SCHANDAAL IN DE
SPAANSE ARENA
Bijna 10.000 bezoekers hadden
veel waardering voor opvoering
UNIEKE PLATENSERIE TOT DIEPGAANDE
CONFRONTATIE MET MENGELBERG
GRANIMIX
DE BOERENBOND
GAZON-GRASZAAD
DE BOERENBOND
Alom bekende grootheid
Is stierenvechter
Dominguin een lafaard?
ler Horst revue
Overbrenging van glasplaten op moderne L. P.
Enorme problemen
GEEN VREES VOOR
DE STROP
ZAKENNIEUWS
Anti-honger-actie
Vrijdag 10 maart 1961
Pagina 7
OPZIENBARENDE
ONTHULLINGEN
MILJOENENZAKEN
RIJSSEN
De liefhebbers van de r.eer omstreden
Spaanse stierengevechten hebben onlangs
met schrik moeten leien in het Madrileen-
se weekblad „ABC", dat een van hun meest
bewonderde matadores, de vierendertigja-
rige miljonair Luis Dominguin in het open
baar een lafaard werd genoemd. De Spaan
se stierengevechten eindigen altijd met de
dood van de stier - dit in tegenstelling met
stierengevechten in Portugal en Mexico,
waar de stier het kan winnen van de ma
tador. In Spanje wordt ook als de matador
dodelijk gewond wordt, de stier door de ver
vanger afgemaakt. Dit is een van de rede
nen waarom men in brede kring een af
keer krijgt van dit volksvermaak, dat ove
rigens aan populariteit sterk inboet, vooral
bij de jongere generatie.
Wat was nu het geval met Dominguin?
De hertog van Pinohermoso, een van de
grootste stierenfokkers van Spanje, wierp
de degenheid een in ABC gepubliceerde ver
klaring voor de voeten, die inhield, dat Do
minguin strijdlustige en wakkere stieren ont
week en de voorkeur gaf aan het bestrijden
van stieren die door verschillende manipu
laties belangrijk aan vechtlust hadden inge
boet.
De adellijke stierenfokker betoogde dat
hij onlangs in zijn stallen helpers van Do
minguin had. betrapt, toen zij bezig waren
de punten van de hoorns bij te vijlen van
de stieren die bestemd waren om Domin
guin in de arena van Arles te ontmoeten.
„Ik zal de hoorns van mijn stieren onder
alle omstandigheden beschermen!" verklaar
de de boze fokker en hij voegde eraan toe,
dat Dominguin geweigerd had tegen Pino-
hermosostieren in het veld te treden, na
dat hij had gehoord, dat deze stieren tegen
zijn verwachting in zeer strijdvaardig wa
ren.
Nauwelijks was de opwinding rond deze
verrassende aanval tegen het prestige van
een der meest geziene toreros een beet
je bedaard, of een tweede, nog erger jobs-
boodschap, deed de Torerovereerders in
verontwaardiging ontbranden. De Spaanse
politie arresteerde de stierenfokker Antonio
Perez de San Fernando. Deze werd kort daar
op veroordeeld tot een geldboete, de hoogste,
die ooit in de historie van de stierengevech
ten werd geëist: tweehonderdduizend pesetas.
Men kon deze stierenfokker pas na veel
moeite voor de rechtbank brengen, waar
de politie het bewijs leverde, dat San Fer
nando aan de horens van zijn stieren bepaal
de bewerkingen deed ondernemen, tengevol
ge waarvan die horens in vorm en grootte
belangrijke wijzigingen óndergingen én de
dieren nauwelijks nog enige gevechtswaar-
de hadden. De rechtsgrond was overigens
geen dierenbescherming, maar oplichting van
een goedbetalend publiek.
Drie stierenvechters van hetzelfde for
maat als Dominguin (waaronder de door
Ernest Hemingway pas tot „beste stieren
vechter ter wereld" uitgeroepen Antonio
Ordonoz, de zwager van Dominguin), had
den de fokkers tot de verboden handelin
gen aangezet om in het geheim de strijd-
waarde van de stieren en daarmee hun
eigen levensgevaar, te verminderen. Deze
beide incidenten versterkten alle twijfelaars
en tegenstanders van de stierengevechten
in hun mening, dat er al lang niet meer eer
lijk werd gestreden in de Arenas, integen
deel, dat er allerlei trucs werden aangewend
en aan de stieren handgrepen werden ver
richt, om van andere listen nog te zwijgen,
die een verontwaardigde torero in 1953 al
openbaar had gemaakt. Echt Spaans, ver
bood de politie deze listige handgrepen, ter
bescherming van een goed betalend publiek,
dat een écht stierengevecht wilde zien.
Wat tal van managers, fokkers en tore
ros jarenlang als een goed bewaard geheim
hadden behoed, onthulde de torero Antonio
Bienvenida zeven jaar geleden. Deze Bien-
venida deed dat niet, omdat hij zoveel van
de stieren hield, maar omdat hij het klas
sieke stierengevecht wenste te beschermen
en omdat hij bang was voor de toekomst
van dit macabere volksvermaak. Bienveni
da onthulde dat bijzondere sterke stieren
door verdovende middelen werden verzwakt,
dat weinig agressieve dieren werden aan
gemoedigd, dat weer andere door een klap
met een zandzak voor het betreden werden
verward en dat men door bepaalde mani
pulaties aan de horens de stieren tot tam-
Een van de groot
ste miljoenenzaken
ter wereld zijn de
Spaanse stierenge
vechten. Momenteel
is een groot schan
daal losgebroken
rond de behandeling
van de stieren, die
door de beroemde
matadores worden
bestreden. Zij blijken
betrekkelijk onge
vaarlijk te zijn ge
worden door een ge
raffineerde behan
deling. „Een torero
is duurder dan een
stier" redeneren de
managers, voor wie
de stierengevechten
een miljoenenbedrijf
zijn.
me runderen kon maken, zonder dat het
publiek er iets van merkte.
Een van de meest eenvoudige middelen
om stieren ongevaarlijk te maken, was het
bijvijlen van de horenpunten met behulp
van vijlen en fraismachines. Die punten wer
den dan vervangen door zochthouten punten
die spiegelglad gepolijst waren en die gemak
kelijk afbraken. Doch niet alle juryleden
lieten zich voor de gek houden, zodat de
stierendoders wat anders bedachten. De ho
rens werden zorgvuldig afgevijld zover dat
een gevoelige zenuw bijna bloot kwam. Daar
door werd de hoorn zo gevoelig als een zie
ke kies. Menige op deze wijze behandelde
stier waagde het niet een tweede maal te
stoten, nadat hij ondervonden had hoeveel
pijn deze stoot veroorzaakte. Een van de
beste resultaten van deze bewerking was ech
ter wel, dat de stier aan richtingsgevoel in
boette en niet goed meer kon richten.
Dat was het nu juist wat de torero's wens
ten te bereiken, want nu konden zij de die
ren adembenemend dicht naderen en de voor
geschreven figuren en passen vlak bij de
stier maken, zodat het publiek gefascineerd
werd. De kwaliteiten van de stierenvechter
en zijn marktwaarde worden voornamelijk
bepaald door de mate waarin hij de stier
durft te naderen. Zo slaagde men er met al
lerlei unfaire trucjes in om de stierengevech
ten kunstmatig populair te houden en de
miljoenenzaak van de openbare slachting
stand te doen houden tegen de sterk opko
mende concurrentie van de voetbalsport, zon
der dat de toegangsprijzen (van vijf tot vijf
tig gulden per plaats) behoefden te worden
verlaagd. Deskundigen zijn overigens van
mening, dat het in de toekomst niet makke
lijk zal zijn om voldoende nieuwe bezoekers
te krijgen, want de jeugd gaat des zondags
niet meer naar de Plaze de Toros, maar naai
de voetbalstadions. De werkelijke matadors
van het ogenblk heten: Real Madrid en Foot-
ballclub Barcelona.
De manipulaties aan de stieren hadden
voornamelijk ten doel om de gemiddelde le
vensverwachting van de torero te verbe
teren. Deze lag namenlijk onder de veertig,
jaren, krachtens het motto „Hoe korter het
leven van de torero, des te roemrijker is
zijn carrière!" De managers die miljoenen
bedragen in hun toreros steken, stellen er
prijs op, dat deze het acht maanden durende
seizoen overleven en het volgende ook weer
van de partij zijn.
Gerenommeerde toreros krijgen voor een
enkele middag waarbij twee stieren worden
gedood, bedragen van tienduizend tot veer
tigduizend gulden. Toreros als Dominguin en
Ordonez worden in enkele jaren miljonair:
De laatste wereldberoemde matador die
het leven verloor was Manuel Laureano Rod
riguez, bijgenaamd Manolete, die de stier
Islero de dodelijke steek toebracht, maar
door het dier toch werd geveld. Manolete
was net dertig jaar oud. Dat was in 1947,
toen men ook al met behandelde stieren werk
te. Financiële interessen namen de strijd
op met de voorstanders van het klassieke
stierengevecht zonder kunstgrepen. De mana
ger van de torero kiest de stieren uit voor
het gevecht; daardoor krijgen de managers
niet alleen de aankoopprovisie, maar zij kun
nen ook uitmaken hoe de stieren behandeld
moeten zijn. De fokkers gaan maar al te
graag in op die eisen, want zij vrezen anders
met de stieren te blijven zitten of de dieren te
moeten afstaan als lesmateriaal voor stieren
vechters (hiervoor worden elk jaar vijfdui-
Toen na de opvoering van de revue „Wo'j
dr oet, Komt dr in" van donderdagavond het
doek viel, was het definitief voor de laatste
keer, dat deze bijzonder succesvolle revue werd
gepresenteerd. Met de revue 1961 heeft het
revuegezelschap zeer veel succes gehad, men
is in staat geweest niet minder dan 16 keer
zend stieren geofferd) tegen een veel lagere
prijs. Fokkers, die dit spel niet meespelen,
worden geboycot door de managers. Het
grote arena-schandaal gaat inmiddels voort
en zou wel eens het einde van het Spaanse
stierengevecht kunnen worden!
Dominguin heeft bekendgemaakt, dat geen
van de door hem bevochten stieren ooit on
derwerp van een proces was wegens „m-
nipulaties".
Men kan dit echter ook zo uitleggen, dat
nog geen politieman de moed heeft gehad
om een man van het formaat van Domin
guin te arresteren. Overigens: de stieren
gevechten worden voornamelijk in stand ge
houden door de toeristen. Velen van die toe
risten verlaten na het doden van deeerste
Stier het liefst zo snel mogelijk de tribune.
Dat een toerist voor de tweede maal een
stierengevecht gaat zien, komt slechts spo
radisch voor. Zij die wel tot stamgasten wor
den, zijn voornamelijk Engelsen en Duitsers.
Wie een bijdrage wil leveren tot de liqui
datie van dit trieste bedrijf doet er goed
aan om bij zijn Spaanse vakantie de stieren
gevechten te negeren, want elk bezoek is
er één en het gaat in de eerste plaats om
het geld!
C nige tijd geleden verblijdde Philips de
muziekliefhebbers met de uitgave van een
serie platen die - aldus de aankondiging -
hetzij door de alom erkende grootheid van de
vertolker(s), hetzij door de historische datum
van opname, een niet aan tijd gebonden be
tekenis hebben gekregen.
In deze serie „Documents Musicae" ge
naamd, verschenen tot op heden een aantal
opnamen uit de jaren 1939-'40 van het Con
certgebouw Orkest o.l.v. Willem Mengelberg
met o.m. symfonieën van Beethoven, Brahms
en César Franck, „Don Juan" van Richard
Strauss en Schubert's „Onvoltooide" gekop
peld aan een drietal fragmenten uit „Rosa-
munde". Deze serie, die een unieke moge
lijkheid biedt tot diepgaande confrontatie met
Mengelberg's ontegenzeggelijk grootse inter
pretaties, moest overgebracht worden van
oude glasplaten op de moderne L.P., waar
bij de technici uiteraard voor enorme pro
blemen kwamen te staan, omdat het een
eerste vereiste was, het zo specifieke Men
gelberg-timbre van het orkest te behouden.
Hierin is men echter voor de volle 100 pet.
geslaagd en alles, tot en met het geringste
pianissimo, komt prachtig door. Een lichte
ruis, waaraan uiteraard niet viel te ontkomen,
zal zeker niet verhinderen, dat deze opnamen
enthousiast worden ontvangen.
Bij de uitgave van het eerste deel der
serie werd aangekondigd, dat ook zou ver
schijnen een opname van Mahler's 4e sym
fonie en begrijpelijk werd hiernaar met veel
spanning uitgezien. Immers, Mengelberg was
gedurende zijn gehele loopbaan een voor
vechter geweest van Mahler's werken en
toen hij in 1920 zijn 25-jarig dirigentenjubi
leum vierde, gebeurde dit met een Mahler-
feest, waarop het volledig symfonisch oeuvre
alsmede de belangrijkste orkestliederen wer
den uitgevoerd. Dit feest, dat belangstel
ling trok uit de gehele muzikale wereld,
geldt nog steeds als het hoogtepunt in de
geschiedenis van het Concertgebouw. De vier
de symfonie, voltooid in 1901 werd in Ne
derland voor het eerst uitgevoerd in 1904,
op 23 oktober en om het publiek in de ge
legenheid te stellen het werk te leren ken
nen, liet Mengelberg het tweemaal op één
avond spelen en wel voor de pauze onder
leiding van de componist en na de pauze
onder eigen directie.
Na Mahler's vertrek hield Mengelberg het
op het programma, zoals hij alle werken
van Mahler regelmatig uitvoerde en al spoe
dig werd de 4e symfonie een repertoire-stuk
wat niet in het minst te danken viel aan
de indrukwekkende vertolkingen van de so
praan-partij in het laatste deel door Aaltje
Noordewier-Reddingius en later door Jo Vin
cent.
T hans is dan deze lang-verbeide opname
verschenen op Philips W 09911 L en om
eerlijk de waarheid te zeggen, voldaan heeft
het ons niet helemaal. Mengelberg had altijd
een zeer eigen zienswijze op diverse werken
en deze is later oorzaak van geworden, dat
men zijn interpretaties afkeurde of niet meer
au-serieux nam.
De Beethoven-symfonieën in de „Documen-
ta Misicae"-serie hebben ons echter geleerd,
dat naast deze negatieve facetten, waar
naar men Mengelberg is gaan beoordelen,
oneindig veel positieve stonden, waaronder
de prachtige orkestdicipline en de allesover
heersende persoonlijkheid van de dirigent.
Een van de opmerkelijkste aspecten van
Mengelberg's visie was echter zijn voorkeur
voor tempo-afwijkingen, die hoewel verklaar
baar, nooit goed te keuren zijn. En ook bij
deze uitvoering van Mahler's meest populaire
symfonie valt dit op. Vanzelfsprekend had
Mengelberg, na 34 jaar het werk over de
gehele wereld geleid te hebben, een groot
inzicht in de partituur verkregen. Maar het
lijkt hier wel of hij meer uit de noten wil
de halen, dan mogelijk is en door de tem
po-schommelingen, die volkomen afwijken
van Mahler's voorschriften, vertekent hij het
werk op een wijze, die onaanvaardbaar is.
De orkestklank is ongeëvenaard mooi en op
vallend is ook weer, hoe het orkest als één
man reageert op de miniemste wensen van
de dirigent. Het mooiste is het derde deel,
dat rustig wordt opgezet én waarin de or
kestklank volledig tot zijn recht komt. Maar
van bijv. de opmaat tot -het hoofdthema,
van het eerste deel, waarvan Mahler op de
repetities zei „Speelt U dit, alsof we in We-,
nen een Weense wals aanvangen" blijft al
niets over. Sopraansoliste in het vierde deel
„Wir geniessen die Himmlischen Freuden"
is Jo Vincent en hoewel zij hier al over
het hoogtepunt van haar zangkunst heen is,
geeft zij haar partij nog met momenten van
waarlijk indringende schoonheid. Wie zich
Mahler's 4e symfonie op de plaat wil aan
schaffen, radenwij de opname op Colum
bia CX 1541 met het Philharmonia Orches
tra o.l.v. Paul Kletzki en als sopraan-soliste
Emmy Loose. De kenners van Mahler's oeu
vre zullen echter in Mengelberg's uitvoering
toch weer aspecten ontdekken, die hen trek
ken, want zonder meer voorbijgaan aan deze
interpretatie, hoe individualistisch ook, kan
men niet.
W an de grote orkestklank naar het intieme
lied is een hele stap, maar we doen dit
om de aandacht te vestigen op de uitvoering
van Schubert's „Die schone Müllerin" op
DGG LPEM 19207 08 door de tenor Ernst
Haefliger met Jacqueline Bonneau als bege
leidster. Haefliger - hier te lande bekend
door zijn vertolking van de Evengelist-partij
in de Mattheus Passion - geeft een stijlvolle
vertolking van de cyclus, vol begrip voor de
tekst en zonder de wat dik opgelegde tragiek,
waaraan een Fischer-Dieskau zich in zijn jon
ge tijd nog wel eens placht te bezondigen.
Evenals de uitvoering op Decca LXT 5574
door Peter Pears en Benjamin Britten, is
het voordeel van deze vertolking, dat zij ge
zongen wordt in de originele zetting voor
tenor. Dit laatste komt vooral de geest van
Müller's verzen ten goede. Wilhelm Müller,
die leefde van 1794 tot 1827 heeft waarschijn
lijk de muziek, die zijn gedichten onsterfelijk
maakte, nooit gehoord. Wel was hij zich ervan
bewust, dat ze om muziek vroegen, want hij
noteerde in zijn dagboek: „Maar moed gevat!
Eens zal er een verwante ziel komen, die
de melodieën achter mijn woorden kan horen
en die ze mij in deze vorm teruggeeft!"
Deze verwante ziel was Franz Schubert, die
niet zozeer door het uiterlijk gebeuren van het
misschien wat sentimentele verhaaltje werd
aangetrokken, dan wel door de toespitsing
der menselijke conflicten door het natuurele
ment, verweven met het „Wanderer-tbema",
waaraan niet valt te ontkomen. Ernst Haef
liger is op zijn best in de vlugge liederen,
zoals „Der Jager", waarin hij een uitmun
tende schildering geeft van 's molenaars ri
vaal om de gunsten van de mooie molenaars
dochter. Ook „Ungeduld" het meestgezongen
lied uit deze cyclus blaast hij werkelijk nieuw
leven in (een héle prestatie) en de be
schrijving van het gebeuren in „Am Feier-
abend" is een der meest treffende die wij tot
nu toe hoorden. Men kan hier en daar aan
merking maken op 'n klemtoon of 'n noten
waarde maar deze gaat teniet in het grote
geheel. Jacqueline Bonneau begeleidt over
het algemeen uitstekend, hoewel haar een en
kele maal de diepere zin van een voor- of
naspel ontgaat, zoals in „Die liebe Farbe"
en sorns ook is haar pedaalgebruik iets te
overvloedig. De vierde zijde van deze set
van 2 platen is volgemaakt met een tiental
'liederen van Robert Schumann, waaronder
vooral opvalt de hoogst individuele interpre
tatie van „Schone Wiegen meiner Leiden"
en de prachtige weergave van „An den Mond".
Als geheel een waardevolle vertolking van een
aantal bijzonder mooie liederen. De opname
VQlÜoet add de hoogste eisen.
KLAAS A. POSTHUMA.
„Ik zou me voor 100 mark niet zo la
ten hangen" zéi William Holden toen hij
keek naar Ëmii Stetzer, veteraan op
het gebied van stunts, die aan het eind
van een stuk touw bengelde op een olie
raffinaderij in de haven van Hamburg
waar voor Paramount de film „The con-
terfeit Traitor" opgenomen werd.
Voor de Duitse artiest Stetzer was het
echter geen probleem om opgehangen
te worden. Hij is reeds 40 jaar stunt
man en heeft als „stand-in" voor Hans
Albers en tal van andere beroemde Duit
se sterren dienst gedaan.
De zaak van de heer H. Roosink (Dames
kapsalon) heeft een belangrijke uitbreiding
en modernisering ondergaan, waardoor deze
zaak voldoet aan zeer hoge eisen.
De verbouwing is, hoewel op zich niet zo
ingrijpend een zeer belangrijke verbetering
geworden. Aan alle onderdelen, die de totaal
indruk tot in de perfectie verzorgd doet zijn,
is grote aandacht besteed.
Opvallend zijn de kleuren, die zijn toegepast
in de bedieningsplaatsen (9) en in de beschil
dering van de zaak op zich.
De moderne droogkappen zijn eveneens
aangepast aan de kleuren, die een expert
als verantwoord zijn aangegeven. De vloer
bedekking (colovinijltegels) is eveneens op uit
stekende wijze aangepast aan het interieur
dat een fraaie indruk oplevert. Een bijzon
der cachet geeft de afscheiding tussen de
entree eri de salon, die is verkregen, door
een stellage, die zich leent voor opstelling
van parfumerieën enz. en tevens dient als
bloemen of plantenstandaard.
Al met al een belangrijke verbetering, waar
mee wij de heer Roosink gaarne veel suc
ces wensen.
De banketbakkerszaak van de fa. Men-
sink aan de Grotestraat heeft een ingrijpende
verbetering en modernisering ondergaan, waar
door niet alleen grotere service kan worden
verleend, maar waardoor de zaal vooral een
gezelliger en aantrekkelijker karakter heeft
gekregen.
Via de etalage verkrijgt men een goede
indruk van de gezellige zaak, die door moder
nisering zonder twijfel beter aan haar doel
zal beantwoorden.
Wij wensen de fa. Mensink met de moderni
sering veel succes toe.
voor een volle zaal te spelen, waardoor bijna
10.000 bezoekers een genotvolle avond hebben
gehad.
Naar het idee van velen, was deze revue
de beste uit de indrukwekkende reeks, die in
de loop der jaren voor het voetlicht werd ge
bracht. Zowel qua inhoud als qua presentatie,
beantwoordde de revue „Wo'j dr oet, Komt
dr in" aan hoge eisen.
Nog zou het onmogelijk zijn geweest een of
meermalen een volle zaal te trekken. Nog
steeds kwamen er aanvragen binnen, maar zo
wel leiding als medewerkers waren van me
ning, dat er een definitieve punt achter moest
worden gezet. Het moet ook voor de mede
werkers amateurs als zij zijn plezierig
blijven, en als té vaak moet worden gespeeld,
kan de ontspanning, die de medewerking aan
de revue is, een te grote inspanning worden,
hetgeen niet de bedoeling kan zijn en ook nooit
geweest is.
Zowel leiding als medewerkers kunnen met
grote voldoening op het seizoen 1961 terug zien
en uit het grote succes, dat men dit seizoen
heeft geoogst, zal men ongetwijfeld de kracht
kunnen putten met dit werk, dat kennelijk
voorziet in een oehoefte, door te gaan, zowel
voor het eigen personeel van Ter Horst en Co.,
als vele andere Rijssenaren en evenzeer voor
enkele duizenden uit de omgeving van Rijssen.
Het was een en al waardering, dat de
heer H. A. Vosman aan het einde van de revue,
die gisteravond voor de laatste maal dus was
opgevoerd, aan het adres van alle medewer
kers richtte.
Spr. bracht allen dank voor de wijze, waar
op men zich had ingezet, ieder op zijn eigen
plaats en op zijn eigen wijze. De grote team
geest, die er heeft geheerst, is een van de
redenen geweest, waarom zovelen de revue
bewonderd en gewaardeerd hebben.
Dankbaar was spr. voor de goede verstand
houdingen, die gemaakt hebben, dat er uit
zonderlijke prestaties geleverd zijn.
In het bijzonder bracht de heer Vosman
dank aan de algemeen leider, de heer D. J.
Jansen, die een grote verantwoording op zijn
schouders heeft gehad. Het grote succes van
deze revue, is voor een groot gedeelte aan u
te danken, aldus de heer Vosman.
Een speciale attentie was er voor de oudste
medewerker aan de revue, de heer H. Nitert,
die een fraai geschilderd portret kreeg aan
geboden, dat tijdens de opvoeringen van de
revue is gemaakt door de heer Stoop. De an
dere, medewerkers hadden gezorgd, dat dit
portret in een fraaie lijst was gezet. Deze sym
pathieke geste was voor de bejaarde heer Ni
tert kennelijk een grote verrassing.
Grote waardering had de heer Vosman ook
voor het fraaie werk van de Treër Poortman,
die-belangeloos veel vdn zijn jtijd heeft opge
offerd om ook aan deze revue de kleur en het
aanzicht te geven, die zij verdiende. De heer
Poortman kreeg bloemen aangeboden, evenals
mevr. Dommerholt-Bruins, die zulk een bij
zondere plaats inneemt in het Rijssense revue
gezelschap.
Mevr. Eshuis-Groenewegen, die de heer
Veenstra had geassiteerd bij het instuderen
van de balletten, werd dank gebracht voor
haar medewerking en ook zij ontving bloemen.
Ook dacht de heer Vosman in het bijzonder
aan de mensen achter de coulissen, die er voor
hadden gezorgd, dat alles tot in de perfectie
was getimed, zodat er een ongekende vaart zat
in deze succesvolle uitvoering. Speciaal dacht
spr. aan de heer Nijland.
Dat de directie de prestatie van alle mede
werkers aan de revue waardeert blijkt uit het
feit, dat het revuegezelschap een uitstapje naar
Amsterdam heeft aangeboden gekregen met
als hoogtepunt een bezoek aan de befaamde
musical „My Fair Lady".
Aan het slot van de uitvoering, die dinsdag
in het Parkgebouw door de Liefdadigheidsver
eniging „De Gong" werd gehouden, werd het
saldo van deze uitvoering, zijnde een bedrag
van 150.door de heer Van Geenen aan
geboden aan'de vereniging Het Groene Kruis.
De heer Muller,, penningmeester van „Het
Groene Kruis", aanvaardde dit sympathieke
aanbod namens zijn vereniging in grote dank.
De Engelse dierenbeschermers willen
hun bijdrage leveren aan de actie
tegen de honger. Zij hebben een oproep
tot alle dierenvrienden gericht, waarin
zij er op wijzen dat men ook de schoot
honden en -katten best iets uit hun
bek kan sparen.
„Als zij iets minder kostbaar voedsel
ontvingen zou dat de beesten zelf ten
goede komen. Een verwende poedel
loopt „op" minder luxueus voedsel snel
ler en beter! De hondebezitters wordt
ook aangeraden minder dikwijls met hun
lievelingen naar de kapper, de honde
scheerder zo men wil, te gaan. Het
geld, dat op de kappersrekening wordt
bespaard zou men dan de actie tegen
de honger ten goede kunnen laten ko
men.
■I" Een firma uit New York fabriceert
reeds enige tijd met groot succes plas
tic beentjes voor de hond die naar vlees
ruiken. De honden kunnen er zich uren
mee vermaken. Volgens de firma zijn
de beentjes absoluut twee jaar houd
baar.
VOOR UW TUINTJES
de juiste meststof
RIJSSEN
le kwaliteit - f 4.50 per kg