SCHANDAAL IN DE SPAANSE ARENA Bijna 10.000 bezoekers hadden veel waardering voor opvoering UNIEKE PLATENSERIE TOT DIEPGAANDE CONFRONTATIE MET MENGELBERG GRANIMIX DE BOERENBOND GAZON-GRASZAAD DE BOERENBOND Alom bekende grootheid Is stierenvechter Dominguin een lafaard? ler Horst revue Overbrenging van glasplaten op moderne L. P. Enorme problemen GEEN VREES VOOR DE STROP ZAKENNIEUWS Anti-honger-actie Vrijdag 10 maart 1961 Pagina 7 OPZIENBARENDE ONTHULLINGEN MILJOENENZAKEN RIJSSEN De liefhebbers van de r.eer omstreden Spaanse stierengevechten hebben onlangs met schrik moeten leien in het Madrileen- se weekblad „ABC", dat een van hun meest bewonderde matadores, de vierendertigja- rige miljonair Luis Dominguin in het open baar een lafaard werd genoemd. De Spaan se stierengevechten eindigen altijd met de dood van de stier - dit in tegenstelling met stierengevechten in Portugal en Mexico, waar de stier het kan winnen van de ma tador. In Spanje wordt ook als de matador dodelijk gewond wordt, de stier door de ver vanger afgemaakt. Dit is een van de rede nen waarom men in brede kring een af keer krijgt van dit volksvermaak, dat ove rigens aan populariteit sterk inboet, vooral bij de jongere generatie. Wat was nu het geval met Dominguin? De hertog van Pinohermoso, een van de grootste stierenfokkers van Spanje, wierp de degenheid een in ABC gepubliceerde ver klaring voor de voeten, die inhield, dat Do minguin strijdlustige en wakkere stieren ont week en de voorkeur gaf aan het bestrijden van stieren die door verschillende manipu laties belangrijk aan vechtlust hadden inge boet. De adellijke stierenfokker betoogde dat hij onlangs in zijn stallen helpers van Do minguin had. betrapt, toen zij bezig waren de punten van de hoorns bij te vijlen van de stieren die bestemd waren om Domin guin in de arena van Arles te ontmoeten. „Ik zal de hoorns van mijn stieren onder alle omstandigheden beschermen!" verklaar de de boze fokker en hij voegde eraan toe, dat Dominguin geweigerd had tegen Pino- hermosostieren in het veld te treden, na dat hij had gehoord, dat deze stieren tegen zijn verwachting in zeer strijdvaardig wa ren. Nauwelijks was de opwinding rond deze verrassende aanval tegen het prestige van een der meest geziene toreros een beet je bedaard, of een tweede, nog erger jobs- boodschap, deed de Torerovereerders in verontwaardiging ontbranden. De Spaanse politie arresteerde de stierenfokker Antonio Perez de San Fernando. Deze werd kort daar op veroordeeld tot een geldboete, de hoogste, die ooit in de historie van de stierengevech ten werd geëist: tweehonderdduizend pesetas. Men kon deze stierenfokker pas na veel moeite voor de rechtbank brengen, waar de politie het bewijs leverde, dat San Fer nando aan de horens van zijn stieren bepaal de bewerkingen deed ondernemen, tengevol ge waarvan die horens in vorm en grootte belangrijke wijzigingen óndergingen én de dieren nauwelijks nog enige gevechtswaar- de hadden. De rechtsgrond was overigens geen dierenbescherming, maar oplichting van een goedbetalend publiek. Drie stierenvechters van hetzelfde for maat als Dominguin (waaronder de door Ernest Hemingway pas tot „beste stieren vechter ter wereld" uitgeroepen Antonio Ordonoz, de zwager van Dominguin), had den de fokkers tot de verboden handelin gen aangezet om in het geheim de strijd- waarde van de stieren en daarmee hun eigen levensgevaar, te verminderen. Deze beide incidenten versterkten alle twijfelaars en tegenstanders van de stierengevechten in hun mening, dat er al lang niet meer eer lijk werd gestreden in de Arenas, integen deel, dat er allerlei trucs werden aangewend en aan de stieren handgrepen werden ver richt, om van andere listen nog te zwijgen, die een verontwaardigde torero in 1953 al openbaar had gemaakt. Echt Spaans, ver bood de politie deze listige handgrepen, ter bescherming van een goed betalend publiek, dat een écht stierengevecht wilde zien. Wat tal van managers, fokkers en tore ros jarenlang als een goed bewaard geheim hadden behoed, onthulde de torero Antonio Bienvenida zeven jaar geleden. Deze Bien- venida deed dat niet, omdat hij zoveel van de stieren hield, maar omdat hij het klas sieke stierengevecht wenste te beschermen en omdat hij bang was voor de toekomst van dit macabere volksvermaak. Bienveni da onthulde dat bijzondere sterke stieren door verdovende middelen werden verzwakt, dat weinig agressieve dieren werden aan gemoedigd, dat weer andere door een klap met een zandzak voor het betreden werden verward en dat men door bepaalde mani pulaties aan de horens de stieren tot tam- Een van de groot ste miljoenenzaken ter wereld zijn de Spaanse stierenge vechten. Momenteel is een groot schan daal losgebroken rond de behandeling van de stieren, die door de beroemde matadores worden bestreden. Zij blijken betrekkelijk onge vaarlijk te zijn ge worden door een ge raffineerde behan deling. „Een torero is duurder dan een stier" redeneren de managers, voor wie de stierengevechten een miljoenenbedrijf zijn. me runderen kon maken, zonder dat het publiek er iets van merkte. Een van de meest eenvoudige middelen om stieren ongevaarlijk te maken, was het bijvijlen van de horenpunten met behulp van vijlen en fraismachines. Die punten wer den dan vervangen door zochthouten punten die spiegelglad gepolijst waren en die gemak kelijk afbraken. Doch niet alle juryleden lieten zich voor de gek houden, zodat de stierendoders wat anders bedachten. De ho rens werden zorgvuldig afgevijld zover dat een gevoelige zenuw bijna bloot kwam. Daar door werd de hoorn zo gevoelig als een zie ke kies. Menige op deze wijze behandelde stier waagde het niet een tweede maal te stoten, nadat hij ondervonden had hoeveel pijn deze stoot veroorzaakte. Een van de beste resultaten van deze bewerking was ech ter wel, dat de stier aan richtingsgevoel in boette en niet goed meer kon richten. Dat was het nu juist wat de torero's wens ten te bereiken, want nu konden zij de die ren adembenemend dicht naderen en de voor geschreven figuren en passen vlak bij de stier maken, zodat het publiek gefascineerd werd. De kwaliteiten van de stierenvechter en zijn marktwaarde worden voornamelijk bepaald door de mate waarin hij de stier durft te naderen. Zo slaagde men er met al lerlei unfaire trucjes in om de stierengevech ten kunstmatig populair te houden en de miljoenenzaak van de openbare slachting stand te doen houden tegen de sterk opko mende concurrentie van de voetbalsport, zon der dat de toegangsprijzen (van vijf tot vijf tig gulden per plaats) behoefden te worden verlaagd. Deskundigen zijn overigens van mening, dat het in de toekomst niet makke lijk zal zijn om voldoende nieuwe bezoekers te krijgen, want de jeugd gaat des zondags niet meer naar de Plaze de Toros, maar naai de voetbalstadions. De werkelijke matadors van het ogenblk heten: Real Madrid en Foot- ballclub Barcelona. De manipulaties aan de stieren hadden voornamelijk ten doel om de gemiddelde le vensverwachting van de torero te verbe teren. Deze lag namenlijk onder de veertig, jaren, krachtens het motto „Hoe korter het leven van de torero, des te roemrijker is zijn carrière!" De managers die miljoenen bedragen in hun toreros steken, stellen er prijs op, dat deze het acht maanden durende seizoen overleven en het volgende ook weer van de partij zijn. Gerenommeerde toreros krijgen voor een enkele middag waarbij twee stieren worden gedood, bedragen van tienduizend tot veer tigduizend gulden. Toreros als Dominguin en Ordonez worden in enkele jaren miljonair: De laatste wereldberoemde matador die het leven verloor was Manuel Laureano Rod riguez, bijgenaamd Manolete, die de stier Islero de dodelijke steek toebracht, maar door het dier toch werd geveld. Manolete was net dertig jaar oud. Dat was in 1947, toen men ook al met behandelde stieren werk te. Financiële interessen namen de strijd op met de voorstanders van het klassieke stierengevecht zonder kunstgrepen. De mana ger van de torero kiest de stieren uit voor het gevecht; daardoor krijgen de managers niet alleen de aankoopprovisie, maar zij kun nen ook uitmaken hoe de stieren behandeld moeten zijn. De fokkers gaan maar al te graag in op die eisen, want zij vrezen anders met de stieren te blijven zitten of de dieren te moeten afstaan als lesmateriaal voor stieren vechters (hiervoor worden elk jaar vijfdui- Toen na de opvoering van de revue „Wo'j dr oet, Komt dr in" van donderdagavond het doek viel, was het definitief voor de laatste keer, dat deze bijzonder succesvolle revue werd gepresenteerd. Met de revue 1961 heeft het revuegezelschap zeer veel succes gehad, men is in staat geweest niet minder dan 16 keer zend stieren geofferd) tegen een veel lagere prijs. Fokkers, die dit spel niet meespelen, worden geboycot door de managers. Het grote arena-schandaal gaat inmiddels voort en zou wel eens het einde van het Spaanse stierengevecht kunnen worden! Dominguin heeft bekendgemaakt, dat geen van de door hem bevochten stieren ooit on derwerp van een proces was wegens „m- nipulaties". Men kan dit echter ook zo uitleggen, dat nog geen politieman de moed heeft gehad om een man van het formaat van Domin guin te arresteren. Overigens: de stieren gevechten worden voornamelijk in stand ge houden door de toeristen. Velen van die toe risten verlaten na het doden van deeerste Stier het liefst zo snel mogelijk de tribune. Dat een toerist voor de tweede maal een stierengevecht gaat zien, komt slechts spo radisch voor. Zij die wel tot stamgasten wor den, zijn voornamelijk Engelsen en Duitsers. Wie een bijdrage wil leveren tot de liqui datie van dit trieste bedrijf doet er goed aan om bij zijn Spaanse vakantie de stieren gevechten te negeren, want elk bezoek is er één en het gaat in de eerste plaats om het geld! C nige tijd geleden verblijdde Philips de muziekliefhebbers met de uitgave van een serie platen die - aldus de aankondiging - hetzij door de alom erkende grootheid van de vertolker(s), hetzij door de historische datum van opname, een niet aan tijd gebonden be tekenis hebben gekregen. In deze serie „Documents Musicae" ge naamd, verschenen tot op heden een aantal opnamen uit de jaren 1939-'40 van het Con certgebouw Orkest o.l.v. Willem Mengelberg met o.m. symfonieën van Beethoven, Brahms en César Franck, „Don Juan" van Richard Strauss en Schubert's „Onvoltooide" gekop peld aan een drietal fragmenten uit „Rosa- munde". Deze serie, die een unieke moge lijkheid biedt tot diepgaande confrontatie met Mengelberg's ontegenzeggelijk grootse inter pretaties, moest overgebracht worden van oude glasplaten op de moderne L.P., waar bij de technici uiteraard voor enorme pro blemen kwamen te staan, omdat het een eerste vereiste was, het zo specifieke Men gelberg-timbre van het orkest te behouden. Hierin is men echter voor de volle 100 pet. geslaagd en alles, tot en met het geringste pianissimo, komt prachtig door. Een lichte ruis, waaraan uiteraard niet viel te ontkomen, zal zeker niet verhinderen, dat deze opnamen enthousiast worden ontvangen. Bij de uitgave van het eerste deel der serie werd aangekondigd, dat ook zou ver schijnen een opname van Mahler's 4e sym fonie en begrijpelijk werd hiernaar met veel spanning uitgezien. Immers, Mengelberg was gedurende zijn gehele loopbaan een voor vechter geweest van Mahler's werken en toen hij in 1920 zijn 25-jarig dirigentenjubi leum vierde, gebeurde dit met een Mahler- feest, waarop het volledig symfonisch oeuvre alsmede de belangrijkste orkestliederen wer den uitgevoerd. Dit feest, dat belangstel ling trok uit de gehele muzikale wereld, geldt nog steeds als het hoogtepunt in de geschiedenis van het Concertgebouw. De vier de symfonie, voltooid in 1901 werd in Ne derland voor het eerst uitgevoerd in 1904, op 23 oktober en om het publiek in de ge legenheid te stellen het werk te leren ken nen, liet Mengelberg het tweemaal op één avond spelen en wel voor de pauze onder leiding van de componist en na de pauze onder eigen directie. Na Mahler's vertrek hield Mengelberg het op het programma, zoals hij alle werken van Mahler regelmatig uitvoerde en al spoe dig werd de 4e symfonie een repertoire-stuk wat niet in het minst te danken viel aan de indrukwekkende vertolkingen van de so praan-partij in het laatste deel door Aaltje Noordewier-Reddingius en later door Jo Vin cent. T hans is dan deze lang-verbeide opname verschenen op Philips W 09911 L en om eerlijk de waarheid te zeggen, voldaan heeft het ons niet helemaal. Mengelberg had altijd een zeer eigen zienswijze op diverse werken en deze is later oorzaak van geworden, dat men zijn interpretaties afkeurde of niet meer au-serieux nam. De Beethoven-symfonieën in de „Documen- ta Misicae"-serie hebben ons echter geleerd, dat naast deze negatieve facetten, waar naar men Mengelberg is gaan beoordelen, oneindig veel positieve stonden, waaronder de prachtige orkestdicipline en de allesover heersende persoonlijkheid van de dirigent. Een van de opmerkelijkste aspecten van Mengelberg's visie was echter zijn voorkeur voor tempo-afwijkingen, die hoewel verklaar baar, nooit goed te keuren zijn. En ook bij deze uitvoering van Mahler's meest populaire symfonie valt dit op. Vanzelfsprekend had Mengelberg, na 34 jaar het werk over de gehele wereld geleid te hebben, een groot inzicht in de partituur verkregen. Maar het lijkt hier wel of hij meer uit de noten wil de halen, dan mogelijk is en door de tem po-schommelingen, die volkomen afwijken van Mahler's voorschriften, vertekent hij het werk op een wijze, die onaanvaardbaar is. De orkestklank is ongeëvenaard mooi en op vallend is ook weer, hoe het orkest als één man reageert op de miniemste wensen van de dirigent. Het mooiste is het derde deel, dat rustig wordt opgezet én waarin de or kestklank volledig tot zijn recht komt. Maar van bijv. de opmaat tot -het hoofdthema, van het eerste deel, waarvan Mahler op de repetities zei „Speelt U dit, alsof we in We-, nen een Weense wals aanvangen" blijft al niets over. Sopraansoliste in het vierde deel „Wir geniessen die Himmlischen Freuden" is Jo Vincent en hoewel zij hier al over het hoogtepunt van haar zangkunst heen is, geeft zij haar partij nog met momenten van waarlijk indringende schoonheid. Wie zich Mahler's 4e symfonie op de plaat wil aan schaffen, radenwij de opname op Colum bia CX 1541 met het Philharmonia Orches tra o.l.v. Paul Kletzki en als sopraan-soliste Emmy Loose. De kenners van Mahler's oeu vre zullen echter in Mengelberg's uitvoering toch weer aspecten ontdekken, die hen trek ken, want zonder meer voorbijgaan aan deze interpretatie, hoe individualistisch ook, kan men niet. W an de grote orkestklank naar het intieme lied is een hele stap, maar we doen dit om de aandacht te vestigen op de uitvoering van Schubert's „Die schone Müllerin" op DGG LPEM 19207 08 door de tenor Ernst Haefliger met Jacqueline Bonneau als bege leidster. Haefliger - hier te lande bekend door zijn vertolking van de Evengelist-partij in de Mattheus Passion - geeft een stijlvolle vertolking van de cyclus, vol begrip voor de tekst en zonder de wat dik opgelegde tragiek, waaraan een Fischer-Dieskau zich in zijn jon ge tijd nog wel eens placht te bezondigen. Evenals de uitvoering op Decca LXT 5574 door Peter Pears en Benjamin Britten, is het voordeel van deze vertolking, dat zij ge zongen wordt in de originele zetting voor tenor. Dit laatste komt vooral de geest van Müller's verzen ten goede. Wilhelm Müller, die leefde van 1794 tot 1827 heeft waarschijn lijk de muziek, die zijn gedichten onsterfelijk maakte, nooit gehoord. Wel was hij zich ervan bewust, dat ze om muziek vroegen, want hij noteerde in zijn dagboek: „Maar moed gevat! Eens zal er een verwante ziel komen, die de melodieën achter mijn woorden kan horen en die ze mij in deze vorm teruggeeft!" Deze verwante ziel was Franz Schubert, die niet zozeer door het uiterlijk gebeuren van het misschien wat sentimentele verhaaltje werd aangetrokken, dan wel door de toespitsing der menselijke conflicten door het natuurele ment, verweven met het „Wanderer-tbema", waaraan niet valt te ontkomen. Ernst Haef liger is op zijn best in de vlugge liederen, zoals „Der Jager", waarin hij een uitmun tende schildering geeft van 's molenaars ri vaal om de gunsten van de mooie molenaars dochter. Ook „Ungeduld" het meestgezongen lied uit deze cyclus blaast hij werkelijk nieuw leven in (een héle prestatie) en de be schrijving van het gebeuren in „Am Feier- abend" is een der meest treffende die wij tot nu toe hoorden. Men kan hier en daar aan merking maken op 'n klemtoon of 'n noten waarde maar deze gaat teniet in het grote geheel. Jacqueline Bonneau begeleidt over het algemeen uitstekend, hoewel haar een en kele maal de diepere zin van een voor- of naspel ontgaat, zoals in „Die liebe Farbe" en sorns ook is haar pedaalgebruik iets te overvloedig. De vierde zijde van deze set van 2 platen is volgemaakt met een tiental 'liederen van Robert Schumann, waaronder vooral opvalt de hoogst individuele interpre tatie van „Schone Wiegen meiner Leiden" en de prachtige weergave van „An den Mond". Als geheel een waardevolle vertolking van een aantal bijzonder mooie liederen. De opname VQlÜoet add de hoogste eisen. KLAAS A. POSTHUMA. „Ik zou me voor 100 mark niet zo la ten hangen" zéi William Holden toen hij keek naar Ëmii Stetzer, veteraan op het gebied van stunts, die aan het eind van een stuk touw bengelde op een olie raffinaderij in de haven van Hamburg waar voor Paramount de film „The con- terfeit Traitor" opgenomen werd. Voor de Duitse artiest Stetzer was het echter geen probleem om opgehangen te worden. Hij is reeds 40 jaar stunt man en heeft als „stand-in" voor Hans Albers en tal van andere beroemde Duit se sterren dienst gedaan. De zaak van de heer H. Roosink (Dames kapsalon) heeft een belangrijke uitbreiding en modernisering ondergaan, waardoor deze zaak voldoet aan zeer hoge eisen. De verbouwing is, hoewel op zich niet zo ingrijpend een zeer belangrijke verbetering geworden. Aan alle onderdelen, die de totaal indruk tot in de perfectie verzorgd doet zijn, is grote aandacht besteed. Opvallend zijn de kleuren, die zijn toegepast in de bedieningsplaatsen (9) en in de beschil dering van de zaak op zich. De moderne droogkappen zijn eveneens aangepast aan de kleuren, die een expert als verantwoord zijn aangegeven. De vloer bedekking (colovinijltegels) is eveneens op uit stekende wijze aangepast aan het interieur dat een fraaie indruk oplevert. Een bijzon der cachet geeft de afscheiding tussen de entree eri de salon, die is verkregen, door een stellage, die zich leent voor opstelling van parfumerieën enz. en tevens dient als bloemen of plantenstandaard. Al met al een belangrijke verbetering, waar mee wij de heer Roosink gaarne veel suc ces wensen. De banketbakkerszaak van de fa. Men- sink aan de Grotestraat heeft een ingrijpende verbetering en modernisering ondergaan, waar door niet alleen grotere service kan worden verleend, maar waardoor de zaal vooral een gezelliger en aantrekkelijker karakter heeft gekregen. Via de etalage verkrijgt men een goede indruk van de gezellige zaak, die door moder nisering zonder twijfel beter aan haar doel zal beantwoorden. Wij wensen de fa. Mensink met de moderni sering veel succes toe. voor een volle zaal te spelen, waardoor bijna 10.000 bezoekers een genotvolle avond hebben gehad. Naar het idee van velen, was deze revue de beste uit de indrukwekkende reeks, die in de loop der jaren voor het voetlicht werd ge bracht. Zowel qua inhoud als qua presentatie, beantwoordde de revue „Wo'j dr oet, Komt dr in" aan hoge eisen. Nog zou het onmogelijk zijn geweest een of meermalen een volle zaal te trekken. Nog steeds kwamen er aanvragen binnen, maar zo wel leiding als medewerkers waren van me ning, dat er een definitieve punt achter moest worden gezet. Het moet ook voor de mede werkers amateurs als zij zijn plezierig blijven, en als té vaak moet worden gespeeld, kan de ontspanning, die de medewerking aan de revue is, een te grote inspanning worden, hetgeen niet de bedoeling kan zijn en ook nooit geweest is. Zowel leiding als medewerkers kunnen met grote voldoening op het seizoen 1961 terug zien en uit het grote succes, dat men dit seizoen heeft geoogst, zal men ongetwijfeld de kracht kunnen putten met dit werk, dat kennelijk voorziet in een oehoefte, door te gaan, zowel voor het eigen personeel van Ter Horst en Co., als vele andere Rijssenaren en evenzeer voor enkele duizenden uit de omgeving van Rijssen. Het was een en al waardering, dat de heer H. A. Vosman aan het einde van de revue, die gisteravond voor de laatste maal dus was opgevoerd, aan het adres van alle medewer kers richtte. Spr. bracht allen dank voor de wijze, waar op men zich had ingezet, ieder op zijn eigen plaats en op zijn eigen wijze. De grote team geest, die er heeft geheerst, is een van de redenen geweest, waarom zovelen de revue bewonderd en gewaardeerd hebben. Dankbaar was spr. voor de goede verstand houdingen, die gemaakt hebben, dat er uit zonderlijke prestaties geleverd zijn. In het bijzonder bracht de heer Vosman dank aan de algemeen leider, de heer D. J. Jansen, die een grote verantwoording op zijn schouders heeft gehad. Het grote succes van deze revue, is voor een groot gedeelte aan u te danken, aldus de heer Vosman. Een speciale attentie was er voor de oudste medewerker aan de revue, de heer H. Nitert, die een fraai geschilderd portret kreeg aan geboden, dat tijdens de opvoeringen van de revue is gemaakt door de heer Stoop. De an dere, medewerkers hadden gezorgd, dat dit portret in een fraaie lijst was gezet. Deze sym pathieke geste was voor de bejaarde heer Ni tert kennelijk een grote verrassing. Grote waardering had de heer Vosman ook voor het fraaie werk van de Treër Poortman, die-belangeloos veel vdn zijn jtijd heeft opge offerd om ook aan deze revue de kleur en het aanzicht te geven, die zij verdiende. De heer Poortman kreeg bloemen aangeboden, evenals mevr. Dommerholt-Bruins, die zulk een bij zondere plaats inneemt in het Rijssense revue gezelschap. Mevr. Eshuis-Groenewegen, die de heer Veenstra had geassiteerd bij het instuderen van de balletten, werd dank gebracht voor haar medewerking en ook zij ontving bloemen. Ook dacht de heer Vosman in het bijzonder aan de mensen achter de coulissen, die er voor hadden gezorgd, dat alles tot in de perfectie was getimed, zodat er een ongekende vaart zat in deze succesvolle uitvoering. Speciaal dacht spr. aan de heer Nijland. Dat de directie de prestatie van alle mede werkers aan de revue waardeert blijkt uit het feit, dat het revuegezelschap een uitstapje naar Amsterdam heeft aangeboden gekregen met als hoogtepunt een bezoek aan de befaamde musical „My Fair Lady". Aan het slot van de uitvoering, die dinsdag in het Parkgebouw door de Liefdadigheidsver eniging „De Gong" werd gehouden, werd het saldo van deze uitvoering, zijnde een bedrag van 150.door de heer Van Geenen aan geboden aan'de vereniging Het Groene Kruis. De heer Muller,, penningmeester van „Het Groene Kruis", aanvaardde dit sympathieke aanbod namens zijn vereniging in grote dank. De Engelse dierenbeschermers willen hun bijdrage leveren aan de actie tegen de honger. Zij hebben een oproep tot alle dierenvrienden gericht, waarin zij er op wijzen dat men ook de schoot honden en -katten best iets uit hun bek kan sparen. „Als zij iets minder kostbaar voedsel ontvingen zou dat de beesten zelf ten goede komen. Een verwende poedel loopt „op" minder luxueus voedsel snel ler en beter! De hondebezitters wordt ook aangeraden minder dikwijls met hun lievelingen naar de kapper, de honde scheerder zo men wil, te gaan. Het geld, dat op de kappersrekening wordt bespaard zou men dan de actie tegen de honger ten goede kunnen laten ko men. ■I" Een firma uit New York fabriceert reeds enige tijd met groot succes plas tic beentjes voor de hond die naar vlees ruiken. De honden kunnen er zich uren mee vermaken. Volgens de firma zijn de beentjes absoluut twee jaar houd baar. VOOR UW TUINTJES de juiste meststof RIJSSEN le kwaliteit - f 4.50 per kg

Erfgoed Rijssen-Holten

Weekblad voor Rijssen | 1961 | | pagina 7