KOOKWEDSTRIJDEN HËBB ËN
HUN PRAKTISCH NUT
m
m£m-
IE GLIMWORMEN
EN HUN LICHT
ADSPIRANT-HUISVROUWEN LEREN
ECONOMISCH KOKEN
PRODUKTIE VAN AARDGAS IN
WEST-DUITSLAND NEEMT TOE
OP KLEINIGHEDEN
KOMT HET AAN
Uitstapje gepensioneerden
Ter Horst Co.
lÉpP
m
GESLAAGD
Vrijdag 21 juli 1961
Doelterffeende reclame
Zuinig leren koken
Nieuwe theorie
Dwaallichten van het metaan
Gebruik
De Fossielen-ja-
gers in de Ooster-
schelde hebben op
hun laatste tocht
een waardevolle
vangst gedaan:
een stuk van een
Mastodontenkaak
met twee melkkie-
zen. Reeds op 27
juni j.I. was een
melkkies van een
Mastodont opge
haald, doch deze
laatste vangst is
waarlijk uniek.
In totaal hebben
de beide conserva
tors van het
Rijksmuseum voor
Geologie en Mine
ralogie 5000 kg-
aan Fosielen opge
haald. De jacht in
de Oosterschelde is
nu gesloten.
Aardgas als fabrieksgas
Gevoel voor kleur
(Van een medewerkster)
Nederland kent tegenwoordig: een driejaar
lijks evenement, dat vooral voor vrouwen
aantrekkelijk is: de .nationale kookwedstrijd"
Een evenement, dat weliswaar minder be
kendheid geniet dan sommige jaarlijks terug
kerende gebeurtenissen, zoals dames- en huis
houdbeurzen, maar dat in elk geval steeds
weer een opwindend gebeuren betekent voor
een paar honderd Nederlandse adspirant-
huisvrouwen: leerlingen van vormingsklassen
en leraressenopleidingen der Nederlandse
huishoudscholen.
Tien jaar geleden werd de eerste wedstrijd
van dit soort georganiseerd, dezer dagen na
men tweehonderdvijftig meisjes deel aan
de vierde nationale kookwedstrijd. En het is
begrijpelijk dat zo'n tweehonderd vijf tig jon
ge meisje niet allemaal op dezelfde manier
koken! Of hier de „kookgewoonten" van moe-
der-thuis ook een rol spelen? Men zou het
haast denken, wanneer men de jonge kook
sters ongemerkt eens gadeslaat... Want de
een snijdt haar peterselie keurig en volgens
de meest hygiënische regelen der kunst met
een mesje èn een vork op een groenteplankje,
de ander gebruikt een mejse en een bordje
en houdt het geurig groen met de vingers
in bedwang. De een behandelt haar gereed
schap - fraaie gloednieuwe pannen en een
al even fraai en gloednieuw fornuis - met
tedere zorg, de ander wipt - wanneer de
juryleden toevallig geen van allen in de
buurt zijn - achteloos met haar voet de roos
ter van de oven op zijn plaats. Dat laatste
zou haar ongetwijfeld géén winstpunten heb
ben opgeleverd, wanneer de jury toevallig
wèl in de buurt was geweest.
Wat is nu het praktisch nut van zo'n na
tionale kookwedstrijd? Deze (nuchtere) vraag
komt - het spreekt haast vanzelf - van een
heer der schepping. Vrouwen vragen zich
niet zo gauw af, of een dergelijk typisch
vrouwelijk evenement wel „nut" heeft. Zo'n
kookwedstrijd is gezellig, en het is bo
vendien ook wel prettig om kritisch te kij
ken naar de manier waarop andere vrouwen
keken - al zijn deze jonge vrouwen dan
nog geen echte huisvrouwen. Maar een man
wil weten of zo'n wedstrijd enigerlei nut
heeft.
Nut heeft een dergelijk, evenement natuur
lijk in de eerste plaats voor de organisa
trice: een bekende Nederlandse emaillefa-
briek, èn ook voor die andere Nederlandse
fabriek die de moderne gasfornuizen voor 'n
dergelijke wedstrijd beschikbaar stelt. Zij be
reiken met hun propaganda een niet onaan
zienlijke categorie van adspirant-huisvrouwen
want niet alleen de deelneemsters verschij
nen op zo'n wedstrijd, zij brengen ook een
aantal mede-leerlingen als supporters mee.
Voor die organiserende fabrieken is een en
ander dus ongetwijfeld een doeltreffende re
clame!
Maar dat zo'n kookwedstrijd daarnaast wel
degelijk van algemeen voorlichtend belang
wordt geacht wordt wel bewezen door het
feit dat de jury gevormd wordt door vrou
wen, die vrijwel allemaal op het terrein
der huishoudelijke voorlichting werkzaam zijn
Men treft in die jury directrices van Ne
derlandse huishoudscholen, een bekend radio
spreekster op het gebied der kookkunst, ver
tegenwoordigsters van de Stichting huishou
delijke voorlichting ten plattelande, van de
voorlichtingsdienst der Nederlandse gasbe
drijven, van het instituut tot voorlichting bij
huishoudelijke arbeid van de Nederlandse
Vereniging van Huisvrouwen, van de Bond
van Plattelandsvrouwen, het voorlichtingsbu
reau voor de voeding, de Nederlandse Huis-
houdraad.
Al deze dames, die leidinggevende functies
bij het nijverheidsonderwijs bekleden, dan wel
op huishoudelijk- en kooktechnisch gebied
gespecialiseerd zijn, beoordelen de „eenvou
dige warme maaltijd" die de kokende jonge
dames moeten bereiden. Zij letten daarbij
uiteraard op de smaak van het eten, voorts
op de netheid en handigheid bij het koken.
En speciaal wordt er ook op gelet, of de
adspirant-huisvrouwen zuinig koken! Dat geldt
niet alleen voor de ingrediënten, die te
voren afgepast worden verstrekt - de meis
jes leren hiermee dus alvast, dat goed ko
ken allerminst synoniem hoeft te zijn met
een royaal met ingrediënten omspringen -
maar ook wordt gelet op het gasverbruik.
Meisjes die op deze manier leren koken,
zullen later in haar eigen huishouding onge
twijfeld ook economisch omspringen met de
energiebron, waarop zij koken. Per maal
tijd lijkt dit misschien een te verwaarlozen
besparing, maar over een week, een hele
maand, een heel jaar gerekend, zullen ook
hier de bekende vele kleintjes één grote ma
ken....
Zuinig leren koken: dat is dus wel een
van de nuttige aspecten van zo'n kookwed
strijd. Maar daarnaast leren de jeugdige
kooksters ook automatisch andere zaken, die
haar later bij de dagelijkse keukentaak van
pas zullen komen. De jury let namelijk op
nog veel meer kleinigheden: op organisatie
en indeling van de werkzaamheden, op net
heid van het „werkterrein". Dat werkterrein
mag vooral niet rommelig zijn, het moet
in één oogopslag te overzien zijn en het komt
bij deze kokerij dus wel op (vele kleinig
heden aan.
Kookwedstrijden: ze hebben wel dege
lijk praktisch nut. Ze bevorderen het eco
nomisch koken, en niet alleen wat het ver
bruik van ingrediënten en energie betreft.
De toekomstige huisvrouw die haar dage
lijkse keukentaak leert „organiseren", zal
later in haar huishouding die dagelijkse keu
kentaak ook zo efficiënt mogelijk verrichten.
Dat betekent tijdsbesparing - en welke huis
vrouw legt er zich niet voortdurend op toe,
tijd te besparen op haar dagelijks weerke
rende taak?
Advertentie
De directie van Ter Horst en Co. wil de
band met de gepensioneerden graag behou
den en doet al het mogelijke daarvan een
duidelijk bewijs te leveren.
De jaarlijkse organisatie van een uitstap
je, die tot in alle onderdelen tot in de punt
jes wordt verzorgd wordt door de bejaar
den uiteraard zeer op prijs gesteld.
De belangstelling van de oud werknemers
van ter Horst en Co voor deze dag, die door
de organisatie tot een feestdag wordt ge
maakt wordt ieder jaar groter en dit jaar
had men niet minder dan 7 autobussen ge
charterd om de bijna 300 gepensioneerden te
vervoeren.
Bovendien reden enkele particuliere auto's
mee, (o.a. werd de tocht meegemaakt door
de voltallige directie.)
Hef was erg jammer, dat het slechte weer
min of meer als spelbreker optrad, hoewel
de weersomstandigheden aan de uitzonder
lijk goede stemming geen afbreuk deden.
Die goede stemming was voor een goed deel
te danken aan de charmante busleidsters, die
evenals de chauffeurs alles deden om de
passagiers uitleg te doen, van al datgene
dat interessant genoeg was.
De tocht ging naar Ommen, welke plaats
men bereikte via Wierden, 't Hoge Hexel,
Vriezenveen en Beerze, De terugweg leidde
over Hellendoom en Nijverdal. Bij het begin
en eindpunt van de reis kregen de bejaar
den een indruk van de nieuwbouw op Het
Lentfert en in de Vennekesgaarden In het
Parkgebouw werd het ruime onthaal, dat de
bejaarden werd geboden min of meer het
hoogtepunt van de reis.
De heer Poortman sprak namens alle deel
nemers aan de reis een dankwoord tot de
directie, hetgeen door de heer A. H. ter
Horst namens de directie werd beantwoord.
Het verheugde spr. zeer, dat de deelname
aan de jaarlijkse tocht steeds groter wordt,
hetgeen spr. een bewijs achtte, dat men het
initiatief van de directie weet te waarderen.
(Door Walter Theimer)
In 1960 werd er in West-Duitsland meer
dan vijf en een half miljoen ton aardolie
gewonnen. De Bondsrepubliek is thans verre
weg de grootste producent van aardolie in
West-Europa, evenwel niet van aardgas, waar
van in Frankrijk veel meer wordt gewon
nen. De winning van aardgas neemt ook in
de Bondsrepubliek steeds toe. De laatste
jaren is dit zelfs tot het tienvoudige ge
stegen.
In 1960 won men er 666 miljoen m3, waar
van 446 miljoen aardgas en 220 miljoen aard-
oliegas. De gehele winning van aardgas in
Europa is trouwens de laatste tien jaar
met het tienvoudige gestegen en wel van
een miljard m3 tot 10 miljard kubieke me
ter. In Duitsland zou echter volgens mijn-
bouwdeskundigen belangrijk meer aardgas
worden gewonnen als er maar voldoende af
nemers waren.
Een afnemer van aardgas is niet zo maar
iemand,die af en toe aardgas betrekt. De
gehele exploitatie, de boringen, de aanleg van
pijpleidingen etc., is alleen verantwoord in
dien een contract voor 8 a 15 jaar kan wor
den afgesloten en dat is op het ogenblik
niet zo eenvoudig, hoewel er steeds meer
afnemers komen.
De industrie van aardgas zal waarschijn
lijk binnen enkele jaren in een omgekeerde
positie komen te verkeren, wanneer de vraag
groter wordt dan het aanbod. Men is opti
mistisch gestemd, want de in de bodem aan
wezige voorraden zijn groter dan men oor
spronkelijk gedacht had.
Aardgas is waarschijnlijk op dezelfde wij
ze ontstaan als aardolie. Vroeger dacht men,
dat aardolie door een chemische omzetting
van de visfauna uit uitgedroogde oerzeeën
en onder inwerking van hitte en druk in de
schoot der aarde was ontstaan. Deze theo
rie heeft op het ogenblik nog maar weinig
aanhangers. Men vermoedt, dat vooral het
plankton uit de oerzeeën, dat zich ook thans
nog in de zee bevindt, het materiaal voor
de aardolie heeft geleverd en dat de over
blijfselen van de grote vissen slechts een
ondergeschikte rol spelen. Behalve vloeiba
re koolwaterstoffen hebben zich ook lichte,
gasvormige stoffen gevormd - dit is het aard
gas. De hoeveelheden zijn enorm. Het aard
gas ligt opgeslagen in poreuze (zand) of
gespleten (kalk) gesteenten, die naar boven
toe gasdicht zijn afgedekt, zolang de mens
er niet in boort. Op die manier ligt het
al honderd miljoen jaren opgeslagen. In
de Bondrepubliek bevindt zich het aardgas
op diepten van 400 a 4000 meter. Men kan
aardgas gemakkelijker uit de grond halen
dan aardolie, maar voor aardgas heeft men
dure leidingen nodig om het naar de ge
bruikers te vervoeren. Het gas wordt dan
eerst „ontspannen" d.w.z. van zijn hoge na
tuurlijke druk teruggebracht tot de gewen
ste druk en in reservoires gereinigd en ge
droogd.
Het aardgas en het maar weinig van aard
gas verschillende aardoliegas bestaan uit la
gere parafines en andere koolwaterstoffen.
98 pet bestaat soms uit de eenvoudigste kool
waterstof, het brandbare metaan. Vroeger
noemde men dit moeras, omdat het als pro-
dukt van de verrotting van planten boven
moerassen voorkwam.
Hierdoor ontstonden ook dwaallichten, waar
de mensen vroeger bang voor waren. Te
genwoordig weet men, dat de dwaallichten
vlammetjes van metaangas zijn. Aardoliegas
bevat ook de „hogere" homologen van het
metaan, zoals propaan en butaan. De stook-
waarde is hoger, 10.000 a 12.000 calorieën per
m3. tegen 9500 bij aardgas en 4300 bij fa-
brieksgas. Alle soorten aardgas zijn in hun
natuurlijke staat vrij van kooloxyde en
dus niet giftig. In een stad, waar men aard
gas inplaats van fabrieksgas gebruikt, zijn
zelfmoorden door gasvergiftiging uitgesloten.
Er zijn wel bepaalde aardgasbronnen, die
giftige zwavelwatex-stoffen bevatten, maar de
ze stoffen worden er voor gebruik uit ver
wijderd. Voorts bevat aardgas nog stikstof,
zuurstof en koolzuur.
Aardgas kan op verschillende manieren ge
bruikt worden. Ten eerste als brandstof voor
de winning van warmte. De volkswagenfa
brieken gebruiken voor de droogove „s
aardags uit de buurt van Hannover.
Ook enkele hoogovens en staalfa
brieken in Noord-West-Duitsland gebrui
ken aardgas. Voorts kan het gebruikt wor
den voor thermische krachtstations of in com
binatie met kolen of stookolie, ook wel alleen.
De firma Praeg bouwt in Nienburg het
eerste krachtstation alleen voor aardgas. Hoe
wel dit oorspronkelijk als een krachtstation
op kolen-basis was gedacht, werd de con
structie voor gebruik van aardgas gewijzigd.
Dit krachtstation zal een produktie hebben
van 5 miljard kilowatt-uur. De industrie van
aardgas zou nog veel meer van dergelijke
afnemers kunnen gebruiken. De producenten
van aardgas hebben zich verenigd in de
maatschappij heeft met de Praeg een con
tract gesloten voor levering van 400 a 600
miljoen m3 aardgas jaarlijks gedurende 15
jaar. Voor een krachtstation, dat met aard
gas werkt, heeft men minder personeel no
dig dan voor een krachtcentrale, die met
stroom werkt. Ten derde kan aardgas als
zogenaamd fabrieksgas gebruikt worden, het
zij in natuurlijke staat dan wel na veran
dering gas, dat op het gebruikelijke stook-
gas lijkt. Door thermische of katalytisch-
thermische bewerking bij 1200 graden wordt
Op de vraag waarom de lichtkever, in de
volksmond glimwormen genaamd, licht uit
straalt weet iedere leek een antwoord te-
geven. Ze lichten om ten behoeve van de
voortplanting een partner te lokken. In
werkelijkheid geldt dit slechts voor de vrou
welijke exemplaren die niet kunnen vliegen en
op grond licht uitstralen om de aandacht
van een mannetje te trekken. De manne
tjes kunnen echter wel vliegen. Alle vlie
gende lichtkevers, die men op zomeravon
den ziet, zijn mannetjes.
En waarom geven zij licht? Het vrouwtje kan
ze toch niet bereiken, ook al zou ze het
optisch signaal waarnemen. Iderdaad geven
ook alleen maar de mannetjes van de licht-
keversoort „phausis splendidula" licht, ter
wijl de mannetjes van de tweede in Midden-
Europa voorkomende soort, „lampyris noctilu-
ca," helemaal geen licht uitstralen. De bei
de soorten komen op dezelfde plaatsen voor.
Onder de lichtgevende glimwormen, die we
in de lucht waarnemen, zijn steeds even
veel geen lichtgevende mannetjes van de
lampyris soort aanwezig, die we dus ge
woonlijk niet zien. De voortplanting van deze
laatste soort heeft hieronder echter helemaal
niet te lijden. De biologische betekenis van
het lichten van het mannetje kan hierdoor
dus niet verklaard worden.
De meeste nachtkevers oriënteren zich
met hun reukvermogen. De wetenschap heeft
er daarom aan getwijfeld, of het licht van
de vrouwtjes inderdaad een „huwelijksaan
zoek" betekent. De Duitse zoöloog profes
sor dr. Schalier gaf aan zijn leerling in
Mainz, Helmut Schwalb opdracht deze en
andere problemen van het lichten der glim
wormen te onderzoeken. Dit onderzoek duur
de jaren, want de lichtkevers planten zich
slechts korte tijd in de zomer voort en
alleen gedurende die tijd kon het onderzoek
plaatsvinden. Dan eten ze niet, maar wijden
zich alleen aan de voortplanting. Alleen de
larve van de lichtkever, die geen licht geeft,
eet. Deze larve leeft van slakken, die verlamd
worden door beten in de kop. Bij slakken
met een slakkenhuis kruipt de larve op
het slakkenhuis en doodt het slachtoffer van
bovenaf. De larve heeft poten en is tame
lijk groot, maar toch kleiner dan een slak.
Dr. Schwalb onderzocht eerst of het lichten
van de phausis-mannetjes de een of andere
uitwerking had op de vrouwtjes. Het resul
taat was negatief. Noch de phausis- noch
de lampyris-vrouwtjes reageren op het licht
van de vliegende mannetjes. Soms geven ze
zelf geen licht, wanneer er een mannetje
te zien is, maar dat doen ze ook bij willekeu
rig ander licht, waarschijnlijk om minder
op te vallen, wanneer er sprake is van ge
vaar. De mannetjes geven constant licht en
wel net als de vrouwtjes aan de onderkant.
Daar ze steeds van vliegrichting verande
ren, is het licht niet steeds te zien, zodat
men de indruk krijgt van lichtflitsen.
Daarentegen kon dr. Schwalb bevestigen,
het aardgas in een op fabrieksgas gelijkend
mengsel van waterstof en kooloxyde ge
splitst, waardoor het echter net zo giftig
wordt als het lichtgas. Hierbij gaat 10 a 12
pet van de stookwaarde verloren, maar men
kan het gas dan zonder meer aan het fa-
brieksgad toevoegen. In Munchen gebeurt dit
reeds op grote school. Het is ook mogelijk
aardgas op te slaan, maar tot nu toe zijn
er in Duitsland slechts twee installaties, waar
men 100 a 150 miljoen m3 aardgas per
dag kan verzamelen.
Direct gebruik van aardgas als fabrieks
gas is uit de aard der zaak het gunstigst.
In vele steden zal men hiertoe op de duur
wel overgaan, De omschakeling op aard
gas is echter niet zo eenvoudig. Aardgas
heeft de dubbele stookwaarde van het tot
nu toe gebruikelijke gas. De huisvrouwen
zouden zich ten zeerste verbazen als de gas
vlam plotseling twee maal zo veel warmte
zou geven. In de eerste plaats moeten er
technische veranderingen aangebracht wor
den en in de tweede plaats moeten de ver
bruikers erop voorbereid worden. De gro
tere stookwaarde zal het echter mogelijk ma
ken de leidingen efficiënter te gebruiken,
want met minder gas kan men een groter
aantal verbruikers van gas voorzien. En ten
slotte kan men een groot gedeelte van het
aardgas als grondstof voor verschillende pe-
trotechnische produkten leveren aan de che
mische industrie. In Gensdorf in Duitsland
wordt het aardgas „gekraakt" en verwerkt
tot aethyleen, de grondstof voor de zo be
langrijke nieuwe kunststof polyaethyleen, die
dankzij het door de Duitse chemiscus Ziegler
ontdekte procédé een goedkoop massa-artikel
is geworden.
j dat het zoeken van de mannetjes optisch be-
I stuurd wordt. Het lichten van de vrouwtjes
heeft inderdaad de biologische functie het
mannetje te lokken. De mannetjes vliegen
naar vrouwtjes, die achter glas werden op
gesloten.
Verplaatst men 't licht van de vrouwtjes door
middel van een spiegel dan vliegt het man
netje naar de door de spiegel weerkaatste
lichtplek. Het één tot twee meter boven de
grond cirkelende mannetje laat zich, zodra
het een lichtend vrouwtje ontdekt, op de
grond vallen. Tweederde van de mannetjes
landen binnen een radius van drie cm. naast
het vrouwtje, de overigen tussen 17 en 20
cm. van het vrouwtje, waar ze direct naar
toe kruipen.
De lampyris-mannetjes, die zelf niet lich
ten, kunnen hun eigen vrouwtje nauwkeurig
onderscheiden van de phausiswijfjes. Ze ver
gissen zich zelden en landen ze bij een
phausis-dame, dan gebeurt er niets, want
deze beide soorten kunnen niet paren, an
ders was er al lang een eenheidsglimwormp
je geweest. De phausis-mannetjes daaren
tegen landen heel vaak bij 'n lampyris-vrouw.
tje en proberen uren lang haar gunst te
winnen, maar dat lukt nooit. Daar er bij de
phausis-soort vijf mannetjes bij een vrouw
tje komen is het begrijpelijk, dat de phausis-
mannetjes het ook wel eens ergens anders
proberen. Lampyris-mannetjes doen dat niet,
want bij hun is de verhouding 1:1. Ze her
kennen het afwijkende: licht van de phausis-
vrouwtjes, bovendien zijn hun optische zin
tuigen op de juiste golflengte afgestemd.
Het licht van de lampyris- en de phausis-
vrouwtjes is bij een maximum aan energie
in het geelgroene veld van dezelfde spectrale
samenstelling, d.w.z. deze kleuren komen
het duidelijkst uit. De lampyris soort geeft
een iets sterker licht, maar het verschil
is gering. Schwalb plaatste tussen zich in de
open lucht bevindende lichtgevende vrouwtjes
nagebootste gilmwormpjes van melkglas, die
van binnen elektrisch verlicht werden. Ver
wisselbare kleurenfilters maakten het moge
lijk waar te nemen welke kleuren van het
spectrum de voorkeur genoten. Het bleek, dat
lampyris-mannetjes het beste op geel rea
geerden en een gele nabootsing vaak de voor
keur gaven boven het eigen vrouwtje. De
phausis mannetjes daarentegen hadden voor
keur voor blauwe nabootsingen, wat des te
merkwaardiger is, omdat blauw in het spec
trum van de phausis-wijfjes helemaal niet
voorkomt. Verder vliegen ze ook graag naar
gele nabootsingen, ook groene en rode wor
den door de phausis-mannetjes niet versmaad.
De proef met de nagebootste glimwormen
bewees, dat lampyris-mannetjes het speci
fieke lichtpatroon van hun soort heel goed ken
nen en de voorkeur geven aan overeenkom
stige patronen bij de nagebootste vrouwtjes.
De phausis-mannetjes hebben echter wei
nig belangstelling voor het patroon van de
soort. Ook geven zij de voorkeur aan de lich
tere nabootsingen, terwijl lampyris-mannetjes
de specifieke kleuren van de soort kiezen en
geen belangstelling tonen voor nabootsingen,
die lichter zijn. Lampyris-mannetjes gedragen
zich dus bij de keuze van een vrouwtje veel
intelligenter dan de phausis-mannetjes. Na
bootsingen, die bewegen, trekken de lampy
ris-mannetjes aan, terwijl phausis-mannetjes
ervoor op de vlucht gaan. Dat vindt oorzaak
daarin, dat lampyris-vrouwtjes, die nog geen
partner gevonden hebben niet meer stil zit
ten maar wenken met het lichtgevende ach
terlijf. De wanhoopsdaad van de oude vrijsters
zoals Schalier dit noemt, kennen de lampy
ris-mannetjes. De phausis-vrouwtjes wenken
echter nooit, daarom begrijpt het phausis-
mannetje de betekenis van bewegelijke licht
signalen niet.
Zodra het mannetje het vrouwtje bereikt
heeft, dooft zij zedig het licht. De in het
donker plaatsvindende paring is gebonden
aan de reuk- en tastzin, die specifiek is
voor de soort. Vaak komt het voor, dat de
mannetjes, als ze in de nabijheid een an
der lichtgevend vrouwtje zien, het vrouwtje,
dat geen licht meer geeft, verlaten en naar
het lichtende vrouwtje gaan. De verwerpe
lijke handelwijze toont aan hoe belangrijk
de optische factor is voor het instinct van
de glimwormpjes.
Te Hengelo slaagden voor het Middenstands
diploma: B. de Baas, B. J. Kienhuis en T.
Essink.
Onze plaatsgenoot R. Dollekamp slaagde te
Hoorn voor het examen leerling-horlogema
ker.
Aan de DEVA-vakschool te Almelo slaag
den voor het diploma vakbekwaamheid
etaleur de heren J. Flim en G. Voortman.