Rijssen buiten de wallen Fraaie tentoonstelling in Sshildschool Internationale Correspondentie week 1960 R.K.S.V.-N.E.0. 1-1 Opkomende pijn Sanapirm Dahliatentoonstelling voldeed aan verwachtingen FILMMietjWS RIJSSENS OUDHEDEN Jaargang 38. No. 38 (Tweede Blad). VRIJDAG 30 SEPTEMBER 1960 Weekblad voor Rijssen In een der lokalen van de Schildschool werd donderdagavond de jaarlijkse ten toonstelling gehouden van bloemen, plan ten, enz., gekweekt door de leerlingen van deze school. In het voorjaar n.l. wor den aan de leerlingen stekjes uitgedeeld, welke moeten worden opgekweekt en de beste resultaten worden met prijzen be loond. Ook de ouders van de leerlingen doen hun best met het samenstellen van mooie bakjes. De heer J. Nijhoff, hoofd dezer school, onder wiens enthousiaste leiding deze tentoonstelling werd georganiseerd, had zelf een groot stuk werk verricht door het samenstellen (met hulp van enkele leer lingen) van een prachtige plaquette met allerlei soorten paddestoelen, een en an der fraai verlicht, welk geheel een prach tig onderdeel van deze tentoonstelling vormde. In totaal waren hierin ruim 400 paddestoelen verwerkt. De jury werd gevormd door de heren G. J. Slagman en J. van den Berg. De uitslagen waren als volgt: klasse 1 en 2: le prijs Henk Pijffers (bouwste nen); 2e pr. Janna ten Hove (ganzen bord); 3e pr. Rietje Dokters (circus). Klasse 3: le pr. Jenny Nieuwenhuis (Lineke Sproet)2e pr. Felix Thomassen (Hoedje wip); 3e pr. Gerrit Bannink (sport-kwartet). Klasse 4: le pr. Dini Baan (Ria's School reisje); 2e pr. Dini de Groot (Hou er de moed maar in)3e pr. Gerrit van Gee- nen (bal). Men deelde ons mede, dat de Interna tionale Correspondentieweek weer voor de deur staat. Zij wordt n.l. gehouden van 9 t/m 15 oktober a.s. Het doel van deze correspondentieweek is, dat mensen door middel van de BRIEF nationaal en inter nationaal met elkaar in contact treden en deze contacten onderhouden. Om te stimuleren dat juist in deze week een brief aan vriend, kennis of verwant wordt geschreven, stelt de kantoorboek handel weer speciale enveloppen hiervoor gratis beschikbaar. Wanneer deze enve loppe gebruikt wordt, bestaat er een kans dat de afzender een prettige verrassing wacht. Op elke werkdag in deze week worden n.l. door de directeuren van de 12 districts kantoren der PTT een aantal brieven (in de speciale enveloppe) gelicht, de namen der afzenders worden genoteerd en per telegram doorgegeven aan een notaris in Amsterdam. De notaris bepaalt de winnaars van de eerste tot en met de derde prijs. Aan de overige afzenders, van wie enveloppen ge trokken zijn, wordt een troostprijs toege zonden in de vorm van vulpennen, ball points, fotoalbums enz. De prijzen per dag bestaan uit: 1. 1000 treinkilometers le kl. f 40, zakgeld. 2. 500 treinkilometers le kl. f 25, zakgeld. 3. 250 treinkilometers le kl. f 15, zakgeld. Zoals u zich misschien zult herinneren viel 2 jaar geleden een eerste prijs in Rijssen. Het vorige jaar viel er weliswaar geen hoofdprijs, doch wel ongeveer 15 troostprijzen. Doet u ook mee? Vriendschap blijft als u schrijft! In een spannende enerverende strijd heeft het Bornse NEO aan het gelijke spel meer gekregen dan haar toekwam. De Rijssenaren, die vooral een goede par tij speelden hebben de beste kansen ge had. Reeds na 3 minuten spelen gaf M. Oude Luttighuis de thuisclub reden tot juichen, maar scheidsrechter Brinkman, die te veelvuldig de fluit hanteerde, keurde om onbegrijpelijke redenen dit doelpunt af. RKSV hield het initiatief. Stopper Veld hof redde even later vanaf de doellijn, terwijl na een half uur spelen midvoor Miarkslag een keihard schot alleen voor keeper Ooink staande door deze doelman gestopt zag. Aan de overzijde moest kee per Pfeiffer ook een paar keer redding brengen. Direkt na rust kreeg de linksbinnen der thuisclub G. Klein Rouweler 2 uit stekende kansen, die hij jammerlijk om zeep bracht. Hierna kwam NEO meer in de aanval en de Rijssense verdediging, waarin linksback Wolters uitblonk, kreeg handen vol werk. Seelen, zowel als te Kiefte losten enkele gevaarlijke schoten, maar ze vonden steeds doelman Pfeiffer op zijn plaats. In de 25e minuut nam NEO met een uitstekend doelpunt de leiding. Rechtsbuiten Nieuwenhuis slaagde erin een kopbal van midvoor Seelen in een doelpunt om te zetten. In de 30e minuut scoorden de oranjewitten de meer dan verdiende gelijkmaker. Linksbuiten Tus- veld doelpuntte uit een voorzet van mid voor Markslag. Even later kreeg Mark slag met alleen doelman Ooink voor zich weer een uitstekende kans, maar hij mis te. Onder hoogspanning verstreken de laatste minuten van deze op goed peil staande wedstrijd. Klasse 5: le pr. Henk Rutterkamp (Bol le Guus); 2e pr. Jan Willems; 3e pr. Ma- rinus Scherphof. Klasse 6: le pr. Jenny Eertink (Avon turen van het Oosten)2e pr. Arie Schreurs (mondorgel); 3e pr. Jenny Grooten (kam en, borste)l. Klassen 7 en 8: le pr. Arend Jan Pijf fers (verfdoos); 2e pr. Jan Webbink (Spookhuis aan de Amstel)3e pr. Dini Smeijers (witte parels). Vazen: le pr. Gerry ter Harmsel (blau we parels); 2e pr. W. Mulder; 3e pr. Dick Wolterink (De avontuurlijke reis om de wereld). Bakjes kinderwerk: le pr. Derkje Schepers; 2e pr. Rob Zand; 3e pr. Eddy van Veen; 4e pr. Anke Steenhuizen; 5e pr. Sisa Pluimers. Ouderstukjes: le pr. Eva de Lange (Robbedoes); 2e pr. Harry Ehrenhard; 3e pr. Gerrit Webbink; 4e pr. Rie Smeij ers; 5e pr. Jan Ehrenhard. In totaal waren op deze tentoonstel ling 113 planten, 25 vazen en 46 bakjes. COLLECTE D.E.L. De collecte voor de instelling „Draagt Elkanders Lasten" (D.E.L.) heeft in Rijs sen opgebracht een bedrag van f 1224.35. kouof griep,blustUsnel uitmetde veelzijdig samengestelde MIJNHARBT Koker 50 tabl. 90 ct. 25 tabl. 60 ct. De dahliatentoonstelling, die vrijdag avond door de heer G. J. Slagman in ho tel Gijsbers geopend werd, trok reeds de eerste avond veel belangstelling, w.o. de beide Rijssense wethouders J. Goosen en J. A. Scholman en gemeentesecretaris C. Lugtigheid. Dat dit bezoek de moeite waard was en aan de gestelde verwach tingen voldeed, bleek duidelijk uit 't ten toongestelde. Veel werk is door de leden van „Flora" hieraan besteed. Ondanks de slechte weersomstandigheden was de kwa liteit uitstekend te noemen, al had de kwantiteit hieraan ongetwijfeld geleden. De jury, bestaande uit de heren Floeven- berg en Mikkers waren zeer tevreden over het geëxposeerde. Rijssen, een der weinige plaatsen in Twente waar een dahliatentoonstelling floreert kan trots zijn op deze vereniging. De uitslagen waren als volgt: Decoratief: 1. Combinatie J. Schulen- burg-G. J. Ligtenberg; 2. J. Hartgerink; 3. J. Rutterkamp; 4. J. ter Plarmsel; 5. J. ter Harmsel; 6. J. Rutterkamp. Cactusdahlia's: 1. J. Ilbrink; 2. J. ter Harmsel; 3. M. Klein Ligtenberg; 4. J. ter Harmsel; 5. J. Rutterkamp; 6. Combi natie J. Schulenburg-G. J. Ligtenberg; 7. E. Dommerholt; 8. J. ter Harmsel; 9. J. Ilbrink; 10. J. W. Keyzer; 11. M. Klein Ligtenberg; 12. M. Klein Ligtenberg. Pompon dahlia: 1. Combinatie J. Schu- lenburg-Ligtenberg; 2. J. Dam-Wiechers; 3. L. Jansen-J. W. Pongers; 4. J. Harbers. 5. Combinatie J. Schulenburg-Ligtenberg. Gemengde Vazen: 1. M. Klein Ligten berg; 2. Combinatie J. Ehrenhard-Engel- bert; 3. G. J. v. d. Maat. PARKGEBOUW RIJSSEN Vrijdag en zaterdag de vrolijke film: „Als m'n grote broer dat wist". Een cocktail, gekruid met nieuwe schlager-melodiën, vrolijke intrigues en trucjes van verliefde harten rondom Con- ny Froboess en Fred Bertelmann, beiden populair door hun grammofoonplaat-suc cessen, leverde de stof voor de nieuwe filmkomedie „Als m'n grote broer dat wist!" Fred Bertelmann zag zich de rol van de grote broer toebedeeld. Hij is de be roemde en geadoreerde schlager-zanger, die de aangenaamheden des levens beslist niet de rug toekeert en die niet al te sentimenteel en consciëntieus omspringt met de ontvlamde vrouwenharten rondom hem. Daarnaast heeft hij overigens de niet geringe taak tegelijkertijd opvoeder, vader en moeder te zijn voor zijn spring levend zusje, dat de muziek ook danig in het bloed zit. Deze al aardig zelfbe wuste jongedame neemt zelf het roer in handen, wanneer ze met verrassende energie de kleine en minder kleine zwak heden van haar grote broer, die haar al lerminst verborgen blijven, zelf begint te corrigeren. Zo slaagt ze er wonderwel in haar broer bij de ene na de andere be wonderaarster „stuk te maken" om hem meer voor zichzelf op te eisen. Vandaar dat broerlief meer dan genoeg krijgt van zijn obligate pedagogische acti viteiten en zijn zusje in een internaat voor jongedames onderbrengt, waar ze haar examen als tolk moet doen. Van haar jongemeisjesdroom, waarin ze zich al ziet als gevierd zangeresje, dat de voet- DE SCHOOLMEESTER MOEST NOG EVEN WACHTEN. DE RIJSSENAREN ZETTEN EERST DE BAJONET OP HET GEWEER. Nog vóór de benoeming van een school meester kreeg de stad Rijssen hooglo pende onenigheid met de ou^e Vrouwe van de Oosterhof. Zij, de douairière, een geboren baronesse Sloet, had het met de magistraat van Rijssen aan de stok. In april 1784 besloten burgemeesteren, schepenen en de raad wapens aan te schaffen om de stad te verdedigen. Jonge, jonge, dat was wat! En als klap op de vuurpijl werd er bij besloten, dat de armlastigen als soldaten zouden fungeren. Na vele vergaderingen op het oude stad huis, en na veel gepreek en. geklets onder de stadslinde, besloot men voorlopig voor duizend gulden geweren, munitie en veel bajonetten aan te schaffen. Dit ging na tuurlijk niet in eenmaal. De stadsontvan ger kon zich niet tot de laatste cent uit geven. Daarom verkocht men het erve de Biesterije maar aan een baron van Dedem. En de burgemeesters hadden het niet de moeite waard geacht om de douairière van de Oosterhof daarin te kennen. En nu liep de oude adelijke dame overdag tandenknersend over haar landgoed, tenminste als zij nog tanden had. Op zichzelf zou de verkoop van de Biesterije geen grote gevolgen hebben gehad, maar dat zonder de hoge Vrouwe het erve maar zo verpatst was aan een vreemde baron, dat was meer dan de oude dame verdragen kon. De Rijssenaren liepen maar zo, op sokken en kousen, over haar heen, waar bleef zodoende de hoge heerlijkheid. Natuurlijk wist de Vrouwe van de Oos terhof wel, wat er te Rijssen omging. Haar rentmeester Berends stelde haar wel op de hoogte, maar de burgemeesters Vierman, Stokkers, Ten Bos, Janssen en Ter Horst hadden maling aan de oude tante op de Oosterhof. Een comité uit de burgerij had een snorkende brief aan de burgemeesters gestuurd, waarvan de in houd hierop neerkwam, dat men ver langde dat een deel van de burgerij onze oude goed stad van Rijssen tegen elke binnen,- en buitenlandse vijand zou moe ten kunnen verdedigen. De comitéleden somden verder op, wat er aan wapens aangeschaft moest worden. De burgemees ters vonden dat dit mannentaal was. Ter wijl men daarmede bezig was, werd op een avond de schoolmeester in de goot geslagen en hij werd gestompt en ge- geduwd, zodat hij piepte als een muis. En daarna ging een expresse naar Dordrecht. Drie dagen later had Rijssen zijn school meester, die vloeiend Frans sprak, maar geen Riessens. En daardoor kwam het, dat de burgemeesters herhaaldelijk: watte?, riepen, wanneer zij de nieuwbak ken schoolmeester niet begrepen. De nieuwe schoolmeester was een. keurig heer. Hij vond de school een varkenshok, smeet de doornenstok, waarmee voor!- dien de kinderen werden afgeranseld, uit het raam en roede, plak en duif de deur uit, als zijnde uit de tijd. Hij deed de bur gemeesters stom verbaasd staan door zijn eis voor een beter schoolgebouw. En de oude Vrouwe van de Oosterhof jammer de ach en wee. Het was een verregaande brutaliteit om te Rijssen zulke nieuwe ideeën in te voeren. Maar op de Stoeve- laar, Eversberg en de Grimberg was men in zijn nopjes. Rijssen had tenminste nu nog eens een schoolmeester, waarmede men uit de voeten kon komen. En als koster oogstte de man de lof der predi kanten. Alleen de oude Mevrouw van de Oosterhof had Van Wijngaarden niet de rechte man op de rechte plaats gevonden. De schoolmeester had haar aangesproken met mevrouw. Wat verbeeldde de kerel zich wel. Haar de Hoogwelgeboren Vrou we op één lijn te Stellen met een dokters- en burgemeestersvrouw. Daarbij kwam, dat de nieuwe schoolmeester een voortref felijk voorlezer in de kerk bleek te zijn, maar zich de onvrede op de hals haalde door opmerkingen te maken over de du bieuze toestand van de kerktoren, die drin gend herstel nodig had. Na verloop van enkele maanden was men aan de nieuwe schoolmeester gewoon geraakt, het was een nieuwe meister, die van alle nieuwe kunsten te Rijssen invoerde. Intussen, duurde de strijd om de bewa pening met de Vrouwe van de Oosterhof voort. De oude dame had veel noten op haar zang. Zij had b.v. niet eens inzage gehad van het fonds, waaruit de stads- bewapening bekostigd moest worden. En onder de hand ontstond er te Rijssen zelf onenigheid over het uitdelen der aan geschafte geweren. Een groot deel van meente en raad vond het een twijfelachtig geval de geweren uit te delen aan de armlastigen. Je kon nooit weten of ze geen opstand zouden verwekken. En de burgemeesters voelden er weinig voor, om zich in de naastbije toekomst te la ten ringeloren door de gewapende armen. Zo sukkelde men nog een, paar jaar voort, totdat men definitief besloot een stadsschutterij op te richten. HET WAS 1787 GEWORDEN. GROTE GEBEURTENISSEN STONDEN VOOR DE DEUR. De schutterij te Rijssen bleef buiten de politiek dier dagen, al was de stad dan wel in twee kampen verdeeld. Op het Schild te Rijssen had een in cident plaats, waar men jaren nadien nog over sprak. Wij schreven boven reeds, dat Rijssen besloten had zich tegen bin nen- en buitenlandse vijanden te be schermen. Men poetste dagelijks de ge weren na de schietoefeningen en, stofte de uniformen af. Men begon al aardig raak te schieten en met zestig geweren dacht men al heel wat uit te richten. Naast de zestig schutters waren er ook nog een flink aantal bajonetmannen en tam boers en pijpers. Wanneer dan dit stede lijk leger door Rijssen trok, dan glom men van genoegen. Heel Rijssen stond voor de niendeur, vol trots keek men naar de keurig marcherende mannen. Toen eens de patriotten-predikant aan de lui- tenant-colonel van Ittersum vroeg, die een paar dagen bij zijn oude moeder op visite was, wat de luitenant-colonel er van dacht, antwoordde deze: Snert! Deze bende is met het kwartier van de baan. Dit was harde taal, doch de taal van een vakman. Men dacht te Rijssen, dat de Jonker de gek stak met Rijssens keur- koaps, omdat zijn moeder, de Vrouwe van de Oosterhof, er niet in gekend was, en toch zou de man gelijk krijgen. DE PATRIOTTENDOMINEE WORDT TERECHT GEZET! Hals over kop kwam de Potkanne met zijn kruiwagen Rijssen binnen. De tong hing hem bijna op het derde knoopsgat. De Potkanne bracht Jobstijdingen mee. Negenhonderd Pruisen, huzaren waren het, zij waren bij Ootmarsum over de grens gekomen, zij hadden te Ootmarsum de stedelijke soldaten ontwapend en had den daarna bij wijze van afstraffing de patriotten-aanvoerders een, maal voor de blote bips gegeven en zo de orde her steld. Daarna waren ze naar Almelo op gerukt en hadden op de markt louter uit balorigheid al de stenen pannen en potten van de Potkanne in de kruiwagen stukgeslagen. En de Potkanne was nog wel prinsgezind. De Rijssense schutterij was niet prinsgezind en ook niet pa- triotisch. De schutters zaten aan hun stadseed. Maar dat nam niet weg dat de geagiteerde mededeling van de Potkanne Rijssen danig op stelten zette. Binnen een paar uur was er geen kip meer op straat. En in de toren had de stedelijke schutterij post gevat. Maar hoe dan ook, de Potkanne had waarheid gesproken. Toen Almelo was schoongeveegd van pa triotten, kwam een dag later Rijssen aan de beurt. Wat keken de Rijssenaren op, toen daar ongeveer dertienhonderd moffen binnenmarcheerden, met aan het hoofd de majoor Blücher. Er viel te Rijs sen niet veel te ontwapenen, want al da gen te voren had de oude Vrouwe van de Oosterhof een, tip gekregen, dat de majoor Blücher de oranjemannen op het kussen zou helpen. En van de Rijssense burgemeesters kon men nu niet bepaald zeggen, wat voor kleur zij hadden. Zij waren Riessens, dat stond buiten twijfel, maar verder keken zij de kat uit de boom. Zij moesten eerst nog zien wat metter tijd het beste was, want de tijden waren zeer onzeker. De dominee was zeer pa triottisch. Maar toen Blücher kwam, werd de dominee gehaald en hij moest met Blücher klinken op de Prins van Oranje. En dan gebood de moffen-majoor hem, dat hij alle dagen moest bidden voor het welzijn van de prins, dat was goed voor Zijne Hoogheid, maar ook voor de ge zondheid van de predikant. En de Rijs sense schutterij? Och, de Duitse majoor dacht, dat die mannen in de toren zich daar uit bescheidenheid hadden terugge trokken. Zij zetten hun stokken en koezen netjes in de hoek van de toren. En de oude Vrouwe van de Oosterhof lachte. De wa pens waren veilig naar haar kasteel ge bracht. Maar wie mocht denken dat de burgers van de stad Rijssen zich daar bij neer zouden leggen, die heeft het niet bij het rechte eind. Nauwelijks had Blü cher de hielen gelicht of als kat en hond stonden de patriotten en prinsgezinden weer tegenover elkaar. De predikant riep rechtskundige bijstand in van de Olden- zaalse advocaat Mr. JAN YVILEM RACER. De Vrouwe van de Oosterhof ook. De advocaat werkte met groot elan. Men moet goed in de gaten houden dat het stedelijk bestuur hiermede niets van doen had. Voor de Vrouwe van de Oosterhof was het een prestige-kwestie en voor de dominee ook. En de advocaat was zelf ook een patriot. Maar Schmoel, de Joodse veehandelaar, bleef vorstelijk neutraal. Op de Schild riep hij: Nah! Het is egaal, of je gekrabd wordt van de kat of van de kater, krabben doen ze allebei, en dan dook hij weer onder in zijn veehandel. Maar dit stond vast, volgens Van Wijn gaarden was men er nog lang niet. En die schoolmeester kende niet alleen Frans maar ook de wereld en daar moest je nu eenmaal voor staan. VAN COEVERDEN. sporen van haar beroemde broer volgt, wil hij alsnog niets weten. Nauwelijks bevrijd van de censuur van zijn zusje, stort hij zich met plezier in zijn „bevrijd" leven, ook al omdat hij op het punt staat te trouwen met Gwen- dólin, de dochter van zijn impessario. Zonder snor en ook overigens incognito stroopt hij met een vriend het roman tische Salzburgse land af en met geest drift stelt hij zich schadeloos voor het verlies van zijn vrijheid, die hij op het punt staat op het altaar van het huwe lijk te offeren. Vermomd als een rasechte Tiroler herkent Conny, zijn eigen zuster, hem niet eens, om van zijn aanstaande vrouw Gwendolin maar niet te spreken. Toch kan een grote broer zijn bijde- hande zusje niet heel lang om de tuin leiden en tenslotte moet hij haar toe staan een eigen jazz-band op te richten, zodat de muzikale teenager nog een ernstige concurrente wordt ook! Daarom niet getreurd, want alle turbulente con flicten worden toch nog tot ieders tevre denheid en bijzonder ritmisch opgelost. Zelfs Gwendolin, die intussen haar vlotte aanstaande man al ontmaskerd heeft, is dank zij Conny's diplomatieke bemidde ling tot een verzoening bereid. Eind goed al goed, en één-nul voor Conny. Woensdag de film: „In de grefep der spionnage". Wanneer Klaus Martens, die in de Oost zone van Duitsland onschuldig tot 25 jaar tuchthuisstraf veroordeeld werd, na vijf jaar plotseling vrijgelaten, in zijn Mün- chense woning terugkeert, wordt de aan vankelijke blijdschap van de hereniging met zijn vrouw Gitta overschaduwd door haar voortdurende afwezigheid in ver band met haar betrekking. Aanvankelijk verwondert Martens zich alleen over het „type- en vertaalbureau", waarvoor een onsympathieke vrouw, zekere Olga, haar op de zonderlingste uren komt halen later wordt hij wantrouwend. Temeer, omdat Gitta er nooit rechtstreeks voor uitkomt, wat zij 's avonds eigenlijk doet. Martens wil aan die situatie een eind ma ken en verlangt, dat Gitta haar baantje opzegt op staande voet. Dat is in de prantijk niet zo gemakke lijk. Immers, om haar man vrij te krij gen is Gitta in contact gekomen met een zekere Fischer, chef van een ondergrond se bende, die inlichtingen van allerlei aard smokkelt tussen Oost- en West-Duitsland. Fischer was bereid zijn best te doen Klaus Martens uit de gevangenis te krijgen, als Gitta voor hem wilde werken. Nu echter Martens, weliswaar door een vergissing, vrijgekomen is, wil Gitta haar contact met Fischer verbreken. Dat is niet zo gemak kelijk: Gitta weet te veel. Tijdens een korte woordenwisseling met Fischer dreigt ze uit de school te klappen, wan neer hij haar niet laat gaan. Intussen is Klaus Martens in zijn een tje op onderzoek uitgetrokken en wan neer hij zijn vrouw 's avonds in de bar van een duur hotel met een oudere heer aantreft, denkt hij alles te weten. Hij ont neemt Gitta de kans hem alles uit te leg gen, pakt zijn koffer en gaat weg. Die zelfde avond komt hij echter terug om van Gitta alsnog de waarheid te horen. Een catastrophe wacht hem: Gitta ligt dood in een stoel, gewurgd met een lus van koperdraad. Zijn radeloosheid en de angst voor de gevangenis, die hij pas verlaten heeft, weerhouden hem de politie te bellen, maar zijn kleine collega Marianne uit het be drijf waar hij als chauffeur werkt, over reedt hem en neemt hem mee naar het bureau van politie. Het mysterie wordt nog groter, wan neer het lijk van Gitta spoorloos ver dwenen blijkt en - de concierge van het huis hem in bijzijn van de politie een brief overhandigt, waarin Gitta hem doet weten dat ze hem verlaten heeft. Hij hoeft niet te proberen haar te vinden. De politie neemt aan, dat Martens met zijn wurg- verhaal spoken heeft gezien. Maar dan verschijnt een zekere Braun, een scherp zinnig speurder van de Westduitse contra spionagedienst en die denkt er anders over. De omstandigheden, waaronder Git ta volgens Martens' verklaring vermoord werd en de argwaan, die haar werk bij Martens wekte, wijzen hem een spoor dat hij al lang zoekt. Hij verklaart Martens, waaróm zijn vrouw als 'agente' mee werkte en waarom zij uit de weg moest worden geruimd. Hij legt hem uit, dat hij Martens zelf in gevaar verkeert en stelt hem voor nu mee te werken om de tegenstanders te ontmaskeren. Mar tens trekt nu alleen op onderzoek uit, maar Braun laat hem niet los en blijft hem volgen. Martens merkt nauwelijks dat hij de speurhond is, die door Braun en zijn mensen geschaduwd wordt. Wan neer Martens ten slotte de bende op het spoor komt en zijn eigen leven aan een zijden draadje komt te hangen, zijn Braun en zijn mensen te laat om de héle bende op te rollen. De leider van de bende, de man die achter de schermen van „het net" werkt, ontsnapt. Als alles achter de rug is, kijken twee mensen elkaar in de ogen: Martens en Braun. Zij beseffen, dat de geschiedenis nog niet is afgelopen. Martens heeft de onbekende, die aan de touwtjes trekt, ge zien. Zoals eerst Gitta, weet nu dus hij te veel. Ze zullen hem niet met rust laten er wacht nieuwe strijd.

Erfgoed Rijssen-Holten

Weekblad voor Rijssen | 1960 | | pagina 3