TER IIARMSEE
Winterjassen en
Jongenscoats
bu MEULENBELT
DE ZONDERLINGE JONKER WERD
COMMANDANT VAN RIJSSEN
Sint Nicolaas in
hoogst eigen persoon
naar Rijssen
f
Trakehner paarden beschikken over
geweldige prestatievermogen
BAAN
studie-orgel
JUMPERS en VESTEN
MANNA LIGTENBERG
een prachtige
Feestelijke intorht
zaterdag 25 november
Damesdeze week hebben wij voor U:
MANTELS
JAPONNEN voor elke beurs
PULLOVERS - VESTEN
De nieuwste DAMESHOEDEN
In onze Heren- en Jongensafdeling KOSTUUMS
JASSEN in alle prijsklassen
gratis
Vrijdag 17 november 1961
WEEKBLAD VOOR RUSSEN
Pagina 5
(ook grijs met zadelsteek en split)
(Spencer-Hey Bleyle en andere merken) volop voorraad
(SHAWLS EN HANDSCHOENEN)
(MULLER GRONINGER STIJLGROEP EN LTM)
o.a. een zeer mooie DONKERE WINTERJAS voor f 95.'
Verder alles op het gebied van HERENMODE
Uiterst billijke prijzen voor hoge kwaliteitsartikelen.
BETER MAAR NIET DUURDER
Wij ontvingen zojuist
een grote zending
Om een ieder te laten profiteren
geven wij slechts I week
Al
voor vader en zoon
R IJ S .SEN buiten de wallen
Jonker Roelof II van Bevervoorde was het
type van een echte Rijssenaar. Het RieSsens,
was zijn voertaal. Toen Rijssen tijdens een
Gelderse overval verdedigd moest worden,
werd de Jonker van Brandlicht het hoofd
van de Rijssense schutterij, dat kwam feite
lijk zijn vader toe. Maar deze reeds een
bedaagd ridder, was met vrouw en dochters
naar het Bentheimse Brandlicht gegaan, dit
leek hem veiliger. De andere zonen vochten
elders in Europa om roem en eer en vrouwen
met geld te veroveren. Maar jonker Roelof
de jonge was geen beroepssoldaat. Hij haat
te het vechten door dag en tijd. Maar wan
neer de stad Rijssen in het geding kwam,
dan was er geen dapperder man in de om
trek. Er was een jonker van Heeckeren van
de Ezhe bij Almen. Dit heerschap had de
bisschop van Utrecht veertig duizend gulden
voorgeschoten. Nu had men de heer van
Heeckeren verteld, dat de bisschop Florus
van Wevelinshoven op zijn huis Bevervoor
de te Rijssen vertoefde.
Toen de Gelderse jonker de bisschop niet
thuis vond en de kastelein van Langen ook
niet, toen wilde hij een greep doen in de stad
Rijssen om zich al vast gedeeltelijk scha
deloos te stellen maar Brand jan de opper-
brandmeester, sloeg alarm, en de jonker
van Brandlicht maakte groot alarm. Nu kon
Rijssen destijds niet meer dan tweehonderd
vijftig weerbare mannen op de been brengen.
De heer van Heeckeren al zeker van zijn
zaak, gelastte zijn volk te gaan roven. Maar
de zware stem van jonker Roelof van Lan
gen bulderde door Rijssens straten, sla dood!
Sla dood, Nu was dat eerder gezegd dan ge
daan. Maar de zwarte Gaitdiene, een poti
ge burgemeestersdochter riep alle manhafte
vrouwen op, zich mede in de strijd te wer
pen. De Zwarte Gaitdiene commandeerde
de vrouwen geen wapens te nemen, zij had
een ander beproefd middel. De vrouwen van
Rijssen moesten de vijanden bij de baard
grijpen en deze proberen uit te trekken. De
Zwarte Gaitdiene zelf werd bijna onmid
dellijk met een lans doodgestoken maar haar
voorbeeld werd een succes.
Spoedig wisten de vrouwen de lanssteken
handig te ontwijken. En spoedig daverden
de straten van Rijssen van de ijsselijkste
vloeken van vijandelijke soldaten, die het
slachtoffer werden van de feeksen van jon
ge vrouwen, die fel de baarden van de vij
anden uittrokken. Het Rijssense manvolk
vocht met de moed der wanhoop. En zo dre
ven zij de heer van de Ezhe buiten de wal
len. Uit wraak stoken zij het mooie huis
van de Klaproze in brand. Dit ziende storm
de de zonderlinge jonker wit van woede
op de vijanden in en dreef ze in de richting
van Holten. Rijssen was er intussen niet zon
der kleerscheuren afgekomen. Zevenentwin
tig mannen en negen vrouwen waren in de
strijd gebleven. De pastoor, die ook moedig
meegevochten had, was door de vijanden
een been kapot geslagen. Rijssen vierde geen
overwinningsfeest, daarvoor was de over
winning teduur gekocht. De bisschop van
Utrecht hoorde er van en hij spoedde zich
met zijn gevolg naar Rijssen om eens pools
hoogte te nemen. De oude heer van Langen
was ook teruggekeerd van zijn verblijf in
Bentheim. De oude vrouwe van Bevervoor
de was nu trots op haar zoon. Er werd een
boodschap gestuurd naar Brandlicht, de jon
ker zou op het kasteel Bevervoorde gehul
digd worden voor zijn moedig gedrag. Jon
ker Roelof was niet thuis. Hij was bij buur
man Putter. De man daar was gevallen in
de strijd voor Rijssens vrijheid. En nu de
den de buren hun naoberplicht. En jonker
Roelof van Brandlicht deed alzo. De bisschop
stond er' op de jonker tot ridder te slaan.
Dit was ook de hartewens zijner moeder.
Maar rustig bleef de heer van Brandlicht
de vlegel hanteren. Natuurlijk kon men hem
kennen tussen zijn boeren, per slot van re
kening was hij een heer. Zo vond de bis
schop hem bij de weduwe Putter op de deel
de vlegel hanterend. De bisschop verzocht
hem mee te gaan naar het kasteel Bever
voorde. Maar de jonker voerde daar tegen
aan, dat eerst de legge rogge klaar moest
zijn. De bisschop raakte zeer vertoornd en
op aandrang van zijn buren ging de jonker
mee. Hier stond hij in zijn werkkleren ten
aanschouwe van het deftige gevolg van de
bisschop. De vrouwe van Bevervoorde schaam
de zich diep voor haar ongemanierde zoon.
De bisschop vond dat het recht zijn ver
loop moest hebben. Een jonker, de held van
Rijssen moest beloond worden. De bisschop
las de bul voor, waarbij jonker Roelof van
Langen tot Brandlicht te Rijssen, ridder zou
worden geslagen, van de Baleipe van Ut
recht. De heer van Brandlicht vroeg, toen de
bisschop de voorlezing beëindigd had, of het
niet een beetje minder kon, b.v. ridder van
Rijssen, dat was goed genoeg. Maar de bis
schop reikte reeds de ordetekenen over, het
grote ogenblik was aangekomen, heel de
bisschoppelijke hofhouding stond stram in de
houding. De oude heer van Bevervoorde deed
hetzelfde.
En de aanwezige Rijssenaren, o.a. burge
meesters en naaste naobers probeerden dit
ook voorzover het hen althans mogelijk was.
En toen kwam de grote flater. De jonker
nam de ordetekenen aan, stak ze voor de
verblufte ogen van de bisschop in de broek
zak nam de bul onder de arm en riep: Voor
lopig bedankt!
Lieven Here, bisschop van Utrecht. U neemt
mij zeker niet kwalijk dat ik weer naar de
weduwe Putter ga, want wij dorsen met vier
slag.
Roelof! kreet de vrouwe van Bevervoorde
schaamt gij u niet? Neen moeder, ik hoef
mij nergens voor te schamen, ik deed mijn
plicht als burger van Rijssen en dat hoop ik
nog te doen. Ga naar huis Roelof, kleed je
en kom terug, het is de hoogste dag in je
leven. De hofmaarschalk was woedend over
de belediging het hof aangedaan. Hij maak
te alles in orde voor de afreis. Om naar het
huis te Goor te gaan. Daar was de feitelijke
residentie van het bisschoppelijk hof. De heer
van Bevervoorde bood zijn verontschuldiging
aan, maar de maarschalk weerde af. Er wa
ren in Overijssel, in Twente en Salland meer
edelen, die een loopje namen met de bis
schop van Utrecht. De gebeurde te Goor op
het kasteel Heeckeren niet. Ten minste niet
met bisschop Faris van Wevelinshoven. In
de tijd toen jonker Roelof van Brandlicht
nog veel bij de Klaproze kwam, was er
heel iets ergs gebeurd te Goor. Daar was
bisschop Jan van Verneburg met zijn gevolg
naar Goor gereden. Heel Goor had zich op
gemaakt om de bisschop als een vorst te ont
vangen. Toen de bisschop met zijn gevolg
binnen Goors vestè was had men de poor
ten gesloten. Maar in Salland, daar woon
den samenzweerders, edelen die nog zware
rekeningen te vereffenen hadden. Zij smeed
den een complot. In Hardenberg werd de
zaak voor elkaar gemaakt. En juist toen in
Goor de feestvreugde ten top gestegen was
vervoegden zich vier eerzame vrachtrijdes
aan de poort met wagens met planken bela
den, de poortwachter melde het. En het stads
bestuur liet het aan de bisschop over, of de
voerlieden Goor mochten doorvaren. Op de
vraag van de poortwachter waar de reis heen
moest, was het antwoord naar de goede stad
Deventer. Nu was de bisschop groot met De
venter. Dus liet hij grif de poorten openen,
De oude Klaproze schoot in een onbedaar
lijk lach. Jonker Roelof schrok er van. Maar
de Klaproze ging gierend van de lach ver
der. De voerlieden waren juist op het cen
trum de schild genaderd, toen de planken
rommelden van de wagens, soldaten spron
gen te voorschijn van onder de planken, de
poortwachters werden gegrepen, de sleutels
geroofd en voor de bisschop pap kon zeggen
voerden de soldaten hem weg. De Sallandse
ridders wisten wel weg met bisschop Johan
van Verneburg. Zij deden hem in de kast
vertelde de Klaproze en zij lieten hem niet
weer vrij, voor hij veertigduizend gulden op
de paad had gegooid. Een rijke baron van
Heeckeren schoot hem het geld voor.
Deze kreeg daarvoor vele panden. En nu
trok dan de bisschop Floris van Wevelincho-
ven naar Goor. Hij liet te Rijssen een ijverig
dorsende jonker achter, en een gebroken
vrouwe van Bevervoorde. Toen de andere
zonen van Bevervoorde terugkwamen van
himne roemrijke veldslagen, troostten zij hun
moeder met de opmerking; moeder trek je
van onze Roelof niet aan, hij is zijn leven
lang een lapzak geweest.
De pest kwam over de landen waaien en
zaaide dood en verderf. Ook Rijssen moest
zijn tol betalen. De jonker van Brandlicht
gelastte teertonnen voor de huizen te zet
ten en deze te laten branden. De burgemees
ters verboden het wegens brandgevaar. Jon
ker Roelof van Langen van Brandlicht deed
het voor zijn huis toch, en ook voor het
Klaprozenhuis in de Haar buiten de wallen.
De ziekte sloop ook het kasteel Bevervoorde
binnen en maaide daar de één na de
ander weg. De oude jonker, de Vrouwe, twee
zonen en drie dochters. Zo was de zonderlinge
jonker Roelof nog alleen over te Rijssen. De
teertonnen hadden hun dienst gedaan. Wat
moest er nu gebeuren? Jonker Roelof was
de enige erfgenaam en moest dus kastelein
op de Bevervoorde worden. De bisschop kwam
na verloop van tijd, toen de pest weer gewe
ken was, om de heer van Brandlicht tot kaste
lein van de Bevervoorde aan te stellen. Toen
een bode van Utrecht hem het grote nieuws
kwam melden riep hij de buurt bij elkaar.
Hij vertelde wat er gaande was. Natuurlijk
was de aanstellen geen boom van een kouw.
Dat begreep natuurlijk heel Rijssen. Op
Brandlicht waren in de loop der jaren vier
zoons geboren. Het waren jonkers van respec
tievelijk tien-acht-zes en vier jaar oud. De
oudste aardde naar zijn grootvader en de
tweede naar grootmoeder en was bazig als
wat. De volgende week hopenlijk verder.
VAN COEVERDEN!
De besturen van de beide Rijssense Midden
standsverenigingen ontvingen hedenmorgen
hetlangverwachte telegram van St. Nicolaas,
dat hij zaterdag 25 november naar Rijssen zal
komen om de St. Nicolaasactie 1961 te openen.
St. Nicolaas zal zoals hij mede-deelde om on
geveer 2 uur vanaf het station van de Ned.
Spoorwegen zijn feestelijke intocht door Rijs
sen maken, zodat de vele kinderen een grootse
dag tegemoet gaan, omdat ze de grote kinder
vriend met eigen ogen kunnen aanschouwen.
Rijssen heeft een bijzondere aantrekking op
Sinterklaas. Dat heeft hij meerdere malen doen
blijken, en dat. bewijst hij ook nu weer.
Hoewel het aanvankelijk onzeker was, dat
de Sint zich op een zaterdag vrij kon maken,
heeft hij kennelijk alle moeite gedaan om de
Rijssense kinderen niet teleur te stellen.
De besturen van de beide Middenstandsver
enigingen hopen, dat de Rijssense jeugd St.
Nicolaas op enthousiaste en hartelijke wijze
zal ontvangen.
Di' Dam Kroll, de Westduitse ambassadeur in Rusland, die zich wegens onvoorzichtige
uitlatingen in een gesprek met de Russische premier Nikita Kroetsjev, moei verant
woorden bij bondskanselier Adenauer, is dinsdag uit Moskou via Brussel in Keulen
aangekomen. De foto laat zien hoe hij op het vliegveld van Keulen
(midden) de journalisten te woord stond.
Over een grote grasvlakte in Schenefeld
bij Hamburg galopperen bruine paarden.
Een aanblik die doet denken aan Argenti
nië, maar ook aan een gebied in Europa,
waar ook nog in deze eeuw grote groepen
paarden te vinden waren, aan Oost-Pruisen.
Daar was gedurende 230 jaar de beroem
de stoeterij van Trakehnen gevestigd. Op
het ogenblik zijn er in dit door de Russen
bezette gebied geen goed onderhouden stoe
terijen en uitgestrekte weiden meer. Een
groot aantal Trakehner paarden werd naar
Polen overgebracht, waar ze door de Pool
se regering met veel zorg 'gefokt worden.
De uit Oost-Pruisen gevluchte Duitsers
wisten echter op hun avontuurlijke tochten
van de in totaal 56.000 volbloeden er ca.
2000 mee naar de huidige Bondsrepubliek
te nemen. Deze kan men thans op ze
ven plaatsen in de Bondsrepubliek vinden.
Verder zijn er thans ook stoeterijen voor
Trakehner paarden in Denemarken, Italië
en Argentinië. In de Bondsrepubliek heeft
de Trakehner Bond, mede door het verdien
stelijke werk van de voorzitter, dr. Schilke,
weer de beschikking over 700 merries. In
Oost-Pruisen had men er vroeger 1500.
Inmiddels heeft men voor de op Westduit
se bodem gefokte hengsten al weer prijzen
tot een bedrag van 30.000 Mark gemaakt.
Dat is een groot verschil met de prijs van
100 daalders, die een Oostpruisische boer
meer dan twee honderd jaar geleden voor
zijn eerste op eigen initiatief gefokte hengst
kreeg. De vader van deze hengst behoorde
aan de koninklijke stoeterij, de moeder was
afkomstig van een boerderij en zij beiden
vormden het begin van een wereldberoem
de paardenfokkerij. Toendertijd bestond de
koninklijke stoeterij reeds vijftig jaar. De
Pruisische soldatenkoning Frederik Willem 1
had verschillende fokkerijen samengevoegd
en liet deze centraal beheren. Later schonk
hij de paarden aan zijn zoon, Frederik de
Grote, tijdens wiens regering de koninklijke
stoeterij in de eerste plaats voor legerpaar-
den te zorgen had.
Geen van de monarchen schonk echter bij
zondere aandacht aan bet geweldige presta
tievermogen van de Trakehner paarden.
Men vertelt, dat de oude Frits, toen hij in
een met Trakehner paarden bespannen koets
door mul heidezand reed, over de afstand
Berlijn-Sans Souci niet langer dan twee uur
heeft gedaan, terwijl er slechts éénmaal van
paarden verwisseld werd. De laatste Duitse
keizer is eens met een vierspan in tien mi
nuten over de 36 kilometer lange afstand
van het station Trakehnen naar zijn jacht
slot op de Rominterheide gereden.
Van de kracht van de Trakehner paarden
werd pas na de tweede wereldoorlog ook in
de landbouw gebruik gemaakt. Daarvóór ge
bruikte men de Remonten, oorspronkelijk le-
gerpaarden. Het meest verdienstelijk heb
ben zij zich echter gemaakt tijdens de vlucht
van de bevolking van Oost-Pruisen .voor de
Russen uit hun prachtige geboorteland. In
de winter van 1945, gedurende de „grote
trek", waren er Trakehner paarden, die na
kilometers lange dagreizen te hebben ge
maakt 20 nachten moesten doorbrengen zon
der uitgespannen te wordeh en er deson
danks niet bij neervielen. Er wordt zelfs
verteld van twee merries, die na 9 a 10
weken durende tochten gezonde veulens ter
wereld gebracht hebben. De eigenares van
een Trakehner schimmel vertelt, dat er nog
altijd mensen komen kijken naar haar paard,
dat onder de moeilijkste omstandigheden de
afstand van 1000 km. uit het oosten heeft
afgelegd.
Tegenwoordig moet het paard in de land
bouw steeds meer het veld ruimen voor de
machines e» wordt het praktisch alleen nog
voor de paardesport gebruikt. Net als vroe
ger zijn er echter nog altijd veel bekende
namen onder dit paardegeslacht, dat beroem
de voorouders als „Spinola", „Tempelhuter"
en „Cancara" heeft opgeleverd. Er zijn men
sen die menen, dat de Oostpruisische paar
den op Westduitse bodem en onder geheel
andere omstandigheden lang niet zo goed ge
fokt kunnen worden als eertijds. Toch valt
het te betreuren, dat een stoeterij met een
dergelijke traditie, die paarden met een
reeds legendarisch geworden prestatiever
mogen voortgebracht heeft, tot nu toe in de
Bondsrepubliek geen geschikte plaats heeft
kunnen vinden, waar alle Trakehner paarden
tezamen ondergebracht kunnen worden.
TE KOOP:
DRAAGBAAR RADIO
en
KINDERWAGEN
(zwart)
Zuiderstraat 10, Rijssen.
VOOR
■fc horloges
-fr verlovingsringen
pendules
ir wekkers
bijouterieën
ZIE ETALAGE
BOUWSTRAAT 8
TE KOOP:
goed onderhouden
Haarstraat 78.
PRIMA PAKJES, WOL MET LUREX, VOOR 36.—
Verder een partij:
tegen zeer lage prijzen.
Profiteer hiervan.
'tls voordelig kopen bij:
HAARSTRAAT 43
De grote keuze bij Ter Harmsel