Jan Hendrikse (Enter) bewees ook in laatste etappe zijn meesterschap de RIJE^N buiten de wallen wan m FILM -nieuws 'Htii heerlijkl! EERVOL WINNAAR VAN DE RONDE VAN RIJSSEN Sanatorium Hellendoorn Koe gedood door trein Gevonden voorwerpen Geslaagd voor Mulo-diploma ise geurige engels melange TARZAN DE AAPMENS THE GEISHA BOY Vrij (jag 4 augustus 1961 ZONDAGSDIENST DIERENARTS RIJSSEN—WIERDEN //d VAN COEVERDEN. t Met een regelmatig verreden etappe rond de ravijntjes nabij het Rijssense Veld kwam Zaterdagmorgen het einde van de ronde van Rijssen, die in de afgelopen week voor ve len een gebeurtenis van formaat is geworden. Vele jeugdigen uit Rijssen, Enter en Nij- verdal hebben aan deze ronde hetzij als deel nemer hetzij als supporter veel vakantie vreugde beleefd, en daarom vooral komt een woord van lof toe voor het (jeugdige) comi té, dat zich zoveel opofferingen en moeite heeft getroost, om deze wielerronde te orga niseren. Re wijze waarop de ronde is georgani seerd verdient veel waardering. Van de klas sementen van het uitstippelen der routes het „organiseren" van prijzen, daarvan is door de organisatoren veel werk gemaakt. Men heeft voortreffelijke steun gehad van de rijkspolitie zonder wiens medewerking de organisatie van een gebeuren als deze ronde volkomen onmogelijk is. Juist omdat het comité de organisatie zo serieus heeft opgevat was het zo betreurens waardig, dat door een valpartij, die donder dagavond plaats had de vreugde grotendeels is bedorven. Vooral omdat de schuld voor deze valpartij, waarvan vooral Jan ter Avest uit Nijverdal het slachtoffer is geworden te zoeken is bij het ongedisciplineerde gedrag van een deel van het publiek, dat na de binnenkomst van de renners, de touwafzet- ting doorbrak en op het parcours drong, waar door de volgende renners, niet op regelma tige wijze de finish konden passeren. Wat de laatste etappe betreft, hiervan vallen niet veel bijzonderheden te vermelden. Het (zware) parcours, rond de ravijntjes, dat meetelde voor het bergklassement moest vijf-en-twintig keer door de renners wor den genomen. Het was niemand anders dan Jan Hendrikse uit Enter, die hier op ongedeci deerde wijze zijn zege veilig stelde. Ook hier bleek dat hij een doorzetter is, die het juis te moment weet te vinden waarop hij zijn slag moet slaan. Reeds na 3 ronden wisten enkele sterke renners, waaronder alle favo rieten als Hendrikse, Lubbers, Dreijerink en Otten de leiding te nemen, waarin zij vele ronden lang berden achtervolgd door een behoorlijke grote groep, die uiteindelijk het tempo van de 4 groten echter niet kon vol gen. Er werd gereden in een enorm tempo, waar bij het heuvelachtige terrein met gemak werd genomen. In de sprint bleek Hendrikse de sterkste en werd daardoor een eervol winnaar van de ronde van Rijssen. De 2e plaats was voor Lubbers, 3e werd Otten en 4e Dreije rink. Op het plein van de openbare lagere school werden 's avonds de prijzen uitge reikt. Namens het comité werd dank ge bracht aan de rijkspolitie, aan het gemeen tebestuur aan vele middenstanders die allen op hun eigen wijze hebben bijgedragen waar door het organiseren van de ronde mogelijk is geworden. Tot slot volgen hier de uit slagen van de laatste etappe en de eindklas sementen. De uitslagen van de 10 etappe De uitslag van de 10e etappe luidt: 1. J. Hendrikse 45.23 met bon. 45.13 2. H. Lubbers 45.24 met bon. 45.19; 3. G. Otten 45.24; 4. A. M. Dreijerink 45.24; 5. W. ten Hove 45.47; 6. H. ten Berge 45.47; 7. D. Zijl stra 46.43; 8. G. Roessink z.t.; H. Dikkers z.t.; 10. A. J. Kippers zt.; 11. H. Brandwagt z.t.; 12. H. Nieuwenhuis 48.13; 13. H. ten Brinke 48.14; 14. J. Marra 48.15; 15. J. Ligtenberg 48,18; 16. H. Essink 50. 33; 17 J. Wild 50.38, 18. H. Maneschijn 50,39; 19. E. J. J. Kerkhof 50.58; 20. H. Krake 51,51; 21 J. van Heek 52,16; 22. L. Rutjes 52.30. 23, J. Nieuwenhuis 55.10; 24. M. ter Harmsel 58,41; 25, H. Polko 59.57; 26 A. Kerkhof 1.04.17; 27 B. ten Berge z.t.; 28 J. Kalenkamp z.t.; 29. J. Nijhoff z.t. Het «ind-bergklassement luidt: I. H. Lubbers 43 pt; 2. W. ten Hove 41 pt; 3. J. Hendrikse 22 pt; 4. G. Otten 12 pt; 5. A. J. Kippers 10 pt; 6. D. Zijlstra 7 pt; H. J. ten Berge 4 pt; H. J. ter Avest 3 pt; 9. A. M. Dreijerink 3 pt; 10. W. Nieu wenhuis 2 pt; 11, J. Ligtenberg 1 pt. Het eind-ploegenklasscment luidt: I. Empo 13.20.08; 2. Magneet 13.21.44; 3. Internationale Ploeg 13.26.47; 4. Locmotief 13.30.27; 5. Radium 13.30.36; 6 Eroba 14.00.42; 7. Torpedo 14.13.33; 8. Vredestein 15.06.22. *et eind-puntenklassement luidt: 1. J. Hendrikse 74 pt; 2. A. M. Dreijerink 46 pt; 3. H. Lubbers 44 pt; 4. G. Otten 32 pt; 5. H. ten Berge 26 pt; 6. H. Dik kers 10 pt; 7. H. ten Brinke 10 pt; 8. J. Ligtenberg 8 pt; 9. W. ten Hove 8 pt; 10. G. Roessienk 4 pt; 11 W. Nieuwenhuis 4 pt; Het eind-algemeen klassement: 1. J. Hendrikse (Empo) 5.45.16; 2. A. M. Dreijerink (Empo) 5.45.56; 3. H. Lub bers (Magneet) 5.45.04; 4. G. Otten (Mag neet) 4.46.15; 5. W. ten Hove (Intern. Ploeg) 5.46.52; 6. H. ten Berge Radium) 54.7.37; 7. G. Roessink (Eroba) 5. 47.58; 8. H. Dikkers (Radium) 5. 49,49; 9. A. J. Kippers (Loco motief) 5.50.08; 10. H. Brandwagt (Intern. Ploeg) 5.51.02; 11. W. Nieuwenhuis (Locomo tief) 5.52.52; 12. .D Zijlstra (Torpedo) 5.52.23: 13. J. Marra (Radium) 5.59.33; 14. E. J. J. Kerkhof (Magneet) 6.02.05; 15. H. ten Brin ke (Locomotief) 6.02.17; 16 J. Ligtenberg (Lo comotief) 6.04.42; 17. H. Krake (Eroba) 6.06.55; 18. H. Essink (Vredestein) 6.19.40; 19. H. Maneschijn (Torpedo) 6.24.36; 20. J. Wild (Torpedo) 6.24.53; 21 J. Nieuwenhuis (Radium) 6.35.41; 22, B. ten Berge (Mag neet) 6.40.11; 23. J. Nijhoff (Intern. Ploeg) 6.45.37; 24. J. van Heek (Vredestein) 6.47.43 25. M. ter Harmsel (Vredestein) 6.5022; 26. J. Kalenkamp (Eroba) 6.52.11; 27. L. Rutjes (Eroba) 6.56.35; 28. H. Polko (Vrede stein) 7.28.37; 29. A. Kerkhof (Vredestein) 7.30.42. „In de ledenvergadering van het Sanato rium en de Dr. Homoet Kliniek te Hellen doorn werden verslagen over het jaar 1960 uitgebracht door de sekretaresse, de pen ningmeester en de wnd. geneesheer-direk- teur. In het verslag van de sekretarsse werd, in de eerste plaats gewezen op het grote verlies, dat het sanatorium leed door het overlijden van Dr. H. Vos. Tot opvol ger werd benoemd de longarts J. van Hae- ringen. De daling van het patientental nam in 1960 een einde en veranderde in een stijging. i Het verslag van de penningmeester sloot met een nadelig saldo van 37551,81. Dank werd gebracht aan de propagandist* de heer v.d. Craats voor de goede resultaten van zijn akties. De wnd. geneesheer-direkteur attendeerde op het personeelstekort speciaal wat het vrouwelijk huishoudelijk personeel en de leerling-verpleegsters betrof. In verband met de toename van het aantal patiënten moest een derde onderwijzeres voor de Sanatorium- school worden aangesteld. Door enkele mutaties zal het Hoofdbe stuur per 1 januari 1962 uit de volgende leden bestaan: W. C. Tilanus te Wierden, voorzitter, mej. Dr. C. J. Gelderman te Hengelo (O) sekretaresse. H. de Vries te Hengelo (O), penningmeester. Ir. H. Ver Loren van Themaat te Hengelo (O). Mr. W. L. de Walle te Almelo Mr. H. P. Tjeenk Willink te 's-Gravenhage Mej. R. C. Kalt te Hoogeveen, Mevrouw J. M. Raymakers- van Eek te Nijverdal, Mevrouw M. Meylink-Willink te Hengelo (O) Mr. F. R. Crommelin te Nijverdal, O. J. R. Lappöhn te Zwolle." De trein van Deventer naar Almelo had in de Verdeling zondagavond te 18.10 uur een aanzienlijke vertraging, doordat een koe van de heer W. Brinks, die zich op de spoor baan bevond, werd aangereden. Het dier werd gedood, terwijl het treinstel enige materiële schade opliep. Kentekenplaat N.H. 99-65. bruine heren por- temonnaie met inh. bruine herenportemon- naie zonder inh. bruine heren portemonnaie met inhoud, onderjurk met twee zakdoeken, rechter grijs kinderschoentje, rose kinder- knip inh. 0,70. twee muntbiljetten van 1 2,50. bankbiljet van 10,- rechter witte handschoen, grijs-groen geblokte boodschap pentas. rode autoped, bankbiljet van 10.- monty coat. damesbril met bruin montuur, leren bruine portemonnaie, inh. 1.25. grijs plastic regenkapje, padvindersriem met, twee sleutels, grijze boodschappentas, zakmesje, lichtgrijze kinderportemonnaie inh. 1.31. knijptang, bruine portemonnaie met inh. schroevendraaier, double kettinkje, aankomen lopen een boxer, bruine portemonnaie inh. 1.27. zwart-wit badpak, gouden broche, zakmes met naam Ermelo. twee sleuteltjes aan ring. wit rechterkinderschoentje. munt biljet van 2.50. Bovenstaande voorwerpen en goederen zijn te bevragen op het rijkspolitiebureau op al le werkdagen tussen 18.00 en 20.00 uur. Telefonische gesprekken aangaande deze voor werpen kunnen niet in behandeling worden genomen. Van de Chr. ULO school te Rijssen slaag den de volgende leerlingen voor het mulo- diploma A: Riek Baan. Gerry Beldman, Janna v.d. Belt, Truida Eertink, Mini Haase, Dini Haa- se, Janna Harbers, Janna Schothans, Ger- dien ter Steege, Gerhard Beldman, Gerrit v.d. Belt, Freek ten Brinke, Hans Brouwer, Henk ter Denge, Jan Harbers, Gerrit Im- mink, Dinant Keizer, Albert Ligtenberg, Jan Meijerink, Jan Nijland, Marinus Pluimers, Gerrit Rohaan, Hendrikus Scheppink, Henk Smit. Voor het B-diploma slaagden: Gerrit Assink, Herman Harbers, Jan Schreu- der. Betty van Hunen en Marry Reinink. De dienst wordt zondag a.s. waargenomen door dierenarts Van Doorn, Rijssen tel. 2487. De zevenenveertigjarige jonker van de Grimberg zat in de herenkamer. Hij keek de pachten der onder de Grimberg wonen de pachters na. Deze kwamen slechts binnen. Vele boeren waren een paar jaar achter. De heer van de Grimberg keek door het raam. Daar kwam Bram Tientjes aan. De jonker zette een onverzettelijk gezicht. Dat zou wel weer op bedelen uitlopen en daar was de heer van de Grimberg niet van gediend. O! Hij kon het wel doen, daar niet van. Hij was vrijgezel en had behalve twee huis knechten, twee dienstmaagden en juffer Machteld van Langen. Dit alles kostte hem aan bodeloon nog geen honderd gulden per jaar aan contaat geld. Maar aan de Rijssener stadsbode Bram Tien tjes had hij een hekel. Waarom gaf de stad, de man geen behoorlijk loon. Mijnheer vergat intussen, dat zijn personeel niet eens om loon durfde vragen. Daar moest juffer Machteld van Langen altijd op af. Zij kon de mannen om de vinger winden of dat nu een doodgewone huisknecht was of de jon ker zelf was. Daar draaide zij geen hand voor om. Wanneer Berend of Willen, of Geeske of Atle geld wilden hebben gingen zij naar de juffer en de juffer ging beleefd doch be slist vertellen, dat de baron moest afdok ken. Neen, zij hadden het op de Grimberg slechter kunnen treffen. De enige waar de juffer een hekel aan had dat was Stoffer de koetsier. De man had haar nooit iets in de weg gelegd en toch had zij een instinktmatige afkeer van de paardenmenner. Maar nu kwam Bram Tientjes de stads bode van Rijssen. Ale zag hem het eerst. En zij riep Juffer Machteld. Het was wat bijzonders als er eens iemand kwam. Een enkele keer kwam er familie, maar dat gebeurde niet vaak want zoals gezegd de jonker lag overhoop met de familie. Juffer Machteld constateerde al op een afstand, dat de Rijssener stadsbode niet kwam om te bedelen. Hij had de koperen plaat die op zijn borst bengelde en waar op het stadswapen van Rijssen stond, helder glimmend opgepoetst. Het schitterde in de zon. En dit betekende dat er heugelijke tij ding was. De jonker ontdekte dit ook. Het zou hem toch benieuwen wat voor nieuws de bode had. De bode trok energiek aan het touw, zodat de bel luid galmde door de vestibule. Berend de oudste huis knecht deed open. De bode deed de groet van de dag. En vroeg daarna naar de Juffer. En Machteld van Langen kwam. Bram vroeg haar even alleen te mogen spreken. Bijna had zij neen, gezegd. Want zij dacht niet anders of Tientjes zou wel weer vele noten op zijn zang hebben. Maar de juffer liet hem in de kamer waar zij gewoon was ongewenste gasten af te poei eren. Bram keek echter zo hoopvol en ze gevierend en smeet zijn versleten hoed in de hoek van de kamer. Juffer Machteld bood hem een stoel en •antwoordde zeg maar gauw wat het is bo de, want ik heb niet veel tijd. Juffer begon Bram ik weet niet of het u interesseert, maar de Tip Kop is weer in Rijssen. U bedoelt Jan Roelof Berenkamp? Nee ik bedoel de Tip Kop! verduidelijkte de bode. Nou en wat is er dan met de Tip. Kop? Neemt u mij niet kwalijk juf fer verbeterde de bode, maar ik wist niet dat die rijke meneer, Berenkamp heette. Iedereen zegt in Rijssen van de Tip. Nou, die man is schatrijk. Ik heb van morgen een der Burgemeesters nog horen zeggen, dat hij meer geld heeft dan de jonker van Bevervoorde. Vertel eens verder, wat je van die man weet! Gebood juffer Machteld. Het onderhoud waarvoor eerst de juffer geen tijd had duurde twee uur. En om beur ten stonden Geesken en Ale aan het sleu telgat te luisteren. De jonker schelde zijn huisknecht en vroeg wat of de stadsbode van Rijssen deed. Jonker, die wordt afgesnauwd door de juffer! Dan is het goed hernam de baron, en glimlachend dacht hij na, hoe de juffer de bode ongezouten de waarheid zou zeg gen. Maar dit laatste gebeurde niet. Integen deel zij schoof steeds dichter bij de bode. met een oog op de deur en begon zacht te praten. Zeer tot ongerief van de luisterende meiden. Zeer tot verbazing van deze, werd de bode na het onderhoud naar de keuken gestuurd waar de meiden opdracht kregen hem een flink maal voor te zetten. De mei den probeerden hem onder het eten uit te horen maar dat lukte niet.. Zij kregen al leen geweldige smakgeluiden te horen. En Ale vertelde later aan Berend, dat Rijssen, een onfatsoenlijke stadsbode had. Een kerel die vrat als een varken. En Machteld van Langen zat in haar pri- vékamer, de kamer met de hoge ramen waar het licht hel en koud in viel. Zij zat op een stoel met hoge leuning en zat ge bukt over een blad papier. De ganzeveren pen kraste. Zij schreef een brief aan den Heer Jan Roelof Berenkamp. gewezen kapi tein ter Zee. Gelukkig dat zij de bode goed had uitgehoord. Zij schreef dat haar liefde voor hem nog altijd zeer groot was en of hij in al die jaren nog eens aan haar ge dacht had. Toen zij de brief klaar had en niet dé zahdströöier gedroogd had. Gooide zij er wat rëukpoedèi- óver, dat kon nooit geen kwaad. Daarna zegelde zij de brief dicht en Bram Tientjes die zeer veel en zeer smakelijk ge geten had moest weer in de kale ontvang kamer komen. Op zijn woord van eer moest hij de brief aan de heer Jan Roelof Be renkamp ter hand stellen en kreeg voor de moeite een Carolus gulden van vijfentwin tig stuiver. Dat was bijna een heel weekloon. De dienstboden de meisjes en de jonker keken de bode na. Wat deed de man raar, op de brug maakte hij een luchtsprong. De brief had hij zorgvuldig in zijn binnenzak gebor gen. Maar de carolus gulden liet hij schitteren in de zon. Met haastige tred spoedde hij zich maar Rijssen en hij bofte. De Tipkop, pardon me neer Berenkamp stond net te kijken naar een nieuw huis in aanbouw. De bode tikte aan zijn hoed en overhan digde de brief. De Tip greep naar zijn beurs en gaf Bram Tientjes een goudstuk. Deze maakte zo'n diepe buiging dat hem de rug kraakte. Bedankt nogmaals! En ging daarna zijns weegs. Voorlopig had de Tip een kamer gekregen op de Bever voorde. Mevrouw was razend geweest maar dit keer hield de jonker voet bij stuk. De Tip spoedde zich naar de Bevervoorde met de brief. Wie zou hem hier herkend hebben. Toen hij gezeten in de torenkamer, de deur op slot gemakkelijk zittend de brief uit de zak haalde snoof hij er aan. Wat een heerlijke geur. Dat moest beslist een brief zijn van een freule of zo! Dat was beslist iets buitengewoons. Behoedzaam verbrak hij het zegel en zegende de dag dat hij te Delfs- haven lezen en schrijven geleerd had. Met klimmende verbazing las hij de brief. Morgen zou hij dadelijk even naar de Grim berg gaan, om eens te zien hoe Machteld er uitzag. De bode Bram Tientjes, ging niet da delijk naar huis neen hij zocht eerst de oude schipper Turf Roelof op. Hij liet de Turf het goudstuk zien en riep wat is dat? De schipper bekeek het geval en sprak dat is een Zeeuwsche rozenobel! Waarde onge veer negen gulden! Ben je daar eerlijk aan gekomen! informeerde de schipper droog. En toen vertelde Bram hoe hij de raad van de Turf had opgevolgd en hoe hij nu een welgesteld man was. De schipper schoot in een lach. Je kon wel zien dat de stadsbode geen weelde had. Maar hernam de schipper. Je kunt zien, het geld ligt op straat als je maar weet het op te rapen. Bram Tientjes spoedde zich naar zijn schamele woning in de Walstraat, daar wachtte hem een nieuwe verrassing. Zijn tienjarige dochter riep vaar wat roek ie'j raar! De vrouw rook ook. En achterdoch tig vroeg zij waar ben jij geweest, dat is buitengewoon, spreek op! Nou vertelde hij, dat hij een brief had meegenomen voor een dame van, de Grimberg voor die mijnheer de zeekapitein. De Tipkop! snibde de dochter. Zij kreeg meteen een draai om de oren, en de andere kinderen kropen in een hoek. Wat betekent dat? wilde moeder Tientjes weten. Dat betekent dat ik dit van hem als fooi kreeg. Wij zijn rijk en dit ook nog! En meteen haalde de bode de carolus gulden voor de dag en de rozenobel. De kinderen bekeken het goudstuk met arendsogen. Toen op zekeren dag de nood aan de man kwam ging de stadsbode met de rozen obel naar Jonker Peter van Langen, naar de Oosterhof. Deze wilde het geldstuk graag hebben en betaalde er de volle waarde voor. Het gezin tientjes was voorlopig uit de brand. Weer zat de Jonker van de Grimberg op zijn kamer. Toen de volgende dag tegen tien uur een net gekleed heer de brug naar de Grimberg over wandelde. Dat zou zeker ie mand van de drost van Salland zijn, die hem, de Jonker het sinds lang begeerde bericht kwam brengen, dat er een baan voor hem was. Fluks, liep hij naar de spiegel kamde haar en baard. Weer ging hij zitten. En wachtte in spanning een tijdje. Hij werd ten laatste ongeduldig en schelde zijn lijfknecht Deze moest eens informeren waar het defti ge vreemde bezoek bleef. Tin minuten la ter, kwam de knecht met positieve berich ten terug. De vreemde heer zat in de kamer van juffer Machteld. En deze zat bij de vreem de heer op schoot. Dit werd de jonker van de Grimberg toch te gortig. Hij liet zijn wapenknecht roepen. Deze moest op staande voet 'n geweer geladen. Ik schiet die vreemde ling het kasteel uit! Maar de vreemdeling had lont geroken en juffer Machteld ook. En juist toen de jonker de kamer van Advertentie juffer Machteld binnen stormde vergezeld van zijn lijfknecht en zijn wapenknecht, en brulde er uit schorem! kon hij nog juist zien hoe de vreemdeling reeds de brug over was met Machteld aan de arm. De sloerie! Brulde hij. Hij schreeuwde snotter-Willem de brugwachter nog toe, de vreemdeling te grijpen. Maar Willem was niet gewoon he ren te grijpen. En liet het paar gaan. Stoffer de koetsier moest onmiddellijk een paard zadelen, dat was complete vrouwenroof. Maar dat de jonker van de Grimberg er niet veel verder mee kwam dat hopen wij de volgen de week te vertellen. Het verhaal speelt zich af omstreeks de eeuwwis seling. Jane Parker keert na een lang verblijf in Engeland, weer terug naar haar vader in Afrika. Onderweg dringt zij er bij Holt, de com pagnon van haar vader, op aan, een Watusi te redden, die door andere stamleden aange vallen wordt. In het dorp verneemt Jane, dat de inboor lingen zich roeren en wraakacties onderne men tegen de blanke kolonisten. Door vriend schap te sluiten met de Watusi, een gehate vijand van de dorpelingen, brengt zij haar vader, Holt en zichzelf in gevaar. Zij moe ten de wijk nemen en de Watusi gaat met hen mee. Zij spreken af, dat de Watusi, in ruil voor de beschenning, hun de weg zal wijzen naar het olifantenkerkhof, de plek waar alle stervende olifanten heentrekken, om daar hun laatste adem uit te blazen. De legende doet al jaren de ronde, dat daar voor een miljoenenschat aan ivoor ligt. Holt is vastbesloten het olifantengraf te vin den. Onderweg worden zij aangevallen door een troep woedende olifanten. Jane verkeert in groot gevaar, maar zij wordt gered door Tarzan, die haar meeneemt naar zijn hut- Als Jane bijkomt voelt zij zich onmiddellijk aangetrokken tot Tarzan en brengt een pret tige tijd bij hem door. Intussen zijn Par ker en Holt haar gaan zoeken. Zij vinden haar, spelend met Tarzans huisdier, een chimpansee. Holt denkt dat de chimpansee haar kwaad wil doen, en schiet hem neer. Uit woede over de dood van zijn huisdier, roept Tarzan alle dieren van het oerwoud op en laat hen de expeditie van Parker onder de voet lopen. Jane komt tussenbeide, voor Tarzan zich kan wreken op Parker en Holt. De safari gaat verder en eindelijk berei ken zij Ivoorstad, waar een fortuin aan ivoor voor het oprapen ligt. Maar onmiddel lijk worden zij gevangen genomen door vij andige Pygmeën, die Parker doden. Maar Tarzan weet Jane en Holt te redden zij ontsnappen op een gewonde olifant, die hen rechtstreeks naar het olifantenkerkhof leidt. Nu haar vader dood is, besluit Jane in het oerwoud te blijven, aan de zijde van Tarzan. Zij neemt afscheid van Holt en keert met Tarzan terug, naar diens hut in een boomtop De beroemde film en televisie-actrice, Lola Livingston, is de ster van de troep, die een tournee gaat maken voor de solda ten in Japan en Korea. Onder de artiesten bevindt zich ook de goochelaar Gilbert Woo- ley, die zo onhandig is dat hij het niet eens tot een engagement voor het dagpro gramma van de televisie heeft kunnen bren gen! Gilbert reist met zijn „compagnon" Harry, een alleraardigst wit konijntje, dat goocheltalent heeft en dat voor hen beiden moet denken. Gilbergen Harry geraken tijdens de vlieg tocht in "allerlei ingewikkelde situaties. Zo bemerkt Gilbert op een gegeven moment dat het konijn uit de koffer ontsnapt is en naar de cabine van Lola Livingstone geslo pen is, die in bed ligt, verzonken in een diepe slaap. Gilbert tracht Harry weer te rug te lokken, maar dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. En dus gaat hij het beestje halen. Hij wordt echter opgemerkt door majoor Ridley, die eens gaat kijken wat er aan de hand is in Lola's cabine. Maar Gilbert is al verdwenen wanneer de majoor, die over het gordijn struikelt, lang uit over het bed van Lola valt, die wakker schrikt en de majoor zijn huid vol scheldt. In Tokio heeft kolonel Adams, onder wiens supervisie de artiesten tijdens hun verblijf aldaar staan, de charmante Japanse, Kimi Sikita, geëngageerd, die als tolk moet fun geren tussen de Amerikanen en de Japan ners. Zij. heeft haar zesjarige neefje, Mit- suo, meegebracht naar het vliegveld, waar de beroemde Lola Livingston en de an dere artiesten verwelkomd worden. Met het Japanse jongetje Mitsuo is het droevig ge steld. Hij verloor bij een auto-ongeluk zijn ouders en dit heeft hem zo zeer aange grepen, dat hij sinds de fatale dag, waarop hij wees is geworden, nooit meer heeft kun nen lachen. Het vliegtuig landt en Lola verlaat onder grote hilariteit het toestel, doordat Gilbert bij het uitstappen op haar japon trapt en zij dus in minimale kleding ten aanschouwe van talloze journalisten en persfotografen, komt te staan.... Voor de kleine Mitsuo is dit zulk een koddige vertoning, dat hij in lachen uitbarst. Kimi is daarover zeer verheugd en zij is Gilbert dankbaar, dat het hem gelukt is de jongen weer aan het lachen te brengen. Zij gaat dan ook Gilbert in zijn hotel opzoeken en vertelt hem hoe blij zij is, dat Mitsuo weer heeft leren lachen. Bij die gelegenheid zegt Mitsuo aan Gilbert, dat hij hem graag als vader zou willen hebben en Gilbert, hoe kan het anders, is ontroerd over de plotse linge liefde van het aardige jongetje. Als Kimi en Mitsuo vertrokken zijn, krijgt Gilbert bezoek van een boom van een Japanner, die beweert de verloofde van Kimi te zijn. De man vermoedt dat Gilbert verliefd is op Ki mi en dat zal hij hem even afleren. Maar Gilbert, die moeilijkheden voorziet, heeft bijtijds de benen genomen en nu volgt er een wilde achtervolging door de straten van Tokio.

Erfgoed Rijssen-Holten

Weekblad voor Rijssen | 1961 | | pagina 3