wBÊÊ
FILM-
nieuws
ENORME CAISSONS VOOR DE
AFSLUITING YEERSE GAT
m
RECHTS IS TOCH
ALTIJD V
LANDBOUWVEILING 1960
Mil
Last van zenuwen?
Kiom
Zeven maal 22.500 kubieke meter
- ,'7222
Mil
Jonker van Bevervoorde
op vrijersvoeten
Sportclub Rijssen
ontvangt DETO
„Echt iets voor Conny"
„In naam van het onrecht"
U KUNT
VRIJDAG 17 FEBRUARI 1961
Pagina 5
Ppr' 3
PiP
I
Mijnhardt's Zenuwtabletten
helpenU eroverheen
k
Da\AROM; HOUDT RECHti. DAT IS VÉÉL VEILIGFR
RIJSS EN buiten de tv allen
Netjes in het gelid
staan de doorlaat-
caissons, die dezt
maand gereed kwa
men, nu nog in de
bouwput bij Vrouwe
polder. Deze gevaar
ten van staal en be
ton gaan drijven, zo
dra er in de bouw
put meer water staa
dan 5.20 meter, de
diepgang van de cais
sons.
ilallBllI
Een week lang had jonker Berend van Be
vervoorde gewikt en gewogen. Hij was nu
een goede vijftiger en als hij nu eens een
geschikte vrouw kon krijgen dan was hij van
veel soesha af.
Maar dan bedacht hij dat hij dan niet meer
alleen baas op de Bevervoorde was. Hij wist
het, want op de Oosterhof speelde de hoge
vrouwe de eerste viool. Op de Grimberg niet.
Maar als hij eens een vrouw kreeg, geheel
naar zijn hart?
Maar ja, hij was een heer op leeftijd en
vrouwen waren vrouwen. Hij had niemand om
er mee over te spreken. Hij was bang dat
men hem om zijn reeds vergevorderde leef
tijd zou uit lachen.
Na tien dagen geprakkizeerd te hebben
kwam de Balg zijn goederen brengen en bracht
meteen de boodschap van de freule van Lan
gen mee, wat of meneer van Langen uit Rijs-
scn van plan was. De baron deed de kamer
deur op de knip en had een onderhoud onder
vier ogen met de Balg.
Het gesprek duurde twee uur en zij spra
ken af dat de schipper de boodschap mee
zou nemen voor de freule van Langen, dat
de heer van Bevervoorde over een week een
bezoek zou brengen aan de Averenk bij Eng-
den aan de Vecht.
De freule van Langen was geen jong meis
je meer. Voor de wereld was zij nog altijd
achtentwintig jaar, maar in werkelijkheid
was ze de dertig al gepasseerd. Iedere dag
na de eerste boodschap van de Balg had ze
zich 's morgens flink gekapt. En de daghuur
ders op de hof Averenk hadden tegen elkaar
gezegd dat er met de juffer Agnes ook iets
loos was.
Maar ze wisten natuurlijk nog van niets.
Dat werden ze een dag of tien later gewaar
toen de Auslaender kwam. De meneer in de
gele sjees uit het steenrijke Holland!
Een der daghuurders die Rijssen kende
had er om gelachen. Steenrijke Holland, had
hij gesmaald.
Dat is een jonker van Riessen, en Ries-
sen is een plaats als Schuttdorf. Alleen in
Schuttdorf is de toren veel hoger. In Ries
sen stroomt de AA; en in Schuttdorf de Vecht.
Dat kon dan allemaal goed en Wel zijn ver
telde de werkbaas, maar de schipper met
de dikke buik had hem verteld dat in Rijssen
alles veel groter was dan het was.
De landgoederen waren er groter en er
was meer geld. En de jonkers in Rijssen
eten elke morgen geen roggebrood met spek.
En hun huizen lijken meer op heren
huizen dan op boerderijen, zoals in het Bent-
heimse.
Nu viel dit bij de Averenk nog best mee.
Daar stond tenminste nog een dakkapelle
tje op het voorhuis. Maar de daghuurder Lau
rens, die 's zomers naar Holland ging gras-
maaien en bij de Hoppe in Rijssen voor een
kwartje logies en 's morgens pannekoek als
ontbijt kreeg had in Rijssen geen kastelen
gezien. Het volk was er aardig, vertelde hij,
en vooral Siene, de dienstbode in de Hoppe.
Maar daar op een middag verscheen Jon
ker Berend van Bevervoorde in vol ornaat
in de gele sjees met zijn Koetsier Bats op de
bok op de Averenk in Engden.
Floeps, reed Bats de oude vervallen poort
door en daar stond het paard op de heren-
brink. Een goedmoedige oude Pruis, de jon
ker Van Langen begroette de Rijssenaar zo
hartelijk alsof het zijn zoon was, die hij in
geen jaren had gezien. Hij gaf de heer van
Bevervoorde beide handen tegelijk.
De nuchtere Rijssenaar vond dit aanstel
lerij. Het was bij en om de hof stoffig en
ook pluizig vond Jonker Berend.
Hij droeg een blaulakens pak en daar sto
ven spuisjes op. Bats schoot toe om zijn mees
ter te reinigen.
De oude dikke Duitse baron met een snor
als een handstoffer liep luid pratend en zwaai
end met de armen voorop een soort vestibu
le binnen.
Bats knipoogde zijn meester toe. Wat een
Duitse drukte. Ze kwamen in een grote keu
kenachtige kamer en met een brede arm
zwaai bood de heer Van Langen de jonker
van Bevervoorde een zetel aan, riep met
veel lawaai zijn familie bij elkaar en stelde
eerst zijn vrouw aan de Rijssenaar voor,
toen zijn zoon Lammert, de schoondochter
Sophie en dan juffer Agnes. De juffer was
flink opgedirkt en zag er lief uit. Ze kirde
als een duif. En de oude baas vertelde dan
dat het zeer schön was dat Herr van Langen
naar Averenk gekomen was. Bats was moed
willig. Hij was door de oude Prins naar het
knechtenappartement gestuurd, en dacht bij
zichzelf; Zo'n smerige oude rotmof! Bats was
steeds gewoon in de nabijheid van zijn mees
ter te zijn, en nu dit. Afijn, hij zou zijn heer
en meester wel waarschuwen wat voorzich
tig te zijn. Maar jonker Berend was niet
voorzichtig want tegen de korenblauwe ogen
van Agnes was niets bestand. Niets, volgens
Berend van Langen dan.
Een onervaren man met vrouwen. Het werd
aan tafel zo geregeld dat Berend Agnes toe
vallig naast elkaar zaten. Maar Berend was
meer weg van Agnes dan zij van hem. Toen
tegen de avond Bats ingespannen had en de
zweep geducht over de trouwe merrie legde
vertelde hij zijn heer en meester dat hij in
het vervolg met de moffenpruttel niets meer
aan de pet had.
Zij hadden hem op de Averenk lelijk
De eerste editie van Sportclub Rijssen
wacht zaterdagmiddag een zware strijd.
Om vier uur ontvangt men n.l. op eigen
terrein de Deto-reserves uit Vrlezenveen. Dit
elftal beschikt over enkele goed© spelers
en de thuisclub zal dan ook de handen vol
krijgen aan de Westeinders. Sportclub Rijs
sen verschijnt in de volgende opstelling;
Doel; W. J. Steenbergen; achter: G. J,
Kosterbok en M. Ruiterkamp; midden: J.
Lohuis, A. J. Ruiterkamp en G. Grevelink;
voor: P. Miiller, J. Schellevis, J. Rutter-
karop, H. ten Bolscher en Joh. F ^g^man.
voor schut laten staan, tussen die knechten
en meiden die om hem gelachen hadden.
De jonker liep rood aan en Bats ook.
En ofschoon Bats anders voor de merrie
zorgde als voor zichzelf gierde nu de zweep
door de lucht. Maar de Jonker van Bever
voorde was totaal weg van Agnes van Lan
gen.
De oude jonker Van Langen van de Ave
renk zat na het vertrek van de Rijssenaar
met zijn gezin aan tafel. Juffer Agnes was
nog niet zo best te spreken over de man die
naar haar was komen vrijen. Zij had er nog
al kritiek op. Zijn leeftijd, nou ja, daar wil
de zij niet over praten. Hij was voor zijn ja
ren nog kras genoeg. Maar zij vond dat het
een dikkop was en dat hij geen nek had. Maar
de oude snor veegde haar de mantel uit. Zij
moest zich schamen om over zo'n goede par
tij te praten.
Wie er op den duur mee naar bed? Ik
of pa? De oude heer draaide met zijn beide
vuisten tegelijk zijn snor op en riep Agnes.
Ik ben je vader! Goed pa, ik zal het doen,
maar als er binnenkort een ander komt doe
ik het niet. En er kwam geen ander. Agnes
schreef een brief naar Rijssen en de Balg
kreeeg het druk met het lezen en schrijven
van liefdesbrieven. Na verloop van een half
jaar kwam Agnes van Langen op de Bever
voorde. Zij bekeek het vertrek van haar aan
staande en dacht bij zichzelf: Was hij maar
zo. Het kwam precies uit zoals Bats voor
speld had.
Bats hoorde niet bij de jonker in de he
renkamer. Maar toen vertelde de jonker haar
dat hij heer en meester was op de Bever
voorde en zich door niets en niemand de wet
ten liet stellen. En toen begon zij te huilen
en reisde af. En de jonker dacht dat de ver
kering af was. Maar Bats zei: Stille loatn
snottern, dan koomp ze wal wier! En zo was
Vrijdag en zaterdag de film
KORTE INHOUD:
Conny is al vroeg wees geworden. Haar
oom leidt voor haar de grammofoonplaten
zaak, welke haar ouders haar hebben nage
laten en heeft daarvoor zijn carriere als
schlager-zanger opgegeven.
Hij vindt het niet goed, dat Conny voordat
zij meerderjarig wordt, ook zangeres gaat
worden. Conny zelf denkt daar echter anders
over en laat zich door enkele vrienden voor
een talentenjacht inschrijven.
Haar oom die aanvankelijk van plan was
eveneens deze wedstrijd te bezoeken om daar
zijn vroegere verloofde weer eens te ontmoe
ten, moet echter door ziekte het bed houden
en stuurt in zijn plaats zijn pers-chef.
Conny doet aan de wedstrijd mee vermomd
als Margot Muller en heeft daarbij zoveel
succes, dat de pers-chef van haar oom haar
uitnodigt voor proefopnamen, notabene bij
haar eigen grammofoonplaten-firma.
Wat nu volgt is een aaneenschakeling van
complicaties, verkleed-partijen en achtervol
gingen, waar zelfs nog een detective aan te
pas komt, het geheel rijkelijk doorweven
met vrolijke en vlotte schlagers.
De film eindigt met een grote show, waar
bij de ontknoping plaats vindt. Hoe, zullen
wij U hier niet uit de doeken doen, maar
ook U zult zeggen: dit was weer écht iets
voor Conny!
In naam van het onrecht
Woensdag de film:
Wij citeren regisseur Wolfgang Staudte:
veel ongeluk wordt in deze wereld
veroorzaakt door de burger, die men het
beste „Untertan" kan noemen. Want de
„Untertan" moet leven van de Overheid. En
daar hij absoluut wil leven, schept hij zich
een Overheid. De „Untertan" heeft geen ge
weten, hij kent alleen het bevel. Maar hij
is beslist niet alleen Duits. Hij is internatio
naal maar niet in elk klimaat ontwikkelt hij
zich even voorspoedig.
De „Untertan" komt voor in Oost en in
West. Hij draagt het masker van de recht
schapen mens. Maar men dient hem te allen
tijde te bestrijden
Ook en speciaal dan, wanneer men hem bij
zichzelf ontdekt - of in eigen land. Want pas
dan zal wellicht de Overheid beseffen tot
hoever zij met ambtelijke en andere bevelen
kan gaan
Een „Untertan" van vandaag, in het hui
dige Duitsland, te tonen, is het doel ge
weest van Wolfgang Staudte met zijn film
„In Naam van het Onrecht". Deze onderdaan
is de officier van justitie Dr. Schramm, voor
malig lid van een Duitse Krijgsraad te vel
de.
Dr. Schramm, een der moordenaars, die nog
steeds onder ons zijn
Een thema, dat niet vaak genoeg behandeld
kan worden en dat door Staudte opnieuw in
een raak en schril licht wordt gezet. Staudte
brengt zijn verhaal echter tegen de achter
grond van vele menselijke emoties en span
ningen zoals wij die allen kennen. Strijd voor
eigen recht, eigen belangen, maar ook
eigen liefde.
De officier van justitie, achtenswaardig en
geëerd, tyranniek heerser in eigen gezin,
ontmoet jaren na de oorlog opnieuw de
man, die hij eens aan het front in Neder
land, even voor de capitulatie, voor een klein
vergrijp, een chocoladediefstal, ter dood ver
oordeelde. In naam van het „Recht"
Maar de kleine man, Rudi Kleinschmidt, kon
ontkomen, dankzij een geallieerde luchtaan
val. Ook de aanklager, Dr. Schramm, ont
kwam
Opnieuw staan zij tegenover elkaar - de
vroegere „Todeskandidat" én de vooraan
staande staatsburger. Maar Kleinschmidt kan
Advertentie
het. Aan het einde van de week moest Bats
de Balg ophalen, want er was weer een brief
uit Engden. Of de Jonker haar vergiffenis
wilde schenken? O ja, dat wilde hij wel. Maar
aan de briefschrijverij van de Balg kwam
een einde. Berend van Bevervoorde liet zich
door Bats het paard zadelen en reed naar
de Averenk. Ten Hengelo en Oldenzaal
stopte hij om zijn paard te voeren en kwam
laat in de avond te Engden aan.
Evenals vroeger stond de oude heer jovi
aal te zwaaien met de armen. Er was voor
Agnes geen andere kandidaat gekomen en
daarom had ze er zich maar bij neergelegd
dat ze binnen niet al te lange tijd vrouwe
van de Bevervoorde zou worden. Jonker Be
rend werd op de Averenk in de watten ge
legd. Nog ettelijke reizen ging het naar de
Graafschap en toen kwam mei in zicht. Tim
merlieden en metselaars kwamen, want Ag
nes verordineerde. Zij deed dit niet opval
lend.
Neen, zij maakte er haar aanstaande op
attent dat dit zus veel beter leek en het an
dere zo.
En Jonker Berend begon het te gelo
ven. Intussen was de Vrouwe van den Oos
terhof begonnen het personeel op de Bever
voorde op te stoken. Het zou heel anders
worden op de Bevervoorde. Bats wilde er
het zijne van hebben en vroeg op de man
af of er grote verandering zou komen. Na
tuurlijk zou er wat veranderen. Wanneer in
de huishouding een vrouw kwam verander
de er altijd wat. Als meneer dan maar
weet dat ik niet blijf. Watte? Vroeg de jon
ker ontsteld. Bats, wij zijn van jongsaf bij
elkaar geweest. Dat zijn we meneer, maar
nu is het mooi geweest. Ik spring nog lie
ver in de Munsterkolk dan me door een uit-
landse juffer te laten ringeloren.
VAN COEVERDEN.
spreken. De vele anderen, die onder de aar
de liggen als slachtoffers van een misdadige
régime, niet meer. En Kleinschmidt wil spre
ken, ook al riskeert hij daarmee een bot
sing met de „groten" en een conflict met
Lissy, de vrouw, die hij liefheeft. Want Lis-
sy, eigenares van een café met pension, is
afhankelijk van de „groten", Lissy is daar
om bang voor een schandaal.
Maar de kleine man zwijgt niet!
Ditmaal hoeft hij niet te praten alsof zijn
hoofd ervan afhing, zoals dat vroeger tegen
over Dr. Schramm het geval geweest zou
zijn. Dit maal wordt de Openbare Aankla
ger aangeklaagd.
Kleinschmidt zal weer kunnen leven en Klein
schmidt zal de ware liefde leren kennen.
Aangrijpend van vorm, realistisch in de
beste zin van het woord, onconventioneel
en gedurfd - dat zijn de kwaliteiten van
Wolfgang Staudte's ,„In Naam van het On
recht".
Maar Wolfang Staudte's grootste verdienste
is het wellicht met deze film een menselijke
„thriller" over het valse licht van deze tijd
te hebben gemaakt!
Hieronder laten wij de uitkomsten volgen
van de landbouwtelling, december 1960:
Rundvee: De rundveestapel bleef ook in
1960 in omvang toenemen. Het aantal melk
en kalfkoeien steeg in vergelijking met de
cember 1959 met bijna 45.000 (3 pet) tot rond
1.592.700 stuks. Ook in de categorie drachtig
jongvee valt een belangrijke stijging waar
te nemen (4pct), zodat een verdere uitbrei
ding van de melkveestapel te verwachten valt
Varkens: Ofschoon het aantal mestvarkens
wederom blijkt te zijn gestegen, waardoor
het ongeveer 39.000 stuks hoger ligt dan in
december 1959 wijzen de cijfers omtrent het
aantal fokzeugen, dat met 65.700 stuks te
rugliep, op een duidelijke kentering, welke
de verdere ontwikkeling van de varkenssta
pel in de nabije toekomst ongetwijfeld zal
beïnvloeden.
Paarden: De paardenstapel wordt steeds ver
der ingekrompen. In totaal werden 177.000
landbouwpaarden geteld d.i. 13.700 minder
dan een jaar geleden. Sedert 1954 is het aan
tal werkpaarden (3 jaar en ouder) met ruim
een kwart (50.000) teruggelopen, nl. van 197.000
tot 147.000.
Schapen: Ook de schapenteelt vertoont we
derom een aanzienlijke teruggang. In totaal
werden 263.000 schapen geteld d.i. ruim
31.000 (IIpet) minder dan in december 1959.
Hoenders en eenden: Het aantal kippen
steeg met 8pct tot bijna 33 miljoen stuks,
voornamelijk als gevolg van de sterke toe
neming van het aantal slachtkuikens. Dit
steeg t.o.v. december 1959 met 60 pet tot
ruim 6 miljoen stuks. Tegenover een daling
van 690.000 stuks in de categorie kuikens
bestemd voor de leg en jonge hennen staat
een toeneming van het aantal oudere leghen
nen van 868.000 stuks.
De eendenstapel nam toe met 492.000 stuks
(ruim 65pct) en bedraagt thans 1.238.300 stuks.
Het aantal slachtkuikens is in vergelijking
met december 1959 verdubbeld. In de groep
legeenden zijn het de jonge dieren, welke
in aantal zijn toegenomen, nl. met 73.600
stuks (36pct) terwijl de oudere eenden eer
een achteruitgang vertonen.
Stoppel- en enkele wintergewassen: Ook
met betrekking tot de stoppel- en winterge
wassen zijn enkele gegevens bekend gewor
den. De oppervlakte stoppelknollen liep t.o.v.
1959 met 10.700 ha terug. Daar stond een
uitbreiding van de overige stoppelgewassen
(w.o. klaver en stoppelwortelen) van ruim
3.000 ha tegenover, zodat in totaal 5.000 ha
minder stoppelgewassen zijn geteeld dan in
1959.
Een opmerkelijke uitbreiding vertoont de
teelt van karwijzaad; in totaal werd 4105
ha ingezaaid tegen 1946 ha in 1959, een uit
breiding derhalve met 2.159 ha. Na Gronin
gen met 1945 ha (v.j. 792). komt thans als
belangrijkste provincie Zeeland met 648 ha
(v.j. 191).
(Van onze correspondent)
Vlissingen - Vorige maand zijn de zeven
reusachtige doorlaat-caissons gereedgekomen,
die over enkele maanden het Veersegat tus
sen Walcheren en Noord-Beveland voor
goed zullen afsluiten van de zee. Bijna
een jaar is aan deze caissons, die 1.600.000
gulden per stuk kosten, gewerkt. Keurig in
het gelid als flatgebouwen staan ze thans
nog in de bouwput tussen Veere en Vrouwe
polder. Inderdaad zijn ze groot als flatblok-
ken: 45 meter lang, bijna 25 meter hoog en
20 meter breed.
In 1957 was het Veersegat nog ongeveer
drie kilometer breed, maar in de zomer
maanden van 1958, 1959 en 1960 werden er
zowel aan de Walcherse, als aan de Noord-
Bevelandse kant massieve, zware dammen
naar elkaar toegebouwd. Tussen die naar
elkaar gerichte dammen gaapt nu nog slechts
een opening van 320 meter, het zogenaam
de sluitgat, dat met de doorlaat-caissons
wordt dichtgegrendeld.
Het systeem van deze doorlaat-caissons
is even simpel als ingenieus. De 45 meter
lange zijwanden zijn namelijk volkomen open
en als ze eenmaal keurig op een rij in het
sluitgat zijn geplaatst, kan de eb- en vloed-
stroom nog ongehinderd door de kruiselings
getraliede zijwanden vloeien. Maar op een
gunstig moment - het moment tussen eb
en vloed bijvoorbeeld - laat men enorme
stalen schuiven in één van de zijwanden van
iedere caisson zakken. En daarmee is het
gebeurd: de afsluiting is een feit.
De gehele afsluiting door middel van de
caissons zal echter niet zo simpel zijn. In
tegendeel: het laten zinken van zeven cais
sons naast elkaar zal een spectaculair ge
beuren worden. Het werk begint in feite als
in maart de zeedijk langs de bouwput door
gestoken wordt en de caissons min of meer
„te water worden gelaten". Natuurlijk zijn
op dat moment de schuiven gesloten, ter
wijl een zware wand van balken de zijde
tegenover de schuiven waterdicht maakt.
Aan koolzaad dat voor 86pct betrekking
heeft op Oost Flevoland, werd 3.825 ha uit
gezaaid, d.i. 900 ha meer dan in 1959.
Cijfers zijn geduldig. Ook de cijfers, die
in alle nuchterheid bijna dagelijks in de
krant staan over het aantal doden of gewon
den dat op de weg gevallen is. In zulke
berichten wordt over de oorzaken, die bij
het ongeval een rol speelden, meestal het
zwijgen toegedaan. Dikwijls staan die oorza
ken (nog) niet vast. Dikwijls ook zullen ze
nooit vaststaan
De statistieken van de verkeersonveiligheid
leren ons meer over de verschrikkelijke ge
volgen dan over de vraag; hoe gebeurde
het. Maar één ding is zeker: dat bij heel
veel ongelukken op de weg het niet voldoende
rechtshouden een belangrijke - soms zelfs
beslissende - invloed op de afloop van het
ongeluk heeft.
In West-Duitsland heeft men enige tijd ge
leden 7437 verkeersongelukken, waarbij onvol
doende rechtshouden de directe aanleiding
vormde, uitvoerig bestudeerd. Daarbij bleek
onder meer het volgende:
- de meeste ongelukken door niet rechts
houden gebeurden in dorpen en op buitenwe
gen, namelijk 28,2 resp. 34.8 pet. In de drukke
steden was de „verleiding" om niet goed
rechts te rijden veel minder groot;
- in het bijzonder bromfietsers, motor- en
scooterrijders bleken het niet zo nauw te ne
men met de plicht om rechts te houden;
in 55,2 pet. resp. 47,1 pet van de aan deze
categorieën overkomen ongelukken werd uit
gesproken links gereden bij een gemiddelde
van 35,1 pet. van de gevallen;
Eén voor één worden de caissons in de
loop van april naar het sluitgat gesleept.
Vanzelfsprekend: de N.V. Dijksbouw, die het
werk uitvoert onder supervisie van rijkswa
terstaat, heeft deze kostbare gevaarten tij
dens het transport verzekerd. Vorig jaar
reeds is de bodem in het sluitgat (de drem
pel) effen gemaakt door het uitspreiden van
nylonmatten, die afgedekt werden met grind,
en stortsteen. Op deze drempel worden de
caissons, die drijvend een diepgang van
5.20 meter hebben, tot zinken gebracht.
Op een diepte van 11 meter min. N.A.P.
is hun „laatste rustplaats".
Neen, de caissons worden niet tot zinken
gebracht door simpel de schuiven op te trek
ken. Vrijwel zeker zouden de gevaarten dan
kantelen.... Als alle normale caissons wor
den deze doorlaat-caissons dan ook op hun
bestemde plaats tot zinken gebracht door
het opendraaien van afsluiters, waardoor het
water de caisson binnenstroomt. De door
laat-caissons tellen 20 afsluiters, waardoor
het mogelijk is ze uitgebalanceerd tot zin
ken te brengen.
In verband met de enorme waterdruk, die
de caissons in het sluitgat te verduren zul
len krijgen, is er niet één schuif over de
volle lengte van de caisson, maar acht klei
nere, die alle bediend worden door een apar
te lier en een aparte electro-motor.
Pas wanneer de eerste caisson stevig op
zijn plaats staat, worden de acht schuiven
omhoog getrokken en de tegenoverliggende
wand van balken verwijderd. Het water kan
dan vrij door de getraliede wanden stro
men en pas. dan wordt de volgende caisson
op zijn plaats gezet. Zeven maal is dit
„ritueel" dus te aanschouwen. Wanneer al
le caissons keurig op een rij in het sluit
gat staan - eind april of begin mei - kan
het gunstige moment voor afsluiting worden
afgewacht.
Voordat dit laatste gebeurt, worden de cais
sons overigens eerst nog „ingepakt", zoals
het in vaktermen heet: lichte en zwa
re stortsteen, loodslakken en eventueel mijn-
steen worden tegen en tussen de caissons-
bakken op iedere caisson met zand gevuld.
Een ballast van ruim 3000 ton zand zal ie
dere caisson stevig op de bodem duwen. Pas
daarna gaan de schuiven en daarmee het
Veersegat voor altijd dicht. Het drie-eiland
plan is dan uitgevoerd.
- van de 7437 onderzochte ongevallen was
er slechts in 8,8 pet, van de gevallen een
aanvaardbare reden om van de grondregel
af te wijken. In 56,1 pet. van de gevallen werd
zonder noodzaak midden op de weg, in 35,1
pet. geheel links gereden;
- vooral in onoverzichtelinke bochten bleek
onvoldoende rechtshouden een belangrijke oor
zaak van ongevallen, in 34,2 pet. van de on
derzochte gevallen;
in 84,9 pet. van de gevallen onststond een
botsing met het tegemoetkomend verkeer
of werd dit in de berm gedreven;
- in 5.2 pet van de gevallen was er sprake
van niet voldoende rechtshouden bij het in
gehaald worden; 24 pet hiervan gebeurde op
de Autobahn;
- in 3,5 pet. van de ongelukken bleek de
rijder onder invloed van alcohol te zijn
wat tezamen met 4,7 pet. bij ongelukken
door te hoge snelheid ver ligt boven de
percentages bij andere gevonden ongevals
oorzaken waar gemiddeld in 0,5 pet. van de
gevallen alcohol een rol speelde.
Ook al mag men aan deze cijfers slechts
tot op zekere hoogte conclusies voor Neder
land verbinden, ze spreken niettemin duide
lijke taal. Veel van de erin tot uiting komende
omstandigheden, waarbij niet-rechtshouden fa
taal werd, hebben oorzaken die ook op onze
wegen dagelijks voorkomen. Cijfers mogen dan
geduldig zijn, ze onderstrepen ook hier ons
uitgangspunt: rechts is véél veiliger.