RAAD RUSSEN Bronch i letten Woningbouwvereniging verkocht bouw- terreinen door aan particulier Raad was eensgezind in ijzing voorstel B. en W. af wij Raadslid gaf soepelheid cadeau Gemeentewerken in debat „Politie krijgt zelf nooit geen bekeuring'1 Personeelsbezettin g Bewondering voor Gemeentewerken „oude stijl" Uitbreiding Gemeentewerken Weg met de hokjespolitiek (zo maar). Wat is een deugdelijk slot? (Van wie ook Gebrek aan weg- en waterbouwkundigen Overigens: bezetting „stevig' (Wie komt er in mijn hokje) Het is de gewoonste zaak van de wereld, dat praktisch in iedere raadsvergadering, bij praktisch ieder voorstel van B. en W. bij de raadsleden verschil van mening be staat. Vaak gebeurt het, dat er tegenstem mers zijn, die zich persé niet bij de door B. en W. voorgestelde maatregel kunnen of ■willen neerleggen. Wat echter in de raadsvergadering van vrijdagavond bij een voorstel van B. en W. gebeurde, dat er geen enkele voorstander kon worden genoteerd, moet volkomen als een unicum worden beschouwd. Waarschijn lijk is het intussen nooit eerder voorgekomen dat een voorstel van het college van B. en W. met algemene stemmen werd afge wezen. Het moet geen prettig idee zijn geweest voor het dagelijks bestuur van de gemeen te, dat alle raadsleden zich kantten tegen de voorgestelde maatregel, in ogenschouw genomen het feit, dat het voorstel niet dan na rijpe overweging tot stand is gekomen. Het betrof het voorstel tot het wijzigen van de algemene politieverordening, waarin het onbeheerd laten staan van fietsen of bromfietsen strafbaar kon worden gesteld. Men gaat in Rijssen nogal slordig om met de fietsen. Dat bleek uit een rapport van de groepscommandant van de rijkspolitie waar in werd gewezen, op de ongewenste toestand dat herhaaldelijk fietsen of bromfietsen on beheerd aan de openbare weg werden aan getroffen. Dit werd met cijfers aangetoond. In 1960 werden nl. 73 rijwielen als vermist en 76 rijwielen als gevonden aangemeld. Aan het einde van de nota, die B. en W. betreffende het voorstel, tot het strafbaar stellen van het onbeheerd laten staan van bovengenoemde vervoermiddelen aan de raad hadden gericht, stond de geruststellen de mededeling, „dat het niet in de bedoe ling lag om reeds direct streng op te tre den". De verordening zou met de nodige souplesse worden toegepast. Dat was een mededeling, waarover het voorstel min of meer is gestruikeld. Enkele raadsleden wa ren de overtuiging toegedaan, dat als dat het geval zou zijn, de wijziging van de ver ordening ook niet nodig was, terwijl anderen de stelling verkondigden, dat men aan de voorgenomen souplesse van de Rijssense po litie twijfelde. Het was de heer Otten, die als eerste kennis gaf van zijn mening, dat als men de gewijzigde verordening soepel wilde toepassen, de wijziging ook niet no dig was, waarna burgemeester Landweer verduidelijkte, dat er toch sprake van nood zaak kon zijn, dat men die alleen maar die personen wilde treffen, die halsstarrig wei gerden hun eigendom voor diefstal te be veiligen. De heer Haase had geen vertrouwen in de beloofde soepelheid. Straks zegt de po litie Verordening is verordening, aldus spr. die op dit punt geen aangename ervaringen schéén te hebben gehad. De heer Otten zag ook formele moeilijk heden omdat er in de nota gesproken werd over 'n „deugdelijk slot". Spr. wilde graag een duidelijke definitie van de voorwaarden waaraan een slot moest voldoen, wilde het als „deugdelijk" worden aangemerkt. De voorzitter: Deugdelijke sloten zijn vol op in de rijwielhandel verkrijgbaar. Voorts wilde de heer Otten nog graag het feit in de herinnering terugroepen, dat een zelfde voorstel in 1948 ook al in behandeling was geweest. „Het is toen aangehouden" aldus spr. en nu wordt 't weer ter tafel gebracht, De voorzitter deed nog moeite om de nood zaak van de maatregel uiteen te zetten." Er moet toch orde zijn" aldus spr. De heer Haase, die in het rapport van de groepscommandant had gelezen, dat er 73 fietsen als vermist werden opgegeven, maakte een rekensommetje, dat als uit komst gaf, dat dit aantal, (dat „respecta bel aantal" werd genoemd) op 15 politiefunc tionarissen slechts 5 per „man" was. Spr. wilde er niets van weten, dat als iemand naar de kruidenier of de slager wil de hij de kans liep een bekeuring te krijgen. „Gezien de gang van zaken met de soe pelheid van de politie" aldus spr. waarvan hij zei „zelf ervaring" te hebben, verklaar de spr. zich zonder meer tegen het voor stel. Ook de heer Kreijkes kon zich niet ver enigen met de door B. en W. voorgestelde maatregel. „Als men" zoals wordt toegezegd, soepel wil optreden, dan is ook de sanctie niet nodig meende dit raadslid. De heer J. Voortman (SGP): „Ik had liever een rapport gezien over het onnodige knallen met bromfietsen door de straten in het centrum. Vooral op zaterdag avond is het showrijden van velen een wa re last voor de bewoners van verschillende straten. (Haarstraat, Grotestraat, Enterstr. en Oosterhofweg)" „De voornaamste reden van het strafbaar stellen van het onbeheerd laten staan van fietsen of bromfietsen, zou naar de mening van de heer Jansen daarin moeten liggen, als er sprake was van veel diefstal. Daarvoor is thans geen aanleiding, omdat er weinig over diefstal wordt gesproken. Nu wil men het publiek leren ordelijk op zijn eigendom te zijn. „Ik vraag me af, aldus de heer Jansen „waarom". Wat zouden er geen grote aantallen bekeuringen vallen, Advertentie Hoestdrank in tobletvorm. 95ct hoeveel mensen laten hun fietsen 's nachts niet buiten staan, en is er toch maar zel den een zoek, meende spr. En zo ging spr. voort „Vergeetachtige mensen zijn er altijd geweest, en die zullen er ook altijd wel blij ven". De voorzitter stelde uitdrukkelijk, dat eed dergelijk maatregel in tal van gemeenten werd toegepast maar de raad bleef op zijn standpunt staan. De heer J. Voortman (SGP): „De politie krijgt zelf nooit een bekeuring" (hilariteit op de tribune). De heer Ter Avest gaf als zijn mening, dat het niet aanging de gehele bevolking de dupe te laten worden, omdat er in een heel jaar 73 fietsen als vermist werden opgege ven. Deze strafbaarstelling gaat mij veel te ver, aldus spr. Van de souplesse waarvan sprake is, aldus de heer Ter Avest komt niets van groot, „die kunnen ze van mij ca deau krijgen." Ook de heer Hodes was er van overtuigd, dat door de voorgestelde maatregel veel mensen in moeilijkheden konden komen. De heer Paauwe meende, dat ieder zijn eigen verantwoordelijkheid moest kennen. Toen het voorstel in stemming werd ge bracht, bleek, dat de beide wethouders voor het voorstel stemden en alle andere raads leden tegen. Een opvallend duidelijke nederlaag voor het college van B. en W. Lang en veel, werd er gedebatteerd over het voorstel van B. en W. tot het aanstel len van een technisch ambtenaar bij de dienst gemeentewerken en diegenen, die dachten dat dit agendapunt slechts een „ha merstuk" zou worden bleken zich schrome lijk te vergissen. Het uitvoerige debat werd geopend door de heer Tr Aest: Het is moeilijk aldus spr. voor een raadslid om te beoordelen of de uitbreiding bij gemeentewerken, die nu wordt voorgesteld wel of niet noodza kelijk is. De gemeentelijke diensten hadden naar sprekers mening de tendens „steeds meer uit de dijen". Als dit besluit genomen wordt komen er weer andere voorstellen. De heer Ter Avest zei letterlijk: Mijn bezwaar is, dat wij langzamerhand een topzware or ganisatie krijgen. Omdat spr. de noodzaak tot benoeming van een technisch ambte naar bij gemeentewewerken „niet kon zien" deelde hij mede, tegen het voorstel van B. en W. te zullen stemmen. De heer Haase herinnerde aan het enige tijd geleden ingenomen standpunt van B. en W. in dezen, toen het college nl. tegen was. Zijn de omstandigheden nu plotseling ge wijzigd; zo vroeg spr O ok herinnerde spr. aan de opmerking die de heer Otten, in een vorige vergadering had gemaakt, dat in vergelijkbare gemeenten, het aantal ambtenaren kleiner zou zijn als in Rijs sen. ,Is dit onderzocht?" zo wilde de heer Haase graag weten. De heer Voortman (S.G.P.) wilde graag weten of de commis sie van openbare werken hierover gehoord was. Wethouder Goosen antwoordde op de vraag van de heer Voortman bevestigend. De meerderheid van de commissie is van me ning aldus spr. dat uitbreiding nodig is. Hoewel B. en W. niet direct met een voor stel tot uitbreiding zijn gekomen, ziet het college nu toch in dat de dienst gemeen tewerken een ambtenaar te weinig ter be schikking heeft, met name de afdeling weg en waterbouwkunde aldus spr. Ook in het verleden is deze onderafdeling van gemeen tewerken bezet geweest met 2 man. Thans moet hier het werk door één ambtenaar worden uitgevoerd. Er is dus zonder meer sprake van een tekort. „Ook andere afde lingen van de gemeentelijke administratie kunnen soms het werk niet aan" zo ging wethouder Goosen voort. Ten aanzien van gemeentewerken was spr. van mening, dat met name daar in de toekomst nog veel werk zou moeten wor den verricht, zoals wegen, rioleringen, open waterleidingen enz. Nu moeten vaak an dere instanties voor verschillende werkzaam heden worden ingeschakeld, hetgeen naar spr.'s overtuiging „veel duurder" is. De heer Haase persisteerde bij zijn eer der gedane vraag: Waarom is het college nu voor, hoe zit het wat betreft de amb- tenarenbezetting op andere gemeenten en tot slot: Gaat Ged. Saten met deze uit breiding akkoord. Wethouder Scholman antwoordde, dat het college van B. en W. zich niet heeft uit gesproken over de bezetting als zodanig. Nu is er aldus spr. uitsluitend sprake van een te kleine bezetting bij de onderafdeling- weg- en waterbouwkunde. Er is maar één ambtenaar, die een opleiding in deze tech nische richting heeft gevolgd. Daarom is het college van mening, dat er één amb tenaar „bij moet komen". Burgemeester Landweer, hierna het woord nemende deelde mee, dat de voorgenomen uitbreiding met een hoofdambtenaar op de provinciale griffie besproken was. De be zetting in andere gemeenten met die van Rijssen vergeleken hebbende, is men tot de conclusie gekomen, dat dit een moei lijk vergelijkbare materie is. Al denken wij, dat wij ons kunnen ver gelijken met een bepaalde gemeente, dan blijkt in de praktijk, dat in iedere gemeen te tal van factoren in het spel zijn, die de juistheid van de vergelijking soms posi tief, soms negatief beinvloed en. Er is in Zwolle gezegd, aldus burgemeester Land weer, dat de bezetting in Rijssen „vrij ste vig is". Men had echter begrip voor de verschillende omstandigheden in Rijssen, die de bezetting bein vloeden aldus spr., die voortging als zijn persoonlijke mening ken baar te maken de sector weg en water bouwkunde onvoldoende bezet te achten Overigens zei spr. van mening te zijn, de bezetting van welke gemeentelijke dienst dan ook dan alleen maar uit te breiden, als dat zeer noodzakelijk was. De heer Haase was door de uiteenzettin gen van de leden van het college van B. en W. nog niet bevredigd. Spr. kon niet in zien, dat „de omstandigheden gewijzigd" waren. De voorzitter herinnerde er aan, dat er wel van gewijzigde omstandigheden spra ke was. Vroeger kon men een beroep doen op de heer Mansfeld aldus spr. De heer Haase: Dat weet ik wel, maar op dit tijd stip waarop ik doel, was de heer Mansfeld ook al weg. Wethouder Scholman: We dachten toen misschien, dat het mogelijk was een amb tenaar van de ene afdeling naar de an dere over te hevelen, maar dat is niet mo gelijk gebleven. Spr. vreesde dat er een grote achter stand zou optreden, en was dan ook geen voorstander van het voorstel van B. en W. tot het benoemen van een technisch amb tenaar. De heer Otten wilde iemand an ders hebben, die aldus spr. plannen kan maken, zodat we deze niet naar diverse bureaus hoeven te sturen. De heer Hodes vond het moeilijk te moe ten beoordelen welke kwaliteiten de te be noemen ambtenaar in de sector weg en waterbouwkunde diende te hebben. Wel ver- klaa rde sprker er van overtuigd te zijn, dat als het college uitbreiding voorstelde, dit dringend noodzakelijk was. De heer ter Avest: Ik zou nog wel iets kunnen zeggen, dat niet pleit voor het college van B. en W. Enige tijd geleden werd voorgesteld een tekenaar bij gemeentewerken te benoe men. Nu ligt er weer een ander voorstel waarvan de motieven onduidelijk zijn al dus spr. Er geldt nu eenmaal een drang meer personeel aan te trekken. Als het voorstel van alle kanten goed was bekeken aldus de heer Ter Avest en de raad op goede wijze was voorgelicht, was het wat an ders aldus spr. Ik kan niet zeggen, dat ik van de noodzaak tot uitbreiding overtuigd ben. Wat is er de laatste jaren eigenlijk ver beterd? zo vroeg spr. Er zijn verschillende straten, die al jaren op de begroting staan. Ik kan me niet voorstellen, dat er geen tijd gevonden kan worden plannen in te dienen. Het staat mij tegen aldus spr. dat alleen maar getracht wordt meer personeel aan te trekken. „Dat gaat wat te ver" aldus wethouder Goosen tot de heer Ter Avest. In de. laat ste vergadering heeft de heer Jansen ge gevens naar voren gebracht waaruit werd bewezen, dat in Rijssen meer gebeurd, is dan ,,'s lands gemiddelde", aldus wethou der Goosen. Wat de heer Ter Avest zegt vind ik nog wel een aantijging aldus spr. min of meer verontwaardigd. Het is heel gemakkelijk om zo maar te zeggen, dat er niets is gebeurd en ook heel gemakkelijk om te zeg gen: we willen geen ambtenaren meer aan stellen, dat slaat altijd in. De heer Ter Avest verwart de zaak, ging spr. voort. Hij heeft het over een 2e teke naar, waarover al eens eerder is gespro ken. Nu hebben we het over een technisch ambtenaar. Daarin moeten we dezelfde, nood zakelijke, uitbreiding zien. We gaan vast niet verder dan noodzakelijk is, aldus wet houder Goosen gedecideerd. We willen veel meer tot stand brengen, dan we kunnen, maar aldus spr. ook onze financiële polsstok heeft een einde. Het rapport - dat ik zeer zeker aanvaard - aldus spr. tot slot - spreekt duidelijke taal De heer Ter Avest sprak met duidelijke weemoed over de „oude dienst". Toen kwam er wat tot stand; „dat kan ik bewijzen." spr. gaf een opsomming van het tot stand gekomene bij de dienst ge meentewerken „oude stijl": De Oosterhofweg, Weverstraat. Spuitstraat, Hogepad enz. enz. Dat in ogenschouw nemende aldus de heer Ter Avest, dan hebben we de oude, dienst, ook met de personeelsbezetting schromelijk verwaarloosd. Wat toen is uitgevoerd, met minder men sen, daarbij kunnen ze nu nog niet in de schaduw staan. Wethouder Goosen: Over dat tijdvak. De heer Ter Avest: Ja, ja, dat is alle maal door gemeentewerken uitgevoerd. De heer Ter Avest: we zitten in de maag met de plannen, die we al jaren konden zien aankomen. Die moesten toch zeker al lang kant en klaar zijn. Het komt mij voor aldus de heer Ter Avest dat er niet voldoende efficiënt wordt ge werkt. Ik heb geen absoluut vertrouwen in de gang van zaken daar. Wat is de oor zaak, zo wilde spr. graag weten, dat het college „nu ineens" is bijgedraaid. De voorzitter: We bepalen ons uitsluitend bij de sector weg- en waterbouwkunde. De heer Ter Avest: Als er sprake is van verwarring, zoals wethouder Goosen zegt, dan moet er duidelijk gezegd worden wat bedoeld wordt, bovendien was de heer Ter Avest slecht te spreken over de specialisa tie. Niet iedere ambtenaar moet in zijn ei gen hokje kruipen. Er moet samenspel zijn" aldus spr. Wethouder Goosen: Er is geen sprake van hokjes. De heer Ter Avest: Dat zegt U nog. Wethouder Goosen zette uiteen, hoe de werkzaamheden op de dienst gemeente wer ken zijn toegenomen. Als voorbeeld noemde spr. de grondverkoop. In 't verleden kon men Het college van B. en W. werd door de heer Otten - middels schriftelijke vragen gesteld aan de voorzitter van de raad - geattendeerd, op de zijns inziens merkwaar dige gang van zaken, betreffende de ver koop van bouwterreinen door de Algemene Woningbouwvereniging Riessen aan de Fa. Roelofs en Haase, welke onderneming de terreinen weer had doorverkocht aan par ticulieren. In verband met deze gang van zaken stelde de heer Otten de volgende vragen: 1. Is het juist dat de Algemene Bouwver eniging „Riessen" bouwterrein aangekocht- van de gemeente Rijssen, doorverkoopt aan de fa. Roelofs en Haase te Rijssen en deze weer doorverkoopt aan derden. 2. Zo het vorenstaande juist is, is B. en W. dan niet van mening dat het nu zui ver particuliere bouw wordt. 3. Is B. en W. met ons niet van mening dat voor deze personen de Algemene Ver koopvoorwaarden der gemeente Rijssen gel den. 4. Zo vraag drie bevestigend beantwoord wordt kan het college van B. en W. dan daarnaast nog meer beperkingen, bepalin gen of voorschriften opleggen betreffende.de verkoop van bouwterrein buiten de Algeme ne Verkoopvoorwaarden om. 5. Is het waar dat in deze doorverkoop het college van B. en W. een kettingbeding koppelt aangaande het onderhoud van voor tuinen door de gemeente tegen vergoeding wat niet in de Algemene Verkoopvoorwaar den is opgenomen. 6. Als vraag vijf juist is, heeft het colle ge van B. en W. dan de consequenties wel onder de ogen gezien dat ze hiermede dit besluit of eis aan alle particuliere kopers dienen op te leggen. 7. Als het college van mening is dat de voortuinen ook bij partikulieren door de ge meente onderhouden moeten worden, acht B. en W. het dan niet billijk dat ze deze grond niet als bouwterrein gaat verkopen een beroep doen op een landmeter van het kadaster, die alles in orde maakte. Thans moet de gemeente zorgen, dat het gehele terrein is afgepaald, de landmeter heeft slechts enkele minuten werk, maar de ge meente heeft er veel meer werk door ge kregen. Verder haalde spr. de wet vervreemding landbouwgronden aan, die bergen werk met zich brengt voor de gemeente. De heer Haase: Dan heb ik liever all round ambtenaren, niet alleen in één on derdeel gespecialiseerden, die bij een be paalde opdracht kunnen zeggen: „Dat is m'n werk niet". Wethouder Goosen wierp de heer Haase tegen, dat specialisatie toch een „teken des tijds" was. Ook de opleidingen zijn gericht op specialisatie. De heer Otten: Het is een moeilijke ma terie voor ons allen. De motivering van B. en W. aldus spr. is „zwak". Als we specialisten gaan kweken, zijn we met hét bedrag, dat we voor deze 4 man uittrekken niet klaar. Als we specialisten willen hebben aldus de heer Otten moeten we hoger grijpen. Daar komen we in de toekomst zeker aan toe. We wachten op nieuwe plannen: we gen, rioleringen, uitbreidingsplannen, o.a. plan Zuid. De heer Smeijers had liever een kracht in tijdelijke dienst aangesteld, omdat de di recteur van gemeentewerken heeft gezegd, dat de achterstand in 3 maanden in te ha len was. Voorts waarschuwde spr. tegen het te gemakkelijk gebruikte woord hokjes- politiek, omdat hij er van overtuigd was, dat de werkzaamheden veel en veel inge wikkelder waren dan vroeger. De raad kon zich tot slot met de voor gestelde uitbreiding verenigen met uitzon dering van de heer Ter Avest, die geacht wenste te worden tegen het voorstel te heb ben gestemd. Het voorstel tot wijziging van de algeme ne politieverordening en het voorstel tot aanstelling van een technisch ambtenaar bij gemeentewerken waren de tijdrovende ele menten in de overigens vlot verlopen ver gadering. Bij het punt ingekomen stukken merkte de heer Haase op, dat het hem was opgevallen, dat er nog rekeningen over het dienstjaar 1955 lopende waren waarop wet houder Goosen antwoordde, dat dit alleen maar te wijten kon zijn aan het feit, dat de betreffende aannemers niet aan hun ver plichtingen hadden voldaan. De voorzitter zegde toe, dez kwestie nog eens te zullen nagaan en te bevorderen dat deze rekeningen van oude datum alsnog spoedig zouden worden afgewerkt. Bij het voorstel tot het beschikbaar stel len van een krediet van 7815.- voor de verbetering van de boerderij de Smale te Eisen vroeg de heer Voortman zich af of het eigenlijk „wel de taak van de gemeen te was een dergelijk tekort te exploiteren'1 De „erflater" aldus spr. zou dit ook nooit gedaan heben. De voorzitter echter zei er van overtuigd te zijn, dat met de moder nisering van dit gemeentelijke bezit, gehan deld zou worden in de geest van de erfla ter. Wethouder Goosen, merkte in dit verband op, dat het dokter Stokkersfonds in zijn to taliteit „nog steeds winst" maakte. De heer Hodes was van mening, dat „in verband met de relatief lage pachtprijzen in het algemeen geen suppletie voor het zoals in dit geval. Bedrijfsgedeelte moest worden gegeven. De voorzitter stelde, dat hier alleen maar sprake was van de accomodatie van het woongedeelte. In het begin van de vergadering werd het nieuwe raadslid de heer A. F. M. Paauwe als zodanig beëdigd, terwijl deze ook be noemd werd in de vacatures van lid van de culturele en de energiecommissie (ont staan door het overlijden van de heer Sie- gerink). maar dit in eigen bezit houdt en of als voor tuin gaat verhuren of anderszins. Is het B. en W. bekend dat door deze beperkingen of eisen het eigendomsrecht aangetast wordt en dat door genoemde eisen of beperking of hoe men het ook noemen mag kopers ernstig gedupeerd worden. 9. Is B. en W. wel op de hoogte en of ernstig doordrongen van deze maatregel daar zich hierbij o.m. een geval vordoet waarbij circa de helft of meer van het aan te kopen bouwterrein (plusmin, voor 1600) moet blijven liggen voor tuin en boven het genoemde bedrag nog wekelijks een bijdra ge betalen voor onderhoud en dan nog van eigen terrein moet afblijven. 10. Is het college van B. en W. niet van mening dat dit zeer verregaand is bui ten alle verordeningen om en meent het college niet dat ze zich hieromtrent nog na der over moet beraden als de vragen juist zijn voordat deze transactie plaats heeft Het college van B. en W. gaf de heer Otten op zijn vragen de volgende antwoorden. 1. Zover ons bekend verkoopt de Alge mene Woningbouwvereniging Riessen een deel van het bij Uw besluit d.d. 16 februari en nr. 1961-57 verkochte terrein recht streeks door aan particulieren. 2. Door deze verkoop verandert naar on ze mening niets aan de bestemming. Aan de woningbouwvereniging was de grond na melijk verkocht voor premiebouw, zonder verdere faciliteiten van gemeentezijde. 3. Voor deze doorverkopen gelden, om dat de eerste koper de verplichting daar toe op zich nam, De algemene verkoopvoor waarden. 4. Aan de Algemene Woningbouwvereni ging is naast de algemeen geldende ver koopvoorwaarden door de raad de verder gaande beperkende bepaling opgelegd, dat de voortuinen in onderhoud bij de gemeen te moeten worden gegeven tegen een ver goeding van 0,25 per week. Deze bepa ling geldt niet alleen voor de woningwet woningen, maar ook voor de premiewonin gen. De bedoeling van de bepaling was voor een afgesloten geheel een verantwoorde tuin aanleg en onderhoud te verkrijgen. Naar onze mening heeft de raad deze vraag in dit gëVal dus bevestigend beant woord. 5. Met het bestuur van de Algemene Wo ningbouwvereniging zijn wij overeengekomen dat de hun opgelegde verplichting ook aan eventueel opvolgende kopers zal worden overgedragen, dit omdat met deze bepaling, indien dit niet het geval zou zijn, het be oogde doel niet zou worden bereikt. 6. De consequenties zijn naar onze me ning geenszins, dat aan andere particulie re kopers eveneens dezelfde verplichtingen opgelegd moeten worden. In dit geval is namelijk sprake van een afgerond complex. 7. Omdat wij in het algemeen niet deze mening zijn toegedaan, komt deze vraag niet in het geding. Wij willen echter nog wel opmerken dat, indien de voortuinen niet verkocht zouden worden, de prijs van de resterende grond zodanig verhoogd zou moeten worden, dat de kosten uit de min der te verkopen m2 gedekt zouden worden. 8. Naar ons oordeel wordt geen enkel eigendomsrecht aangetast, zolang een ieder vrij is om wel of niet te kopen. Niemand is verplicht deze voorwaarden te accepteren. De consequentie is dan alleen dat hij een ander terrein moet ko.^en. Van gedupeerd zijn is naar ons oordeel geen sprake. Eerder van bevoordeeld wor den. 9. Dit geval is ons inderdaad bekend. 10. An de hand van voorgaande beant woording zijn wij van mening, dat dit niet het geval is. Het maakt naar ons oordeel namelijk geen verschil of een rechtspersoon of een natuurlijk persoon een terrein koopt. De heer Otten kon zo bleek aan het einde van de vergadering zich niet geheel met de door B. en W. gegeven antwoorden ver enigen. Via een raadsbesluit aldus de heer Otten werden de terreinen aan de vereniging ver kocht, met bepaalde voorwaarden. Deze voor waarden golden volgens spr. alleen maar voor deze vereniging en „niet voor der den" Ik zou nu geneigd zijn om tegen mijn principe in, in het vervolg voor te stellen, alle particuliere tuinen door de gemeente te laten onderhouden. De heer Kreijkes zei naar aanleiding van het door B. en W. gegeven antwoord in punt 5 van de antwoorden, verwonderd te zijn. Inderdaad aldus spr. is de woning bouwvereniging een verplichting opgelegd. Er wordt door B. en W. gezegd, dat het met de vereniging is besproken: Maar al dus spr: Het bestuur weet nergens van. Wethouder Goosen: Dat is met de notaris besproken, het college is van mening, dat de notaris de adviseur van de vereniging is. Wethouder Goosen wees er op, dat het college van B. en W. er naar streefde een heid te bewaren in het totale complex. De heer Kreijkes: De Algemene bouw vereniging is voor een feit gesteld. De ver koop is met Roelofs en Haase en met de architect besproken, toen is met het colle ge van B. en W. gepraat, dat heeft gezegd: Dat moeten jullie doen, maar er is niet gewezen, op eventuele verplichtingen of con sequenties bij die verkoop. De heer Jansen kon de bezwaren van de heer Otten wel aanvoelen. Hier is geen sprake van een juiste uitvoering van een raadsbesluit. Spr. was er van overtuigd, dat een en ander volkomen te goeder trouw was gegaan, desondanks was het niet ge heel juist aldus de heer Jansen. Wethouder Goosen was blijk, dat de grond bebouwd werd. We moeten de voortuinen eigenijk zien als één gemeenschappelijk plantsoen. De heer Ter Avest vond het ingrijpend, dat, als men een bouwterrein koopt- men van de voortuinen moet afblijven. De heer Smeijers zou het onderhoud door de gemeente op vrijwillige basis willen la ten. Uiteindelijk legde de raad zich stilzwij gend neer bij de door de Algemene woning bouwvereniging gevolgde gedragslijn.

Erfgoed Rijssen-Holten

Weekblad voor Rijssen | 1961 | | pagina 5