Rijssen buiten de wallen
Fraaie tentoonstelling in Sshildschool
Internationale
Correspondentie week 1960
R.K.S.V.-N.E.0.
1-1
Opkomende pijn
Sanapirm
Dahliatentoonstelling
voldeed aan verwachtingen
FILMMietjWS
RIJSSENS
OUDHEDEN
Jaargang 38. No. 38 (Tweede Blad).
VRIJDAG 30 SEPTEMBER 1960
Weekblad voor Rijssen
In een der lokalen van de Schildschool
werd donderdagavond de jaarlijkse ten
toonstelling gehouden van bloemen, plan
ten, enz., gekweekt door de leerlingen
van deze school. In het voorjaar n.l. wor
den aan de leerlingen stekjes uitgedeeld,
welke moeten worden opgekweekt en de
beste resultaten worden met prijzen be
loond. Ook de ouders van de leerlingen
doen hun best met het samenstellen van
mooie bakjes.
De heer J. Nijhoff, hoofd dezer school,
onder wiens enthousiaste leiding deze
tentoonstelling werd georganiseerd, had
zelf een groot stuk werk verricht door het
samenstellen (met hulp van enkele leer
lingen) van een prachtige plaquette met
allerlei soorten paddestoelen, een en an
der fraai verlicht, welk geheel een prach
tig onderdeel van deze tentoonstelling
vormde. In totaal waren hierin ruim 400
paddestoelen verwerkt.
De jury werd gevormd door de heren
G. J. Slagman en J. van den Berg.
De uitslagen waren als volgt: klasse 1
en 2: le prijs Henk Pijffers (bouwste
nen); 2e pr. Janna ten Hove (ganzen
bord); 3e pr. Rietje Dokters (circus).
Klasse 3: le pr. Jenny Nieuwenhuis
(Lineke Sproet)2e pr. Felix Thomassen
(Hoedje wip); 3e pr. Gerrit Bannink
(sport-kwartet).
Klasse 4: le pr. Dini Baan (Ria's School
reisje); 2e pr. Dini de Groot (Hou er de
moed maar in)3e pr. Gerrit van Gee-
nen (bal).
Men deelde ons mede, dat de Interna
tionale Correspondentieweek weer voor
de deur staat. Zij wordt n.l. gehouden van
9 t/m 15 oktober a.s. Het doel van deze
correspondentieweek is, dat mensen door
middel van de BRIEF nationaal en inter
nationaal met elkaar in contact treden en
deze contacten onderhouden.
Om te stimuleren dat juist in deze week
een brief aan vriend, kennis of verwant
wordt geschreven, stelt de kantoorboek
handel weer speciale enveloppen hiervoor
gratis beschikbaar. Wanneer deze enve
loppe gebruikt wordt, bestaat er een kans
dat de afzender een prettige verrassing
wacht.
Op elke werkdag in deze week worden
n.l. door de directeuren van de 12 districts
kantoren der PTT een aantal brieven (in
de speciale enveloppe) gelicht, de namen
der afzenders worden genoteerd en per
telegram doorgegeven aan een notaris in
Amsterdam.
De notaris bepaalt de winnaars van de
eerste tot en met de derde prijs. Aan de
overige afzenders, van wie enveloppen ge
trokken zijn, wordt een troostprijs toege
zonden in de vorm van vulpennen, ball
points, fotoalbums enz.
De prijzen per dag bestaan uit:
1. 1000 treinkilometers le kl. f 40,
zakgeld.
2. 500 treinkilometers le kl. f 25,
zakgeld.
3. 250 treinkilometers le kl. f 15,
zakgeld.
Zoals u zich misschien zult herinneren
viel 2 jaar geleden een eerste prijs in
Rijssen. Het vorige jaar viel er weliswaar
geen hoofdprijs, doch wel ongeveer 15
troostprijzen. Doet u ook mee?
Vriendschap blijft als u schrijft!
In een spannende enerverende strijd
heeft het Bornse NEO aan het gelijke
spel meer gekregen dan haar toekwam.
De Rijssenaren, die vooral een goede par
tij speelden hebben de beste kansen ge
had.
Reeds na 3 minuten spelen gaf M. Oude
Luttighuis de thuisclub reden tot juichen,
maar scheidsrechter Brinkman, die te
veelvuldig de fluit hanteerde, keurde om
onbegrijpelijke redenen dit doelpunt af.
RKSV hield het initiatief. Stopper Veld
hof redde even later vanaf de doellijn,
terwijl na een half uur spelen midvoor
Miarkslag een keihard schot alleen voor
keeper Ooink staande door deze doelman
gestopt zag. Aan de overzijde moest kee
per Pfeiffer ook een paar keer redding
brengen.
Direkt na rust kreeg de linksbinnen
der thuisclub G. Klein Rouweler 2 uit
stekende kansen, die hij jammerlijk om
zeep bracht. Hierna kwam NEO meer in
de aanval en de Rijssense verdediging,
waarin linksback Wolters uitblonk, kreeg
handen vol werk. Seelen, zowel als te
Kiefte losten enkele gevaarlijke schoten,
maar ze vonden steeds doelman Pfeiffer
op zijn plaats. In de 25e minuut nam NEO
met een uitstekend doelpunt de leiding.
Rechtsbuiten Nieuwenhuis slaagde erin
een kopbal van midvoor Seelen in een
doelpunt om te zetten. In de 30e minuut
scoorden de oranjewitten de meer dan
verdiende gelijkmaker. Linksbuiten Tus-
veld doelpuntte uit een voorzet van mid
voor Markslag. Even later kreeg Mark
slag met alleen doelman Ooink voor zich
weer een uitstekende kans, maar hij mis
te. Onder hoogspanning verstreken de
laatste minuten van deze op goed peil
staande wedstrijd.
Klasse 5: le pr. Henk Rutterkamp (Bol
le Guus); 2e pr. Jan Willems; 3e pr. Ma-
rinus Scherphof.
Klasse 6: le pr. Jenny Eertink (Avon
turen van het Oosten)2e pr. Arie
Schreurs (mondorgel); 3e pr. Jenny
Grooten (kam en, borste)l.
Klassen 7 en 8: le pr. Arend Jan Pijf
fers (verfdoos); 2e pr. Jan Webbink
(Spookhuis aan de Amstel)3e pr. Dini
Smeijers (witte parels).
Vazen: le pr. Gerry ter Harmsel (blau
we parels); 2e pr. W. Mulder; 3e pr.
Dick Wolterink (De avontuurlijke reis
om de wereld).
Bakjes kinderwerk: le pr. Derkje
Schepers; 2e pr. Rob Zand; 3e pr. Eddy
van Veen; 4e pr. Anke Steenhuizen; 5e
pr. Sisa Pluimers.
Ouderstukjes: le pr. Eva de Lange
(Robbedoes); 2e pr. Harry Ehrenhard;
3e pr. Gerrit Webbink; 4e pr. Rie Smeij
ers; 5e pr. Jan Ehrenhard.
In totaal waren op deze tentoonstel
ling 113 planten, 25 vazen en 46 bakjes.
COLLECTE D.E.L.
De collecte voor de instelling „Draagt
Elkanders Lasten" (D.E.L.) heeft in Rijs
sen opgebracht een bedrag van f 1224.35.
kouof griep,blustUsnel uitmetde
veelzijdig samengestelde
MIJNHARBT
Koker 50 tabl. 90 ct. 25 tabl. 60 ct.
De dahliatentoonstelling, die vrijdag
avond door de heer G. J. Slagman in ho
tel Gijsbers geopend werd, trok reeds de
eerste avond veel belangstelling, w.o. de
beide Rijssense wethouders J. Goosen en
J. A. Scholman en gemeentesecretaris C.
Lugtigheid. Dat dit bezoek de moeite
waard was en aan de gestelde verwach
tingen voldeed, bleek duidelijk uit 't ten
toongestelde. Veel werk is door de leden
van „Flora" hieraan besteed. Ondanks de
slechte weersomstandigheden was de kwa
liteit uitstekend te noemen, al had de
kwantiteit hieraan ongetwijfeld geleden.
De jury, bestaande uit de heren Floeven-
berg en Mikkers waren zeer tevreden
over het geëxposeerde. Rijssen, een der
weinige plaatsen in Twente waar een
dahliatentoonstelling floreert kan trots
zijn op deze vereniging.
De uitslagen waren als volgt:
Decoratief: 1. Combinatie J. Schulen-
burg-G. J. Ligtenberg; 2. J. Hartgerink;
3. J. Rutterkamp; 4. J. ter Plarmsel; 5.
J. ter Harmsel; 6. J. Rutterkamp.
Cactusdahlia's: 1. J. Ilbrink; 2. J. ter
Harmsel; 3. M. Klein Ligtenberg; 4. J. ter
Harmsel; 5. J. Rutterkamp; 6. Combi
natie J. Schulenburg-G. J. Ligtenberg; 7.
E. Dommerholt; 8. J. ter Harmsel; 9. J.
Ilbrink; 10. J. W. Keyzer; 11. M. Klein
Ligtenberg; 12. M. Klein Ligtenberg.
Pompon dahlia: 1. Combinatie J. Schu-
lenburg-Ligtenberg; 2. J. Dam-Wiechers;
3. L. Jansen-J. W. Pongers; 4. J. Harbers.
5. Combinatie J. Schulenburg-Ligtenberg.
Gemengde Vazen: 1. M. Klein Ligten
berg; 2. Combinatie J. Ehrenhard-Engel-
bert; 3. G. J. v. d. Maat.
PARKGEBOUW RIJSSEN
Vrijdag en zaterdag de vrolijke film:
„Als m'n grote broer dat wist".
Een cocktail, gekruid met nieuwe
schlager-melodiën, vrolijke intrigues en
trucjes van verliefde harten rondom Con-
ny Froboess en Fred Bertelmann, beiden
populair door hun grammofoonplaat-suc
cessen, leverde de stof voor de nieuwe
filmkomedie „Als m'n grote broer dat
wist!"
Fred Bertelmann zag zich de rol van
de grote broer toebedeeld. Hij is de be
roemde en geadoreerde schlager-zanger,
die de aangenaamheden des levens beslist
niet de rug toekeert en die niet al te
sentimenteel en consciëntieus omspringt
met de ontvlamde vrouwenharten rondom
hem. Daarnaast heeft hij overigens de
niet geringe taak tegelijkertijd opvoeder,
vader en moeder te zijn voor zijn spring
levend zusje, dat de muziek ook danig
in het bloed zit. Deze al aardig zelfbe
wuste jongedame neemt zelf het roer in
handen, wanneer ze met verrassende
energie de kleine en minder kleine zwak
heden van haar grote broer, die haar al
lerminst verborgen blijven, zelf begint te
corrigeren. Zo slaagt ze er wonderwel in
haar broer bij de ene na de andere be
wonderaarster „stuk te maken" om hem
meer voor zichzelf op te eisen.
Vandaar dat broerlief meer dan genoeg
krijgt van zijn obligate pedagogische acti
viteiten en zijn zusje in een internaat
voor jongedames onderbrengt, waar ze
haar examen als tolk moet doen. Van
haar jongemeisjesdroom, waarin ze zich
al ziet als gevierd zangeresje, dat de voet-
DE SCHOOLMEESTER MOEST NOG
EVEN WACHTEN.
DE RIJSSENAREN ZETTEN EERST
DE BAJONET OP HET GEWEER.
Nog vóór de benoeming van een school
meester kreeg de stad Rijssen hooglo
pende onenigheid met de ou^e Vrouwe
van de Oosterhof. Zij, de douairière, een
geboren baronesse Sloet, had het met
de magistraat van Rijssen aan de stok.
In april 1784 besloten burgemeesteren,
schepenen en de raad wapens aan te
schaffen om de stad te verdedigen. Jonge,
jonge, dat was wat! En als klap op de
vuurpijl werd er bij besloten, dat de
armlastigen als soldaten zouden fungeren.
Na vele vergaderingen op het oude stad
huis, en na veel gepreek en. geklets onder
de stadslinde, besloot men voorlopig voor
duizend gulden geweren, munitie en veel
bajonetten aan te schaffen. Dit ging na
tuurlijk niet in eenmaal. De stadsontvan
ger kon zich niet tot de laatste cent uit
geven. Daarom verkocht men het erve
de Biesterije maar aan een baron van
Dedem. En de burgemeesters hadden het
niet de moeite waard geacht om de
douairière van de Oosterhof daarin te
kennen. En nu liep de oude adelijke
dame overdag tandenknersend over haar
landgoed, tenminste als zij nog tanden
had. Op zichzelf zou de verkoop van de
Biesterije geen grote gevolgen hebben
gehad, maar dat zonder de hoge Vrouwe
het erve maar zo verpatst was aan een
vreemde baron, dat was meer dan de
oude dame verdragen kon. De Rijssenaren
liepen maar zo, op sokken en kousen,
over haar heen, waar bleef zodoende de
hoge heerlijkheid.
Natuurlijk wist de Vrouwe van de Oos
terhof wel, wat er te Rijssen omging.
Haar rentmeester Berends stelde haar
wel op de hoogte, maar de burgemeesters
Vierman, Stokkers, Ten Bos, Janssen
en Ter Horst hadden maling aan de oude
tante op de Oosterhof. Een comité uit de
burgerij had een snorkende brief aan de
burgemeesters gestuurd, waarvan de in
houd hierop neerkwam, dat men ver
langde dat een deel van de burgerij onze
oude goed stad van Rijssen tegen elke
binnen,- en buitenlandse vijand zou moe
ten kunnen verdedigen. De comitéleden
somden verder op, wat er aan wapens
aangeschaft moest worden. De burgemees
ters vonden dat dit mannentaal was. Ter
wijl men daarmede bezig was, werd op
een avond de schoolmeester in de goot
geslagen en hij werd gestompt en ge-
geduwd, zodat hij piepte als een muis. En
daarna ging een expresse naar Dordrecht.
Drie dagen later had Rijssen zijn school
meester, die vloeiend Frans sprak, maar
geen Riessens. En daardoor kwam het,
dat de burgemeesters herhaaldelijk:
watte?, riepen, wanneer zij de nieuwbak
ken schoolmeester niet begrepen. De
nieuwe schoolmeester was een. keurig
heer. Hij vond de school een varkenshok,
smeet de doornenstok, waarmee voor!-
dien de kinderen werden afgeranseld, uit
het raam en roede, plak en duif de deur
uit, als zijnde uit de tijd. Hij deed de bur
gemeesters stom verbaasd staan door zijn
eis voor een beter schoolgebouw. En de
oude Vrouwe van de Oosterhof jammer
de ach en wee. Het was een verregaande
brutaliteit om te Rijssen zulke nieuwe
ideeën in te voeren. Maar op de Stoeve-
laar, Eversberg en de Grimberg was men
in zijn nopjes. Rijssen had tenminste nu
nog eens een schoolmeester, waarmede
men uit de voeten kon komen. En als
koster oogstte de man de lof der predi
kanten. Alleen de oude Mevrouw van de
Oosterhof had Van Wijngaarden niet de
rechte man op de rechte plaats gevonden.
De schoolmeester had haar aangesproken
met mevrouw. Wat verbeeldde de kerel
zich wel. Haar de Hoogwelgeboren Vrou
we op één lijn te Stellen met een dokters-
en burgemeestersvrouw. Daarbij kwam,
dat de nieuwe schoolmeester een voortref
felijk voorlezer in de kerk bleek te zijn,
maar zich de onvrede op de hals haalde
door opmerkingen te maken over de du
bieuze toestand van de kerktoren, die drin
gend herstel nodig had. Na verloop van
enkele maanden was men aan de nieuwe
schoolmeester gewoon geraakt, het was
een nieuwe meister, die van alle nieuwe
kunsten te Rijssen invoerde.
Intussen, duurde de strijd om de bewa
pening met de Vrouwe van de Oosterhof
voort. De oude dame had veel noten op
haar zang. Zij had b.v. niet eens inzage
gehad van het fonds, waaruit de stads-
bewapening bekostigd moest worden. En
onder de hand ontstond er te Rijssen
zelf onenigheid over het uitdelen der aan
geschafte geweren. Een groot deel van
meente en raad vond het een twijfelachtig
geval de geweren uit te delen aan de
armlastigen. Je kon nooit weten of ze
geen opstand zouden verwekken. En de
burgemeesters voelden er weinig voor,
om zich in de naastbije toekomst te la
ten ringeloren door de gewapende armen.
Zo sukkelde men nog een, paar jaar
voort, totdat men definitief besloot een
stadsschutterij op te richten.
HET WAS 1787 GEWORDEN.
GROTE GEBEURTENISSEN
STONDEN VOOR DE DEUR.
De schutterij te Rijssen bleef buiten
de politiek dier dagen, al was de stad
dan wel in twee kampen verdeeld.
Op het Schild te Rijssen had een in
cident plaats, waar men jaren nadien
nog over sprak. Wij schreven boven reeds,
dat Rijssen besloten had zich tegen bin
nen- en buitenlandse vijanden te be
schermen. Men poetste dagelijks de ge
weren na de schietoefeningen en, stofte
de uniformen af. Men begon al aardig
raak te schieten en met zestig geweren
dacht men al heel wat uit te richten. Naast
de zestig schutters waren er ook nog
een flink aantal bajonetmannen en tam
boers en pijpers. Wanneer dan dit stede
lijk leger door Rijssen trok, dan glom
men van genoegen. Heel Rijssen stond
voor de niendeur, vol trots keek men naar
de keurig marcherende mannen. Toen
eens de patriotten-predikant aan de lui-
tenant-colonel van Ittersum vroeg, die een
paar dagen bij zijn oude moeder op visite
was, wat de luitenant-colonel er van
dacht, antwoordde deze: Snert! Deze
bende is met het kwartier van de baan.
Dit was harde taal, doch de taal van een
vakman. Men dacht te Rijssen, dat de
Jonker de gek stak met Rijssens keur-
koaps, omdat zijn moeder, de Vrouwe
van de Oosterhof, er niet in gekend was,
en toch zou de man gelijk krijgen.
DE PATRIOTTENDOMINEE
WORDT TERECHT GEZET!
Hals over kop kwam de Potkanne met
zijn kruiwagen Rijssen binnen. De tong
hing hem bijna op het derde knoopsgat.
De Potkanne bracht Jobstijdingen mee.
Negenhonderd Pruisen, huzaren waren
het, zij waren bij Ootmarsum over de
grens gekomen, zij hadden te Ootmarsum
de stedelijke soldaten ontwapend en had
den daarna bij wijze van afstraffing de
patriotten-aanvoerders een, maal voor de
blote bips gegeven en zo de orde her
steld. Daarna waren ze naar Almelo op
gerukt en hadden op de markt louter
uit balorigheid al de stenen pannen en
potten van de Potkanne in de kruiwagen
stukgeslagen. En de Potkanne was nog
wel prinsgezind. De Rijssense schutterij
was niet prinsgezind en ook niet pa-
triotisch. De schutters zaten aan hun
stadseed. Maar dat nam niet weg dat de
geagiteerde mededeling van de Potkanne
Rijssen danig op stelten zette. Binnen
een paar uur was er geen kip meer op
straat. En in de toren had de stedelijke
schutterij post gevat. Maar hoe dan ook,
de Potkanne had waarheid gesproken.
Toen Almelo was schoongeveegd van pa
triotten, kwam een dag later Rijssen
aan de beurt. Wat keken de Rijssenaren
op, toen daar ongeveer dertienhonderd
moffen binnenmarcheerden, met aan het
hoofd de majoor Blücher. Er viel te Rijs
sen niet veel te ontwapenen, want al da
gen te voren had de oude Vrouwe van
de Oosterhof een, tip gekregen, dat de
majoor Blücher de oranjemannen op het
kussen zou helpen. En van de Rijssense
burgemeesters kon men nu niet bepaald
zeggen, wat voor kleur zij hadden. Zij
waren Riessens, dat stond buiten twijfel,
maar verder keken zij de kat uit de boom.
Zij moesten eerst nog zien wat metter
tijd het beste was, want de tijden waren
zeer onzeker. De dominee was zeer pa
triottisch. Maar toen Blücher kwam, werd
de dominee gehaald en hij moest met
Blücher klinken op de Prins van Oranje.
En dan gebood de moffen-majoor hem,
dat hij alle dagen moest bidden voor het
welzijn van de prins, dat was goed voor
Zijne Hoogheid, maar ook voor de ge
zondheid van de predikant. En de Rijs
sense schutterij? Och, de Duitse majoor
dacht, dat die mannen in de toren zich
daar uit bescheidenheid hadden terugge
trokken. Zij zetten hun stokken en koezen
netjes in de hoek van de toren. En de oude
Vrouwe van de Oosterhof lachte. De wa
pens waren veilig naar haar kasteel ge
bracht. Maar wie mocht denken dat de
burgers van de stad Rijssen zich daar bij
neer zouden leggen, die heeft het niet
bij het rechte eind. Nauwelijks had Blü
cher de hielen gelicht of als kat en hond
stonden de patriotten en prinsgezinden
weer tegenover elkaar. De predikant riep
rechtskundige bijstand in van de Olden-
zaalse advocaat
Mr. JAN YVILEM RACER.
De Vrouwe van de Oosterhof ook. De
advocaat werkte met groot elan. Men
moet goed in de gaten houden dat het
stedelijk bestuur hiermede niets van doen
had. Voor de Vrouwe van de Oosterhof
was het een prestige-kwestie en voor de
dominee ook. En de advocaat was zelf ook
een patriot. Maar Schmoel, de Joodse
veehandelaar, bleef vorstelijk neutraal.
Op de Schild riep hij: Nah! Het is egaal,
of je gekrabd wordt van de kat of van
de kater, krabben doen ze allebei, en dan
dook hij weer onder in zijn veehandel.
Maar dit stond vast, volgens Van Wijn
gaarden was men er nog lang niet. En
die schoolmeester kende niet alleen Frans
maar ook de wereld en daar moest je nu
eenmaal voor staan.
VAN COEVERDEN.
sporen van haar beroemde broer volgt,
wil hij alsnog niets weten.
Nauwelijks bevrijd van de censuur
van zijn zusje, stort hij zich met plezier
in zijn „bevrijd" leven, ook al omdat hij
op het punt staat te trouwen met Gwen-
dólin, de dochter van zijn impessario.
Zonder snor en ook overigens incognito
stroopt hij met een vriend het roman
tische Salzburgse land af en met geest
drift stelt hij zich schadeloos voor het
verlies van zijn vrijheid, die hij op het
punt staat op het altaar van het huwe
lijk te offeren. Vermomd als een rasechte
Tiroler herkent Conny, zijn eigen zuster,
hem niet eens, om van zijn aanstaande
vrouw Gwendolin maar niet te spreken.
Toch kan een grote broer zijn bijde-
hande zusje niet heel lang om de tuin
leiden en tenslotte moet hij haar toe
staan een eigen jazz-band op te richten,
zodat de muzikale teenager nog een
ernstige concurrente wordt ook! Daarom
niet getreurd, want alle turbulente con
flicten worden toch nog tot ieders tevre
denheid en bijzonder ritmisch opgelost.
Zelfs Gwendolin, die intussen haar vlotte
aanstaande man al ontmaskerd heeft, is
dank zij Conny's diplomatieke bemidde
ling tot een verzoening bereid. Eind goed
al goed, en één-nul voor Conny.
Woensdag de film:
„In de grefep der spionnage".
Wanneer Klaus Martens, die in de Oost
zone van Duitsland onschuldig tot 25 jaar
tuchthuisstraf veroordeeld werd, na vijf
jaar plotseling vrijgelaten, in zijn Mün-
chense woning terugkeert, wordt de aan
vankelijke blijdschap van de hereniging
met zijn vrouw Gitta overschaduwd door
haar voortdurende afwezigheid in ver
band met haar betrekking. Aanvankelijk
verwondert Martens zich alleen over het
„type- en vertaalbureau", waarvoor een
onsympathieke vrouw, zekere Olga, haar
op de zonderlingste uren komt halen
later wordt hij wantrouwend. Temeer,
omdat Gitta er nooit rechtstreeks voor
uitkomt, wat zij 's avonds eigenlijk doet.
Martens wil aan die situatie een eind ma
ken en verlangt, dat Gitta haar baantje
opzegt op staande voet.
Dat is in de prantijk niet zo gemakke
lijk. Immers, om haar man vrij te krij
gen is Gitta in contact gekomen met een
zekere Fischer, chef van een ondergrond
se bende, die inlichtingen van allerlei aard
smokkelt tussen Oost- en West-Duitsland.
Fischer was bereid zijn best te doen Klaus
Martens uit de gevangenis te krijgen, als
Gitta voor hem wilde werken. Nu echter
Martens, weliswaar door een vergissing,
vrijgekomen is, wil Gitta haar contact met
Fischer verbreken. Dat is niet zo gemak
kelijk: Gitta weet te veel. Tijdens een
korte woordenwisseling met Fischer
dreigt ze uit de school te klappen, wan
neer hij haar niet laat gaan.
Intussen is Klaus Martens in zijn een
tje op onderzoek uitgetrokken en wan
neer hij zijn vrouw 's avonds in de bar
van een duur hotel met een oudere heer
aantreft, denkt hij alles te weten. Hij ont
neemt Gitta de kans hem alles uit te leg
gen, pakt zijn koffer en gaat weg. Die
zelfde avond komt hij echter terug om
van Gitta alsnog de waarheid te horen.
Een catastrophe wacht hem: Gitta ligt
dood in een stoel, gewurgd met een lus
van koperdraad.
Zijn radeloosheid en de angst voor de
gevangenis, die hij pas verlaten heeft,
weerhouden hem de politie te bellen, maar
zijn kleine collega Marianne uit het be
drijf waar hij als chauffeur werkt, over
reedt hem en neemt hem mee naar het
bureau van politie.
Het mysterie wordt nog groter, wan
neer het lijk van Gitta spoorloos ver
dwenen blijkt en - de concierge van het
huis hem in bijzijn van de politie een brief
overhandigt, waarin Gitta hem doet weten
dat ze hem verlaten heeft. Hij hoeft niet
te proberen haar te vinden. De politie
neemt aan, dat Martens met zijn wurg-
verhaal spoken heeft gezien. Maar dan
verschijnt een zekere Braun, een scherp
zinnig speurder van de Westduitse contra
spionagedienst en die denkt er anders
over. De omstandigheden, waaronder Git
ta volgens Martens' verklaring vermoord
werd en de argwaan, die haar werk bij
Martens wekte, wijzen hem een spoor dat
hij al lang zoekt. Hij verklaart Martens,
waaróm zijn vrouw als 'agente' mee
werkte en waarom zij uit de weg moest
worden geruimd. Hij legt hem uit, dat
hij Martens zelf in gevaar verkeert
en stelt hem voor nu mee te werken om
de tegenstanders te ontmaskeren. Mar
tens trekt nu alleen op onderzoek uit,
maar Braun laat hem niet los en blijft
hem volgen. Martens merkt nauwelijks
dat hij de speurhond is, die door Braun
en zijn mensen geschaduwd wordt. Wan
neer Martens ten slotte de bende op het
spoor komt en zijn eigen leven aan een
zijden draadje komt te hangen, zijn Braun
en zijn mensen te laat om de héle bende
op te rollen. De leider van de bende, de
man die achter de schermen van „het
net" werkt, ontsnapt.
Als alles achter de rug is, kijken twee
mensen elkaar in de ogen: Martens en
Braun. Zij beseffen, dat de geschiedenis
nog niet is afgelopen. Martens heeft de
onbekende, die aan de touwtjes trekt, ge
zien. Zoals eerst Gitta, weet nu dus hij te
veel. Ze zullen hem niet met rust laten
er wacht nieuwe strijd.