Jan Hendrikse (Enter) bewees ook in
laatste etappe zijn meesterschap
de
RIJE^N buiten de wallen
wan
m
FILM -nieuws
'Htii
heerlijkl!
EERVOL WINNAAR VAN DE RONDE VAN RIJSSEN
Sanatorium Hellendoorn
Koe gedood door trein
Gevonden voorwerpen
Geslaagd voor
Mulo-diploma
ise
geurige
engels
melange
TARZAN DE AAPMENS
THE GEISHA BOY
Vrij (jag 4 augustus 1961
ZONDAGSDIENST DIERENARTS
RIJSSEN—WIERDEN
//d
VAN COEVERDEN.
t
Met een regelmatig verreden etappe rond
de ravijntjes nabij het Rijssense Veld kwam
Zaterdagmorgen het einde van de ronde van
Rijssen, die in de afgelopen week voor ve
len een gebeurtenis van formaat is geworden.
Vele jeugdigen uit Rijssen, Enter en Nij-
verdal hebben aan deze ronde hetzij als deel
nemer hetzij als supporter veel vakantie
vreugde beleefd, en daarom vooral komt een
woord van lof toe voor het (jeugdige) comi
té, dat zich zoveel opofferingen en moeite
heeft getroost, om deze wielerronde te orga
niseren.
Re wijze waarop de ronde is georgani
seerd verdient veel waardering. Van de klas
sementen van het uitstippelen der routes het
„organiseren" van prijzen, daarvan is door
de organisatoren veel werk gemaakt.
Men heeft voortreffelijke steun gehad van
de rijkspolitie zonder wiens medewerking de
organisatie van een gebeuren als deze ronde
volkomen onmogelijk is.
Juist omdat het comité de organisatie zo
serieus heeft opgevat was het zo betreurens
waardig, dat door een valpartij, die donder
dagavond plaats had de vreugde grotendeels
is bedorven. Vooral omdat de schuld voor
deze valpartij, waarvan vooral Jan ter Avest
uit Nijverdal het slachtoffer is geworden te
zoeken is bij het ongedisciplineerde gedrag
van een deel van het publiek, dat na de
binnenkomst van de renners, de touwafzet-
ting doorbrak en op het parcours drong, waar
door de volgende renners, niet op regelma
tige wijze de finish konden passeren. Wat
de laatste etappe betreft, hiervan vallen niet
veel bijzonderheden te vermelden.
Het (zware) parcours, rond de ravijntjes,
dat meetelde voor het bergklassement moest
vijf-en-twintig keer door de renners wor
den genomen. Het was niemand anders dan
Jan Hendrikse uit Enter, die hier op ongedeci
deerde wijze zijn zege veilig stelde. Ook hier
bleek dat hij een doorzetter is, die het juis
te moment weet te vinden waarop hij zijn
slag moet slaan. Reeds na 3 ronden wisten
enkele sterke renners, waaronder alle favo
rieten als Hendrikse, Lubbers, Dreijerink en
Otten de leiding te nemen, waarin zij vele
ronden lang berden achtervolgd door een
behoorlijke grote groep, die uiteindelijk het
tempo van de 4 groten echter niet kon vol
gen.
Er werd gereden in een enorm tempo, waar
bij het heuvelachtige terrein met gemak werd
genomen.
In de sprint bleek Hendrikse de sterkste
en werd daardoor een eervol winnaar van
de ronde van Rijssen. De 2e plaats was
voor Lubbers, 3e werd Otten en 4e Dreije
rink.
Op het plein van de openbare lagere
school werden 's avonds de prijzen uitge
reikt. Namens het comité werd dank ge
bracht aan de rijkspolitie, aan het gemeen
tebestuur aan vele middenstanders die allen
op hun eigen wijze hebben bijgedragen waar
door het organiseren van de ronde mogelijk
is geworden. Tot slot volgen hier de uit
slagen van de laatste etappe en de eindklas
sementen.
De uitslagen van de 10 etappe
De uitslag van de 10e etappe luidt:
1. J. Hendrikse 45.23 met bon. 45.13 2. H.
Lubbers 45.24 met bon. 45.19; 3. G. Otten
45.24; 4. A. M. Dreijerink 45.24; 5. W. ten
Hove 45.47; 6. H. ten Berge 45.47; 7. D. Zijl
stra 46.43; 8. G. Roessink z.t.; H.
Dikkers z.t.; 10. A. J. Kippers zt.; 11. H.
Brandwagt z.t.; 12. H. Nieuwenhuis 48.13; 13.
H. ten Brinke 48.14; 14. J. Marra 48.15; 15.
J. Ligtenberg 48,18; 16. H. Essink 50. 33; 17
J. Wild 50.38, 18. H. Maneschijn 50,39; 19.
E. J. J. Kerkhof 50.58; 20. H. Krake 51,51; 21
J. van Heek 52,16; 22. L. Rutjes 52.30. 23, J.
Nieuwenhuis 55.10; 24. M. ter Harmsel 58,41;
25, H. Polko 59.57; 26 A. Kerkhof 1.04.17;
27 B. ten Berge z.t.; 28 J. Kalenkamp z.t.;
29. J. Nijhoff z.t.
Het «ind-bergklassement luidt:
I. H. Lubbers 43 pt; 2. W. ten Hove 41 pt;
3. J. Hendrikse 22 pt; 4. G. Otten 12 pt;
5. A. J. Kippers 10 pt; 6. D. Zijlstra 7 pt;
H. J. ten Berge 4 pt; H. J. ter Avest
3 pt; 9. A. M. Dreijerink 3 pt; 10. W. Nieu
wenhuis 2 pt; 11, J. Ligtenberg 1 pt.
Het eind-ploegenklasscment luidt:
I. Empo 13.20.08; 2. Magneet 13.21.44; 3.
Internationale Ploeg 13.26.47; 4. Locmotief
13.30.27; 5. Radium 13.30.36; 6 Eroba 14.00.42;
7. Torpedo 14.13.33; 8. Vredestein 15.06.22.
*et eind-puntenklassement luidt:
1. J. Hendrikse 74 pt; 2. A. M. Dreijerink
46 pt; 3. H. Lubbers 44 pt; 4. G. Otten
32 pt; 5. H. ten Berge 26 pt; 6. H. Dik
kers 10 pt; 7. H. ten Brinke 10 pt; 8. J.
Ligtenberg 8 pt; 9. W. ten Hove 8 pt; 10.
G. Roessienk 4 pt; 11 W. Nieuwenhuis 4 pt;
Het eind-algemeen klassement:
1. J. Hendrikse (Empo) 5.45.16; 2. A.
M. Dreijerink (Empo) 5.45.56; 3. H. Lub
bers (Magneet) 5.45.04; 4. G. Otten (Mag
neet) 4.46.15; 5. W. ten Hove (Intern. Ploeg)
5.46.52; 6. H. ten Berge Radium) 54.7.37; 7.
G. Roessink (Eroba) 5. 47.58; 8. H. Dikkers
(Radium) 5. 49,49; 9. A. J. Kippers (Loco
motief) 5.50.08; 10. H. Brandwagt (Intern.
Ploeg) 5.51.02; 11. W. Nieuwenhuis (Locomo
tief) 5.52.52; 12. .D Zijlstra (Torpedo) 5.52.23:
13. J. Marra (Radium) 5.59.33; 14. E. J. J.
Kerkhof (Magneet) 6.02.05; 15. H. ten Brin
ke (Locomotief) 6.02.17; 16 J. Ligtenberg (Lo
comotief) 6.04.42; 17. H. Krake (Eroba)
6.06.55; 18. H. Essink (Vredestein) 6.19.40;
19. H. Maneschijn (Torpedo) 6.24.36; 20. J.
Wild (Torpedo) 6.24.53; 21 J. Nieuwenhuis
(Radium) 6.35.41; 22, B. ten Berge (Mag
neet) 6.40.11; 23. J. Nijhoff (Intern. Ploeg)
6.45.37; 24. J. van Heek (Vredestein) 6.47.43
25. M. ter Harmsel (Vredestein) 6.5022;
26. J. Kalenkamp (Eroba) 6.52.11; 27. L.
Rutjes (Eroba) 6.56.35; 28. H. Polko (Vrede
stein) 7.28.37; 29. A. Kerkhof (Vredestein)
7.30.42.
„In de ledenvergadering van het Sanato
rium en de Dr. Homoet Kliniek te Hellen
doorn werden verslagen over het jaar 1960
uitgebracht door de sekretaresse, de pen
ningmeester en de wnd. geneesheer-direk-
teur. In het verslag van de sekretarsse
werd, in de eerste plaats gewezen op het
grote verlies, dat het sanatorium leed door
het overlijden van Dr. H. Vos. Tot opvol
ger werd benoemd de longarts J. van Hae-
ringen. De daling van het patientental nam
in 1960 een einde en veranderde in een
stijging. i
Het verslag van de penningmeester sloot
met een nadelig saldo van 37551,81. Dank
werd gebracht aan de propagandist* de heer
v.d. Craats voor de goede resultaten van
zijn akties.
De wnd. geneesheer-direkteur attendeerde
op het personeelstekort speciaal wat het
vrouwelijk huishoudelijk personeel en de
leerling-verpleegsters betrof. In verband met
de toename van het aantal patiënten moest
een derde onderwijzeres voor de Sanatorium-
school worden aangesteld.
Door enkele mutaties zal het Hoofdbe
stuur per 1 januari 1962 uit de volgende
leden bestaan:
W. C. Tilanus te Wierden, voorzitter,
mej. Dr. C. J. Gelderman te Hengelo (O)
sekretaresse.
H. de Vries te Hengelo (O), penningmeester.
Ir. H. Ver Loren van Themaat te Hengelo (O).
Mr. W. L. de Walle te Almelo
Mr. H. P. Tjeenk Willink te 's-Gravenhage
Mej. R. C. Kalt te Hoogeveen,
Mevrouw J. M. Raymakers- van Eek te
Nijverdal,
Mevrouw M. Meylink-Willink te Hengelo (O)
Mr. F. R. Crommelin te Nijverdal,
O. J. R. Lappöhn te Zwolle."
De trein van Deventer naar Almelo had
in de Verdeling zondagavond te 18.10 uur
een aanzienlijke vertraging, doordat een koe
van de heer W. Brinks, die zich op de spoor
baan bevond, werd aangereden. Het dier werd
gedood, terwijl het treinstel enige materiële
schade opliep.
Kentekenplaat N.H. 99-65. bruine heren por-
temonnaie met inh. bruine herenportemon-
naie zonder inh. bruine heren portemonnaie
met inhoud, onderjurk met twee zakdoeken,
rechter grijs kinderschoentje, rose kinder-
knip inh. 0,70. twee muntbiljetten van
1 2,50. bankbiljet van 10,- rechter witte
handschoen, grijs-groen geblokte boodschap
pentas. rode autoped, bankbiljet van 10.-
monty coat. damesbril met bruin montuur,
leren bruine portemonnaie, inh. 1.25. grijs
plastic regenkapje, padvindersriem met, twee
sleutels, grijze boodschappentas, zakmesje,
lichtgrijze kinderportemonnaie inh. 1.31.
knijptang, bruine portemonnaie met inh.
schroevendraaier, double kettinkje, aankomen
lopen een boxer, bruine portemonnaie inh.
1.27. zwart-wit badpak, gouden broche,
zakmes met naam Ermelo. twee sleuteltjes
aan ring. wit rechterkinderschoentje. munt
biljet van 2.50.
Bovenstaande voorwerpen en goederen zijn
te bevragen op het rijkspolitiebureau op al
le werkdagen tussen 18.00 en 20.00 uur.
Telefonische gesprekken aangaande deze voor
werpen kunnen niet in behandeling worden
genomen.
Van de Chr. ULO school te Rijssen slaag
den de volgende leerlingen voor het mulo-
diploma A:
Riek Baan. Gerry Beldman, Janna v.d.
Belt, Truida Eertink, Mini Haase, Dini Haa-
se, Janna Harbers, Janna Schothans, Ger-
dien ter Steege, Gerhard Beldman, Gerrit
v.d. Belt, Freek ten Brinke, Hans Brouwer,
Henk ter Denge, Jan Harbers, Gerrit Im-
mink, Dinant Keizer, Albert Ligtenberg, Jan
Meijerink, Jan Nijland, Marinus Pluimers,
Gerrit Rohaan, Hendrikus Scheppink, Henk
Smit.
Voor het B-diploma slaagden:
Gerrit Assink, Herman Harbers, Jan Schreu-
der. Betty van Hunen en Marry Reinink.
De dienst wordt zondag a.s. waargenomen
door dierenarts Van Doorn, Rijssen tel. 2487.
De zevenenveertigjarige jonker van de
Grimberg zat in de herenkamer. Hij keek
de pachten der onder de Grimberg wonen
de pachters na.
Deze kwamen slechts binnen. Vele boeren
waren een paar jaar achter. De heer van
de Grimberg keek door het raam.
Daar kwam Bram Tientjes aan. De jonker
zette een onverzettelijk gezicht. Dat zou wel
weer op bedelen uitlopen en daar was de
heer van de Grimberg niet van gediend.
O! Hij kon het wel doen, daar niet van.
Hij was vrijgezel en had behalve twee huis
knechten, twee dienstmaagden en juffer
Machteld van Langen. Dit alles kostte hem
aan bodeloon nog geen honderd gulden per
jaar aan contaat geld.
Maar aan de Rijssener stadsbode Bram Tien
tjes had hij een hekel. Waarom gaf de
stad, de man geen behoorlijk loon. Mijnheer
vergat intussen, dat zijn personeel niet eens
om loon durfde vragen. Daar moest juffer
Machteld van Langen altijd op af. Zij kon
de mannen om de vinger winden of dat nu
een doodgewone huisknecht was of de jon
ker zelf was.
Daar draaide zij geen hand voor om.
Wanneer Berend of Willen, of Geeske of
Atle geld wilden hebben gingen zij naar
de juffer en de juffer ging beleefd doch be
slist vertellen, dat de baron moest afdok
ken. Neen, zij hadden het op de Grimberg
slechter kunnen treffen.
De enige waar de juffer een hekel aan
had dat was Stoffer de koetsier. De man
had haar nooit iets in de weg gelegd en
toch had zij een instinktmatige afkeer van
de paardenmenner.
Maar nu kwam Bram Tientjes de stads
bode van Rijssen. Ale zag hem het eerst.
En zij riep Juffer Machteld. Het was wat
bijzonders als er eens iemand kwam.
Een enkele keer kwam er familie, maar
dat gebeurde niet vaak want zoals gezegd
de jonker lag overhoop met de familie.
Juffer Machteld constateerde al op een
afstand, dat de Rijssener stadsbode niet
kwam om te bedelen. Hij had de koperen
plaat die op zijn borst bengelde en waar
op het stadswapen van Rijssen stond, helder
glimmend opgepoetst. Het schitterde in de
zon. En dit betekende dat er heugelijke tij
ding was. De jonker ontdekte dit ook.
Het zou hem toch benieuwen wat voor
nieuws de bode had. De bode trok energiek
aan het touw, zodat de bel luid galmde
door de vestibule. Berend de oudste huis
knecht deed open.
De bode deed de groet van de dag. En
vroeg daarna naar de Juffer. En Machteld
van Langen kwam.
Bram vroeg haar even alleen te mogen
spreken. Bijna had zij neen, gezegd. Want
zij dacht niet anders of Tientjes zou wel
weer vele noten op zijn zang hebben.
Maar de juffer liet hem in de kamer waar
zij gewoon was ongewenste gasten af te poei
eren. Bram keek echter zo hoopvol en ze
gevierend en smeet zijn versleten hoed in
de hoek van de kamer.
Juffer Machteld bood hem een stoel en
•antwoordde zeg maar gauw wat het is bo
de, want ik heb niet veel tijd.
Juffer begon Bram ik weet niet of het
u interesseert, maar de Tip Kop is weer in
Rijssen. U bedoelt Jan Roelof Berenkamp?
Nee ik bedoel de Tip Kop! verduidelijkte
de bode. Nou en wat is er dan met de
Tip. Kop? Neemt u mij niet kwalijk juf
fer verbeterde de bode, maar ik wist niet
dat die rijke meneer, Berenkamp heette.
Iedereen zegt in Rijssen van de Tip.
Nou, die man is schatrijk. Ik heb van
morgen een der Burgemeesters nog horen
zeggen, dat hij meer geld heeft dan de
jonker van Bevervoorde.
Vertel eens verder, wat je van die man
weet! Gebood juffer Machteld.
Het onderhoud waarvoor eerst de juffer
geen tijd had duurde twee uur. En om beur
ten stonden Geesken en Ale aan het sleu
telgat te luisteren.
De jonker schelde zijn huisknecht en
vroeg wat of de stadsbode van Rijssen deed.
Jonker, die wordt afgesnauwd door de
juffer! Dan is het goed hernam de baron,
en glimlachend dacht hij na, hoe de juffer
de bode ongezouten de waarheid zou zeg
gen.
Maar dit laatste gebeurde niet. Integen
deel zij schoof steeds dichter bij de bode.
met een oog op de deur en begon zacht te
praten. Zeer tot ongerief van de luisterende
meiden. Zeer tot verbazing van deze, werd
de bode na het onderhoud naar de keuken
gestuurd waar de meiden opdracht kregen
hem een flink maal voor te zetten. De mei
den probeerden hem onder het eten uit te
horen maar dat lukte niet.. Zij kregen al
leen geweldige smakgeluiden te horen. En
Ale vertelde later aan Berend, dat Rijssen,
een onfatsoenlijke stadsbode had. Een kerel
die vrat als een varken.
En Machteld van Langen zat in haar pri-
vékamer, de kamer met de hoge ramen
waar het licht hel en koud in viel. Zij zat
op een stoel met hoge leuning en zat ge
bukt over een blad papier. De ganzeveren
pen kraste. Zij schreef een brief aan den
Heer Jan Roelof Berenkamp. gewezen kapi
tein ter Zee. Gelukkig dat zij de bode goed
had uitgehoord. Zij schreef dat haar liefde
voor hem nog altijd zeer groot was en of
hij in al die jaren nog eens aan haar ge
dacht had. Toen zij de brief klaar had en
niet dé zahdströöier gedroogd had. Gooide
zij er wat rëukpoedèi- óver, dat kon nooit
geen kwaad.
Daarna zegelde zij de brief dicht en Bram
Tientjes die zeer veel en zeer smakelijk ge
geten had moest weer in de kale ontvang
kamer komen. Op zijn woord van eer moest
hij de brief aan de heer Jan Roelof Be
renkamp ter hand stellen en kreeg voor de
moeite een Carolus gulden van vijfentwin
tig stuiver.
Dat was bijna een heel weekloon. De
dienstboden de meisjes en de jonker keken de
bode na. Wat deed de man raar, op de
brug maakte hij een luchtsprong. De brief
had hij zorgvuldig in zijn binnenzak gebor
gen.
Maar de carolus gulden liet hij schitteren
in de zon.
Met haastige tred spoedde hij zich maar
Rijssen en hij bofte. De Tipkop, pardon me
neer Berenkamp stond net te kijken naar
een nieuw huis in aanbouw.
De bode tikte aan zijn hoed en overhan
digde de brief. De Tip greep naar zijn beurs
en gaf Bram Tientjes een goudstuk. Deze
maakte zo'n diepe buiging dat hem de rug
kraakte.
Bedankt nogmaals!
En ging daarna zijns weegs. Voorlopig had
de Tip een kamer gekregen op de Bever
voorde. Mevrouw was razend geweest maar
dit keer hield de jonker voet bij stuk. De Tip
spoedde zich naar de Bevervoorde met de
brief. Wie zou hem hier herkend hebben.
Toen hij gezeten in de torenkamer, de deur
op slot gemakkelijk zittend de brief uit
de zak haalde snoof hij er aan. Wat een
heerlijke geur. Dat moest beslist een brief
zijn van een freule of zo! Dat was beslist iets
buitengewoons. Behoedzaam verbrak hij het
zegel en zegende de dag dat hij te Delfs-
haven lezen en schrijven geleerd had.
Met klimmende verbazing las hij de brief.
Morgen zou hij dadelijk even naar de Grim
berg gaan, om eens te zien hoe Machteld er
uitzag. De bode Bram Tientjes, ging niet da
delijk naar huis neen hij zocht eerst de
oude schipper Turf Roelof op. Hij liet de
Turf het goudstuk zien en riep wat is dat?
De schipper bekeek het geval en sprak dat
is een Zeeuwsche rozenobel! Waarde onge
veer negen gulden! Ben je daar eerlijk aan
gekomen! informeerde de schipper droog. En
toen vertelde Bram hoe hij de raad van
de Turf had opgevolgd en hoe hij nu een
welgesteld man was. De schipper schoot in
een lach. Je kon wel zien dat de stadsbode
geen weelde had.
Maar hernam de schipper. Je kunt zien, het
geld ligt op straat als je maar weet het op
te rapen. Bram Tientjes spoedde zich naar
zijn schamele woning in de Walstraat, daar
wachtte hem een nieuwe verrassing. Zijn
tienjarige dochter riep vaar wat roek ie'j
raar! De vrouw rook ook. En achterdoch
tig vroeg zij waar ben jij geweest, dat is
buitengewoon, spreek op! Nou vertelde hij,
dat hij een brief had meegenomen voor een
dame van, de Grimberg voor die mijnheer de
zeekapitein.
De Tipkop! snibde de dochter. Zij kreeg
meteen een draai om de oren, en de andere
kinderen kropen in een hoek.
Wat betekent dat? wilde moeder Tientjes
weten. Dat betekent dat ik dit van hem als
fooi kreeg. Wij zijn rijk en dit ook nog! En
meteen haalde de bode de carolus gulden
voor de dag en de rozenobel. De kinderen
bekeken het goudstuk met arendsogen.
Toen op zekeren dag de nood aan de
man kwam ging de stadsbode met de rozen
obel naar Jonker Peter van Langen, naar
de Oosterhof. Deze wilde het geldstuk graag
hebben en betaalde er de volle waarde voor.
Het gezin tientjes was voorlopig uit de
brand.
Weer zat de Jonker van de Grimberg op
zijn kamer. Toen de volgende dag tegen tien
uur een net gekleed heer de brug naar de
Grimberg over wandelde. Dat zou zeker ie
mand van de drost van Salland zijn, die hem,
de Jonker het sinds lang begeerde bericht
kwam brengen, dat er een baan voor hem
was. Fluks, liep hij naar de spiegel kamde
haar en baard. Weer ging hij zitten. En
wachtte in spanning een tijdje. Hij werd ten
laatste ongeduldig en schelde zijn lijfknecht
Deze moest eens informeren waar het defti
ge vreemde bezoek bleef. Tin minuten la
ter, kwam de knecht met positieve berich
ten terug.
De vreemde heer zat in de kamer van
juffer Machteld. En deze zat bij de vreem
de heer op schoot. Dit werd de jonker van
de Grimberg toch te gortig. Hij liet zijn
wapenknecht roepen. Deze moest op staande
voet 'n geweer geladen. Ik schiet die vreemde
ling het kasteel uit! Maar de vreemdeling
had lont geroken en juffer Machteld ook.
En juist toen de jonker de kamer van
Advertentie
juffer Machteld binnen stormde vergezeld
van zijn lijfknecht en zijn wapenknecht,
en brulde er uit schorem! kon hij nog juist
zien hoe de vreemdeling reeds de brug over
was met Machteld aan de arm. De sloerie!
Brulde hij. Hij schreeuwde snotter-Willem de
brugwachter nog toe, de vreemdeling te
grijpen. Maar Willem was niet gewoon he
ren te grijpen. En liet het paar gaan. Stoffer
de koetsier moest onmiddellijk een paard
zadelen, dat was complete vrouwenroof. Maar
dat de jonker van de Grimberg er niet veel
verder mee kwam dat hopen wij de volgen
de week te vertellen.
Het verhaal speelt zich af omstreeks de
eeuwwis seling.
Jane Parker keert na een lang verblijf in
Engeland, weer terug naar haar vader in
Afrika.
Onderweg dringt zij er bij Holt, de com
pagnon van haar vader, op aan, een Watusi te
redden, die door andere stamleden aange
vallen wordt.
In het dorp verneemt Jane, dat de inboor
lingen zich roeren en wraakacties onderne
men tegen de blanke kolonisten. Door vriend
schap te sluiten met de Watusi, een gehate
vijand van de dorpelingen, brengt zij haar
vader, Holt en zichzelf in gevaar. Zij moe
ten de wijk nemen en de Watusi gaat met
hen mee. Zij spreken af, dat de Watusi,
in ruil voor de beschenning, hun de weg
zal wijzen naar het olifantenkerkhof, de plek
waar alle stervende olifanten heentrekken,
om daar hun laatste adem uit te blazen.
De legende doet al jaren de ronde, dat
daar voor een miljoenenschat aan ivoor ligt.
Holt is vastbesloten het olifantengraf te vin
den. Onderweg worden zij aangevallen door
een troep woedende olifanten. Jane verkeert
in groot gevaar, maar zij wordt gered door
Tarzan, die haar meeneemt naar zijn hut-
Als Jane bijkomt voelt zij zich onmiddellijk
aangetrokken tot Tarzan en brengt een pret
tige tijd bij hem door. Intussen zijn Par
ker en Holt haar gaan zoeken. Zij vinden
haar, spelend met Tarzans huisdier, een
chimpansee. Holt denkt dat de chimpansee
haar kwaad wil doen, en schiet hem neer.
Uit woede over de dood van zijn huisdier,
roept Tarzan alle dieren van het oerwoud
op en laat hen de expeditie van Parker
onder de voet lopen. Jane komt tussenbeide,
voor Tarzan zich kan wreken op Parker en
Holt.
De safari gaat verder en eindelijk berei
ken zij Ivoorstad, waar een fortuin aan
ivoor voor het oprapen ligt. Maar onmiddel
lijk worden zij gevangen genomen door vij
andige Pygmeën, die Parker doden. Maar
Tarzan weet Jane en Holt te redden
zij ontsnappen op een gewonde olifant, die
hen rechtstreeks naar het olifantenkerkhof
leidt. Nu haar vader dood is, besluit Jane
in het oerwoud te blijven, aan de zijde van
Tarzan. Zij neemt afscheid van Holt en keert
met Tarzan terug, naar diens hut in een
boomtop
De beroemde film en televisie-actrice,
Lola Livingston, is de ster van de troep,
die een tournee gaat maken voor de solda
ten in Japan en Korea. Onder de artiesten
bevindt zich ook de goochelaar Gilbert Woo-
ley, die zo onhandig is dat hij het niet
eens tot een engagement voor het dagpro
gramma van de televisie heeft kunnen bren
gen! Gilbert reist met zijn „compagnon"
Harry, een alleraardigst wit konijntje, dat
goocheltalent heeft en dat voor hen beiden
moet denken.
Gilbergen Harry geraken tijdens de vlieg
tocht in "allerlei ingewikkelde situaties. Zo
bemerkt Gilbert op een gegeven moment
dat het konijn uit de koffer ontsnapt is en
naar de cabine van Lola Livingstone geslo
pen is, die in bed ligt, verzonken in een
diepe slaap. Gilbert tracht Harry weer te
rug te lokken, maar dat is gemakkelijker
gezegd dan gedaan. En dus gaat hij het
beestje halen. Hij wordt echter opgemerkt
door majoor Ridley, die eens gaat kijken
wat er aan de hand is in Lola's cabine.
Maar Gilbert is al verdwenen wanneer de
majoor, die over het gordijn struikelt, lang
uit over het bed van Lola valt, die wakker
schrikt en de majoor zijn huid vol scheldt.
In Tokio heeft kolonel Adams, onder wiens
supervisie de artiesten tijdens hun verblijf
aldaar staan, de charmante Japanse, Kimi
Sikita, geëngageerd, die als tolk moet fun
geren tussen de Amerikanen en de Japan
ners. Zij. heeft haar zesjarige neefje, Mit-
suo, meegebracht naar het vliegveld, waar
de beroemde Lola Livingston en de an
dere artiesten verwelkomd worden. Met het
Japanse jongetje Mitsuo is het droevig ge
steld. Hij verloor bij een auto-ongeluk zijn
ouders en dit heeft hem zo zeer aange
grepen, dat hij sinds de fatale dag, waarop
hij wees is geworden, nooit meer heeft kun
nen lachen.
Het vliegtuig landt en Lola verlaat onder
grote hilariteit het toestel, doordat Gilbert
bij het uitstappen op haar japon trapt en
zij dus in minimale kleding ten aanschouwe
van talloze journalisten en persfotografen,
komt te staan....
Voor de kleine Mitsuo is dit zulk een koddige
vertoning, dat hij in lachen uitbarst. Kimi
is daarover zeer verheugd en zij is Gilbert
dankbaar, dat het hem gelukt is de jongen
weer aan het lachen te brengen. Zij gaat
dan ook Gilbert in zijn hotel opzoeken en
vertelt hem hoe blij zij is, dat Mitsuo weer
heeft leren lachen. Bij die gelegenheid zegt
Mitsuo aan Gilbert, dat hij hem graag als
vader zou willen hebben en Gilbert, hoe
kan het anders, is ontroerd over de plotse
linge liefde van het aardige jongetje. Als Kimi
en Mitsuo vertrokken zijn, krijgt Gilbert
bezoek van een boom van een Japanner, die
beweert de verloofde van Kimi te zijn. De
man vermoedt dat Gilbert verliefd is op Ki
mi en dat zal hij hem even afleren. Maar
Gilbert, die moeilijkheden voorziet, heeft
bijtijds de benen genomen en nu volgt er
een wilde achtervolging door de straten van
Tokio.