RIJ5S buiten de ivallen
Duitse kerken van oud naar nieuw
Coupe
MEULENBELT
Het spook op het kasteel Bevervoorde
Vlot
S. M.
gekleed
LEERLINGENAVOND
Sportclub won op overtuigende wijze
Spanningen en
conflicten
studie-orgel
Fa. A. Zwaan's
ZAAD
Wed. Kreijkers
SPORTNIEUWS
Vrijdag 17 maart 1961
WEEKBLAJb VUUh RUSSEN
Pagina 3
Experimenten
Andere oplossingen
Kerk in Düren
Opvallende
Kostuums
Colberts en
Pantalons
Kostuums
Colberts
Pantalons
GROTE KEUZE HEREN- EN JONGENS-WEEKENDERS!!
Stichting Muziekschool voor Rassen en
omgeving
OP 2e PAASDAG: GROTE
VEILIG VERKEERS-PUZZELRIT
Niemand kon zeggenvanwaar het gekomen
was, maar het was een feit: Het spookte op
de Bevervoorde. De oude heer Berend vond
het verschrikkelijk, terwijl vrouwe Agnes he
mel en aarde bewoog om van het spook be
vrijd te worden. Jonker Reinold, de here-
boer van Rijssen gaf op zijn tijd kostelijke
moppen over het spook ten beste. De twee
de jonker van Bevervoorde, die in dienst
was als cornet bij de Paltzgraaf van Beieren,
Jonker Hugo wel te verstaan, had er extra
verlof voor genomen om het spook op zijn
vaders kasteel te Rijssen te ontdekken, en
het te vermorzelen. Hij had ook dezelfde druk
te en dezelfde poeha als zijn grootvader, de
snor.
In Rijssen noemde het volk hem de wind-
jonker. Hij was evenwel de lieveling van
zijn moeder en van zijn zusters Jacomieni
en Brechtje. Zij waren de jongste freules
van Bevervoorde.
Weber, de jongste zoon was iemand van
wie men in Rijssen niet wist wat men er
aan had.
Hij voelde zich hoog verheven boven het
stadsvolk en noemde de mensen Riessense
Pruttel.
Hij vertelde dat niet in het openbaar, o
neen, hij verwaardigde het burgervolk van
Rijssen geen blik.
Hij was het evenwel die met zijn moeder
de spokerij het hoogst in de maag zat.
Wanneer het spook nu nog bij Benaads
in de Pau zijn intrek had genomen, nu ja,
dan was het daar aan toe. Maar op het ka
steel Bevervoorde! Dat was toch te gek om
los te lopen.
Tegen moeder Agnes spuwde Weber zijn
gal uit. Reinold noemde hij een knuppel van
een kerel, een mestkever die graag ten aan-
hore van heel Rijssen grappen maakte over
het spook op het kasteel de Bevervoorde.
Maar ook in de stad Rijssen maakte men
zich zorgen. Een spook binnen de veste, en
nog wel op het hof waar eens in het jaar
de bisschop van Utrecht overnachtte. En dan
moest zo'n spook eens bij de bisschop op het
voeteneinde van het bed gaan zitten. Ver
beeld je! Dan was heel Rijssen te schande
gemaakt.
Ook de burgemeesters, schepenen en de
vroedschap vergaderden over het spook. En
juist toen men hiervoor bijeen was zakte de
dikke burgemeester de Balg met stoel en al
door de vloer. Dit kwam natuurlijk niet van
het spook, maar door de ratten en varkens
die de vloer van het raadhuis hadden onder
mijnd.
Maar niettemin de consternatie was toch
groot!
De hele magistraat sloeg op de vlucht en liet
de schreeuwende Balg achter.
Maar jonker Reinold, de hereboer, die z'n
zienswijze over spoken voor de zoveelste keer
aan de kring belangstellende stadslui ver
teld had snelde naar het raadhuis.
Hij zag de benarde positie waarin de Balg
verkeerde en haalde hem uit de grond.
Daarop kroop de jonker zelf in het gat om
het spook te grijpen. Dit was een daad die
Reinold geweldig in de achting van het volk
deed rijzen.
Men noemde hem voortaan onzen lieven
'jonker, en die naam behield hij zijn hele
leven lang.
Intussen had de jonker Berend laten be
kendmaken dat hij Rijssenaren wilde heb
ben die mee op de spokenjacht op het kasteel
wilden gaan.
Er meldde zich niemand, behalve Benaads
uit de Pau.
En die wilde men op het kasteel niet heb
ben, want de kerel was van de duivel be
zeten.
De cornet Hugo wist dat men in het Bent-
heimse vaak gebruik maakte van Berend,
de spook verdrijver uit Haaksbergen. Want
in Bentheim was de spokerij ook erg.
Maar het viel niet mee om iemand te vin
den om naar Haaksbergen te gaan. Reinold
lachtte op een avond zijn vader en moeder
vierkant uit toen men familieraad hield. En
vader van Langen vertelde dat er een eind
moest komen aan de spokerij.
Toen vader van Langen zijn oudste vroeg
om naar Haaksbergen te gaan weigerde de
ze. Hij wilde in Haaksbergen niet uitgelachen
worden, en voor Jan Pat staan.
Hugo voelde zich als aankomend officier te
voornaam, en Weber zei dat deze kwestie
hem te min was.
Intussen ging de spokerij geregeld door.
Soms kreet het spook angstaanjagend en
maakte veel geraas. Overdag was er niets
aan de hand. Maar in Rijssen ging het lachen
over. En vrouwe Agnes wilde niet dat de
achterkamer boven, waar het spook zijn in
trek had genomen, ontsloten werd. Je kon
nooit weten wat voor griezel eruit kon sprin
gen.
Na een week vond jonker Berend de dikke
Dirk bereid om naar Haaksbergen te gaan.
Dikke Dirk was een vrachtvaarder die in
Haaksbergen goede kennissen had. De oude
jonker van Langen gaf Dirk een goede bende
geld mee. Een dat kwam goed van pas, want
Dirk was een man die als iemand met een
flinke droge lever bekend stond.
Van Rijssen over Goor en Hengevelde reed
de Dikke naar Haaksbergen. Tot Hengevelde
ging alles goed, maar toen kwamen er
moeilijkheden, Dirk was met paard en kar
gegaan. Dat was voordeliger had hij op de
Bevervoorde gezegd. Dan kon hij meteen de
spook verdrijver meebrengen. Dikke Dirk was
vrachtvaarder en koopman die niet alleen Rijs
sen maar ook een groot gedeelt van 't toen
bekende Europa kende.
Hij had flink wat smokkelwaar op zijn kar
geladen en ook een geweer. En helemaal
achter op de kar een zakje buskruit. Om
half vijf in de morgen ging hij weg, en om
acht uur had hij Hengevelde al een heel eind
achter de rug. Daar in de binnenlanden van
Twente huisde destijd een diefachtig volkje
dat met smokkelen, roven en stropen aan de
kost probeerde te komen.
Het duurde niet lang of een vijftal ban
dieten hield de wagen van Dikke Dirk aan.
Maar deze tastte achter zich en sloeg met
de meegenomen sabel van zich af.
Een der rovers maakte zich echter met
het zakje buskruit uit de voeten. De andere
rovers volgden hem. Maar de Dikke Dirk
mopperde in zichzelf: willen jullie mij be
stelen? Daar zal niks van komen! Hij nam
het geweer, legde aan en schoot in de kruit-
zak. Het resultaat was verbluffend. Een uur
in de verte weerklonk de geweldige knal der
ontploffing, en de dief was met het kruit in
de lucht gevlogen.
Kalm laadde Dirk andermaal zijn geweer en
zette verder de tocht naar Haaksbergen on
gehinderd voort.
Na enig zoeken en vragen vond hij het huis
van Berend de spook verdrijver. Dirk werd
zeer joviaal ontvangen, Berend trakteerde
hem en hielp hem met een flinke winst van
zijn smokkelwaar af. Daarna kreeg Dirk nog
bonensoep.
Toen werd Dirk door de slimmerik uitge
hoord over de gedragingen van het spook
op het kasteel de Bevervoorde. En toen dat
achter de rug was moest hij vooruit betaald
worden.
Vijf-en-twintig gulden en een liter brande
wijn waren de kosten. Dikke Dirk schoot het
geld voor.
De spoken verdrijver smeet zijn gereedschap
op de kar.
Hierbij was ook een grote groene zak. Toen
Dirk vroeg wat die groene zak te betekenen
had antwoordde de spoken verdrijver dat
daar het spook in moest. Tegen groen was
het spook niet bestand. Na een paar keer
aangelegd te hebben kreeg het paard een
flinke maaltijd in de herberg „De Kist" te
Goor. Kisten Harm, de kastelein wist al gauw
wat er te Rijssen aan de hand was, en ver
telde dat de spoken verdrijver ook maar eens
gauw een keer naar Goor moest komen om
dat op het ksteel Heesheren ook spoken wa
ren.
Maar hier had de spokenverdrijver niet zo
veel mee op, want hij wist dat de familie
op Heesheren slecht van betalen was, waar
de kastelein ook over kon meepraten. Verder
ging het weer en tegen vijf uur in de middag
bereikte men Rijssen. Heel Rijssen verkeerde
in spanning en op kasteel Bevervoorde zat
men bij elkaar. Dikke Dirk reed de kar het
voorplein op.
Met een „doar hei um" kondigde hij de
spokenverdrijver aan. Vrouwe Agnes zag
nog juist dat de Haaksbergenaar een vuur
rode neus had.
De huisknecht gooide de deur open. En Be
rend stapte binnen. En hij gaf aan Dirk het
bevel te blijven wachten, want deze moest
hem een eindweegs weer terugbrengen, wan
neer hij tenminste niet behoefde te overnach
ten. Hij gaf bevel de kamer der familie
op slot te doen en hem de kamer te wijzen
waar het spookte. Daarna vroeg hij de sleu
tel en stuurde de huisknecht weg. De Haaks
berger spookverdrij ver, overzag de situatie en
greep snel in.
Een reusachtige uil was klemgeraakt tus
sen enig houtwerk op de kamer. Het dier was
reeds sterk vermagerd maar vocht nog ver
beten voor zijn leven.
Hij kwam echter in de groene zak terecht,
en na een half uur kon men op de Bever
voorde verlicht ademhalen, want het spook
zat in de zak. De spokenverdrijver deponeer
de het spook op de kar van Dikke Dirk die
bij het aanzien van zo iets verschrikkelijks
beslist weg zou zijn gelopen als hij van de
spokenverdrijver niet drie slokjes brande
wijn gekregen had
VAN COEVERDEN
De kerkbouw Is het beste middel om het
zuiverste functionalisme te boven te komen,
heeft een Duitse architect gezegd. Nu heeft
de hedendaagse architectuur in de Bondsre
publiek allerminst last van een te veel aan
functionalisme. Integendeel: wat op het ogen
blik in Westduitse steden als Aken, Duren en
Keulen wordt gebouwd, vertoont eerder een
neiging tot opschik en protserigheid, die met
de „schaal" van de stedebouw allerminst
overeenkomt.
Want wel groeien de afmetingen van de
gebouwen. Maar men heeft blijkbaar het oude
stratenpatroon niet kunnen loslaten. Daar
door worden de verhoudingen soms zeer sto
rend. In dit opzicht is men minder radicaal
te werk gegaan dan bijvoorbeeld in Rot
terdam mogelijk bleek. Het is, alsof men
de sprong naar een volkomen nieuw begin
toch niet heeft aangedurfd. De spanning tus
sen oud en nieuw heeft men aanvaard, soms
met een triest resultaat.
Dat spreekt met name bij vele kerken in
de Bondsrepubliek. Enkele korte bezoeken
aan Duitse steden en dorpen gaven me 'n heel
merkwaardig complex van indrukken omtrent
de Westduitse kerkbouw - heel andere in
drukken vaak dan een kleine fototentoonstel
ling enkele jaren geleden in het museum voor
religieuze kunst in Utrecht achterliet.
Daar is aan de ene kant een streven, om
waardevolle oude kerken in hun oorspron
kelijke vorm en rijkdom te herstellen. Hoe
veel kosten en arbeid daaraan worden be
steed, ontdekt men het best, wanneer men
ziet, hoe weinig er soms van het bouwwerk
nog overeind staat. Een paar kale muren,
een half ingestorte vieringkoepel, de gescheur
de romp van een toren - in Keulen en el
ders schept men er weer het evenbeeld van
het origineel uit.
Maar elders heeft men met zulke res
ten experimenten ondernomen. Soms met be
paald schokkende resultaten, zoals onder an
dere de kapel van Sankt Foyllann in Aken of
de Minoritenkirche in Keulen laten zien. Men
heeft in dergelijke gevallen de oude Gotische
resten zonder meer modern „aangevuld". Het
kerklichaam kreeg dan wel weer ongeveer
zijn oude vorm. Maar amen, deuren, altaar
partij, koorgalerij werden heel nadrukkelijk
hedendaags gehouden. Beglazing en versiering
werden aan vaak jonge kunstenaars opge
dragen.
Zo kwam bijvoorbeeld in het geval van
de Sankt Foyllann een geheel tot stand, dat
men rustig „gespleten" kan noemen, Pe be
glazing van de zijramen, in een tracering
die slechts in de verte herinnert aan de
Gotische, werd uitgevoerd in zeer koele kleu
ren: wit, heel lichtgroen en heel lichtblauw,
in een volkomen abstracte verdeling van kleur
en belijning, die uitgesproken grafisch aan
deed. Slechts achter het hoofdaltaar werd
in glas-in-betonraam rood en donkerblauw
gebruikt in een bijzonder mooie, eveneens ab
stracte compositie van grote monumentale
kracht. Het geheel zou waarschijnlijk niet
zoveel moeilijkheden opleveren, wanneer niet
de koorgalerij zo nadrukkelijk als een grote
dwingende vuist de ruimte in stak. De
nadrukkelijkheid, waarmee dat massale, vol
komen vrijdagend geconstrueerde onderdeel
de ruimte overheerst, laat voelen, hoezeer
men dit herstel inderdaad als een breuk met
het verleden heeft gezien, zonder dat men zich
van dat verleden overigens helemaal heeft
kunnen losmaken.
Telkens, waar men in een kerkgebouw oude
en nieuwe elementen heeft gepoogd te ver
enigen, is die gespletenheid ontstaan. Men
heeft de oude vertrouwde kerk niet terug
gekregen, maar men heeft de nieuwe toch
weer belast met de smartelijke herinnerin
gen aan het verleden.
Dat andere oplossingen mogelijk zijn, be
wees Keulen onder meer, waar in de ruïnes
van de uitgebrande Sankt Alban een moderne
kapel ter nagedachtenis van de ruim zestig
duizend slachtoffers van de bombardementen
is gesticht. Een oplossing dus, verwant aan
die van Coventry, waar naast de ruïnes van
de oude een moderne kathedraal verrijst als
een vermanend teken. Ook in die gedach
teniskapel dus de spanning tussen oud en
nieuw. Maar het nieuwe is eerder een afslui
ting dan 'n aanvulling; het oude wordt
duidelijker als onherroepelijk en onherstel
baar aanvaard.
Voorlopig overwegen echter nog de po
gingen, om oud en nieuw te combineren, lie
ver dan maar de breuk te aanvaarden of
door streven naar herstel van het oude de
schijn te wekken alsof er nooit iets gebeurd
is. Vandaar stellig, dat in oude monumenten
als de dom van Aken en die van Keulen de
verwoeste beglazing niet gerestaureerd is,
maar zonder meer modern werd. Soms viel
daarbij de keus op een simpel decoratief mo
tiefje, dat al dan niet gevarieerd werd her
haald. De kleuren zijn dan, zoals in Keulen
betrekkelijk gedempt gehouden, om de sfeer
niet al te zeer aan te tasten. Soms aanvaard
de men ook zonder meer koele, lichte kleu
ren in abstracte composities, als in enkele
zijkapellen van de dom te Aken. Het resul
taat was hier nogal ontnuchterend, al worden
de gelovigen daardoor blijkbaar evenmin van
hun «tuk gebracht als door het, haast Expo-
afmetingen aannemende toeristenbezoek.
Grootscheepse verwoestingen, uitgebreide
evacuaties en hervestigingen, een nog steeds
aanhoudende stroom van vluchtelingen uit
het oosten - dat alles maakte de vestiging
van nieuwe parochies en evangelische ge
meenten en de bouw van honderden nieuwe
kerken noodzakelijk. Dat stimulleerde een
vernieuwingsbeweging, die in het Rijnland al
voor de oorlog was ingezet met experimenten
als Otto Bartnings Stahlkirche voor Essen
- intussen helaas verwoest. Niet het kerkge
bouw was langer primair, maar de zielszorg
niet het uiterlijk vertoon van een ondermijn
de machtspositie, maar het samen beleven
van het geloof.
Dat leidde alleen al in de agglomeratie
Keulen tot de bouw van enige tientallen nieuwe
kerken, merendeels katholieke, maar ook
enkele evangelische en zelfs van een nieuwe
synagoge. Maar ook elders ontstonden veel
nieuwe kerken. Zo veel zelfs, dat het nauwe
lijks mogelijk is van deze bouwactiviteit een
meer dan oppervlakkige indruk te krijgen.
Een van de meest indrukwekkende voor
beelden is voor ons op het ogenblik een grote
nieuwe evangelische kerk in Dueren. Ogen
schijnlijk is het een heel simpel gebouw:
het grondvlak heeft de vorm van een Grieks
kruis met armen die naar het einde smaller
worden. Door deze geleding en door de vrij
grote hoogte van de kap ontstaat een zeer mo
numentale ruimte met verschillende gebruiks
mogelijkheden. Men heeft er per saldo de
voorkeur aan gegeven, haar toch te „rich
ten", hoewel dit niet logisch uit de vorm
voortvloeit. In drie armen zijn amfitheaters-
gewijs de zitplaatsen voor de gemeenten op
gesteld. In het hart, op de kruising van de
armen, staat betrekkelijk diep een grote hard
stenen avondmaalstafel, van waaruit de
liturgie wordt geleid en het avondmaal wordt
bediend. De vierde arm is de plaats voor
koor, orgel en katheder geworden. Het re
sultaat is een waarlijk sacraal bouwwerk. Men
is het louter functionele te boven gekomen.
We zijn hier wat uitvoeriger op in gegaan,
omdat andere nieuwe Westduitse kerken wel
eens de indruk wekken, dat men de vernieu
wing meer in uiterlijkheden zoekt. Er is stel
lig een eerlijk streven naar een vormgeving,
die het wezenlijke alle ruimte laat. Een ar
chitect als ir. Gottfried Böhm, wiens invloed
ook hier en daar in Limburg merkbaar is,
toont in zijn kerken soms een heel gelukkige
aansluiting bij het werk van de Franse ge
broeders Perret - zo in de St. Anna te Keu-
len-Ehrenfeld - maar is toch kunstenaar ge
noeg, om niet zonder meer achter het voor
beeld aan te lopen. Böhm blijkt in zijn werk
verweg het zuiverste gevoel voor het sacrale
karakter van het gebouw te hebben, Bij an-
Kenmerken onze
en een waarborg voor:
A Exclusieve dessins
Ar De beste kwaliteiten
Ar Sublieme coupe
A" Perfecte afwerking
ALLEEN VERKOOP
VOOR RIJSSEN
gaan uw jongens in
onze dandy
gemaakt door
Neerland's
grotste fabriek
voor
gespecialiseerde
jongensconfectie
Hoewel vele dessins
reeds vroegtijdig uit
verkocht waren, zijn
wij er in geslaagd on
ze collectie opnieuw
aan te vullen met de
nieuwste modesnuf
jes.
Natuurlijk bij:
UW MODESPECIALIST!
GROTESTRAAT 34 - TELEFOON 2359
TE KOOP:
8 reg., bill, prijs.
Adres bureau dezer.
Het beste resultaat met
Alle soorten tuinzaden
voorradig.
Nijverdalseweg 43.
Directeur: DICK STEEN
op zaterdag 18 maart in gebouw Jeruël.
AANVANG HALF ACHT ENTREE 1.—
Na de recente 2-0 nederlaag tegen de re
serves van Sparta was er dit keer weinig
hoop dat de Sportclub het tegen plaatsge-
note Excelsior 3 tot een overwinning zou
brengen. Laatstgenoemde had het n.l. ge
presteerd vorige week tegen koploper Dene
kamp bijna de halve winst thuis te houden.
Ondanks het feit echter dat Sportclub Rijs
sen het moest stellen zonder M. Rutterkamp,
Ten Bolscher, Schellevis en Schreurs, is het
voor de gehandicapte ploeg op een 6-2 over
winning uitgelopen.
Een overwinning die in de eerste plaats
te danken is aan het goede spel van mid-
voor Rutterkamp, die deze middag 5 doel
punten voor zijn rekening nam. In één adem
mogen genoemd worden stopper Lohuis en
rechtshalf P. Muller die zich tegen gerouti
neerde spelers als Van de Maat uitstekend
staande wisten te houden.
Reeds na drie minuten spelen kwamen de
gastheren aan hun eerste doelpunt. Rechts
back Reterink, die reageerde op het fluit
signaal van de arbiter op het naast gelegen
terrein, maakte hands waarna stopper Knol
van Excelsior de strafschop mocht nemen.
Hij deed dit op voortreffelijke wijze. (1-0)
Fel sloegen de bezoekers terug. In de elf
de minuut scoorde Rutterkamp voor Sport
club de gelijkmaker (1-1). Vijf minuten la
ter bracht dezelfde speler de stand op 1-2,
dit keer uit een op maat gesneden pass van
Bruggeman.
Sportclub bleef de toon aangeven en in de
22e minuut was het weer de aanvalsleider
der gasten die Willie v.d. Noort voor de der
deren blijkt de vernieuwing nog wel eens
alleen maar in uiterlijkheden te bestaan.
Voorshands wint dan voor ons toch nog
de eigenzinnige, aan onze architect K. L.
Symons Dzn. herinnerende St. Albans van Hans
Schilling het pleit.
Deze kerk werd gebouwd in het stadspark
ter vervanging van de in de oorlog verloren
gegane Gotische kerk. Schilling ontwierp een
vijfhoekige ruimte, waaraan een zeer diepe
en smalle absis werd gehangen. Het dak, een
geknikt plat vlak, loopt naar de zijde van het
altaar zeer hoog op. De spleetvormige ven
sters werden volgens een meetkundig patroon
in de zijwand geplaatst. In het geheel is wei
nig traditioneels te vinden; het werd persoon
lijk, volkomen doorleefd.
Van Bartning, de reeds genoemde groot
meester der Dutse evangelische kerkbouw,
moet een kleine semipermanente noodkerk
worden genoemd. In 1947 als Lutherkerk bij
Keulen verrezen, vertoont het gebouw een
heel simpel grondplan: een rechthoekige zaal
met een halfronde koorafsluiting. De houten
spantconstructie geeft de ruimte een merk
waardige geleding.
We zouden verder nog kerken van Fritz
Schalier, Rudolf Schwarz en Joachim Schuer-
mann kunnen noemen als evenzovele voorbeel
den, die duidelijk maken, dat er in West-Duits-
land een beweging gaande is, die volkomen pa
rallel loopt met wat hier te lande groeit. Dat is
hier misschien nog iets meer schoksgewijs
gegaan, omdat de katholieke architecten aan
vankelijk meenden, zich op oeroude voorbeel
den te moeten inspireren, en pas later tot
de ontdekking kwamen, dat het nieuwe bouwen
ook voor kerken bruikbaar is. In het Protes
tantse kamp heeft men al lang de aanslui
ting met de Duitse ontwikkeling gevonden
er duidelijk zeer veel van geleerd,
'de maal liet vissen. (1-3).
Dertien minuten was de tweede helft oud
toen midvoor Rutterkamp de Excelsior-doel-
man voor de vierde keer passeerde, 1-4.
Rechtsbuiten De Jong zorgde voor 1-5 ter
wijl Willems van Excelsior in de 25e minuut
de stand op 2-5 bracht.
Twee minuten voor het einde was het de
snel reagerende Rutterkamp die van een aar
zeling in de Excelsiorverdediging gebruik
maakte en de eindstand naar 2-6 schoot.
Zaterdag a.s. gaat Sportclub naar DOS in
Vriezenveen. Thuis wonnen de Rijssenaren
met 7-1 doch of het weer zo'n grote overwin
ning zal worden menen we ernstig te mogen
betwijfelen.
Sportclub Rijssen verschijnt in de volgende
opstelling:
Doel: Steenbergen, Achter: Reterink en M,
Rutterkamp, Midden: Muller, Lohuis en Greve-
link. Voor: De Jong, Kosterbok J. Rutterkamp
Ten Bolscher en Schreurs.
Aan de Ned. Kampioenschappen (8000 me
ter) die woensdag 22 maart te Ermelo wor
den gehouden zal ook worden deelgenomen
door de Rijssense atleet de heer J. Voort
man.
Voor deze kampioenschappen voor perso
neel van de Land. Zee en Luchtmacht wist
de heer Voortman zich enige weken geleden
in wedstrijden gehouden in de Legerplaats
't Harde te plaatsen.
Aan deze wedstrijd wordt ook deelgenomen
door de Ned. Kampioen Lange afstand en
marathon Frans Kunnen en door Blankestein
kampioen op de 8000 meter.
Diegenen die zich bij de eerste 25 wéten
te plaatsen kunnen in aanmerking komen
voor uitzending naar de wereldkampioen
schappen voor militairen, die in Portugal
worden gehouden.
De Rijssense Motorclub (R.M.C.) orga
niseert in samenwerking met de bromfiets
club „Op Stap" een grote veilig verkeers puz
zel rit.
Voor dit evement, dat op 2e Paasdag
wordt gehouden verwacht men grote belang
stelling mede door het feit, dat belangrijke
prijzen beschikbaar zijn gesteld.
De puzzelrit, wordt gehouden in het ka
der van de grote Veilig Verkeersactie, die
door de Rijssense Middenstandscentrale wordt
georganiseerd van 18 maart tot en met 1
april
'i\ Met veel vrolijkheid wachtte het
publiek in 't Gerhart-Hauptmann-Thea-
ter te Görlitz de dood van Carmen af:
Zij stierf weliswaar overeenkomstig
haar rol, maar zonder zichtbare oor
zaak. Haar moordenaar Don Jose speel
de het zonder dolk klaar. Deze was per
ongeluk tussen de leden van het orkest
terecht gekomen.
Onervaren dieven die met dy
namiet een kluis wilden laten springen
legden in Londen een heel kantoorge
bouw in puin. De lading was zo zwaar,
dat de muren omver geworpen wer
den. De deur van de kluis ging door
de zoldering. Van het geld bleef totaal
niets over,j