Kook eens een keertje vooruit
GROTE VOORZICHTIGHEID BIJ
HET AFSLAAN IS GEBODEN
Gokken maakt
brokken
TER HORST 6 Co. N.V.
Schoonmaakster
Reactietijd beinvloedt
remweg
zeer
ongunstig
m
GELD
Menselijke factor
PROPAGANDA MET
POSTZEGELS
„RECHT DOOR GAAT VOOR"
WEIDELAND
IN'WEIDERS
PANTER verf
en BEHANG
Meer dan
20 jaar
J, A. Voortman
hypotheek
Berend
van Heek!
HULP in de
huishouding
IS
Vrijdag 27 april 1962
WEEKBLAD VOOR RIJSSEN
Pagina 7
KONINKLIJKE JUTESPINNERI]
en WEVERIJ
RIJSSEN
SCHERPE AFDRUK
W^hvjJteK^itoocliiKOtdi
Kopieerinrichting
Van der Stouw
II
Er zijn talloze gelegenheden waarbij het
prettig is om het eten vooruit klaar te ma
ken: uitstapjes 'pp de vrije zaterdag of zon
dag, vergadering van de vrouwenvereniging,
een inspannende schoonmaak- pf wasdag of
een gezellig dagje winkelen in de stad. Het
is dan wel welkom als u na thuiskomst alleen
de oven hoeft aan te steken om na een half
uurtje een maaltijd te kunnen opdienen. Wij
zijn hier nog niet zo ver, dat we het for
nuis voor ons laten denken en zelf kunnen
volstaan met uren tevoren wat knopjes in
te stellen. Voorlopig moeten we de gerech
ten eerst zelf koken.
Die extra drukte de dag tevoren zal ieder
een er echter wel graag voor over hebben
met iets plezierigs in 't verschiet. Dat voor
uit koken uitzondering moet blijven, omdat
het vitaminegehalte van de aardappel- en
groentegerechten erdoor achteruit gaat, hoe
ven wij u toch niet te vertellen. Met wat
fruit of een rauw slaatje kunt u dat zo'n
enkel keertje wel weer goed maken.
Schotel van aardappelpuree en lever
1 a 1% kg aardapelen, 2 a 3 dl melk, zout,
peper, nootmuskaat, plm. 250 g lever, 100 g
ontbijtspek, 2 uien, 50 a 75 g boter of mar'
garine.
De aardappelen schillen, wassen, gaar ko
ken, afgieten en droogstomen. De aardap
pelen stampen er er met melk, 'n deel van
de boter of margarine, zout, peper en noot
muskaat een smeuïge puree van maken.
De lever afspoelen, laten uitlekken en in
wrijven met een mengsel van peper en zout.
De rest van de boter of margarine licht
bruin laten worden, het ontbijtspek klein snij
den en even bakken. De lever in de pan
leggen aan beide kanten dicht schroeien en
op eenniet te heet vuur, onder nu en dan
keren, bruin en bijna gaar laten worden in
plm. 6 minuten. Het spek en de lever uit
de pan nemen en de lever in blokjes snijden.
De uien schoonmaken, snipperen en in de
boter of margarine fruiten, 't Vlees weer bij
de uien voegen. De jus afmaken met water
en het geheel 5 minuten zachtjes stoven. In
een beboterde vuurvaste schotel een laag
aardappelpuree doen. Daarop de lever leggen
en als afdekking de rest van de aardappel
puree. De puree mooi glad strijken.
De schotel afmaken met paneermeel en hier
en daar stukjes boter of margarine leggen.
Het gerecht in de oven goed heet laten wor
den en een korstje geven.
Rabarber, bieten of een sla erbij geven.
Bloemkoolschotel met kaas
1 a 1% kg aardappelen, 1 grote bloemkool,
3 uien, nootmuskaat, plm. 300 g. geraspte
kaas, 50 a 75 g boter of margarine, paneer
meel.
De aardappelen schillen, wassen en gaar
koken. De bloemkool in kleine roosjes ver
delen en in water met zout plm. 10 minu
ten koken.
De uien fijnsnijden en in een gedeelte van
de boter of margarine zachtjes fruiten. De
aardappelen in plakjes snijden. In een be
boterde vuurvaste schotel de helft van de
aardappelen doen. Daarop de gefruite uien
leggen en vervolgens de bloemkool. De rest
van de boter of margarine smelten en over
de bloemkool gieten. De bloemkool bestrooi
en met een weinig nootmuskaat. Als vierde
laag de kaas (op een klein gedeelte na) in
de schotel leggen en bedekken met de ove
rige aardappelplakjes. De schotel afmaken
met een mengsel van kaas en paneermeel
en hier en daar stukjes boter of margarine
leggen.
Het gerecht in de oven door en door warm
laten worden en een bruin korstje geven.
Schotel van rijst met spinazie
300 g (2 Ms kopje) rijst, 6 dl (4 kopjes) water
Dit is een afbeelding van een ongeveer 15
cm groot bronzen beeldje, voorstellende de
Egyptische godin Isis, dat is gevonden bij de
half maart begonnen opgravingen te Val
kenburg aan de Rijn, welke uitgaan van de
Vereniging voor Terpenonderzoek. Bij deze
omvangrijkste oudheidkundige opgravingen
in Nederland, welke vermoedelijk tot eind
mei zullen worden voortgezet, zijn grote hoe
veelheden Romeins gebruiksgoed voor de
dag gekomen.
Er zijn thans ruim zes miljoen postzegel
verzamelaars in de Bondsrepubliek. Een deel
van hen, voorziet zonder het te willen, het
communistische regime in de Sovjet-zone van
Duitsland ieder jaar met vele miljoenen mar
ken. Van de 996 postzegels, die in de Sovjet
zone van 1950 tot 1962 werden uitgegeven,
hadden 648 politieke onderwerpen en maakten
dientengevolge propaganda voor het aldaar
heersende systeem. Deze postzegels zijn in
de Sovjet-zone zelf slechts in beperkte opla
ge verkrijgbaar.
Bijna alle afnemers ervan wonen in de
bondsrepubliek en het buitenland. Uit de Sov
jet-zone komen postzegelhandelaars naar
West-Duitsland en verkopen in de grote ste
den de nieuwe series, gestempeld of onge
stempeld, bij vele vellen tegelijk.
zout, 1% kg spinazie, 250 g ham, 50 4 75
g boter of margarine, paneermeel (geraspte
kaas).
De rijst wassen. Het water met 'n weinig
zout aan de kook brengen. De rijst' erin
strooien en roeren tot de massa weer kookt.
De rijst zachtjes gaar laten worden in 20
4 30 minuten. De rijst even laten droogsto
men in de open pan.
De spinazie uitzoeken en een paar maal
goed wassen. De spinazie opzetten met aan
hangend water en onder af en toe omschep
pen gaarkoken. De groente laten uitlekken,
fijnsnijden en op smaak afmaken met zout.
Een weinig paneermeel erdoor roeren.
De plakken ham, wanneer ze dun zijn, twee
aan twee op elkaar leggen en de spinazie
erover verdelen, zodat er> gevulde rolletjes
van gemaakt kunnen worden.
In een beboterde vuurvaste schotel de
helft van de rijst leggen. Hierop de ham
rolletjes schikken en deze afdekken met de
rest van de rijst. De bovenste laag aandruk
ken en bestrooien met paneermeel, desge
wenst vermengd met geraspte kaas. Tussen
iedere laag en bovenop wat gesmolten bo
ter of margarine schenken.
De schotel in de oven door en door warm
laten worden en een bruin korstje geven.
Desgewenst kan diepvriesspinazie of spi
nazie uit blik genomen worden.
EN WAT BRENGT de blindegeleidehond
daarvan terecht? Het is wel een tikkeltje
beschamend te zien hoe zo'n dier voort
durend oplettend is en waakzaam tot het
uiterste. Zijn werk: de baas veilig door het
verkeer loodsen, volbrengt hij zonder man
keren. Natuurlijk knapt de hond dit niet he
lemaal in z'n eentje op.
Daar is in de eerste plaats zijn baas, de
blinde, die door oplettend te luisteren naar
de geluiden, de verkeerssituatie op zich laat
inwerken en beoordeelt en niet eerder zijn
hond het commando geeft om over te steken
vóórdat hij de grootst mogelijke zekerheid
heeft dat er geen gevaar dreigt. Wat zijn
wij, die wel ons gezichtsvermogen ter be
schikking hebben om verkeerssituaties te be
oordelen, toch ontzaglijk bevoordeeld. Maar
w ij maken er te weinig gebruik van en zijn
somsziende blind!
WAAR HET OP AAN KOMT is dat baas
en hond vóór het oversteken eerst even rus
tig blijven stilstaan aan de rand van het'
trottoir. Altijd weer, bij elke straat. Eerst
even de zaak „bekijken". Dat kunnen w ij
ook en zelfs beter! En ze blijven ook rustig
zo lang wachten tot er links en rechts geen
verkeer dichtbij is. Dat kunnen w ij ook, als
we maar geduld hebben. Ziehier het recept
voor veilig oversteken.
HET STAAT ZO PRACHTIG in de wet en
wij hebben het allemaal zo goed geleerd
voor ons jeugdverkeersexamen of de rijvaar-
digheidsproef. Maar in de praktijk geeft het
nog wel eens moeilijkheden. Regelmatig leest
men in de kranten, dat er ongelukken ge
beurd zijn doordat iemand niet of niet vol
doende aan die „doorgang naast zich" ge
dacht heeft. De verplichting om de doorgang
naast zich vrij te laten, geldt zowel bij het
afslaan naar rechts als naar links. En over
dat laatste willen wij het hier eventjes heb
ben.
Populair gezegd komt het voorschrift van
„de doorgang naast zich vrijlaten" bij af
slaan naar links hierop neer dat - zoals het
wel wordt uitgedrukt - „rechtdoor op de zelf
de weg vóór gaat".
De betrokken bepaling in het Wegenver
keersreglement schrijft voor dat de bestuur
der, die links af wil slaan verplicht is:
a. Tijdig en op duidelijk zichtbare wijze
het voornemen daartoe kenbaar te ma
ken;
b. De doorgang naast zich vrij te laten voor
het tegemoetkomende verkeer en voor
het verkeer, dat zich naast hem bevindt
of zo dicht achter* hém" d4t door dit ver
anderen van richting gevaar voor bot
sing zou ontstaan.
DAARBIJ KOMT nog dat krachtens het
zelfde artikel bestuurders van motorvoertui
gen verplicht zijn om voor te sorteren. U
weet wel: tijdig en na goed in de spiegel of
achterom te hebben gekeken (er zijn nog al
tijd scooters en motoren zonder achteruitkijk
spiegel) naar het midden van de weg tegen
de wegas. Fietsers zijn dat - tenzij het op
het wegdek is aangegeven, bijv. d.m.v. een
op het wegdek getekende fiets - niet verplicht
Ze mógen voorsorteren.
Het hierboven onder b. genoemde punt
geeft wel aanleiding tot vragen. Niet wat
dat tegemoetkomende verkeer betreft, want
het is duidelijk dat 't verboden is om vlak
voor een naderende auto, fietser of wat-dan-
ook nog snel even links af te slaan al zien we
het nog dagelijks gebeuren!!). Wat natuurlijk
óók weer niet zeggen wil, dat wij op een krui
sing moeten blijven staan wanneer aan de
horizon een stofwolkje op de nadering van
een ="to duidt. Onnodig en overdreven voor
zichtigheid kan hierbij wel eens ongewen
ste opstoppingen leiden.
MOEILIJKER wordt het blijkbaar voor ve
len wanneer het gaat om het verkeer dat
van achteren nadert. Want - zo vraagt men
regelmatig weer - wie gaat er in zo'n ge-
van nu voor? Hij die de auto, die wil gaan
afslaan, achterop rijdt, reeds dicht is gena
derd en - wegens plaatsgebrek - de voorsor
terende auto niet rechts kan inhalen (de re
gel dus: rechtdoor op dezelfde weg gaat
voor), OF degene die af wil slaan, die daar
van blijk geeft door richting aan te geven,
eventueel door te beginnen met voorsorte
ren en dus niet meer links mag worden inge
haald?
Het is deze situatie, die niet zelden tot bij-
na-ongevallen (u weet wel: gierende remmen
en bleke gezichten) aanleiding geeft
DE OPLOSSING ligt in het zoëven geci
teerde artikel 28 ~ub. b. van het Wegenver
keersreglement, al moet natuurlijk de situa
tie van geval tót geval worden bekeken. In
dit artikel staat immers uitdrukkelijk dat de
bestuurder de doorgang naast zich moet vrij
laten (dus niet linksaf mag) als er verkeer
naast hem zit of zo dicht achter hem, dat
door dit veranderen van richting gevaar voor
botsing zou ontstaan. Dat geldt zowel voor
het voorsorteren, als voor het eigenlijke af
slaan. M.a.w. het is dus wel degelijk verbo
den om - terwijl een auto of ander voertuig
al dichtbij is - toch snel de wijzer uit te zetten
of het knipperlicht in werking te stellen en
naar links te gaan. In dat geval wordt de
regel „rechtdoor op dezelfde weg gaat voor"
overtreden. Maar - het andere geval - die
regel geldt niet als die achteropkomende auto
nog maar in de verte nadert en men nog
gemakkelijk de voorsorteer- en afslaanma-
noeuvre kan uitvoeren.
DE WEGGEBRUIKER heeft bij dit alles
dus een verantwoordelijke taak: het zélf van
geval tot geval beoordelen of er nog voldoen
de tijd en ruimte is om voor te sorteren
en links af te slaan. Het schatten van afstan
den en snelheden speelt daarbij een belang
rijke rol en - de ongevallen wijzen het uit -
daarbij wordt maar al te dikwijls misgere-
kend, of op-goed-geluk gewerkt....
EEN PAAR RECENTE uitspraken van de
Hoge Raad, die op dit soort gevallen betrek-
krng hebben, bewijzen dat er over het links-
afslaan nog heel wat foutieve opvattingen in
omloop zijn. Een bestuurder, die had afge
remd, teruggeschakeld en voorgesorteerd al
vorens in z'n spiegel te kijken en toen van
achteren werd aangereden, kreeg géén gelijk
toen hij beweerde, dat er alleen sprake is van
een verplichting tot vrijlaten van de door
gang ten aanzien van het verkeer dat die
doorgang voor zich opeist en zulks kenbaar
maakt. Dus wanneer uit de wijze van rijden
van de achteropkomende auto zou blijken dat
deze van plan is om te gaan inhalen en pas
seren. Maar de Hoge Raa^ wilde deze beper
king niet aanvaarden en dat betekent dus,
dat men altijd met de mogelijkheid van in
halen en passeren moet rekenen, indien een
achteropkomende auto dicht is genaderd,
óók al blijkt nergens uit dat de bestuurder
van die auto van plan is om te gaan inhalen
en passeren.
KORTE TIJD LATER kreeg de Hoge Raad
een soortgelijk aanrijdingsgeval te beslissen,
waarbij de verdachte zich erop beriep dat de
hem inhalende automobilist voldoende ruim
te zou hebben gehad om rechts te passeren.
Maar ook daar mag men - blijkens de
uitspraak van5 de Hoge Raad - zeker niet op
afgaan. Het is NIET zo, dat de verplichting
om de doorgang naast zich vrij te laten, al
leen maar geldt t.a.v. het verkeer, „dat aan
zijn bedoeling om in te halen reeds uitvoering
heeft gegeven en zich daartoe reeds links
naast of althans links achter 't vooroprij-
dende verkeer bevindt".
M.a.w. zelfs al is er ruimte om rechts te
worden ingehaald, dan ontstaat dat niet van
de verplichting om eerst terdege op te letten
of de achteropkomende automobilist inder
daad „duidelijk kenbaar maakte dat hij niet
ter linker zijde maar rechts wilde passeren".
UIT DE BEIDE UITSPRAKEN blijkt wel
dat bij afslaan naar links grote voorzichtig
heid geboden is en men met recht zijn ogen
(óók) op de rug - dus in de achteruitkijk
spiegel - moet hebben.
We "hebben (gelukkig) niet allemaal even
veel haast op dit ondermaanse. Ware dat wel
het geval, er zou alvast een (veelomstreden)
verkeersprobleem uit de wéreld geholpen zijn.
Geen touwtrekken meer over maximum- of
minimumsnelheid. Allemaal en overal op de
weg één en hetzelfde tempo. Allemaal in een
sukkelgangetje. Of met een pijlsnelle vaart.
Of daar tussenin. Of een beetje beneden dat
„tussenin". Of een beetje er boven. Heel aan
trekkelijk. Maar wee de minister die zou
moeten trachten met één uniforme snelheid
iedereen tevreden te stellen....
Zolang deze „utopie" niet verwezenl'jkt is
heeft het nog zin zich met de techniek van
het inhalen bezig te houde. Goed inhalen is
lang niet iedere werk. Dat kunnen we iedere
dag op de weg constateren. Een van de fou
ten bij dat inhalen is dat men er te dikwijls
te weinig ruimte voor neemt. Of anders ge
zegd: er op gokt dat het nog nét kan.
Wat dan zoals met alle gokspelletjes -
op een bepaalde dag NIET goed afloopt...
Toch is er een eenvoudige vuistregel voor
het berekenen van de afstand die men voor
een inhaalmanoeuvre nodig heeft Daar komt
echt geen hogere wiskunde aan te pas.
Men vermenigvuldige de eigen snelheid
met zichzelf (wie nu „kwadraat" zegt is ge
weldig) en dele de uitkomst door het verschil
tussen de snelheid van de eigen en de (onge
veer te schatten) snelheid van de auto, mo
tor of scooter die men gaat inhalen. Een voor
beeld? U rijdt 70 km/uur, de ander 50.
Dus 70 x 70 20 is 245 meter.
Nu ziet u ook, d"' die afstand groter wordt
als het getal onder de streep kleiner wordt.
Dus bijv. bij een snelheidsverschil van 10 km/
uur is de benodigde afstand 490 meter, bij 5
km/uur 980 meter enz.
Moraal van deze (cijfer) geschiedenis: haal
alleen in bij een behoorlijk snelheidsverschil
(minstens 20 km/uur) en overtuig u er van
dat de benodigde afstand ook werkelijk vrij is.
Want bij het inhalen geldt meer dan ooit
fikken maakt brokken.
op Uw vee, en hyp. 4V4
2 'It aflossing.
Geen wachttijd
Postbus 14, Nijverdal
Aangeboden plm. 1 ha
ten westen, van Rijssen, voor
bos of heidegrond.
Brieven onder no. 115 bu
reau van dit blad.
Wie kan nog
gebruiken.
Enterstraat 35 - Rijssen
Doe het zelf met
v. NIJLAND, Elsenerstr. 33
Aan het zelfde adres ook
weer ontvangen partij goed
kope zachte zemen. Plakta-
fel in bruikleen.
het vertrouwde adies voor
Brandverzekering
(op nieuwwaarde)
Ziekenhuiskosten
(alles onbeperkt)
W.A voor auto - motor
Hypotheken financiering
Ruime polisvoorwaarden
Assurantiekantoor
Markeloseweg 72 - Tel. 2269
vraagt voor zo spoedig mogelijk
voor halve dagen.
Werktijden van 7.15-12 uur, van maandag
t.e.m. vrijdag. Vrijdagavond van 17.30-19.30
uur (deze 2 uur kunnen eventueel verval
len).
Aanmelding dagelijks op het kantoor afd. perso
neelszaken, Boomkamp 31.
DBUKWeRK
I W KLCINt-,
J OPLAGE V
PBSOLOOT VLEKKELOOS
TELEFOON 2406
VOOR EEN
NAAR
Vraagt inlichtingen,
Braakmansdijk 4.
GEVRAAGD:
voor hele of halve dagen.
Mevr. KÖRBL
Nassaustraat 55, Rijssen.
Zijn uw remmen in orde? Deze vraag stelt
het Verbond voor Veilig Verkeer in de loop
van deze maand op talloze wijzen aan de
orde. Komt er plotseling een bromfiets uit
een zijstraat? Als uw remmen niet in or
de zün kost het hém zijn leven misschien.
Komt er op een onoverzichtelijk punt een
vrachtwagen uw voorrangsweg oprijden? Ais
uw remmen niet in orde zijn kan het U uw
leven kosten. Rijdt u op de „Autobahn", op
weg naar uw vakantie-oord, dicht achter uw
voorganger, cn die gaat plotseling remmen;
als....
In deze trant zij- er nog tal van andere
voorbeelden te noemen. Als uw remmen niet
in orde zijn, speelt u met mensenlevens.
De koel-nuchtere statistieken geven aan dat
door onvoldoende of te laat remmen zeel
mensen in een fractie van een seconde de
kille dood werden ingezonden.
Volgens het Wegenverkeersregelement moet
de remvertraging van een voertuig ten hoog
ste zijn 3,86 m-sec2 bedragen. In meer hui
selijke taal: de remweg van een voertuig
mag in meters maximaal bedragen uw s" ri-
heid in km-uur gedeeld door tien in het kwa
draat. Dus bi' een snelheid van 20 km-uur
mag uw remweg ten hoogste bedragen
(20 10)2 is 4 m, bij 50 km-uur (50 10)2
is 25 m, bij 80 km-uur (80 10)2 is 64 m, enz.
Uiteindelijk is dit maar een richtl.jn, —ant
bij ongunstige toestand van het wegdek kón
uw remweg aanmerkelijk langer zijn; men
denke eens aan vallend gebladerte in de
herfst, opvriezen in de winter, hagelbuien
in het voorjaar, regen in de zomer, voorts
aan olievlekken en „kinderhoofd: es", enz.
Bij dit alles is wel de technische factor,
maar niet de menselijke in overweging ge
nomen. Tot na toe werd uitsluitend gespro
ken over de remweg dus de afstand die uw
voertuig aflegt in de tijd die verloopt tussen
het indrukken van het rempedaal en het stil
staan van uw voertuig. Maar hoe is het nu
met de afstand die uw voertuig aflegt in het
tijdsbestek dat ligt tussen het moment van
waarnemen van een obstakel, het „verta
len" van deze zintuigelijke waarnemirg in
de gedachte „gevaar!", het geven van het
juiste „bevel" aan de ledematen, en het in
werking komen van de desbetreffende spie
ren? In het mobiel teststation van het Ver
bond voor Veilig Verkeer kon geen enkele
„geëxamineerde" sneller reageren dan 0,32
seconde - dus 32-100e seconde verliep tus
sen het opflitsen van een rood lampje en het
moment dat de rem werd ingedrukt. En de
ze onderzochten wisten wat hen te wachten
stond! Hoeveel langer zal dan deze reactie
tijd zijn voor diegenen, die juist van een
conferentie komen en die nog even hierover
zitten na te denken, en zij die in druk ge
sprek zijn met hun passagiers, en de be
stuurder die juist zijn lievelingsprogramma
op zijn radio beluistert? Men mag deze peri
ode veilig stellen op 1 seconde. Ea dan volgt
onmiddellijk de volgende vraag: hoeveel me
ters legt uw voertuig af één seconde bij
een gegeven snelheid? Bij 20 km-uur is dat
bijna 10 m, bij 50 km-uur bijna 14 m en
bij 80 km-uur niet minder dan 22 m.
En deze afstanden dient men op te tellen
bij de berekende remweg. Uitgaande van de
minimale, in de wet vastgelegde, remvertra
ging en een reactietijd van één seconde,
dient men bij de volgende snelheden per uur
rekening te houden met onderstaande rem
weg voor uw voertuig: bij 20 km-uur 9,6 m,
bij 50 km-uur 38,9 m, bij 80 km-uur 86,2 m,
en bij 110 km-uUr 151,6 m. Rijdt dus gecon
centreerd; houdt u op een afstand!
VOORTDUREND OPLETTEND zijn en ge
concentreerd op de bezigheid, die lopen en
rijden nu eenmaal is. Die bezigheid is ook
een vorm van dagelijks werk. En het is in
het verkeer al net zo als met elke andere
bezigheid, wanneer we daarbij niet genoeg
opletten gaat het mis. Wanneer we onze
gedachten er bij ons dagelijks werk niet vol
doende bij houden gaat het niet goed. Wie
als voetganger of als bestuurder van een of
ander voertuig een beetje loopt of zit te
suffen of te dromen of in zijn gedachten met
heel iets anders bezig is dan met het werk
dat hij verricht, het deelnemen aan het ver
keer, loopt gevaar, ook al behoeft het ge
lukkig nog lang niet altijd op een ongeluk uit
te draaien. Vandaar die eerste voorwaarde:
oplettend zijn. Toegegeven, het is heel wat
gemakkelijker gezegd dan gedaan. Het is
zelfs heel moeilijk zoal niet onmogelijk om
voortdurend en volledig geconcentreerd te
zijn op het verkeersdeelnemer zijn. Maar la
ten we het in elk geval proberen.
De jaarlijkse actie „Een heitje voor een kar
weitje", die dit jaar op 26 en 27 april in
geheel Nederland zal worden gehouden, is
woensdagochtend in Amsterdam officieel
gestart met 'n omvangrijk „Oranje-karwei"
Jongens en meisjes van de padvindersorga
nisaties, ressorterende onder de Nationale
Padvindersraad, kwamen woensdagochtend
bijeen bij de Stoomvaart-maatschappij „Ne
derland", waar zij hun karweitjes bijdroegen
aan de voorbereidingen voor de vaartocht,
welke het Nederlands koninklijk paar met
zijn vele gasten op 2 mei met de „Oranje"
gaat maken.
De foto toont twee padvindsters bezig met
het strijken van matrozenkielen, die op de
grote dag op de „Oranje" zullen worden
gedragen.