Kook eens een keertje vooruit GROTE VOORZICHTIGHEID BIJ HET AFSLAAN IS GEBODEN Gokken maakt brokken TER HORST 6 Co. N.V. Schoonmaakster Reactietijd beinvloedt remweg zeer ongunstig m GELD Menselijke factor PROPAGANDA MET POSTZEGELS „RECHT DOOR GAAT VOOR" WEIDELAND IN'WEIDERS PANTER verf en BEHANG Meer dan 20 jaar J, A. Voortman hypotheek Berend van Heek! HULP in de huishouding IS Vrijdag 27 april 1962 WEEKBLAD VOOR RIJSSEN Pagina 7 KONINKLIJKE JUTESPINNERI] en WEVERIJ RIJSSEN SCHERPE AFDRUK W^hvjJteK^itoocliiKOtdi Kopieerinrichting Van der Stouw II Er zijn talloze gelegenheden waarbij het prettig is om het eten vooruit klaar te ma ken: uitstapjes 'pp de vrije zaterdag of zon dag, vergadering van de vrouwenvereniging, een inspannende schoonmaak- pf wasdag of een gezellig dagje winkelen in de stad. Het is dan wel welkom als u na thuiskomst alleen de oven hoeft aan te steken om na een half uurtje een maaltijd te kunnen opdienen. Wij zijn hier nog niet zo ver, dat we het for nuis voor ons laten denken en zelf kunnen volstaan met uren tevoren wat knopjes in te stellen. Voorlopig moeten we de gerech ten eerst zelf koken. Die extra drukte de dag tevoren zal ieder een er echter wel graag voor over hebben met iets plezierigs in 't verschiet. Dat voor uit koken uitzondering moet blijven, omdat het vitaminegehalte van de aardappel- en groentegerechten erdoor achteruit gaat, hoe ven wij u toch niet te vertellen. Met wat fruit of een rauw slaatje kunt u dat zo'n enkel keertje wel weer goed maken. Schotel van aardappelpuree en lever 1 a 1% kg aardapelen, 2 a 3 dl melk, zout, peper, nootmuskaat, plm. 250 g lever, 100 g ontbijtspek, 2 uien, 50 a 75 g boter of mar' garine. De aardappelen schillen, wassen, gaar ko ken, afgieten en droogstomen. De aardap pelen stampen er er met melk, 'n deel van de boter of margarine, zout, peper en noot muskaat een smeuïge puree van maken. De lever afspoelen, laten uitlekken en in wrijven met een mengsel van peper en zout. De rest van de boter of margarine licht bruin laten worden, het ontbijtspek klein snij den en even bakken. De lever in de pan leggen aan beide kanten dicht schroeien en op eenniet te heet vuur, onder nu en dan keren, bruin en bijna gaar laten worden in plm. 6 minuten. Het spek en de lever uit de pan nemen en de lever in blokjes snijden. De uien schoonmaken, snipperen en in de boter of margarine fruiten, 't Vlees weer bij de uien voegen. De jus afmaken met water en het geheel 5 minuten zachtjes stoven. In een beboterde vuurvaste schotel een laag aardappelpuree doen. Daarop de lever leggen en als afdekking de rest van de aardappel puree. De puree mooi glad strijken. De schotel afmaken met paneermeel en hier en daar stukjes boter of margarine leggen. Het gerecht in de oven goed heet laten wor den en een korstje geven. Rabarber, bieten of een sla erbij geven. Bloemkoolschotel met kaas 1 a 1% kg aardappelen, 1 grote bloemkool, 3 uien, nootmuskaat, plm. 300 g. geraspte kaas, 50 a 75 g boter of margarine, paneer meel. De aardappelen schillen, wassen en gaar koken. De bloemkool in kleine roosjes ver delen en in water met zout plm. 10 minu ten koken. De uien fijnsnijden en in een gedeelte van de boter of margarine zachtjes fruiten. De aardappelen in plakjes snijden. In een be boterde vuurvaste schotel de helft van de aardappelen doen. Daarop de gefruite uien leggen en vervolgens de bloemkool. De rest van de boter of margarine smelten en over de bloemkool gieten. De bloemkool bestrooi en met een weinig nootmuskaat. Als vierde laag de kaas (op een klein gedeelte na) in de schotel leggen en bedekken met de ove rige aardappelplakjes. De schotel afmaken met een mengsel van kaas en paneermeel en hier en daar stukjes boter of margarine leggen. Het gerecht in de oven door en door warm laten worden en een bruin korstje geven. Schotel van rijst met spinazie 300 g (2 Ms kopje) rijst, 6 dl (4 kopjes) water Dit is een afbeelding van een ongeveer 15 cm groot bronzen beeldje, voorstellende de Egyptische godin Isis, dat is gevonden bij de half maart begonnen opgravingen te Val kenburg aan de Rijn, welke uitgaan van de Vereniging voor Terpenonderzoek. Bij deze omvangrijkste oudheidkundige opgravingen in Nederland, welke vermoedelijk tot eind mei zullen worden voortgezet, zijn grote hoe veelheden Romeins gebruiksgoed voor de dag gekomen. Er zijn thans ruim zes miljoen postzegel verzamelaars in de Bondsrepubliek. Een deel van hen, voorziet zonder het te willen, het communistische regime in de Sovjet-zone van Duitsland ieder jaar met vele miljoenen mar ken. Van de 996 postzegels, die in de Sovjet zone van 1950 tot 1962 werden uitgegeven, hadden 648 politieke onderwerpen en maakten dientengevolge propaganda voor het aldaar heersende systeem. Deze postzegels zijn in de Sovjet-zone zelf slechts in beperkte opla ge verkrijgbaar. Bijna alle afnemers ervan wonen in de bondsrepubliek en het buitenland. Uit de Sov jet-zone komen postzegelhandelaars naar West-Duitsland en verkopen in de grote ste den de nieuwe series, gestempeld of onge stempeld, bij vele vellen tegelijk. zout, 1% kg spinazie, 250 g ham, 50 4 75 g boter of margarine, paneermeel (geraspte kaas). De rijst wassen. Het water met 'n weinig zout aan de kook brengen. De rijst' erin strooien en roeren tot de massa weer kookt. De rijst zachtjes gaar laten worden in 20 4 30 minuten. De rijst even laten droogsto men in de open pan. De spinazie uitzoeken en een paar maal goed wassen. De spinazie opzetten met aan hangend water en onder af en toe omschep pen gaarkoken. De groente laten uitlekken, fijnsnijden en op smaak afmaken met zout. Een weinig paneermeel erdoor roeren. De plakken ham, wanneer ze dun zijn, twee aan twee op elkaar leggen en de spinazie erover verdelen, zodat er> gevulde rolletjes van gemaakt kunnen worden. In een beboterde vuurvaste schotel de helft van de rijst leggen. Hierop de ham rolletjes schikken en deze afdekken met de rest van de rijst. De bovenste laag aandruk ken en bestrooien met paneermeel, desge wenst vermengd met geraspte kaas. Tussen iedere laag en bovenop wat gesmolten bo ter of margarine schenken. De schotel in de oven door en door warm laten worden en een bruin korstje geven. Desgewenst kan diepvriesspinazie of spi nazie uit blik genomen worden. EN WAT BRENGT de blindegeleidehond daarvan terecht? Het is wel een tikkeltje beschamend te zien hoe zo'n dier voort durend oplettend is en waakzaam tot het uiterste. Zijn werk: de baas veilig door het verkeer loodsen, volbrengt hij zonder man keren. Natuurlijk knapt de hond dit niet he lemaal in z'n eentje op. Daar is in de eerste plaats zijn baas, de blinde, die door oplettend te luisteren naar de geluiden, de verkeerssituatie op zich laat inwerken en beoordeelt en niet eerder zijn hond het commando geeft om over te steken vóórdat hij de grootst mogelijke zekerheid heeft dat er geen gevaar dreigt. Wat zijn wij, die wel ons gezichtsvermogen ter be schikking hebben om verkeerssituaties te be oordelen, toch ontzaglijk bevoordeeld. Maar w ij maken er te weinig gebruik van en zijn somsziende blind! WAAR HET OP AAN KOMT is dat baas en hond vóór het oversteken eerst even rus tig blijven stilstaan aan de rand van het' trottoir. Altijd weer, bij elke straat. Eerst even de zaak „bekijken". Dat kunnen w ij ook en zelfs beter! En ze blijven ook rustig zo lang wachten tot er links en rechts geen verkeer dichtbij is. Dat kunnen w ij ook, als we maar geduld hebben. Ziehier het recept voor veilig oversteken. HET STAAT ZO PRACHTIG in de wet en wij hebben het allemaal zo goed geleerd voor ons jeugdverkeersexamen of de rijvaar- digheidsproef. Maar in de praktijk geeft het nog wel eens moeilijkheden. Regelmatig leest men in de kranten, dat er ongelukken ge beurd zijn doordat iemand niet of niet vol doende aan die „doorgang naast zich" ge dacht heeft. De verplichting om de doorgang naast zich vrij te laten, geldt zowel bij het afslaan naar rechts als naar links. En over dat laatste willen wij het hier eventjes heb ben. Populair gezegd komt het voorschrift van „de doorgang naast zich vrijlaten" bij af slaan naar links hierop neer dat - zoals het wel wordt uitgedrukt - „rechtdoor op de zelf de weg vóór gaat". De betrokken bepaling in het Wegenver keersreglement schrijft voor dat de bestuur der, die links af wil slaan verplicht is: a. Tijdig en op duidelijk zichtbare wijze het voornemen daartoe kenbaar te ma ken; b. De doorgang naast zich vrij te laten voor het tegemoetkomende verkeer en voor het verkeer, dat zich naast hem bevindt of zo dicht achter* hém" d4t door dit ver anderen van richting gevaar voor bot sing zou ontstaan. DAARBIJ KOMT nog dat krachtens het zelfde artikel bestuurders van motorvoertui gen verplicht zijn om voor te sorteren. U weet wel: tijdig en na goed in de spiegel of achterom te hebben gekeken (er zijn nog al tijd scooters en motoren zonder achteruitkijk spiegel) naar het midden van de weg tegen de wegas. Fietsers zijn dat - tenzij het op het wegdek is aangegeven, bijv. d.m.v. een op het wegdek getekende fiets - niet verplicht Ze mógen voorsorteren. Het hierboven onder b. genoemde punt geeft wel aanleiding tot vragen. Niet wat dat tegemoetkomende verkeer betreft, want het is duidelijk dat 't verboden is om vlak voor een naderende auto, fietser of wat-dan- ook nog snel even links af te slaan al zien we het nog dagelijks gebeuren!!). Wat natuurlijk óók weer niet zeggen wil, dat wij op een krui sing moeten blijven staan wanneer aan de horizon een stofwolkje op de nadering van een ="to duidt. Onnodig en overdreven voor zichtigheid kan hierbij wel eens ongewen ste opstoppingen leiden. MOEILIJKER wordt het blijkbaar voor ve len wanneer het gaat om het verkeer dat van achteren nadert. Want - zo vraagt men regelmatig weer - wie gaat er in zo'n ge- van nu voor? Hij die de auto, die wil gaan afslaan, achterop rijdt, reeds dicht is gena derd en - wegens plaatsgebrek - de voorsor terende auto niet rechts kan inhalen (de re gel dus: rechtdoor op dezelfde weg gaat voor), OF degene die af wil slaan, die daar van blijk geeft door richting aan te geven, eventueel door te beginnen met voorsorte ren en dus niet meer links mag worden inge haald? Het is deze situatie, die niet zelden tot bij- na-ongevallen (u weet wel: gierende remmen en bleke gezichten) aanleiding geeft DE OPLOSSING ligt in het zoëven geci teerde artikel 28 ~ub. b. van het Wegenver keersreglement, al moet natuurlijk de situa tie van geval tót geval worden bekeken. In dit artikel staat immers uitdrukkelijk dat de bestuurder de doorgang naast zich moet vrij laten (dus niet linksaf mag) als er verkeer naast hem zit of zo dicht achter hem, dat door dit veranderen van richting gevaar voor botsing zou ontstaan. Dat geldt zowel voor het voorsorteren, als voor het eigenlijke af slaan. M.a.w. het is dus wel degelijk verbo den om - terwijl een auto of ander voertuig al dichtbij is - toch snel de wijzer uit te zetten of het knipperlicht in werking te stellen en naar links te gaan. In dat geval wordt de regel „rechtdoor op dezelfde weg gaat voor" overtreden. Maar - het andere geval - die regel geldt niet als die achteropkomende auto nog maar in de verte nadert en men nog gemakkelijk de voorsorteer- en afslaanma- noeuvre kan uitvoeren. DE WEGGEBRUIKER heeft bij dit alles dus een verantwoordelijke taak: het zélf van geval tot geval beoordelen of er nog voldoen de tijd en ruimte is om voor te sorteren en links af te slaan. Het schatten van afstan den en snelheden speelt daarbij een belang rijke rol en - de ongevallen wijzen het uit - daarbij wordt maar al te dikwijls misgere- kend, of op-goed-geluk gewerkt.... EEN PAAR RECENTE uitspraken van de Hoge Raad, die op dit soort gevallen betrek- krng hebben, bewijzen dat er over het links- afslaan nog heel wat foutieve opvattingen in omloop zijn. Een bestuurder, die had afge remd, teruggeschakeld en voorgesorteerd al vorens in z'n spiegel te kijken en toen van achteren werd aangereden, kreeg géén gelijk toen hij beweerde, dat er alleen sprake is van een verplichting tot vrijlaten van de door gang ten aanzien van het verkeer dat die doorgang voor zich opeist en zulks kenbaar maakt. Dus wanneer uit de wijze van rijden van de achteropkomende auto zou blijken dat deze van plan is om te gaan inhalen en pas seren. Maar de Hoge Raa^ wilde deze beper king niet aanvaarden en dat betekent dus, dat men altijd met de mogelijkheid van in halen en passeren moet rekenen, indien een achteropkomende auto dicht is genaderd, óók al blijkt nergens uit dat de bestuurder van die auto van plan is om te gaan inhalen en passeren. KORTE TIJD LATER kreeg de Hoge Raad een soortgelijk aanrijdingsgeval te beslissen, waarbij de verdachte zich erop beriep dat de hem inhalende automobilist voldoende ruim te zou hebben gehad om rechts te passeren. Maar ook daar mag men - blijkens de uitspraak van5 de Hoge Raad - zeker niet op afgaan. Het is NIET zo, dat de verplichting om de doorgang naast zich vrij te laten, al leen maar geldt t.a.v. het verkeer, „dat aan zijn bedoeling om in te halen reeds uitvoering heeft gegeven en zich daartoe reeds links naast of althans links achter 't vooroprij- dende verkeer bevindt". M.a.w. zelfs al is er ruimte om rechts te worden ingehaald, dan ontstaat dat niet van de verplichting om eerst terdege op te letten of de achteropkomende automobilist inder daad „duidelijk kenbaar maakte dat hij niet ter linker zijde maar rechts wilde passeren". UIT DE BEIDE UITSPRAKEN blijkt wel dat bij afslaan naar links grote voorzichtig heid geboden is en men met recht zijn ogen (óók) op de rug - dus in de achteruitkijk spiegel - moet hebben. We "hebben (gelukkig) niet allemaal even veel haast op dit ondermaanse. Ware dat wel het geval, er zou alvast een (veelomstreden) verkeersprobleem uit de wéreld geholpen zijn. Geen touwtrekken meer over maximum- of minimumsnelheid. Allemaal en overal op de weg één en hetzelfde tempo. Allemaal in een sukkelgangetje. Of met een pijlsnelle vaart. Of daar tussenin. Of een beetje beneden dat „tussenin". Of een beetje er boven. Heel aan trekkelijk. Maar wee de minister die zou moeten trachten met één uniforme snelheid iedereen tevreden te stellen.... Zolang deze „utopie" niet verwezenl'jkt is heeft het nog zin zich met de techniek van het inhalen bezig te houde. Goed inhalen is lang niet iedere werk. Dat kunnen we iedere dag op de weg constateren. Een van de fou ten bij dat inhalen is dat men er te dikwijls te weinig ruimte voor neemt. Of anders ge zegd: er op gokt dat het nog nét kan. Wat dan zoals met alle gokspelletjes - op een bepaalde dag NIET goed afloopt... Toch is er een eenvoudige vuistregel voor het berekenen van de afstand die men voor een inhaalmanoeuvre nodig heeft Daar komt echt geen hogere wiskunde aan te pas. Men vermenigvuldige de eigen snelheid met zichzelf (wie nu „kwadraat" zegt is ge weldig) en dele de uitkomst door het verschil tussen de snelheid van de eigen en de (onge veer te schatten) snelheid van de auto, mo tor of scooter die men gaat inhalen. Een voor beeld? U rijdt 70 km/uur, de ander 50. Dus 70 x 70 20 is 245 meter. Nu ziet u ook, d"' die afstand groter wordt als het getal onder de streep kleiner wordt. Dus bijv. bij een snelheidsverschil van 10 km/ uur is de benodigde afstand 490 meter, bij 5 km/uur 980 meter enz. Moraal van deze (cijfer) geschiedenis: haal alleen in bij een behoorlijk snelheidsverschil (minstens 20 km/uur) en overtuig u er van dat de benodigde afstand ook werkelijk vrij is. Want bij het inhalen geldt meer dan ooit fikken maakt brokken. op Uw vee, en hyp. 4V4 2 'It aflossing. Geen wachttijd Postbus 14, Nijverdal Aangeboden plm. 1 ha ten westen, van Rijssen, voor bos of heidegrond. Brieven onder no. 115 bu reau van dit blad. Wie kan nog gebruiken. Enterstraat 35 - Rijssen Doe het zelf met v. NIJLAND, Elsenerstr. 33 Aan het zelfde adres ook weer ontvangen partij goed kope zachte zemen. Plakta- fel in bruikleen. het vertrouwde adies voor Brandverzekering (op nieuwwaarde) Ziekenhuiskosten (alles onbeperkt) W.A voor auto - motor Hypotheken financiering Ruime polisvoorwaarden Assurantiekantoor Markeloseweg 72 - Tel. 2269 vraagt voor zo spoedig mogelijk voor halve dagen. Werktijden van 7.15-12 uur, van maandag t.e.m. vrijdag. Vrijdagavond van 17.30-19.30 uur (deze 2 uur kunnen eventueel verval len). Aanmelding dagelijks op het kantoor afd. perso neelszaken, Boomkamp 31. DBUKWeRK I W KLCINt-, J OPLAGE V PBSOLOOT VLEKKELOOS TELEFOON 2406 VOOR EEN NAAR Vraagt inlichtingen, Braakmansdijk 4. GEVRAAGD: voor hele of halve dagen. Mevr. KÖRBL Nassaustraat 55, Rijssen. Zijn uw remmen in orde? Deze vraag stelt het Verbond voor Veilig Verkeer in de loop van deze maand op talloze wijzen aan de orde. Komt er plotseling een bromfiets uit een zijstraat? Als uw remmen niet in or de zün kost het hém zijn leven misschien. Komt er op een onoverzichtelijk punt een vrachtwagen uw voorrangsweg oprijden? Ais uw remmen niet in orde zijn kan het U uw leven kosten. Rijdt u op de „Autobahn", op weg naar uw vakantie-oord, dicht achter uw voorganger, cn die gaat plotseling remmen; als.... In deze trant zij- er nog tal van andere voorbeelden te noemen. Als uw remmen niet in orde zijn, speelt u met mensenlevens. De koel-nuchtere statistieken geven aan dat door onvoldoende of te laat remmen zeel mensen in een fractie van een seconde de kille dood werden ingezonden. Volgens het Wegenverkeersregelement moet de remvertraging van een voertuig ten hoog ste zijn 3,86 m-sec2 bedragen. In meer hui selijke taal: de remweg van een voertuig mag in meters maximaal bedragen uw s" ri- heid in km-uur gedeeld door tien in het kwa draat. Dus bi' een snelheid van 20 km-uur mag uw remweg ten hoogste bedragen (20 10)2 is 4 m, bij 50 km-uur (50 10)2 is 25 m, bij 80 km-uur (80 10)2 is 64 m, enz. Uiteindelijk is dit maar een richtl.jn, —ant bij ongunstige toestand van het wegdek kón uw remweg aanmerkelijk langer zijn; men denke eens aan vallend gebladerte in de herfst, opvriezen in de winter, hagelbuien in het voorjaar, regen in de zomer, voorts aan olievlekken en „kinderhoofd: es", enz. Bij dit alles is wel de technische factor, maar niet de menselijke in overweging ge nomen. Tot na toe werd uitsluitend gespro ken over de remweg dus de afstand die uw voertuig aflegt in de tijd die verloopt tussen het indrukken van het rempedaal en het stil staan van uw voertuig. Maar hoe is het nu met de afstand die uw voertuig aflegt in het tijdsbestek dat ligt tussen het moment van waarnemen van een obstakel, het „verta len" van deze zintuigelijke waarnemirg in de gedachte „gevaar!", het geven van het juiste „bevel" aan de ledematen, en het in werking komen van de desbetreffende spie ren? In het mobiel teststation van het Ver bond voor Veilig Verkeer kon geen enkele „geëxamineerde" sneller reageren dan 0,32 seconde - dus 32-100e seconde verliep tus sen het opflitsen van een rood lampje en het moment dat de rem werd ingedrukt. En de ze onderzochten wisten wat hen te wachten stond! Hoeveel langer zal dan deze reactie tijd zijn voor diegenen, die juist van een conferentie komen en die nog even hierover zitten na te denken, en zij die in druk ge sprek zijn met hun passagiers, en de be stuurder die juist zijn lievelingsprogramma op zijn radio beluistert? Men mag deze peri ode veilig stellen op 1 seconde. Ea dan volgt onmiddellijk de volgende vraag: hoeveel me ters legt uw voertuig af één seconde bij een gegeven snelheid? Bij 20 km-uur is dat bijna 10 m, bij 50 km-uur bijna 14 m en bij 80 km-uur niet minder dan 22 m. En deze afstanden dient men op te tellen bij de berekende remweg. Uitgaande van de minimale, in de wet vastgelegde, remvertra ging en een reactietijd van één seconde, dient men bij de volgende snelheden per uur rekening te houden met onderstaande rem weg voor uw voertuig: bij 20 km-uur 9,6 m, bij 50 km-uur 38,9 m, bij 80 km-uur 86,2 m, en bij 110 km-uUr 151,6 m. Rijdt dus gecon centreerd; houdt u op een afstand! VOORTDUREND OPLETTEND zijn en ge concentreerd op de bezigheid, die lopen en rijden nu eenmaal is. Die bezigheid is ook een vorm van dagelijks werk. En het is in het verkeer al net zo als met elke andere bezigheid, wanneer we daarbij niet genoeg opletten gaat het mis. Wanneer we onze gedachten er bij ons dagelijks werk niet vol doende bij houden gaat het niet goed. Wie als voetganger of als bestuurder van een of ander voertuig een beetje loopt of zit te suffen of te dromen of in zijn gedachten met heel iets anders bezig is dan met het werk dat hij verricht, het deelnemen aan het ver keer, loopt gevaar, ook al behoeft het ge lukkig nog lang niet altijd op een ongeluk uit te draaien. Vandaar die eerste voorwaarde: oplettend zijn. Toegegeven, het is heel wat gemakkelijker gezegd dan gedaan. Het is zelfs heel moeilijk zoal niet onmogelijk om voortdurend en volledig geconcentreerd te zijn op het verkeersdeelnemer zijn. Maar la ten we het in elk geval proberen. De jaarlijkse actie „Een heitje voor een kar weitje", die dit jaar op 26 en 27 april in geheel Nederland zal worden gehouden, is woensdagochtend in Amsterdam officieel gestart met 'n omvangrijk „Oranje-karwei" Jongens en meisjes van de padvindersorga nisaties, ressorterende onder de Nationale Padvindersraad, kwamen woensdagochtend bijeen bij de Stoomvaart-maatschappij „Ne derland", waar zij hun karweitjes bijdroegen aan de voorbereidingen voor de vaartocht, welke het Nederlands koninklijk paar met zijn vele gasten op 2 mei met de „Oranje" gaat maken. De foto toont twee padvindsters bezig met het strijken van matrozenkielen, die op de grote dag op de „Oranje" zullen worden gedragen.

Erfgoed Rijssen-Holten

Weekblad voor Rijssen | 1962 | | pagina 7