Rijssen buiten Ie wallen
Toneelvereniging gaf uitvoering van
„De lilde Maart"
Fraaie atletiekwedstrijden rond de Brekeld
TBABYDERMSJT^f
Uitreiking jeugddiploma
E.H.B.O.
Vergadering
Chr. Vrouwenbond
Extra busrit naar Almelose
ziekenhuizen op zondagen
RKSV-Rood Zwart 3-2
Gebr. Kluivers (Eibergen) klasse apart
Opstelling Sportclub Rijssen
Baby-huidje
hss rsders
HAMEA-GELEIüïkJ:
RIJSSENS
OllDHEDEiS
Jaargang 38. No. 45 (Tweede Blad).
VRIJDAG 18 NOVEMBER 1960
Weekblad voor Rijssen
iuiihiiti
Voor een goed gevulde zaal van het
Parkgebouw te Rijssen gaf de liefdadig,
heidstoneelvereniging „De Gong" dins
dagavond een geslaagde opvoering van
het toneelspel „De Wilde Vaart" van
Tom Dekker.
De grote verdienste van deze vereni
ging is de manier waarop zij dit vrij
moeilijk, maar uitstekende stuk „op de
planken" wist te brengen. Zij slaagde
erin het caféleven in zo'n havenkroeg
op zeer goede wijze uit te beelden, n.l.
het grote gevaar voor een meisje van
het platteland in een grote stad. Ten
slotte komt natuurlijk alles nog weer
op zijn pootjes terecht.
De nestor van het gezelschap, de heer
L. Steenhuizen ,gaf een prima creatie
van de rol van barkeeper. Zijn vrouw
fungeerde ook in dit stuk als zijn echt
genote op een wijze, waarmee zij tot de
beste actrices van deze avond 'kan wor
den gestempeld, De rol van Giel, de va
rensgezel, lag de heer H. Slokker als
gegoten. Mevrouw Bouwmeester-Ten
Berge liet goed spel zien, evenals Coby,
het barmeisje, wat ook gezegd kan wor
den van^de heer H. Roosink als „de
dure". Deze speler behoort tot de besten
van dit gezelschap. Mej. H. Mulder debu
teerde niet slecht als Reny, de vrouwe
lijke agente van politie. Ook de kleinere
De uitreiking van het diploma EHBO
(jeugddiploma) aan een 12-tal jeugdige
Rijssenaren, lid van het Ned. Padvin-
dersgilde de Oosterhof-groep was voor
deze padvinders een bekroning van het
met interesse volgen van de EHBO-les-
sen, gegeven door de heer M. Krejen-
zang.
Het examen werd afgenomen door
dokter Kousemaker in de Huishoud
school van de fa. ter Horst en Co.
Sinds januari 1959 werd door de heer
N. Krejenzang wekelijks een uur les
gegeven in licht EHBO-werk en de cur
sisten hebben hiervan veel opgestoken.
Dat bleek tijdens het examen over
duidelijk, zodat dit initiatief, dat gesti
muleerd werd door de afd. Rijssen van
het Ned. Roode Kruis zeer vruchtbaar
is geweest.
Het diploma werd behaald door de
volgende cursisten: A. v. Houten, J.
Schreuder, J. Marra, J. Wessels, M.
Schreuder, A. Hoogendijk, A. Altena, F.
Smelt, H. van Papendrecht, F. Thomas
sen, D. van Hunen en D. Smelt.
In gebouw Jeruël hield de afd. Rijssen
van de Ned. Chr. Vrouwenbond een ver
gadering waarin als spreker optrad de
heer G. Laarman uit Den Haag van de
„Bond tegen het vloeken".
De heer Laarman bepaalde zijn gehoor
vooral bij de eerbied waarmee wij God's
Naam moeten uitspreken, en drong er
op aan de kinderen dit begrip van klein af
aan bij te brengen.
Onze kinderen aldus de heer Laarman
zijn God's kinderen, en onze kinderen mo
gen zijn Naam niet ijdel uitspreken en
reeds vroeg moet men de eerbied waar
mee God's Naam mag worden genoemd
als iets onaantastbaars bijbrengen.
Na afloop van de inleiding van de heer
Laarman ontstond er een vruchtbare ge-
dachtenwisseling.
De bijeenkomst werd door de presi
dente, mej. Molenmaker, op de gebrui
kelijke wijze gesloten.
rollen als Nol, de „profeet", vertolkt
door A. van Genen en Gerrit „De Rooie"
door H. Bouwmeester waren in goede
handen. Last but not least willen we
niet vergeten te noemen Niek, de Jon
ker, in welke rol J. Zandbergen liet zien
over uitstekend acteertalent te be
schikken.
Jammer was, dat de rolkennis nog
wei hier en daar wat te wensen overliet.
De regie was bij de heer J. C. G. van de
Berg in goede handen. Na de pauze
werd een zeer geslaagde verloting ge
houden.
De directie van de O AD heeft besloten
ten behoeve van de bezoekers van patiën
ten van de Almelose ziekenhuizen een ex
tra busdienst in te lassen op zondagmid
dagen.
Er zal n.l. een extra busrit worden uit
gevoerd met als vertrektijd Rijssen 14.20
u. Het vertrek vanuit Almelo is bepaald
op 15.55 uur.
De vraag rijst, of van de zijde van de
OAD geen pogingen in het werk kunnen
worden gesteld, om dagelijks een busrit
tot aan de ziekenhuizen uit te voeren,
waarmede men in een zeer grote behoef
te zou voorzien.
De wandeling van de Almelose markt
naar de ziekenhuizen is vooral voor oudere
bezoekers nog vaak een groot bezwaar.
Een technisch beter spelend RKSV
heeft in de wedstrijd tegen de zwakste
ploeg uit haar afdeling het Deldense Rood
zwart voortdurend de toon aangegeven,
waardoor haar zege volkomen verdiend
genoemd kan worden.
In de 20e minuut was het debutant
rechtsbuiten Hegeman, die met en be
heerst schot doelman Eftink het nakijken
gaf (10).
Even later profiteerde rechtsbuiten ter
Brake van een slippertje in de Rijssense
verdediging en zo was nog onverwachts
de stand weer in evenwicht, (11).
De thuisclub bleef supérieur en geheel
na verhouding benutte linksbuiten A. Tus-
veld een pass van zijn rechtsbinnen 121).
In de 35e minuut stelde G. Klein Rouwe-
ler Tusveld opnieuw in staat de bal ach
ter de vergeefs duikelende doelman Ef
tink te plaatsen (31).
De eerste aanval van Rood-Zwart na
rust leverde al succes op, toen midvoor J.
ter Morsche langs de uitlopende doelman
Pfeiffers schoot (32).
Hierna ontspon zich naar mate het ein
de van de wedstrijd naderde, een span
nende strijd, waarbij RKSV de beste kan
sen kreeg. A. Tusveld schoot een keer te
gen de paal, terwijl een kogel van de te
leurstellende midvoor Markslag door de
doelman der gasten tot corner werd ver
werkt.
De gasten werkten voor wat ze waard
waren, maar dit kon hun tekort aan tech
niek en taktiek niet nivelleren.
Voor zondag staat de wedstrijd tegen
de plaatsgenoot RV op het programma.
Hoewel de oranje-witten als favoriet
starten, is mede daar het een plaatselijke
derby betreft, de uitslag onzeker. Wij ho
pen op een sportieve wedstrijd, die het
aankijken ten volle waard zal zijn.
Het RKSV elftal is ongewijzigd.
Onder ideale weersomstandigheden
hield de athletiekafdeling van Rijssen
Vooruit zaterdagmiddag een z.g. cross
wedstrijd, waaraan door een groot aan
tal athleten werd deelgenomen. Er werd
over 2000, 4000 en 7000 m. gelopen. In
de Brekeld was een uitstekend parcours
uitgezet.
Het hoofdnummer, de 7000 m., was een
aangelegenheid voor de Gebr. Kluivers
uit Eibergen, waarbij Jan Zandbergen
uit Rijssen als eerste c.d.er de finish pas
seerde.
Reeds na 3 ronden (de a.b.ers waren
een minuut later gestart) voerden de
gebr. Kluivers samen met Pereboom, van
Duin en de Rijssenaren Zandbergen en
Voortman, het peloton aan. Na 4 ronden
lagen Gerrit en Dinant Kluivers alleen
aan kop met Jan Voortman als goede
3e. Geleidelijk aan liepen de Eibergenaren,
die een klasse apart waren, steeds meer
uit. De oudere Gerrit Kluivers (28 j.)
moest tenslotte in de eindsprint zijn meer
dere erkennen in zijn jongere broer Di
nant (24 j.). De Amersfoorter C. Mol
werd goede derde, terwijl de andere a.b.er
uit Eibergen, H. ter Weeme, 4e werd. De
Rijssenaren J. Zandbergen en J. Voort
man behaalden in dit vrij sterke veld de
5e en 6e plaats.
Bij de 4000 m. werd de strijd gestreden
tussen de Zutfenaar Jan Scholte, de Rot
terdammer Ed Siemensma en de Henge-
loër Jan Klop. Ed Siemensma, die voor
deze cross helemaal uit Rotterdam was
overgekomen, moest in de 2e ronde Jan
Scholten, die een prima cross liep, los
sen. Ook de Twentenaar J. Klop viel
terug, evenals de R.K.E.A.V.er A. Kem
perink. Met duidelijke voorsprong ging
Jan Scholten tenslotte over de eindstreep.
Bij de 2000 m. moest de eindsprint de
beslissing brengen. De R.K.E.A.V.er Gerrit
Mönnink was de snelste, voor M. Bömer
uit Deventer.
De gedetailleerde uitslagen waren als
volgt:
7000 m. Heren: 1 D. Kluivers, A.S.V.
Eibergen, 26.59.6 min.; 2 G. Kluivers,
A.S.V. Eibergen, 28.26.1 min.; 5 J. Zand-
Amersfoort, 28.24.1 min.; 4 H. ter Weene,
A.S.V. Eibergen, 28.26.1 min.; J. Zand
bergen, Rijssen Vooruit; 6 J. Voortman.
4000 m. Jongens: 1 J. Scholten, Bequick
Zutphen, 16.27.4 min.; 2 E. Siemensma,
Dos Rotterdam, 16.39.4 min.; 3 J. Klop,
Memphis, 16.56.6 min.; 4 A. Kemperink,
R.K.E.A.V., 18.10.6 min.
2000 m. Junioren b: 1 G. Mönnink, R.K.
E.A.V., 8.4.4 min.; 2 M. Bömer, Helios,
8.05.6 min.; 3 T. Scholtink, Bequick,
8.16 min.; 4 J. Scholtens, Tubantia,
8.22.6 min.
Vrijdag', zaterdag en een extra voor
stelling op dinsdag van Bert Haanstra's
filmwerk:
„De zaak M.P.".
Nederland en België, twee kleine lan
den aan de zee, vereend in de vriend
schap van het nabuurschap en van ge
meenschappelijke belangen onder de
signatuur van de Benelux, hebben des
ondanks elk hun „points d' honneur".
Wie daaraan raakt, raakt aan de natie.
Tijdens de voetbalwedstrijd tussen bei
de landen laait het nationaal chauvinis
me weer huizenhoog op en wie zijn hand
uitsteekt naar België's nationale monu
ment in Brussel, dat van „Manneken
Pis" zoals dat o.a. gebeurde in de
jaren 1747 en 1817 die kan op een op
stand van de Belgische gemoederen re
kenen. Die gevoeligheden vormen de
bron en het uitgangspunt van Bert
Haanstra's nieuwe Nederlandse filmko
medie: „De zaak M.P.".
De nogal schuchtere jongeman Camille
(Albert Mol) werkt als amanuensis in
het laboratorium van de Universiteit in
Brussel. Camille is verliefd op een lief
kraamverpleegstertje, Denise Peters (In-
grid Valerius), een omstandigheid, waar
mee haar vader Philidoor (Ko van Dijk)
niet zo erg ingenomen is. Philidoor be
mint de militaire traditie; hij is oud
strijder en bestuurslid van de vereni
ging „De Vlaamse Wapenbroeder", die
o.a. het beschermheerschap voert van
het monument „Manneken Pis". Phili
door, die voorts als gids voor de Ameri
kanen werkt, is niet bijster gesteld op
Camille, in wie hij allesbehalve een
acceptabele Schoonzoon ziet.
Camille en Denise hebben elkaar le
ren kennen op een verjaardag bij tante
Leontien (Julia de Gruyter) en haar
vriendin, Ursula (Germaine Loosveld),
de tante van Denise, die in het begijn
hofje woont en wanneer Denise haar
vriendje opbelt om hem te zeggen, dat
zij twee plaatsen heeft voor België-Ne-
derland in Deurne, heeft Camille be
zwaren, omdat ze op visite moeten bij
tante Leontien, nu het heuglijke feit van
hun kennismaking net een jaar oud is.
Denise waarschuwt hem, dat haar va
der het begeerde voetbalkaartje .ge
bruikt als hij niet meegaat en als hij des
zondags achteraf besluit toch mee te
gaan, krijgt hij het kaartje van Philidoor
niet meer los. Denise's vader 'blaft hem
af en scheldt hem zelfs uit: „Held van
WaterlooVol trots ontvangt
Philidoor die zondagmorgen een groep
Nederlandse studenten (Ramses Shaffy,
Jules Croiset, Ger Smit), die naar Brus
sel zijn gekomen voor de jubileumvoet
balwedstrijd en bij die gelegenheid
„Manneken Pis" een oranje shirt aanbie
den.
Terwijl allen r.aar de wedstrijd zijn,
gaat Camille, teleurgesteld en gedepri
meerd, naar tante Leontien en klaagt
haar zijn nood. Zijn verhaal over Phili
door en diens gezwollen geestdrift bij de
kleine plechtigheid rond „Manneken
Pis" brengt hem op een idee: hij zal M.P.
stelen en het beeldje vervolgens terug
brengen om dan als held te worden ge
vierd.
Holland verliest de wedstrijd (met 1-2)
en de broodronken studenten komen op
het baldadige idee het geschonken shirt
weer terug te halen, bij welke onderne
ming ze worden gestoord door Camille,
die het terrein voor zijn onderneming
verkent en die dezelfde nacht van plan
is „M.P." te ontvoeren. Hij ontmoet daar
bij de beschonken kraandrijver Sus
(Kees Brusse) die in Camille een gla
zenwasser ziet vanwege diens ladder en
gereedschap en die door de politie wordt
weggevoerd.
Brussel is in rep en roer vanwege de
verdwijning van „M.P."! Het politie
apparaat komt op volle toeren, de radio
looft een beloning uit en Camille, bang
geworden, brengt „M.P." naar tante Le
ontien om het daar te laten onderdui
ken.
Woensdag de film:
„Zolang er mensen zijn".
Lora Meredith, een aantrekkelijke we
duwe, die in New York vaste voet aan
het toneel tracht te krij gen, raakt op
een drukke dag op Coney Island haar
dochtertje Susie kwijt in de massa en
vindt het meisje tenslotte terug bij An
nie Johnson, een vriendelijke, edelmoe
dige negerin, wier lichter gekleurde
dochtertje Sarah Jane al vriendschap
gesloten heeft met Susie. Als Lora hen
vindt, poseren de kinderen juist voor
een foto, die Steve Archer maakt. Lora
en Annie praten over hun wederzijdse
problemen, Lora's zoeken naar werk
wordt belemmerd, omdat ze Susie niet
zo veel alleen kan laten. Annie kan geen
werk .vinden, omdat ze haar kind bij zich
wil houden. Als Lora hoort, dat Annie
en iSarah Jane eigenlijk geen onderdak
hebben, neemt ze ze mee naar huis voor
de nacht.
Al spoedig blijkt, dat Annie in Lora's
flatje onmisbaar is. Geruisloos en vaar
dig brengt ze niet alleen het huishou
den op orde, maar ze zorgt ook voor
beeldig voor de kinderen en Lora gaat
geheel op haar steunen. Steve Archer,
de fotograaf, zeer aangetrokken tot Lo
ra, behoort langzamerhand tot de vaste
gasten van het huis.
Op veler verzoek wordt woensdag 30
november vertoond:
„En eeuwig zingen de bossen".
Het eerste elftal van Sportclub Rijssen
speelt zaterdag de reeds twee keer uitge
stelde wedstrijd tegen de DES-reserves te
Nijverdal en verschijnt in de volgende op
stelling: doel: Steenbergen; achter: Kos-
terbok en M. Rutterkamp; midden: Lo-
huis, Ruiterkamp en Grevelink; voor:
Schreurs, Schellevis, A. J. Rutterkamp,
Tén Bolseher en Bruggeman.
row of schraai
HET UUR DER VERLOSSING KWAM!
Eindelijk was het zover. De Russen
maakten aanstalten om verder te gaan.
Het werd hoog tijd ook. Na de ongere
geldheden op de Huttenwal was er ge
dwongen inkwartiering gevolgd. De Rus
sen kropen in de bedden van de Rijsse
naren en de laatsten sliepen zelf op het
stro. Dieks met de panne (de omroeper)
maakte bekend, dat er des avonds vuur
werk afgestoken moest worden en de vrij
heidsboom omgehakt en dat de maagden
zich in hun zondagse kledij moesten ste
ken om de bevrijders uitgeleide te doen.
Van het vuurwerk en de maagden kwam
niet veel terecht, maar de vrijheidsboom
moest er aan geloven. En Ds. Cramer
was nergens te vinden. Trouwens, de
man had groot gelijk. Want niemand
durfde naar de kerk te gaan, uit vrees
voor diefstal. Dit laatste merkte men
pas toen de Russen ophoepelden. Maar
Galatschin hoepelde niet mee. Hij bleef
voorlopig nog op de Oosterhof.
Want hij verwachte nog meer troepen.
Maar goed, de achttienduizend Russen
trokken weg. En toen Rijssen vrij was
van bezetting merkte men pas dat men
logé's had gehad. Letterlijk van alles had
den de kozakken meegenomen. In sommi
ge gezinnen had men geen lepel of vork
meer. Veel linnen was er ook gestolen.
En sieraden ook, voorzover die aanwezig
waren. De bijbels hadden zij laten liggen.
Maar de zilveren klampen had het scho
rem er wel afgebroken. Baaien rokken
en jakken van vrouwen, mooie koperen
voorwerpen, alles was van hun gading.
Maar de jeugdige Rijssenaar klapte des
ondanks in zijn handen. Het konijn was in
het hok gebleven. De burgemeesters hiel
den zitting, ieder kon zijn schade opgeven.
En als er in Rijssen naderhand geen su-
biete brand was geweest, die het raadhuis
in de as had gelegd, zouden wij nu nog
stuk voor stuk weten hoeveel die bezet
ting aan de burgers van Rijssen had ge
kost. De Vrouwe van de Oosterhof kreeg
een aantal kamers terug. Kamers, die er
zeer gehavend en ontoonbaar uitzagen.
Tijdens de uittocht leefde het gehele
richterambt Kedingen in spanning. De
richter van Kedingen had door de boer
mannen in de marke (deze stonden voor
een deel weer onder de schouten van
Wierden en Markelo) alle boeren laten
aanzeggen., dat zij met paard en wagen
te Rijssen moesten verschijnen, om de wa
pens, munitie, vrouwen en kinderen, zoe-
telaarsters enzovoort op hun wagens te
laden en de zaak naar Deventer te bren
gen. En het was mirakels geweest op die
zonnige middag in Rijssens straten. Alle
straten stonden vol met wagens van bui
ten en uit de stad. Want ook de Rijssena
ren, die over een paard beschikten, moes
ten aanspannen. In compagnieën trokken,
de Russen af, met korte tussenpozen.
Vrouwen en kinderen gingen bidden voor
het behoud van man en vader en voor
het behoud van paard en wagen. Het
Jöddeken had wel de verzekering gekre
gen, dat de Rijssenaren geen haar ge
krenkt zou worden, maar Galatschin zat
op de Oosterhof en de mannen van Rijs
sen en Kedingen hadden gedurende de
tocht te doen met roofzuchtig volk.
En daar gingen ze dan, de Haar af en
de Höfte over, op weg naar Deventer.
Het Jöddeken had hun verteld, dat De
venter een grote en rijke stad was. Be
zorgd reden de mannen henen,. Bezorgd
om hun gezinnen. Bezorgd over zichzelf
en hun paarden. De laatsten waren een
kapitaal waard. De huisman, die meer
dan één paard had, moest de overige in
leveren. Op de kastelen in het richter
ambt Kedingen werden alle paarden ge
vorderd, zelfs het hinkende paard van de
kromme Jonker van de Stoevelaar nog.
Maar de zorg voor de paarden was het
alleen niet, wat de voerlieden het hart
angstig deed kloppen. De Fransozen wa
ren wei geslagen, maar niet verslagen,
best konden zij ergens tussen Holten en
Deventer in een hinderlaag liggen en clan
kwam er een gevecht en dan was de
ramp niet te overzien. In angstige span
ning zaten vrouwen en kinderen en
ouden van dagen stil bij elkaar. Het Jöd
deken sprak de mensen moed in, maar
men leefde in een tijd, dat men te avond
niet wist wat de dag van morgen brengen
zou en zo ging men de nacht in. Tegen
twaalf uur in de nacht kwam eerst de
postkar van Ootmarsum. De postrijder
had nieuws, in Almelo waren straatge
vechten gaande. De burgers dezer stad
vochten tegen de troepen van de Vrij-
vrouwe van Almelo. De postrijder had
mannen zien, vechten en er waren er wat
in de beek gevallen. Maar de postrijder
was haastig doorgereden naar het lees-
huis buiten de stad. En bij de couranten-
paal had hij pas zijn paard water en voer
durven geven. Maar Russen of soldaten
van andere naties was hij op zijn rit
niet gepasseerd. Men gaf hem te Rijssen
nog een brief mee, die van Wijngaarden
in haast geschreven had. De brief moest
worden afgegeven aan Haar-Hendrik, dat
was de leider van het Rijssense convooi.
De brief hield in dat alles goed was. De
postrijder zette zijn onzekere toeht naar
Deventer voort. Tegen twee uur in de
nacht bereikte de postrijder de Bathmen-
se molen. En juist toen hij daar aankwam
bereikten als eersten, mannen van Rijssen
de molen. Voorzover zij wisten zou alles
goed gaan, maar Haar-Hendrik was er
niet bij. Een boer uit Ypelo hadden ze
het paard willen afnemen. Twee kozakken
waren achtergebleven. Ze hadden de boe
ren beloerd. En ze hadden de vos van
Kinckhuis er uit gepikt. Kinckhuis was
een man, klein van stuk. Hij kon tegen
de beide kozakken niet op. Maar Haar-
Hendrik reed achter Kinckhuis en schoot
toe. Een der Russen trok zijn zwaard om
Kinckhuis neer te slaan. Maar hij was
een ogenblik te laat. Haar-Hendrik had
met de wagenrong van zich afgeslagen
en die kozak zou er niet van navertellen.
En juist toen de andere Rus Kinckhuis de
kop wilde kloven, was hij een seconde
te laat. Een flinke slag met de wagen
rong deed ook deze Rus ter aarde stor
ten. De aankomende boeren overlegden
met Haar-Hendrik. Er was geen tijd te
verliezen. De Bielemannen van Rijssen
en Kedingen (dit waren mannen, die geen
paard rijk waren, maar in het convooi
mee moesten met bijlen en, schoppen om
mogelijke wegversperringen op te rui
men) groeven gauw op order van Haar-
Hendrik twee graven. Daar werden de
beide Russen in geborgen. Zand er over!,
fluisterden de voerlieden elkaar toe en
voort ging het in de richting van de Bath-
mense molen.
BIJ DE BATHMENSE MOLEN.
Hier gaf de postrijder de brief van
Van Wijngaarden aan Haar-Hendrik. Deze
verbrak het lak en wilde juist beginnen
te lezen toen de diligence van Enschede
stopte bij de molen en alarm sloeg. Prui
sen en Schotten waren rovende en plun
derende van Goor naar Deventer onder
weg. Haar-Hendrik achtte het geraden
met de Rijssenaren de vlucht te nemen.
Na een kort beraad gingen de meeste boe
ren van Kedingerland over Loo in de
richting Markelo. Het was vier uur in de
morgen toen de nachtwacht van Rijssen
kon melden, dat de eerste Rijssenaren
binnenkwamen. Het Jödideken was de
hele nacht niet uit de broek geweest, hij
liep de voerlieden tegemoet. Men riep hem
toe, dat voor Rijssen alles goed was. Dit
betekende dat de voerlieden allen bij
elkaar waren. Schmoel liep opgeruimd,
moe en slaperig naar huis. Een man uit
de Bouwstraat liep op zijn sokken de
Haarstraat in en riep om hulp. Hevig
met de armen zwaaiend, riep hij tegen
Schmoel, dat er kozakken waren, die aan
het moorden waren bij Varken-Jan, een
veehandelaar.
SCHMOEL SNELT TE HULP!
Het Jöddeken trommelde de naast bijzijn-
de burgemeester uit het bed. De burge
meester nam de greep en snelde in de on
derbroek mee. Anderen volgden. Bij on
derzoek bleek, dat men niet het gezin van
Varken-Jan uitmoordde, maar dat men
het op de varkens voorzien had. Drie ko
zakken, die waren achtergebleven, had
den zich voorgenomen om een paar beste
varkens mee te nemen. Rijssen kwam op
de been en met vereende krachten over
meesterde men de Russen en sloot ze op
in de toren. Daarna hield men beraad.
Het moest gauw gebeuren, want in deze
ongewisse dagen konden er elk ogenblik
Russen komen en dan was Rijssen in
last. In de vroege morgenuren moest er
een delegatie naar de Oosterhof. Twee
burgemeesters zouden gaan, het Jöddeken
en meester Van Wijngaarden. Zonder be
denken stapte het viertal naar de Ooster
hof, waar na veel rumoer boven de ramen
opengingen. Uit het ene raam keek sla
perig de oppasser van Galatschin en uit
het andere raam een verschrikte Vrouwe
van de Oosterhof.
VAN COEVERDEN,