegewest van Nederland
maakte, een belangrijke pijler van ons eco
nomisch leven en in veel opzichten een te
genwicht voor de overvolle Randstad Hol
land.
Wat daar in die zeer fraaie en doelmatige
hal (ook in de toekomst tevens voor tentoon
stellingen te gebruiken) te zien zal zijn, is
woensdag op een persbijeenkomst onder lei
ding van mr. H. M. van der Zanden bekend
gemaakt. Mr. van der Zanden is voorzitter
van het comité uit de burgerij, dat de in
richting van de hal voorbereidt.
Het gaat bij de „3 x A" om „toen, thans
en toekomst" van Twente en zijn buren. Een
blik in de toekomst wordt ons gegund in de
hier op verkleinde schaal al gerealiseerde
plannen voor de E8-snelweg, de waterver
binding met Duitsland en de gebouwen van
de Technische Hogeschool Twente, die tussen
het groen van het fraaie park wordt nage
bouwd als een maquette van uitzonderlijk
formaat.
Aan het „toen" herinnert in de eerste
plaats de Cockerillstoommachine uit 1830, de
eerste in Twente, die in voortreffelijke sa
menwerking van een tiental Twentse ma
chinefabrieken en technische scholen gerecon
strueerd kon wiorden aan de hand van de
oude tekeningen. De machine zal worden
bediend door een machinist in de kieiding
anno 1830 en zal weer draaien als voorheen!
Een moderne elektrische trafo vormt er een
scherp contrast mee. Dit is een van de vele
momenten in de tentoonstelling, waarbij de
bezoeker zich bewust wordt van de enorme
sprong voorwaarts, die wij binnen het be
stek van een eeuw op veel gebieden ge
maakt hebben.
Wiegen en kostuums uit de meest uiteenlo
pende cultuurgebieden onderstrepen op unie
ke manier de contacten van Twente met
vrijwel de gehele aardbol; contacten zowel
bij de inkoop van grondstoffen in alle delen
van de wereld, ais wat de levering van ver
edelde Twentse produkten naar de verste
uithoeken aangaat. Er komen wiegen uit
vele landen van Europa, uit Noord-Japan, uit
Thailand, uit Noord- en Zuid-Amerika en
eveneens enkele antieke wiegen uit ons eigen
landje.
Dan wordt de blik weer naar het verleden
getrokken. Enkele tot in de kleinste details
verantwoorde vertrekken, zowel van de no
tabele ingezetene als van de gewone bur
ger, laten zien, hoe de Enschedeër van 1862
- het jaar van de grote stadsbrand, die het
begin van de moderne ontwikkeling mar
keert - leefde. De huisduif in zijn kooitje
ontbreekt zelfs niet. Het dier gaat drukke
dagen tegemoet, want hoe meer bezoekers,
hoe vaker het zich laat horen.
Uit de oude tijd is ook het beeld, dat het
antieke schooltje oproept, waar de meester
zijn gezag met plak en roede handhaaft.
Wat dit betreft zijn de tijden wel radikaal
veranderd: kreeg een kind voorheen vooral
veel straf (de roede), tegenwoordig krijgt
het zo veel mogelijk aandacht. Moderne les
lokalen geven een beeld van het hoge peil
van het huidige onderwijs. Een bijzonder
levendig beeld, want in deze afdeling gaan
gedurende de tentoonstelling op de gewone
tijden een aantal kinderen gewoon naar
school.
Kinderen uit de hoogste klassen met hun
eigen onderwijzers, afwisselnd van zoveel
mogelijk scholen, zowel van het openbaar
als van het bijzonder onderwijs. En na
schooltijd zijn deze lokaaltjes ook maar zel
den leeg, want net als dat in de echter school
gebeurt, worden ze dan benut voor het bui
tenschoolse werk: de muziek- en handenar-
beidlessen van Volksmuziekschool en School
voor Scheppende Handen. Ook kleuetrklassen
(weer van het gehele onderwijs) zijn dage
lijks in de hal in de weer en bieden tevens
gelegenheid om de bezoeker iets te tonen van
de opleidingen tot kleuterleidster. Het vor
mingswerk voor de rijpere jeugd in de be
drijven is niet vergeten. Alles is volop „in
bedrijf". Oud-leerlingen en docenten van de
A.K.I. laten zien hoe intensief het kunstle
ven geworden is sedert Enschede zijn kunst
nijverheidsschool kreeg.
UU RAX CiMMUSiS HOJ.THUKS
fANU! 1RUS VERSICOSURiLYiR Z MACROBRACHfUM E A R i A 8 K
Op 17 september a.s. zal de postadministratie van Nederlands Nieuw Guinea deze
serie van vier bijzondere postzegels, een zgn. schaaldier ens ene, uitgeven met een toe
slag ten bate van de sociale zorg daar te lande. De ontwerper van de serie is de heer
P. W'etselaar m Bennebroek. De kleuren zijn: voor de zegel van 5 -j- 5 cent: groen,
rood, bruin en geel; voor die van 10 -j- 5 cent: geel, blauw, lichtblauw en zwart;
voor de zegel van 25 -f- 10 cent: geel, rood, blauw en zwart en voor die van 30 10
cent. geel, blauw, rood en zwart.
WOENSDAG de film
Drie militairen, Tulsa, Cooky en Rick,
van een Amerikaanse tank-afdeling hebben
tijdens hun diensttijd in West Duitsland een
jazz-combo gevormd, waarmee zij hier en
daar optreden. Zij hopen op die manier ge
noeg geld te kunnen verdienen om straks
bij hun terugkeer in het burgerleven een
nachtclub in Amerika te kunnen openen.
Een van de andere G. I.'s, Dynamite,
een echte „lady-killer", sluif een wedden
schap met een aantal andere militairen af,
dat het hem zal gelukken een afspraakje
te maken met Lili en dat hij haar zelfs
zo ver zal krijgen, dat zij hem bij haar thuis
uitnodigt. Lili is een temperamentvolle
danseres in het beroemde „Café Europa"
in Frankfurt, die, zoals een van de solda
ten het uitdrukt „van buiten gloeiend, maar
van binnen een ijsberg is". Zij houdt zich
altijd zeer op een afstand en tot nu toe is
het niemand gelukt haar te benaderen.
Helaas wordt Dynamite echter plotseling naar
Alaska overgeplaatst en wordt Tulsa gechar
terd om zijn plaats in te nemen.
In zijn oprechte bedoelingen zijn vrien
den te helpen - èn zijn deel van de wed
denschap te winnen - legt Tulsa zoveel vuur
in zijn pogingen, dat hij méér doet dan
zijn „plicht"; hij wordt verliefd op Lili.
Lily mag hem ook wel en vindt, dat hij
een gunstige uitzondering vormt op de rest
van zijn dienstmakkers Lili bemerkt ech
ter niet, dat zij beiden voortdurend gevolgd
worden door Tulsa's vrienden, die erop moe
ten doezien, dat de voorwaarden van de
weddenschap nagekomen worden.
Lili nodigt hem inderdaad bij zich thuis
uit, doch Tulsa wil van de omstandigheden
geen misbruik maken en zegt haar, dat het
beter is elkaar maar niet meer te ontmoe
ten.
Een van Tulsa's vrienden, Rick, die met
een Duits meisje getrouwd is, vraagt hem
die avond op hun baby .te willen passen.
De baby huilt echter erbarmelijk, Tulsa laat
de fles met melk vallen, en in uiterste nood
belt hij Lili, die hem zegt mèt de baby
naar haar toe te komen.
En zo, onder zeer onschuldige omstandig
heden, brengt Tulsa een groot deel van de
nacht in Lili's apartement door. Zijn vrien
den echter, die in het cafeetje aan de over
kant op wacht zitten, denken, dat hij de
weddenschap is nagekomen.
VRIJDAG en ZATERDAG de film
Het is 1944. Zijn ware naam is Von Kro
ner, maar voor zijn kameraden in het Duit
se kamp voor Amerikaanse krijgsgevange
nen is hij sergeant Richardson (VAN JOHN
SON). Hij is de zoon van een Duits gene
raal en is op zijn vader even trots als op
zijn vaderland.
Hij is echter jaren in Amerika geweest
en spreekt daardoor Amerikaans-Engels zon
der accent. Daarom is hij door de Duitse
legerleiding aangewezen voor spionagedienst
in het gevangenkamp.
Hij krijgt daarbij te kampen met een op
komende sympathie voor enkele Amerika
nen zoals Ludwig (DICK YORK) en Ennis
(LARRY STORCH), maar hij doet zijn werk
en is mede-verantwoordelijk voor een slach
ting als een aantal gevangenen probeert te
ontsnappen door een tunnel.
Intussen is hij echter bij het Ardennen
offensief ingeschakeld. Na een opleiding on
der kolonel Von Ruppel (HAN BENTZ VAN
DEN BERG) krijgt hij opdracht met enke
le andere Engels-sprekende soldaten in Ame
rikaans uniform zich in de geallieerde li
nies te dringen.
Zijn rechterhand is Wilitz, een jonge ferven
te Na-zi (KERWIN MATHEWS); zijn chauf
feur is Hoffner (TON VAN DUINHOVEN)
Het offensief verrast de Amerikanen en
tijdens de eerste verwarring gelukt het Von
Kroners groep de opdracht uit te voeren.
Terwijl zij doorgaan voor soldaten van de
uit elkaar geslagen 106e Divisie, plegen zij
sabotagedaden, spioneren, en schieten niets
vermoedende geallieerde soldaten neer.
Dan ontmoet „Richardson" plotseling Lud
wig en. Ennis, de enige twee overlevenden
van de rampzalige vlucht door de tunnel.
Even vreest hij ontmaskering, maar beiden
denken dat hij door een wonder ontsnapt
is en zijn blij hem terug te zien. Ludwig,
een Amerikaan van Duitse afkomst, vat la
ter achterdocht op als Willitz een platte
Amerikaanse uitdrukking niet blijkt te ken
nen.
Het onderdeel, waarbij „Richardson" en
Wilitz geplaatst zijn, krijgt de opdracht
een belangrijk kruispunt te veroveren.
Er worden Duitsers gevangen genomen en
„Richardson" krijgt bevel hen achter de
linies te brengen. Onderweg geeft hij hun
gelegenheid te vluchten, maar zij weigeren
omdat naar hun idee de oorlog voor Duits
land verloren is.
Ludwig steld Richardsons groepje op de
proef door hen apart vooruit te zenden en
hen dan plotseling in het Duits toe te roe
pen dat zij omsingeld zijn.
Zij vallen prompt door de mand en wor
den in een kort gevecht onschadelijk ge
maakt. Richardson wordt levend gegrepen
en het verwart hem, dat Ludwig hem on
danks zijn verraderlijke rol zo correct behan
delt.
Even later raken de Amerikanen in het
nauw en moeten zich aan een sterke Duit
se groep overgeven. Tot Von Kroners ontzet
ting beginnen de Duitsers hun gevangenen
neer te schieten. Hij grijpt een machinepis
tool en maait op zijn beurt de Duitsers neer.
De Amerikanen weten zich te herstellen en
krijgen weer de overhand. Dodelijk gewond
roept Von Kroner zijn landgenoten toe, dat
zij voor waanideeën gevochten hebben en
bezweert hen nooit meer „Heil" te roepen.
De uitvoering van dé
werken in het Zuidsloe,
het nieuwe industriege
bied van Zeeland, waar
de N.V. Kon. Maatschap
pij „De Schelde" reeds
bezig is met de bouw
van een reparatiewerf, is
in 'n belangrijk stadium
gekomen. Gisteren is men
begonnen met 't sluiten
van de ruim twee kilo
meter lange afsluitdijk,
waardoor een gebied van
160 hectare wordt inge
polderd. Op de luchtfoto
de situatie van woensdag
gezien van boven de
Westerschelde.
(Luchtfoto ANP)