Revolutie in de textiel industrie eist vakopleiding Oudeiaarsavondoverpeinzingeii van Thomasvaer m Pieternel 3 A. PL BEL MA. t« fc iU HEU LM BELT &L Kersttafel Ned Protestantenbond Wie geen vreemdeling is in Jeruzalem weet dat er sinds de tweede wereldoorlog een omwenteling gaande is in de textielindustrie, een omwenteling, die wel van zo ingrijpende aard is, dat men van een revolutie mag spreken. Om ons hiervan beter op de hoogte te stellen, hebben wij een gesprek gehad met enige deskundigen op dit terrein van onze econo mie, die luist voor Twente en in steeds grotere mate ook voor Sal- land, van belang geacht kan worden. Hoe was vroeger de situatie? Aan de weefsels werden vrij minimale eisen gesteld, de bewer- kingen waren eenvoudig; er werden weinig of geen eisen gesteld aan de kwaliteit van het weefsel, als de producten maar sterk waren. mPA.L LACERE ARCHITECTEN .TÉ NÜVERDAL Men vervaardigde voornamelijk voor de markten in die gebieden, die wij met een naoorlogs woord achtergebleven noemen. De machines die gebruikt werden vroegen een investering van f 100,tot f 150,per arbeider per jaar. Door ervaring alleen moest de onge schoolde arbeider in vrij korte tijd een volwaardige textielarbeider worden. De werknemer in weverij, spinnerij of blekerij durfde zich echter niet gelijk te stellen met de man die als timmerman, metselaar of smid een beroep uitoefen de. Degenen die in deze beroepen hun brood verdienden waren volgens de „fa- brieker" vakmensen en stonden z.i. een trapje hoger op de maatschappelijke ladder. Hoe is de toestand nu, 20 jaar later. In de spinnerijen worden kwaliteits garens vervaardigd, waaruit in de weve rijen stoffen geweven worden, die zich moeten kunnen meten met de fraaiste stoffen op de wereldmarkt. Tot de meer dan 80 landen waarheen deze stoffen geëxporteerd worden be horen de verschillende Europese landen, waar de groothandel klaar staat om de hoogste eisen te stellen aan de produk- ten van de Twentse industrie. Door de gewijzigde afzet, van eenvou dige katoentjes naar de meest modieuze stoffen, werden nieuwe machines ge- eist, waardoor de investering in 20 jaar per jaar per werknemer 10 x zo groot werd. De hogere investering was niet alleen een gevolg van duurdere machines maar ook van meer kostbare grondstoffen en volkomen nieuwe bewerkingen voor het finishingbedrijf. We denken in dit ver band aan woorden die ook bij het grote publiek ingang hebben gevonden, zoals no-iron, kreukherstellende en gesanfo- riseerd. Het is daardoor niet bezijden de waar heid wanneer de vakman in een weverij met een middelmatig aantal getouwen een machinepark bedient van zo om en nabij de f 250.000, Deze modernisering en automatise ring schrijdt steeds voort. In de spinnerijen en. finishmgbedrij1- OPLEIDING GEEFT DE TEXTIEL VAKSCHOOL De Nijverdalse Textielvakschool, die jammer genoeg nog steeds-gehuisvest is in ruimten die men moeilijk de naam van leslokalen kan geven, maar die ondanks deze handicap toch beslist in een be hoefte voorziet, heeft in 1959 en in 1960 haar eerste gediplomeerden afgeleverd aan de bedrijven. De bedrijfsleiding stelt gaarne vast dat de jongens aan alle ver wachtingen voldoen en er bestaat een dringende behoefte aan meer dergelijk opgeleide jongelui. De eigenlijke schoolopleiding duurt twee jaar, maar vele jongens volgen een voorbereidend jaar, omdat zij nog te jong zijn om de vakleiding te volgen. Dit voorbereidende jaar is bijzonder be langrijk, omdat in dit eerste jaar dik wijls tot uitdrukking komt welk am bacht de jongen het beste ligt. De jon gens die dit voorbereidende jaar volgen zijn niet verplicht na dit eerste jaar het textielvak te kiezen, dikwijls komt het voor, dat in zo'n eerste jaar blijkt, dat een jongen beter geschikt is voor een ander ambacht. De directeur van de school adviseert dan voor deze jongen een andere vakopleiding te kiezen. De twee jaar vakopleiding bestaat voor de helft uit praktische vakoplei ding, voor een vierde uit theoretische duktieproces zijn ingeschakeld, worden zij normaal, volgens het voor hen geldende C.A.O. betaald en wordt per jaar tot hun 24ste jaar bovendien nog f 100,op een spaarbankboekje gestort als beloning voor het bezit van het juist genoemd getuigschrift. Deze opleiding in een textielbedrijf duurt twee jaar en de gediplomeerden zijn dan in het z.g. leerlingenstelsel opgenomen. In deze tijd kiezen zij hun vakrichting en krij gen in deze jaren ook theoretisch onder wijs in deze richting. Deze opleiding in fabriekstijd is verplicht. Aan het eind van deze twee jaar wordt een theoretische en een praktisch exa men afgelegd. Worden deze beide exa mens met goed gevolg afgelegd, dan ont vangt de jongeman zijn vakdiploma. Heeft hij het eerste getuigschrift en he:t diploma in zijn bezit, dan wordt de jaarlijkse storting op het spaarbank boekje verhoogd van f 100,tot f 150, Tijdens deze opleiding in het bedrijf wordt in het kader van het Nationaal Centrum Vorming Mannelijke bedrijfs- jeugd veel aandacht besteed aan per soonsvorming, algemene ontwikkeling in de vorm van een gezamenlijk gesprek, sport en handenarbeid. Na deze vierjarige opleiding, waarvan 2 jaar in het bedrijf, kan gezegd worden, dat men te maken heeft met een vol waardig vakman, hetzij spinner, wever, bleker, verver of drukker. Dit zijn de beroepen voor de gediplo meerden van de toekomst. Reeds nu is het zo, dat alleen de jongens m.et een diploma voor deze beroepen in aanmer- ven liggen de investeringen ongeveer in hetzelfde vlak van grootte. ERVARING ALLEEN IS NIET MEER VOLDOENDE Het zal zonder meer duidelijk zijn, dat al deze kostbare wijzigingen in het pro- duktieproces, niet zonder invloed kon blijven op de man die het produkt ver vaardigde om het even of het nu een spinner, een wever of de man van de finishing is. In elk van deze gevallen wordt een opleiding noodzakelijk, even noodzake lijk als die voor een smid-bankwerker, timmerman, metselaar of schilder. vakopleiding en voor een vierde uit Al gemeen Vormend Onderwijs. De opleiding is zo volwaardig moge lijk en aangepast aan de eisen, die door de wet gesteld zijn. Na de tweejarige opleiding wordt een getuigschrift uitge reikt, gelijkwaardig aan een diploma ambachtsschool, maar dan in de richting van het vak textiel. Gewapend met dit getuigschrift kunnen de jongens de be drijven binnenstappen en daar een keu ze doen uit een der takken van het tex tielvak (spinnen, weven, finishing). Of schoon de jongens nog niet in het pro- king komen. De aandachtige lezer zal inzien, dat de kostbare investering nood zakelijk met zich meebrengt dat vakbe kwame of geschoolde mensen het ma chinepark bedienen. Waar het nu eenmaal een vaststaand feit is, dat degene die zijn werk gemak kelijk aan kan, zijn werk met meer vreugde verricht, ligt het voor de hand, dat ook de menselijke verhoudingen in de bedrijven gunstig beïnvloed worden door de vakopleiding. Een goede oplei ding geeft nu eenmaal meer arbeids vreugde. Bijkomende maar toch niet te ver waarlozen voordelen voor de gediplo- hun midden het kader van de bedrijven gevormd zal worden en dat de betere opleiding van thans het mogelijk maakt indien dit wenselijk is, ter afwisseling geplaatst te worden in een andere tak van het bedrijf. Verdere opleiding is voor de textiel- vakman mogelijk evenals dat voor ieder ander vakman het geval is. Het diploma van de dagschool geeft aansluiting op schakelklas van de UTTS (Uitgebreid Technische Textielschool) te Enschede. Men ziet het de toekomstige wever, spinner, bleker of drukker is een even volwaardige vakman als de smid-bank werker, timmerman of metselaar. Nog des te meer klemmend is het dat de jon gelui zich gaan bekwamen in een dezer vakken, omdat de textielindustrie in Twente volop toekomst heeft, maar deze toekomst er donker uit zou zien wan neer over enige jaren de vakbekwame arbeiders zouden ontbreken om de kwa- liteitsprodukten, die thans de roem van de Twentse textielindustrie uitmaken, te vervaardigen. Nijverdal In het Gebouw voor Chr. belangen werd vrijdagavond .een Kerst tafel gehouden voor de bejaarden van de plaatselijke Ned. Herv. Gemeente. Pl.m 200 personen werden vrijdagmid dag om 5 uur tijdens de opening welkom geheten door ds Juckema, pl. pred. Voor de derde achtereenvolgende keer werd deze Kersttafel thans georganiseerd. Ds. van Druten hield een korte meditatie. Nadat oud-ouderling Frederiks het Kerst-evangelie had gelezen, werd met een broodmaaltijd begonnen. Als intermezzo vertoonde Ds. .Jucke ma aan de hand van prachtige kleuren dia's een filmstrip o.a. over het Kerst evangelie waarbij tevens een uitvoerige uitleg werd gegeven. Ook dit gedeelte van het programma viel bij de aanwe zigen zeer in de smaak. Een en ander werd afgewisseld door zang van het kin derkoor van de N.H. kerk, dat dit jaar werd opgericht en dat onder leiding staat van de heer G. J. Beuze. Ds. van de Neut sprak kwart over 8 een slotwoord. Een der aanwezigen sprak een dankwoord voor deze goed voorbereide en geslaagde bijeenkomst. De pl. Ned. Herv. Vrouwenvereniging verleende haar zeer gewaardeerde me dewerking door de behulpzame hand te bieden bij het serveren e.d.g. Zaterdagavond 31 december (Ou^e- jaarsavond) gaat Ds. Keuning van En schede voor in de dienst van de afdeling Hellendoorn-Nijverdal van de Ned. Pro testantenbond. De dienst vangt aan om kwart voor 8 en wordt gehouden in de achterzaal van Hotel „Dennenoord". Pieternel: Ach Thomasvaer, wat gaat 'n jaar, Toch vliegensvlug voorbij. 't Gaat al maar sneller naar ik vind Of ligt dat soms aan mij? Thomasvaer: 't Is ook bij mij hetzelfde hoor! We zijn zo druk bezet. De weken vliegen telkens om. Heb j' al eens opgelet Hoe ieder mens erg is gehaast? 't Is aldoor jagen, jagen. P.: Een jachtig mensdom, Thomasvaer, Is 't toonbeeld onzer dagen. Kijk eens naar 't lieve Vaderland, Veel personeelstekort, 't Geen in de toekomst zeker nog Wel heel wat erger wordt. Th.: Op veel bedrijven komt er straks, Een werkweek van vijf dagen. Maar 'k weet niet of zoiets nu wel Geheel en al zal slagen. In elk geval, m'n Pieternel, Een vrouw deelt daarin niet. Daar men jou alle dagen weer Zo ijverig bezig ziet. P.: 't Komt óók door personeelsgebrek! Daar moet nu elk in delen. Maar 'k zag gelukkig toch nog kans Om alles klaar te spelen. Th.: Herinner je 't begin van 't jaar, Hoe in Tuindorp-Oostzaan, Door dijkbreuk op het onverwachts, De boel kwam blank te staan? Dat was me toch een toestand hoor! P.Zoiets moet j' overkomen. Gelukkig is de scha vergoed, Maar heb je ook vernomen, Hoe Friesland het gewonnen heeft? De Lauwerszee gaat dicht! Heel 't Noorden is er mee gebaat. Men ademde verlicht. Th.: Geen wonder! Lest heugt 't beste hoor. Ik zal 't niet gauw vergeten. Want bij die 4 decemberstorm, Heb ik in angst gezeten. P.: Geweldig! Wat een zondag hé? En wat een wind en water. Gehele straten stonden blank. Dat heugt ons vast nog, later. Th.: De Friezen hebben zich geroerd. Straaljagers wil men weren. Omdat zelfs kinderen op school, Met rustig kunnen leren. Er dreigt in Jelsum groot gevaar. En dan dat vreeslijk leven. Denk aan de ramp van Welsrijp maar Dan siddert men wel even. P.De buschauffeurs zijn ontevree, Vanwege 't lage loon. En neem de bouwbedrijven eens. Ze hebben voor een deel gestaakt, Dat was wel ongewoon. Omdat er werd gestaakt, Zijn wij met onze woningbouw, Iets achterop geraakt. Th.: Op 1 april de huur verhoogd. We merkten het weer hoor. En dat gaat in de toekomst vast Wel weer een keertje door. Zeg, weet je 't nog van die Lourmais, Die daar als kikvorsman, Zo'n duizend kilometer zwom, En d'eindstreep halen kon? Schaffhausen, daar was het begin. Hij volgde Vader Rijn. Na achttien dagen bleek hij al In Rotterdam te zijn. P.: Jij waagt je daar ook vast niet aan! Heb j' al een rijbewijs? Of waag je je vandaag de dag, Maar liefst niet op glad ijs? Th.: Och vrouw, 'k ben nog niet aan de beurt. Men krijgt zo alle dagen, Twee duizend brieven voor de „proef", Op hoop dat men zal slagen. Het is niet bij te houden meer, Met zoveel candidaten. P.: Wat neemt het snelverkeer toch toe, Op wegen en langs straten. Wat moet men als men auto rijdt Op z'n qui-vive wezen. Je hebt de dagelijkse lijst, Van doden wel gelezen. Was 't niet een vreselijk lange lijst? Th.Ik ben er van geschrokken. Wat maakt men dagelijks langs de weg Toch telkens maar weer brokken. De dag van de bezinning gaf Ons stof om na te denken. Acht duizend doden in vijf jaar, Daar aandacht aan te schenken, Is zeker wel de moeite waard. P.: Wij zijn vaak nonchalant. Dat zei zelfs onze Koningin. Wij lezen 't in de krant. Wat moet dat worden, mettertijd, 't Is immers zo gesteld: Wie heden nog geen auto heeft, Wordt haast niet meegeteld. Th.: Eén vrouw, twee kinderen en dan nog Drie kamers plus vier wielen, Dat is de wens van menigeen. P.: Ik noem't verdwaasde zielen, Die, autorijdend, absoluut Om niets en niemand geven. Neem ook eens de examenkoorts, Zoiets moet men beleven. Want midden in de zomertijd, Dan gaan geleerde heren, Hun minderen nogal te lijf, Dat heet examineren. Th.: Diplomaziekte is heel erg Vandaar d' examenkoorts. Wie deelt daar heden niet in mee? 't Is soms heel erg en voorts P.We moeten bij het onderwijs, Straks wennen aan die namen. Het Havo, Lavo, Mavo, och Nee echt, ik moet me schamen, Dat ik niet weet, waar nu mijn spruit Het eerste heen moet gaan. En waar de tweede naderhand, Zal ingeschreven staan. Th.: Daar wennen we straks ook wel aan. De Mammoeth is zo groot! Minister Cals is zo'n profeet. De Mammoeth is niet dood! Nu niet te pessisimistisch zijn, Kijk eens naar Rotterdam, Men graaft er aan z'n toekomst hoor Men maakt niet veel tam-tam. P.: Zou Amsterdam soms stiefkind zijn? Zijn daar geen tunnels nodig? Th.: Ja, evenals in Rotterdam, Is 't daar niet overbodig. Maastunnel heet al Europrop, Zo druk is daar 't verkeer, De Metro zal er komen hoor! En ja dan volgt er meer. Ook Amsterdam komt aan de beurt. Dat zul je wel eens zien. P.: Nu ja, maar waar is 't 't nodigste? Toch Rotterdam misschien? Th.: We zijn dit jaar alweer geteld. En één ding staat wel vast: We groeien in ons Vaderland, In tal, maar ook in last. Men slokt heel veel cultuurgrond op, Voor onze woningbouw. P.Nog is er heel wat woningnood, We winnen 't niet zo gauw. We zullen nog wel menig flat, In Holland zien verrijzen. Dat ze zo bar gehorig zijn, Valt ook weer niet te prijzen. Th.: Wat was 't een natte zomer hè? 't Zal ieder heugen hoor. En ondertussen ging het zo, Ook in de herfsttijd door. Je moest de boeren maar een zien, Het leken modderalen. Ze moesten van 't doorweekte land, De veldproducten halen. Het valt niet mee om boer te zijn, Ondanks veel suikerbieten. P.: Soms bleef het dagen aan één stuk, Maar onophoudelijk gieten. 't Jaar '60 zal ons heugen hoor Men zou van zorg vergrijzen. Th.: Ons Holland heeft z'n Europoort. Daar gaat heel wat verrijzen. Neem verder onze tankers 'eens. Zie naar 't Deltaplan, Da's iets wat Holland naar het schijnt, Wel heel bijzonder kan. Men ging weer rustig er mee voort. Zodat er in 't program, Nog geen verandering werd gebracht. Wie nu in Zeeland kwam, Zag dat er in Noord-Beveland, Een dam reeds is gelegd. Dat eiland raakte eiland af. P.: Ik heb 't al meer gezegd: Ik maak geen tochtjes naar de maan. 't Lijkt mij piet bijster fijn. Nu schiet men kapitalen weg. Zou 't niet veel nutter zijn, Als men er leeftocht eens voor kocht We weten het zo goed: Op Moeder Aarde zijn ook nu, Nog velen ondervoed. Th.: Van hunebed tot maanraket, Heeft men niet veel geleerd. Men is zo tuk op roem en eer, En dat is glad verkeerd. P.: Neem dan het „circus New York" eens. Of 't daar ook heibel was! Er kwam bij het vergaderen, Een schoen zelfs aan te pas. Th.: Mij in dat circus niet gezien! Ik voel nog steeds een band, Aan dit ons dierbaar plekje grond, Ons oude Nederland. Belastingen gaan naar omlaag. Dat is een gunstig teken. Al zal de wereldtoestand wel Een woordje medespreken. P.: Wat zeg je van die vettere melk? Ik moet voorzichtig zijn. We zijn nu stellig nog meer mans. Maar o, die slanke lijn! Th.: Voorzichtig met de boterpot, Let op hoor Pieternel. We eten weinig puur natuur, Dat weet je zelf ook wel. De dood zat in de boterpot. Huidziekten doen zich voor. En dat ging zo een hele tijd, Maar regelmatig door. Gelukkig is dat nu voorbij. Er kan weer flink gesmeerd. Maar deze zomer ging het toch Wel averechts verkeerd! P.: Wij klaagden, de politie ook, Vanwege lage lonen. Ik gun z' een flinke schep er bij. Ze moeten eten, wonen, Wie kan er leven van de wind, In deze dure dagen? Waarom moet een bepaalde groep, Zo uit den treure klagen? Th.: Je hebt gelijk hoor Pieternel, Er zijn zovele zaken, Die wij zo gaarne anders zien, Wie zal ze anders maken? Daar laat zowaar de torenklok, Haar twaalf slagen horen. Het oude jaar is dus voobij. Het nieuwe werd geboren. P.: We gaan het nieuwe jaar dus in, En hopen weer op vrede. De beste wensen geef ik je, Voor '61 mede- Th.: Van 't zelfde, m'n Pieternel. Het beste met ons land. We praten later nog wel eens. Geef mij de rechterhand!

Erfgoed Rijssen-Holten

Weekblad voor Rijssen | 1960 | | pagina 4