RAAD RUSSEN
Bronch i letten
Woningbouwvereniging verkocht bouw-
terreinen door aan particulier
Raad was eensgezind in
ijzing voorstel B. en W.
af wij
Raadslid gaf soepelheid
cadeau
Gemeentewerken in debat
„Politie krijgt zelf nooit
geen bekeuring'1
Personeelsbezettin g
Bewondering voor
Gemeentewerken
„oude stijl"
Uitbreiding
Gemeentewerken
Weg met de hokjespolitiek
(zo maar).
Wat is een deugdelijk slot?
(Van wie ook
Gebrek aan weg- en
waterbouwkundigen
Overigens: bezetting „stevig'
(Wie komt er in mijn hokje)
Het is de gewoonste zaak van de wereld,
dat praktisch in iedere raadsvergadering,
bij praktisch ieder voorstel van B. en W.
bij de raadsleden verschil van mening be
staat. Vaak gebeurt het, dat er tegenstem
mers zijn, die zich persé niet bij de door
B. en W. voorgestelde maatregel kunnen of
■willen neerleggen.
Wat echter in de raadsvergadering van
vrijdagavond bij een voorstel van B. en W.
gebeurde, dat er geen enkele voorstander
kon worden genoteerd, moet volkomen als
een unicum worden beschouwd. Waarschijn
lijk is het intussen nooit eerder voorgekomen
dat een voorstel van het college van B.
en W. met algemene stemmen werd afge
wezen.
Het moet geen prettig idee zijn geweest
voor het dagelijks bestuur van de gemeen
te, dat alle raadsleden zich kantten tegen
de voorgestelde maatregel, in ogenschouw
genomen het feit, dat het voorstel niet dan
na rijpe overweging tot stand is gekomen.
Het betrof het voorstel tot het wijzigen
van de algemene politieverordening, waarin
het onbeheerd laten staan van fietsen of
bromfietsen strafbaar kon worden gesteld.
Men gaat in Rijssen nogal slordig om met
de fietsen. Dat bleek uit een rapport van de
groepscommandant van de rijkspolitie waar
in werd gewezen, op de ongewenste toestand
dat herhaaldelijk fietsen of bromfietsen on
beheerd aan de openbare weg werden aan
getroffen. Dit werd met cijfers aangetoond.
In 1960 werden nl. 73 rijwielen als vermist
en 76 rijwielen als gevonden aangemeld.
Aan het einde van de nota, die B. en W.
betreffende het voorstel, tot het strafbaar
stellen van het onbeheerd laten staan van
bovengenoemde vervoermiddelen aan de
raad hadden gericht, stond de geruststellen
de mededeling, „dat het niet in de bedoe
ling lag om reeds direct streng op te tre
den". De verordening zou met de nodige
souplesse worden toegepast. Dat was een
mededeling, waarover het voorstel min of
meer is gestruikeld. Enkele raadsleden wa
ren de overtuiging toegedaan, dat als dat
het geval zou zijn, de wijziging van de ver
ordening ook niet nodig was, terwijl anderen
de stelling verkondigden, dat men aan de
voorgenomen souplesse van de Rijssense po
litie twijfelde. Het was de heer Otten, die
als eerste kennis gaf van zijn mening, dat
als men de gewijzigde verordening soepel
wilde toepassen, de wijziging ook niet no
dig was, waarna burgemeester Landweer
verduidelijkte, dat er toch sprake van nood
zaak kon zijn, dat men die alleen maar die
personen wilde treffen, die halsstarrig wei
gerden hun eigendom voor diefstal te be
veiligen.
De heer Haase had geen vertrouwen in
de beloofde soepelheid. Straks zegt de po
litie Verordening is verordening, aldus spr.
die op dit punt geen aangename ervaringen
schéén te hebben gehad.
De heer Otten zag ook formele moeilijk
heden omdat er in de nota gesproken werd
over 'n „deugdelijk slot". Spr. wilde graag
een duidelijke definitie van de voorwaarden
waaraan een slot moest voldoen, wilde het
als „deugdelijk" worden aangemerkt.
De voorzitter: Deugdelijke sloten zijn vol
op in de rijwielhandel verkrijgbaar. Voorts
wilde de heer Otten nog graag het feit in
de herinnering terugroepen, dat een zelfde
voorstel in 1948 ook al in behandeling was
geweest. „Het is toen aangehouden" aldus
spr. en nu wordt 't weer ter tafel gebracht,
De voorzitter deed nog moeite om de nood
zaak van de maatregel uiteen te zetten."
Er moet toch orde zijn" aldus spr.
De heer Haase, die in het rapport van
de groepscommandant had gelezen, dat er
73 fietsen als vermist werden opgegeven,
maakte een rekensommetje, dat als uit
komst gaf, dat dit aantal, (dat „respecta
bel aantal" werd genoemd) op 15 politiefunc
tionarissen slechts 5 per „man" was.
Spr. wilde er niets van weten, dat als
iemand naar de kruidenier of de slager wil
de hij de kans liep een bekeuring te krijgen.
„Gezien de gang van zaken met de soe
pelheid van de politie" aldus spr. waarvan
hij zei „zelf ervaring" te hebben, verklaar
de spr. zich zonder meer tegen het voor
stel.
Ook de heer Kreijkes kon zich niet ver
enigen met de door B. en W. voorgestelde
maatregel. „Als men" zoals wordt toegezegd,
soepel wil optreden, dan is ook de sanctie
niet nodig meende dit raadslid.
De heer J. Voortman (SGP):
„Ik had liever een rapport gezien over het
onnodige knallen met bromfietsen door de
straten in het centrum. Vooral op zaterdag
avond is het showrijden van velen een wa
re last voor de bewoners van verschillende
straten. (Haarstraat, Grotestraat, Enterstr.
en Oosterhofweg)"
„De voornaamste reden van het strafbaar
stellen van het onbeheerd laten staan
van fietsen of bromfietsen, zou naar de
mening van de heer Jansen daarin moeten
liggen, als er sprake was van veel diefstal.
Daarvoor is thans geen aanleiding, omdat
er weinig over diefstal wordt gesproken.
Nu wil men het publiek leren ordelijk op
zijn eigendom te zijn. „Ik vraag me af, aldus
de heer Jansen „waarom". Wat zouden er
geen grote aantallen bekeuringen vallen,
Advertentie
Hoestdrank in tobletvorm. 95ct
hoeveel mensen laten hun fietsen 's nachts
niet buiten staan, en is er toch maar zel
den een zoek, meende spr. En zo ging spr.
voort „Vergeetachtige mensen zijn er altijd
geweest, en die zullen er ook altijd wel blij
ven".
De voorzitter stelde uitdrukkelijk, dat eed
dergelijk maatregel in tal van gemeenten
werd toegepast maar de raad bleef op zijn
standpunt staan.
De heer J. Voortman (SGP): „De politie
krijgt zelf nooit een bekeuring" (hilariteit
op de tribune).
De heer Ter Avest gaf als zijn mening,
dat het niet aanging de gehele bevolking de
dupe te laten worden, omdat er in een heel
jaar 73 fietsen als vermist werden opgege
ven. Deze strafbaarstelling gaat mij veel te
ver, aldus spr. Van de souplesse waarvan
sprake is, aldus de heer Ter Avest komt
niets van groot, „die kunnen ze van mij ca
deau krijgen."
Ook de heer Hodes was er van overtuigd,
dat door de voorgestelde maatregel veel
mensen in moeilijkheden konden komen.
De heer Paauwe meende, dat ieder zijn
eigen verantwoordelijkheid moest kennen.
Toen het voorstel in stemming werd ge
bracht, bleek, dat de beide wethouders voor
het voorstel stemden en alle andere raads
leden tegen.
Een opvallend duidelijke nederlaag voor
het college van B. en W.
Lang en veel, werd er gedebatteerd over
het voorstel van B. en W. tot het aanstel
len van een technisch ambtenaar bij de
dienst gemeentewerken en diegenen, die
dachten dat dit agendapunt slechts een „ha
merstuk" zou worden bleken zich schrome
lijk te vergissen.
Het uitvoerige debat werd geopend door
de heer Tr Aest: Het is moeilijk aldus
spr. voor een raadslid om te beoordelen
of de uitbreiding bij gemeentewerken, die
nu wordt voorgesteld wel of niet noodza
kelijk is.
De gemeentelijke diensten hadden naar
sprekers mening de tendens „steeds meer
uit de dijen". Als dit besluit genomen wordt
komen er weer andere voorstellen. De heer
Ter Avest zei letterlijk: Mijn bezwaar is,
dat wij langzamerhand een topzware or
ganisatie krijgen. Omdat spr. de noodzaak
tot benoeming van een technisch ambte
naar bij gemeentewewerken „niet kon zien"
deelde hij mede, tegen het voorstel van
B. en W. te zullen stemmen.
De heer Haase herinnerde aan het enige
tijd geleden ingenomen standpunt van B.
en W. in dezen, toen het college nl. tegen
was.
Zijn de omstandigheden nu plotseling ge
wijzigd; zo vroeg spr O ok herinnerde
spr. aan de opmerking die de heer Otten,
in een vorige vergadering had gemaakt,
dat in vergelijkbare gemeenten, het aantal
ambtenaren kleiner zou zijn als in Rijs
sen.
,Is dit onderzocht?" zo wilde de heer
Haase graag weten. De heer Voortman
(S.G.P.) wilde graag weten of de commis
sie van openbare werken hierover gehoord
was.
Wethouder Goosen antwoordde op de vraag
van de heer Voortman bevestigend. De
meerderheid van de commissie is van me
ning aldus spr. dat uitbreiding nodig is.
Hoewel B. en W. niet direct met een voor
stel tot uitbreiding zijn gekomen, ziet het
college nu toch in dat de dienst gemeen
tewerken een ambtenaar te weinig ter be
schikking heeft, met name de afdeling weg
en waterbouwkunde aldus spr. Ook in het
verleden is deze onderafdeling van gemeen
tewerken bezet geweest met 2 man. Thans
moet hier het werk door één ambtenaar
worden uitgevoerd. Er is dus zonder meer
sprake van een tekort. „Ook andere afde
lingen van de gemeentelijke administratie
kunnen soms het werk niet aan" zo ging
wethouder Goosen voort.
Ten aanzien van gemeentewerken was
spr. van mening, dat met name daar in
de toekomst nog veel werk zou moeten wor
den verricht, zoals wegen, rioleringen, open
waterleidingen enz. Nu moeten vaak an
dere instanties voor verschillende werkzaam
heden worden ingeschakeld, hetgeen naar
spr.'s overtuiging „veel duurder" is.
De heer Haase persisteerde bij zijn eer
der gedane vraag: Waarom is het college
nu voor, hoe zit het wat betreft de amb-
tenarenbezetting op andere gemeenten en
tot slot: Gaat Ged. Saten met deze uit
breiding akkoord.
Wethouder Scholman antwoordde, dat het
college van B. en W. zich niet heeft uit
gesproken over de bezetting als zodanig.
Nu is er aldus spr. uitsluitend sprake van
een te kleine bezetting bij de onderafdeling-
weg- en waterbouwkunde. Er is maar één
ambtenaar, die een opleiding in deze tech
nische richting heeft gevolgd. Daarom is
het college van mening, dat er één amb
tenaar „bij moet komen".
Burgemeester Landweer, hierna het woord
nemende deelde mee, dat de voorgenomen
uitbreiding met een hoofdambtenaar op de
provinciale griffie besproken was. De be
zetting in andere gemeenten met die van
Rijssen vergeleken hebbende, is men tot
de conclusie gekomen, dat dit een moei
lijk vergelijkbare materie is.
Al denken wij, dat wij ons kunnen ver
gelijken met een bepaalde gemeente, dan
blijkt in de praktijk, dat in iedere gemeen
te tal van factoren in het spel zijn, die
de juistheid van de vergelijking soms posi
tief, soms negatief beinvloed en. Er is in
Zwolle gezegd, aldus burgemeester Land
weer, dat de bezetting in Rijssen „vrij ste
vig is". Men had echter begrip voor de
verschillende omstandigheden in Rijssen, die
de bezetting bein vloeden aldus spr., die
voortging als zijn persoonlijke mening ken
baar te maken de sector weg en water
bouwkunde onvoldoende bezet te achten
Overigens zei spr. van mening te zijn, de
bezetting van welke gemeentelijke dienst
dan ook dan alleen maar uit te
breiden, als dat zeer noodzakelijk was.
De heer Haase was door de uiteenzettin
gen van de leden van het college van B.
en W. nog niet bevredigd. Spr. kon niet in
zien, dat „de omstandigheden gewijzigd"
waren.
De voorzitter herinnerde er aan, dat er
wel van gewijzigde omstandigheden spra
ke was. Vroeger kon men een beroep doen
op de heer Mansfeld aldus spr. De heer
Haase: Dat weet ik wel, maar op dit tijd
stip waarop ik doel, was de heer Mansfeld
ook al weg.
Wethouder Scholman: We dachten toen
misschien, dat het mogelijk was een amb
tenaar van de ene afdeling naar de an
dere over te hevelen, maar dat is niet mo
gelijk gebleven.
Spr. vreesde dat er een grote achter
stand zou optreden, en was dan ook geen
voorstander van het voorstel van B. en
W. tot het benoemen van een technisch amb
tenaar. De heer Otten wilde iemand an
ders hebben, die aldus spr. plannen kan
maken, zodat we deze niet naar diverse
bureaus hoeven te sturen.
De heer Hodes vond het moeilijk te moe
ten beoordelen welke kwaliteiten de te be
noemen ambtenaar in de sector weg en
waterbouwkunde diende te hebben. Wel ver-
klaa rde sprker er van overtuigd te zijn,
dat als het college uitbreiding voorstelde,
dit dringend noodzakelijk was.
De heer ter Avest:
Ik zou nog wel iets kunnen zeggen, dat
niet pleit voor het college van B. en W.
Enige tijd geleden werd voorgesteld een
tekenaar bij gemeentewerken te benoe
men. Nu ligt er weer een ander voorstel
waarvan de motieven onduidelijk zijn al
dus spr.
Er geldt nu eenmaal een drang meer
personeel aan te trekken. Als het voorstel
van alle kanten goed was bekeken aldus
de heer Ter Avest en de raad op goede
wijze was voorgelicht, was het wat an
ders aldus spr. Ik kan niet zeggen, dat ik
van de noodzaak tot uitbreiding overtuigd
ben.
Wat is er de laatste jaren eigenlijk ver
beterd? zo vroeg spr. Er zijn verschillende
straten, die al jaren op de begroting staan.
Ik kan me niet voorstellen, dat er geen
tijd gevonden kan worden plannen in te
dienen. Het staat mij tegen aldus spr. dat
alleen maar getracht wordt meer personeel
aan te trekken.
„Dat gaat wat te ver" aldus wethouder
Goosen tot de heer Ter Avest. In de. laat
ste vergadering heeft de heer Jansen ge
gevens naar voren gebracht waaruit werd
bewezen, dat in Rijssen meer gebeurd, is
dan ,,'s lands gemiddelde", aldus wethou
der Goosen.
Wat de heer Ter Avest zegt vind ik nog
wel een aantijging aldus spr. min of meer
verontwaardigd. Het is heel gemakkelijk
om zo maar te zeggen, dat er niets is
gebeurd en ook heel gemakkelijk om te zeg
gen: we willen geen ambtenaren meer aan
stellen, dat slaat altijd in.
De heer Ter Avest verwart de zaak, ging
spr. voort. Hij heeft het over een 2e teke
naar, waarover al eens eerder is gespro
ken. Nu hebben we het over een technisch
ambtenaar. Daarin moeten we dezelfde, nood
zakelijke, uitbreiding zien. We gaan vast
niet verder dan noodzakelijk is, aldus wet
houder Goosen gedecideerd. We willen veel
meer tot stand brengen, dan we kunnen,
maar aldus spr. ook onze financiële polsstok
heeft een einde.
Het rapport - dat ik zeer zeker aanvaard
- aldus spr. tot slot - spreekt duidelijke taal
De heer Ter Avest sprak met duidelijke
weemoed over de „oude dienst".
Toen kwam er wat tot stand; „dat kan
ik bewijzen." spr. gaf een opsomming van
het tot stand gekomene bij de dienst ge
meentewerken „oude stijl":
De Oosterhofweg, Weverstraat. Spuitstraat,
Hogepad enz. enz.
Dat in ogenschouw nemende aldus de heer
Ter Avest, dan hebben we de oude, dienst,
ook met de personeelsbezetting schromelijk
verwaarloosd.
Wat toen is uitgevoerd, met minder men
sen, daarbij kunnen ze nu nog niet in de
schaduw staan.
Wethouder Goosen: Over dat tijdvak.
De heer Ter Avest: Ja, ja, dat is alle
maal door gemeentewerken uitgevoerd. De
heer Ter Avest: we zitten in de maag met
de plannen, die we al jaren konden zien
aankomen. Die moesten toch zeker al lang
kant en klaar zijn.
Het komt mij voor aldus de heer Ter Avest
dat er niet voldoende efficiënt wordt ge
werkt. Ik heb geen absoluut vertrouwen in
de gang van zaken daar. Wat is de oor
zaak, zo wilde spr. graag weten, dat het
college „nu ineens" is bijgedraaid.
De voorzitter: We bepalen ons uitsluitend
bij de sector weg- en waterbouwkunde.
De heer Ter Avest: Als er sprake is van
verwarring, zoals wethouder Goosen zegt,
dan moet er duidelijk gezegd worden wat
bedoeld wordt, bovendien was de heer Ter
Avest slecht te spreken over de specialisa
tie. Niet iedere ambtenaar moet in zijn ei
gen hokje kruipen. Er moet samenspel zijn"
aldus spr. Wethouder Goosen: Er is geen
sprake van hokjes.
De heer Ter Avest: Dat zegt U nog.
Wethouder Goosen zette uiteen, hoe de
werkzaamheden op de dienst gemeente wer
ken zijn toegenomen. Als voorbeeld noemde
spr. de grondverkoop. In 't verleden kon men
Het college van B. en W. werd door de
heer Otten - middels schriftelijke vragen
gesteld aan de voorzitter van de raad -
geattendeerd, op de zijns inziens merkwaar
dige gang van zaken, betreffende de ver
koop van bouwterreinen door de Algemene
Woningbouwvereniging Riessen aan de Fa.
Roelofs en Haase, welke onderneming de
terreinen weer had doorverkocht aan par
ticulieren.
In verband met deze gang van zaken
stelde de heer Otten de volgende vragen:
1. Is het juist dat de Algemene Bouwver
eniging „Riessen" bouwterrein aangekocht-
van de gemeente Rijssen, doorverkoopt aan
de fa. Roelofs en Haase te Rijssen en deze
weer doorverkoopt aan derden.
2. Zo het vorenstaande juist is, is B.
en W. dan niet van mening dat het nu zui
ver particuliere bouw wordt.
3. Is B. en W. met ons niet van mening
dat voor deze personen de Algemene Ver
koopvoorwaarden der gemeente Rijssen gel
den.
4. Zo vraag drie bevestigend beantwoord
wordt kan het college van B. en W. dan
daarnaast nog meer beperkingen, bepalin
gen of voorschriften opleggen betreffende.de
verkoop van bouwterrein buiten de Algeme
ne Verkoopvoorwaarden om.
5. Is het waar dat in deze doorverkoop
het college van B. en W. een kettingbeding
koppelt aangaande het onderhoud van voor
tuinen door de gemeente tegen vergoeding
wat niet in de Algemene Verkoopvoorwaar
den is opgenomen.
6. Als vraag vijf juist is, heeft het colle
ge van B. en W. dan de consequenties wel
onder de ogen gezien dat ze hiermede dit
besluit of eis aan alle particuliere kopers
dienen op te leggen.
7. Als het college van mening is dat de
voortuinen ook bij partikulieren door de ge
meente onderhouden moeten worden, acht
B. en W. het dan niet billijk dat ze deze
grond niet als bouwterrein gaat verkopen
een beroep doen op een landmeter van het
kadaster, die alles in orde maakte. Thans
moet de gemeente zorgen, dat het gehele
terrein is afgepaald, de landmeter heeft
slechts enkele minuten werk, maar de ge
meente heeft er veel meer werk door ge
kregen.
Verder haalde spr. de wet vervreemding
landbouwgronden aan, die bergen werk met
zich brengt voor de gemeente.
De heer Haase: Dan heb ik liever all
round ambtenaren, niet alleen in één on
derdeel gespecialiseerden, die bij een be
paalde opdracht kunnen zeggen: „Dat is m'n
werk niet".
Wethouder Goosen wierp de heer Haase
tegen, dat specialisatie toch een „teken des
tijds" was. Ook de opleidingen zijn gericht
op specialisatie.
De heer Otten: Het is een moeilijke ma
terie voor ons allen. De motivering van
B. en W. aldus spr. is „zwak". Als we
specialisten gaan kweken, zijn we met hét
bedrag, dat we voor deze 4 man uittrekken
niet klaar.
Als we specialisten willen hebben aldus
de heer Otten moeten we hoger grijpen.
Daar komen we in de toekomst zeker aan
toe. We wachten op nieuwe plannen: we
gen, rioleringen, uitbreidingsplannen, o.a.
plan Zuid.
De heer Smeijers had liever een kracht
in tijdelijke dienst aangesteld, omdat de di
recteur van gemeentewerken heeft gezegd,
dat de achterstand in 3 maanden in te ha
len was. Voorts waarschuwde spr. tegen
het te gemakkelijk gebruikte woord hokjes-
politiek, omdat hij er van overtuigd was,
dat de werkzaamheden veel en veel inge
wikkelder waren dan vroeger.
De raad kon zich tot slot met de voor
gestelde uitbreiding verenigen met uitzon
dering van de heer Ter Avest, die geacht
wenste te worden tegen het voorstel te heb
ben gestemd.
Het voorstel tot wijziging van de algeme
ne politieverordening en het voorstel tot
aanstelling van een technisch ambtenaar bij
gemeentewerken waren de tijdrovende ele
menten in de overigens vlot verlopen ver
gadering. Bij het punt ingekomen stukken
merkte de heer Haase op, dat het hem was
opgevallen, dat er nog rekeningen over het
dienstjaar 1955 lopende waren waarop wet
houder Goosen antwoordde, dat dit alleen
maar te wijten kon zijn aan het feit, dat
de betreffende aannemers niet aan hun ver
plichtingen hadden voldaan. De voorzitter
zegde toe, dez kwestie nog eens te
zullen nagaan en te bevorderen dat deze
rekeningen van oude datum alsnog spoedig
zouden worden afgewerkt.
Bij het voorstel tot het beschikbaar stel
len van een krediet van 7815.- voor de
verbetering van de boerderij de Smale te
Eisen vroeg de heer Voortman zich af of
het eigenlijk „wel de taak van de gemeen
te was een dergelijk tekort te exploiteren'1
De „erflater" aldus spr. zou dit ook nooit
gedaan heben. De voorzitter echter zei er
van overtuigd te zijn, dat met de moder
nisering van dit gemeentelijke bezit, gehan
deld zou worden in de geest van de erfla
ter.
Wethouder Goosen, merkte in dit verband
op, dat het dokter Stokkersfonds in zijn to
taliteit „nog steeds winst" maakte.
De heer Hodes was van mening, dat „in
verband met de relatief lage pachtprijzen
in het algemeen geen suppletie voor het
zoals in dit geval. Bedrijfsgedeelte moest
worden gegeven.
De voorzitter stelde, dat hier alleen maar
sprake was van de accomodatie van het
woongedeelte.
In het begin van de vergadering werd
het nieuwe raadslid de heer A. F. M. Paauwe
als zodanig beëdigd, terwijl deze ook be
noemd werd in de vacatures van lid van
de culturele en de energiecommissie (ont
staan door het overlijden van de heer Sie-
gerink).
maar dit in eigen bezit houdt en of als voor
tuin gaat verhuren of anderszins.
Is het B. en W. bekend dat door deze
beperkingen of eisen het eigendomsrecht
aangetast wordt en dat door genoemde eisen
of beperking of hoe men het ook noemen
mag kopers ernstig gedupeerd worden.
9. Is B. en W. wel op de hoogte en of
ernstig doordrongen van deze maatregel
daar zich hierbij o.m. een geval vordoet
waarbij circa de helft of meer van het aan
te kopen bouwterrein (plusmin, voor 1600)
moet blijven liggen voor tuin en boven het
genoemde bedrag nog wekelijks een bijdra
ge betalen voor onderhoud en dan nog van
eigen terrein moet afblijven.
10. Is het college van B. en W. niet van
mening dat dit zeer verregaand is bui
ten alle verordeningen om en meent het
college niet dat ze zich hieromtrent nog na
der over moet beraden als de vragen juist
zijn voordat deze transactie plaats heeft
Het college van B. en W. gaf de heer Otten
op zijn vragen de volgende antwoorden.
1. Zover ons bekend verkoopt de Alge
mene Woningbouwvereniging Riessen een
deel van het bij Uw besluit d.d. 16 februari
en nr. 1961-57 verkochte terrein recht
streeks door aan particulieren.
2. Door deze verkoop verandert naar on
ze mening niets aan de bestemming. Aan
de woningbouwvereniging was de grond na
melijk verkocht voor premiebouw, zonder
verdere faciliteiten van gemeentezijde.
3. Voor deze doorverkopen gelden, om
dat de eerste koper de verplichting daar
toe op zich nam, De algemene verkoopvoor
waarden.
4. Aan de Algemene Woningbouwvereni
ging is naast de algemeen geldende ver
koopvoorwaarden door de raad de verder
gaande beperkende bepaling opgelegd, dat
de voortuinen in onderhoud bij de gemeen
te moeten worden gegeven tegen een ver
goeding van 0,25 per week. Deze bepa
ling geldt niet alleen voor de woningwet
woningen, maar ook voor de premiewonin
gen. De bedoeling van de bepaling was voor
een afgesloten geheel een verantwoorde tuin
aanleg en onderhoud te verkrijgen.
Naar onze mening heeft de raad deze
vraag in dit gëVal dus bevestigend beant
woord.
5. Met het bestuur van de Algemene Wo
ningbouwvereniging zijn wij overeengekomen
dat de hun opgelegde verplichting ook aan
eventueel opvolgende kopers zal worden
overgedragen, dit omdat met deze bepaling,
indien dit niet het geval zou zijn, het be
oogde doel niet zou worden bereikt.
6. De consequenties zijn naar onze me
ning geenszins, dat aan andere particulie
re kopers eveneens dezelfde verplichtingen
opgelegd moeten worden. In dit geval is
namelijk sprake van een afgerond complex.
7. Omdat wij in het algemeen niet deze
mening zijn toegedaan, komt deze vraag
niet in het geding. Wij willen echter nog
wel opmerken dat, indien de voortuinen
niet verkocht zouden worden, de prijs van
de resterende grond zodanig verhoogd zou
moeten worden, dat de kosten uit de min
der te verkopen m2 gedekt zouden worden.
8. Naar ons oordeel wordt geen enkel
eigendomsrecht aangetast, zolang een ieder
vrij is om wel of niet te kopen.
Niemand is verplicht deze voorwaarden
te accepteren. De consequentie is dan alleen
dat hij een ander terrein moet ko.^en.
Van gedupeerd zijn is naar ons oordeel
geen sprake. Eerder van bevoordeeld wor
den.
9. Dit geval is ons inderdaad bekend.
10. An de hand van voorgaande beant
woording zijn wij van mening, dat dit niet
het geval is. Het maakt naar ons oordeel
namelijk geen verschil of een rechtspersoon
of een natuurlijk persoon een terrein koopt.
De heer Otten kon zo bleek aan het einde
van de vergadering zich niet geheel met
de door B. en W. gegeven antwoorden ver
enigen.
Via een raadsbesluit aldus de heer Otten
werden de terreinen aan de vereniging ver
kocht, met bepaalde voorwaarden. Deze voor
waarden golden volgens spr. alleen maar
voor deze vereniging en „niet voor der
den" Ik zou nu geneigd zijn om tegen mijn
principe in, in het vervolg voor te stellen,
alle particuliere tuinen door de gemeente
te laten onderhouden.
De heer Kreijkes zei naar aanleiding van
het door B. en W. gegeven antwoord in
punt 5 van de antwoorden, verwonderd te
zijn. Inderdaad aldus spr. is de woning
bouwvereniging een verplichting opgelegd.
Er wordt door B. en W. gezegd, dat het
met de vereniging is besproken: Maar al
dus spr: Het bestuur weet nergens van.
Wethouder Goosen: Dat is met de notaris
besproken, het college is van mening, dat
de notaris de adviseur van de vereniging
is.
Wethouder Goosen wees er op, dat het
college van B. en W. er naar streefde een
heid te bewaren in het totale complex.
De heer Kreijkes: De Algemene bouw
vereniging is voor een feit gesteld. De ver
koop is met Roelofs en Haase en met de
architect besproken, toen is met het colle
ge van B. en W. gepraat, dat heeft gezegd:
Dat moeten jullie doen, maar er is niet
gewezen, op eventuele verplichtingen of con
sequenties bij die verkoop.
De heer Jansen kon de bezwaren van de
heer Otten wel aanvoelen. Hier is geen
sprake van een juiste uitvoering van een
raadsbesluit. Spr. was er van overtuigd, dat
een en ander volkomen te goeder trouw
was gegaan, desondanks was het niet ge
heel juist aldus de heer Jansen. Wethouder
Goosen was blijk, dat de grond bebouwd
werd. We moeten de voortuinen eigenijk
zien als één gemeenschappelijk plantsoen.
De heer Ter Avest vond het ingrijpend,
dat, als men een bouwterrein koopt- men
van de voortuinen moet afblijven.
De heer Smeijers zou het onderhoud door
de gemeente op vrijwillige basis willen la
ten.
Uiteindelijk legde de raad zich stilzwij
gend neer bij de door de Algemene woning
bouwvereniging gevolgde gedragslijn.