Het echte sieraad" is wel degelijk met zijn tijd meegegaan f J J KATASTROFALE TOESTANDEN IN ZIEKENHUIZEN VAN MüNCHEN Li Wetenswaardigheden voor de huisvrouw - 4 /o Vrijdag 10 maart 1961 4/s /iet om „echt" gaat, zijn vele vrouwen ouderwets Niet zo opvallend en uitbundig als het namaak-bijou Een modern gouden collier: groot verschil met de veelkleurige namaakkettingen „Ouderwets" Voorbeeld van een moderne rmg: een kogeltje van rutiel kwarts dat omsloten wordt door de gebogen „uitlopers" van een gouden ring. Strakke lijnen Kettingen bij kilometers": jonge en niet-zo-jonge vrouwen kopen ze grif. „Behoudend" Noodtoestand in oorlog Zwaar beschadigd Overleg met artsen Keerzijde van de medaille Droombeeld van de naderende vacanties die op Corsica reeds weer zijn begonnen ■MM»!»!! 1111111 I (k t- <-/$•-) (Van een medewerkster) EEN PAAR SEIZOENEN GELEDEN vond men ze nog plomp en lelijk, maar nu is men eraan gewend: aan de meterslange hals kettingen die op het ogenblik bij tientallen worden verkocht, en niet alleen aan de jonge- re garde! Menige niet-zo-jonge vrouw draagt op een uiterst-geklede japon ook zo'n uit de meerdere rijen kralen bestaand fantasie halssnoer en wanneer de toonaangevende modewereld haar zin krijgt, blijven deze ket tingen voorlopig nog wel „en vogue". Vooral op de recente Italiaanse modeshows zag men ze nog in grote hoeveelheden dragen, en een strakke rok met min of meer ge klede blouse of jumper geldt op het ogen blik als alleszins toelaatbare „geklede dracht" ▼oor schouwburgbezoek of andere uitgange tjes...- De rage van de lange veelkleurige ket ting is dus nog altijd niet uitgewoed en het „echte" sieraad lijkt op het ogenblik wel heel duidelijk het stiefkind op dit ge bied te zijn. Wie dit verschijnsel gadeslaat, vraagt zich af hoe het eigenlijk staat met die echte sieraden: met de juwelen, met de edelmetalen sieraden. Is het echte bijou voor de moderne vrouw uit de tijd, en is dat bijou bovendien wel met zijn tijd mee gegaan? Op die laatste vraag antwoorden deskun digen met een volmondig ja. Het echte sie- raad is wel degelijk met zijn tijd meege gaan, maar het is in zijn moderne vorm niet opvallend: die moderne vorm is vaak erg simpel. De edelsmeden en juweliers gaan blijkbaar veelal uit van het beproefde spreek woord dat eenvoud het kenmerk van het ware is. Maar wordt die moderne eenvoud van het hedendaagse echte sieraad wel gewaardeerd door de vrouw? „Het moderne namaaksie- raad wordt grif gekocht, niet alleen door teen agers en jonge vrouwen, ook door wat oudere dames. Maar zodra stappen die vrouwen, of ze nu jong of oude zijn, een juwelierszaak binnen om een echt sieraad te kopen, dan grijpen ze direct naar iets, dat al jaren be staat: een ring in klassieke vorm, een broche in het geijkte model, de overbekende ket ting". Dit zegt een vrouw, die volkomen „thuis" is in de wereld van goud, zilver en juwelen- mejuffrouw M. C. Ploeg, bedrijfs leidster van een al vele jaren bestaande Haagse juwelierszaak en bovendien enig vrou welijk bestuurslid van een drie jaar geleden opgerichte propagandacommissie van de edel metaalbranche. In haar dagelijks werk kan zij keer op keer constateren hoe ouderwets de moderne vrouw is, wanneer het om het kiezen van een echt sieraad gaat. Slechts een enkele vro.;w, zo is haar ervaring, gaat eigener T'.—< 'V-.- -vyro ->v beweging en doelbewust op een „eigentijds" sieraad af om te zeggen: „dat is, wat ik zoek." Zulke vrouwen hebben over het al gemeen persoonlijkheid en bovendien een uit gesproken moderne smaak - maar het gros der koopsters kijkt zelfs niet naar het moder ne echte sieraad.... „Voor tafelzilver geldt precies hetzelfde. Een verloofd paar, een jong echtpaar dat zich echt tafelzilver kan veroorloven, kiest dezelfde vormen die hun ouders en misschien hun grootouders ook al gekozen hebben. Mejuffrouw Ploeg vraagt dan wel eens aan zo'n paar waar het gaat wonen en hoe de toekomstige woning wordt ingericht. Soms blijkt dan zo'n jong paar een pasgebouwde, hypermodern ingerichte bungalow te heb ben, maar toch: het tafelzilver moet ouder wets zijn! Hebben die kopers dat ouderwetse idee nu eenmaal muurvast in het hoofd, dan zal mejuffrouw Ploeg heus niet proberen om ze om te praten. Maar in zulke gevallen wijst ze toch wel op de moderne vorm, waarin echt tafelzilver ook te koop is. Het is er dus wel degelijk: het moderne sieraad in zilver of goud. Niet zo opvallend en uitbundig als het namaaksieraad, maar in mooie en vaak strakke lijnen. Mejuffrouw Ploeg draagt er zelf een paar fraaie voor beelden van: een goud-met-zilveren armband en een aparte, met briljanten versierde ring. Twee sieraden, die niet alleen bewijzen van vakmanschap maar ook van waardering zijn, want zij kreeg ze als geschenk toen ze jubileerde in de zaak, waar zij als jong verkoopster begon. Sieraden, die speciaal voor haar werden ontworpen en gemaakt, en hiermee komt men dan weer op dat andere facet van het moderne sieraad: het persoon lijk karakter. Want een sieraad, dat speciaal voor een enkele vrouw is bedoeld en ontwor pen, is toch wel iets zeer persoonlijks! Een ander geslaagd voorbeeld van moderne edelsmeedkunst, dat men in het domein van mejuffrouw Ploeg kan treffen: een ring, die bestaat uit een kogeltje van zogenaamd ru tiel kwarts, gezet in een gouden ring waar van de uiteinden gebogen rondom de steen lopen. Dat kwarts het is wit-geel van kleur) heeft binnenin kristallen die men bijvoor beeld ook in toermalijn vindt. Zulke stenen waarin men de kristallen kan zien, werden vroeger afgekeurd en als „fout" beschouwd, maar tegenwoordig ziet men die fijne draad jes als een speciale eigenschap van de steen. Een uitgesproken „modern" sieraad is ook een ring zonder steen, die aan de bovenkant een dof gestyleerde verbreding heeft, geac centueerd door drie glanzende gouden streep jes, en de broche van zilver-met-goud met bijpassende oorclips. Die combinatie zilver met-goud komt er steeds meer in en de edel smeden maken dankbaar gebruik van de om standigheden, dat zilver door oxydatie diverse kleurmogelijkheden l?iedt. O 11 Wi iiii.ii-iuiiriiniWMii^i'r""''' Waarom nu de doorsnee-vrouw wel grif het moderne namaaksieraad koopt, maar plotseling heel ouderwets" wordt wanneer het om zilver of goud gaat? „Het zit niet alleen in de prijs", meent mejuffrouw Ploeg. „Die hoeft in sommige gevallen zelfs niet eens zoveel te verschillen. Maar moderne sieraden vallen dikwijls niet op doordat ze zo simpel van vorm zijn. Kiest men nu de klassieke vorm, dan kan de buitenstaander zien dat het heus „echt" is, en veel vrouwen vinden dat nu eenmaal belangrijkWellicht zal dit moderne sieraad, met zijn vaak opval lende strakke lijnen, ongemerkt toch het pleit winnen. Vele vooraanstaande modehuizen zijn al begonnen, echte sieraden te lanceren tij dens hun modeshows, en misschien zal langs deze weg van de mode de vrouw meer oog krijgen voor de schoonheid en de mogelijk heden van het modern-gevormde sieraad. Te meer omdat de prijs in deze welvaartstijden een aanzienlijk-minder belangrijke barrière is dan voorheen. Hopelijk zal de voorliefde van de moderne vrouw voor het uitbundige na- maak-sieraad niet uilopen op een vorm van smaakbederf, maar zal zij oog blijven houden voor het echte bijou, dat (de naam „edel metaal" spreekt immers boekdelen!) toch altijd een „edel" voorwerp blijft.... Advertentie Het was een arts en tevens afgevaardig de in de Beierse Landdag, die enkele jaren geleden voor het eerst de uitdrukking „wit blauw treurspel" bezigde. Inmiddels werd de ze uitdrukking vaak geciteerd en zelfs inwo ners van Munchen, die deze zegswijze niet kennen, begrijpen maar al te goed wat dit betekent: de katastrofale toestanden in de ziekenhuizen van de Beierse hoofdstad en het grote projekt, dat daarin verandering moet brengen, dat echter al bijna tien jaar alleen nog maar op papier staat. In de oorlog werden de meeste door de overheid gefinancierde ziekenhuizen zwaar beschadigd of verwoest. Reeds in de dertiger jaren was uitbreiding en verbetering nood zakelijk, maar de politieke ontwikkeling ver hinderde de plannen. Na de oorlog heerste er een ware nood toestand. In 1950 stelde de deelstaat Beieren de nodige middelen voor de wederopbouw van een paar ziekenhuizen ter beschikking, maar deze middelen werden nooit gebruikt. Intus sen had namelijk de medische faculteit van de universiteit Munchen het besluit genomen een geheel nieuwe situatie te scheppen. Men wilde buiten de stad een voor Europa uniek nieuw ziekenhuiscomplex bouwen, dat afdoen de zou voorzien in de grote nood. Voor de uitvoering van de plannen ging de regering in Munchen over tot aankoop van terreinen ten zuid-westen van Munchen. Op die plaats zal het ziekenhuiscomplex ver rijzen, dat in zijn afmetingen ongeveer over eenkomt met de oude binnenstad van Mun chen. De architecten Godehard Schwethelm en Walter Schwethelm en Walter Schlempp werden door de regering aangewezen om - met nog een derde architect - wegens hun ervaring op het gebied van de bouw van ziekenhuizen de opdracht uit te voeren. Ooorspronkelijk zou reeds in 1959 met de bouw worden begonnen. Maar door allerlei moeilijkheden die ontstaan zijn, ziet het er naar uit dat dit pas in 1963 zal gebeuren. In 1967 hoopt men dan de eerste patiënten te kunnen opnemen. Over de achtergronden van de vertraging is veel te doen geweest. Afgezien van aller lei moeilijkheden, waarmede architecten te kampen hadden, oefenden ook de wensen van de artsen een remmende invloed uit. De groot ste eisen werden gesteld door Professor Dr. Rudolf Zenker, Chef van de chirurgische af deling, wereldberoemd wegens zijn operaties met de hart-longmachine. Hij stelde twee voor waarden: meer ruimte voor de wetenschap en meer operatiezalen. Het is thans de be doeling, dat er 24 zullen komen. Dat heeft heel veel tijd gekost, maar de verantwoorde lijke minister in Beieren vond tenslotte toch begrip, toen hij verklaarde het de artsen niet kwalijk te kunnen nemen, dat zij alles perfect in orde willen hebben. De kosten voor dit reusachtige project wor den op 200 miljoen D.M. geschat. Dat is dus ruim 180 miljoen gulden (Ter ver gelijking diene dat het Prinses Irene zieken huis in Almelo ongeveer 15 a 16 miljoen gul den heeft gekost. (Red.) Daarbij komen naar alle waarschijnlijkheid in de komende jaren nog de uitgaven voor hogere arbeidslonen en hogere materiaalaan- schaffingskosten. De financiering van het ziekenhuiscomplex behoort vanzelfsprekend tot de moeilijkste problemen van de Beierse regering. In de eerste periode, van vier jaar, zal een bedrag van 40 miljoen D.M. nodig zijn, waai»,an de helft aan arbeidslonen uitgekeerd zal worden. Volgens een voorlopige berekening zullen er ca. 3.000 arbeiders, die ten dele uit het bui tenland komen, te werk gesteld worden. Er zullen ziekenhuizen gebouwd worden, wetenschappelijke instituten en woningen voor artsen, verplegend en ander personeel. Het middelpunt van het complex zal worden ge vormd door 12 gebouwen van 17 verdiepingen. Er komt plaats voor 2400 patiënten. Nieuw is de wegenaanleg. De bezoekers, de zieken en ambulante patiënten, als ook de studenten krijgen allen hun eigen ingang. Een aparte toegangsweg leidt naar de keukens en de wasserij. Voorts komt er een uiterst moderne kinderkliniek, een gebouw voor psy chiatrie en collegezalen voor de studenten. In de randgebouwen zullen de wetenschap pelijke instituten ondergebracht worden. De architecten hebben bij hun plannen re kening gehouden met overzichtelijkheid en de mogelijkheid tot uitbreiding. Eén ding is zeker, dit ziekenhuiscomplex zal eens een van de belangrijkste culturele daden in Beieren worden genoemd, maar de ze inponerende wissel op de toekomst doet niets af aan het feit, dat in de afgelopen tien jaar de toestanden in de ziekenhuizen in Munchen ronduit onhoudbaar zijn geworden. Het valt niet te loochenen, dat dit de keer zijde van de medaille is in een zo culturele stad als Munchen. De verwaarlozing van, de academische ziekenhuizen - de gemeentelij ke ziekenhuizen staan er iets gunstiger voor - is een onverkwikkelijk feit. Tot de dag, waar- op het nieuwe ziekenhuiscomplex de eerste patiënten kan opnemen, dus over ca. zes jaar, kan men deze toestand, die vele een doorn in het oog is, niet laten voortbestaan. Er blijft de deelstaat Beieren dus niets an ders over dan de oude ziekenhuizen zo veel mogelijk te verbeteren. De kosten hiervoor zullen ca. 30 miljoen D.M. bedragen, maar in Munchen is men het erover eens, dat deze uitgave noodzake lijk is. De stad wordt steeds groter en het aantal medische studenten neemt van jaar tot jaar toe. Men behoeft geen statisticus te zijn om te weten, dat de oude ziekenhui zen niet overbodig worden ondanks de plan nen voor het nieuwe object. Men zal ze ook in de toekomst nog dringend nodig hebben, Wie van opvallende kousen houdt en bo vendien over benen beschikt, die opvallend „gekoust" kunnen gaan, kan plezier beleven van een soort kameleon-nylon die op het ogenblik in de handel is. Het weefsel van die nylon heeft namelijk de grappige eigenschap, dat het van kleur „verschiet". Onder een bepaalde belichting wordt het bronskleurig, bij een grijze japon neemt het een grijze tint aan, bij avond wordt de kleur dieper en glanzender. Voor wie van experi menteren met de mode houdt, een aardig snufje! Kinderen plegen hard te groeien en op gezette tijden moeten hun kleren uitgelegd of verlengd worden. Bij het verlengen blijft dan nog wel eens een kale rand zichtbaar op de plaats, waar de oude zoom heeft ge zeten. Als die streep met een aardige bor- duur-of applicatierand wordt gecamoufleerd, ziet het kledingstuk er niet alleen veel fleu riger maar ook minder versleten uit. Kleine ij dele meisjes zullen dan geen bezwaar meer hebben tegen het dragen van die „gekke ouwe verlengde jurk Ouderwetse zilveren of verzilverde asbakken die meestal nogal druk bewerkt zijn, moeten regelmatig worden schoongemaakt en ge poetst, willen ze er behoorlijk uitzien. Het onderhoud kan echter aanzienlijk beperkt wor den door zulke asbakken na het ledigeneven goed schoon te wrijven met een prop kran tenpapier: het bespaart heel wat poetsbeur ten. Dat zelfs „haute couture" soms met weinig' geld kan worden nagemaakt, ontdekt men plotseling bij het zien van een uiterst een voudige schotsgeruite blouse in de collectie van een van Parijs' vooraanstaande mode ontwerpers. Die blouse heeft een simpele boothals, is mouwloos en valt tot op de heu pen, waar de stof tot een breedte van een centimeter of tien is uitgerafeld en zodoende zonder verdere afwerking een zoom vormt. Het kledingstuk bestaat in principe uit twee rechte lappen en is dus uiterst eenvoudig te maken: van een geruit uitverkoop-lapje bijvoorbeeld. Het hangt wel van het figuur van de draagster af, of zo'n kazak rondom de taille nog enigszins moet worden ingeno men. I: >•- :v v

Erfgoed Rijssen-Holten

Weekblad voor Rijssen | 1961 | | pagina 3