ezoode bewegin;
FIETSEN:
en verfrissende ontspanning
Schepen in dienst van
de luchtvaart
Van auto's en fietsen
In Amerika is het een rage geworden
FILMNÏEUWS
RIVO-nieuws
Ook Uw
familieberichten
plaatsen wij gaarne
in dit blad
Als er één vervoermiddel is, dat in deze tijd de aandacht trekt, dan
is dat ongetwijfeld de automobiel. Niet alleen, dat zij in steeds astro-
nomischer aantallen op de weg verschijnt, zij presenteert zich ook
steeds weer in nieuwe vormen. En dat alles in een tempo, dat de
meeste auto's van vandaag wel eigen is.
Van de opbrengsten van het wegenfonds is slechts een belachelijk
klein percentage ten goede gekomen aan investering voor nieuwe
wegen of verbetering van bestaande en de achterstand is nu lang
zamerhand zo, dat men werkelijk van een noodtoestand kan gaan
spreken. Ondanks de pogingen die de laatste tijd worden onder
nomen om aan het geheel het karakter te geven dat men toch wel
diligent is en ondanks het feit dat hier en daar werkelijk wel enig
soulaas gevonden is en ondanks al het knobbelen, zitten vele steden
nog altijd met een lastig parkeerprobleem. Om nog maar niet te
spreken van al die andere moeilijkheden, die bepaalde centra op dit
gebied opleveren.
-
Jaargang 38 No. 13. Tweede Blad.
VRIJDAG 1 APRIL 1960.
Weekblad voor Rijssen
Zo lijkt het er dan vaak op, dat alles
in Nederland op het gebied van het ver
keer draait om de auto. Iets ruimer ge
steld: om het gemotoriseerde deel van
dat verkeer. Daar moet veel voor wij
ken. Huizen, bomen en de bieten op het
land. En dat is niet verwonderlijk, want
er is met dit verkeer, in al zijn facetten,
veel gemoeid. Het is nu eenmaal in onze
samenleving een element - monster
wordt er ook wel gezegd geworden,
dat men niet meer ontlopen kan. Zou
men dat doen, dan zou het aantal „bot
singen" nog groter worden. Zo is dan de
auto aan de ene kant een gewoon, alle
daags ding geworden, aan de andere kant
is het een ding, dat steeds weer iets bij
zonders vraagt en vaak ook opeist. En
waar blijft, in zo'n situatie, ons fietsje?
Telt dat dan niet meer mee?
Men zou het denken. Maar dan komt
men, bij een nadere beschouwing over
de functie en de plaats, die de fiets in
ons maatschappelijk bestel inneemt, al
spoedig tot andere gedachten. Men zal
dan ontdekken, dat, al krijgt het gemo
toriseerde een zwaar en nadrukkelijk
accent, het rijwiel nog altijd een belang
rijke rol speelt in het verkeer. Zowel in
het verkeer op de weg als in dat van de
mensen onderling. Aan veranderingen is
ons karretje niet ontkomen. Maar zijn
mogelijkheden heeft het behouden.
Om die mogelijkheden gaat 't hier. Die
zijn zo, in de loop van de tijd, wat ver
vaagd. Voor velen althans. Zij hebben
uit het oog verloren, dat fietsen een
gezonde beweging is en dat men zich op
het rijwiel, waaraan men zelf de snelheid
bepaalt, op een verfrissende manier kan
ontspannen. En dat alles naast de nuttig
heid, die de fiets iedere dag voor duizen
den oplevert. Ze peddelen er op naar
kantoor, fabriek en buitenwerk. Ze doen
er boodschappen mee en gebruiken hun
karretje voor tal van nuttige doeleinden
meer. En daarmee genieten zij in het
drukke verkeer al de voordelen van de
fiets. Handig, snel wendbaar, groot rem-
vermogen en weinig ruimte opeisend.
UITZONDERLIJK.
Vanouds is het rijwiel een zeer popu
lair middel van vervoer en ontspanning
in ons land. Vóór de eeuwwisseling, toen
de fiets schuw om de hoek kwam kijken,
was dat echter bepaald niet zo. Wie toen
fietste, behoorde tot de groep van de uit
zonderlijke lieden, die met een menge
ling van misnoegen en spot werden nage
keken. En dat waren dan de lieden, die
het fietsen bij een instructeur gingen le-
Hoed voor jonge
van deze tijd.
heren
Het model is een z.g. „Twen" van don
kergroene haarvilt. In West-Duitsland en
België reeds bijzonder populair.
(Foto: Jack P. de Klerk
„Modenieuws")
ren en die deze vaardigheid zuiver uit
sportieve neigingen onder de knie tracht
ten te krijgen. De vrouwen mochten toen
zelfs niet eens fietsen. Want kenmerkten
die enkele heren, die op het bezit van een
karretje konden bogen, zich al door een
„onwelvoegelijk" en buitenissig gedrag,
de fietsende dames zouden dat nog veel
meer doen. Dat het voor de heren trou
wens ook nog wel oppassen was, mag
blijken uit de gevallen, waarin een predi
kant met schorsing werd bedreigd, omdat
hij zich op de velocipède waagde.
Deze periode, waarin de fiets als een bij
zonder vervoermiddel aan bijzondere
mensen toebehoorde, heeft niet lang ge
duurd. Het rijwiel vond zijn weg en ging
weldra een belangrijke schakel vormen
in 't woon- en werkverkeer. Na de twee
de wereldoorlog zijn de kaarten wel iets
anders komen te liggen. De fiets heeft
een veer moeten laten. Aan een andere
kant wint hij echter weer terrein, nu het
element van de ontspanning zich steeds
sterker laat gelden. Zo kan vandaag 75
pet. van de rijwielen, die de winkel uit
gaan, ondergebracht worden in de klasse
van de sportieve karretjes. Van deze ver
kochte fietsen behoort 20 pet. tot de
jeugdfietsen. Waarmee maar gezegd wil
zijn, dat de jongere jeugd, vergeleken bij
vroeger, een veel groter aandeel in het
fietsen heeft genomen. Nee, de fiets heeft
in Nederland nog niet afgedaan. Dat blijkt
ook uit de cijfers.
Veelzeggende cijfers zijn het. Zo heeft
het Centraal Bureau voor de Statistiek
berekend, dat er in ons land over 1958
een totaal aan fietsen van 5,5 miljoen
was. In theorie staat er dus voor elke
twee Nederlanders een karretje klaar.
Het komt echter op het platteland nog
wel voor, dat men er drie fietsen op na
houdt: een „melkfiets", een boodschap-
penfiets en een heel mooie om op naar
de kerk te gaan en de familie te bezoe
ken. In de steden treft men soms ook iets
in deze geest aan. Wij denken aan Dr. Ti-
lanus, die op een gewone fiets naar het
Binnenhof peddelt en die daarnaast een
mooiere heeft om eens uit toeren te gaan.
Behalve Dr. Tilanus zijn er meer promi
nente figuren, die niet van hun karretje
kunnen scheiden.
TIEN MILJOEN.
Voor het spekken van onze deviezenpot
is de fiets een niet te verwaarlozen fac
tor. Zo werd er verleden jaar voor ruim
tien miljoen gulden aan fietsen uitge
voerd. Aan toebehoren, zoals banden, za
dels, velgen en spaken, ging voor bijna
eenzelfde bedrag de grens over. Van de
820.000 rijwielen, die dit jaar waarschijn
lijk in Nederland gemaakt zullen worden,
gaat ruim een kwart naar het buiten
land. Hiervan neemt Amerika het groot
ste deel op. Amerika? Dat autoland? In
derdaad. In dat land, waar de auto troef
is, is het fietsen een rage geworden. Zo
komt het, dat 160.000 rijwielen in de Ver
enigde Staten hun weg vinden.
Paul Dudley White, de lijfarts van pre
sident Eisenhower, heeft het startschot
gelost tot de beweging, die de Amerika
nen op de fiets heeft gebracht, „Fietsen,
een gezonde beweging", zo verklaarde hij.
Goed om de gevreesde managerziekte te
ontwijken. Ideaal ook om mee uit toeren
te gaan, die fiets. Zo begon het. Met steun
van de overheid is er in de V.S. een ge
zondheidsorganisatie op poten gezet, met
het doel de mogelijkheden van de fiets
onder de Amerikaanse ogen te brengen.
Hele gezelschappen maken nu uitstapjes
op de fiets. In Engeland, Oostenrijk en
Duitsland ziet men hetzelfde. En in Ne
derland? Daar gaat het ook al in die rich
ting.
Daar is de stichting „Fiets!" Zij wil
meer bekendheid aan de voordelen en ge
noegens van het fietsen geven. Dat is
zelfs in dit zo bij uitstek peddelende Ne
derland nog noodzakelijk, omdat bepaal
de aspecten op de achtergrond zijn ge
raakt. De fiets is zo'n gewoon ding ge
worden, dat het „bijzondere" uit het oog
is verloren.
De stichting beoogt nu hierin verbete
ring te brengen door het adviseren van
meer fietstochten door de natuur, terwijl
zij er daarnaast bij de instanties op zal
aandringen om meer paden aan te leggen
en de stallingsmogelijkheden, met name
in de winkelcentra, te verruimen.
Dagelijks vliegen tientallen vliegtuigen
over de Atlantische Oceaan, onder alle
weersomstandigheden vasthoudend aan
hun dienstregeling. Deze regelmaat wordt
mogelijk gemaakt door de onmisbare hulp,
die de scheepvaart aan haar jongere zus
ter in het verkeer geeft. Op de oceaan
kruisen namelijk op regelmatige afstan
den de zgn. „weerschepen", schepen van
verschillende nationaliteit, die varend
binnen een bepaald gebied dienst doen
als bakens voor de luchtvaart. De grond
slag van deze weerschepen-dienst werd
in de laatste wereldoorlog gelegd door de
Amerikanen. Deze onderhielden in die
tijd een intensief luchtverkeer met Enge
land en maakten gebruik van schepen
om te weten te komen hoe de weersge
steldheid boven de oceaan was. Dit sy
steem werkte zo goed, dat men na de
oorlog besloot om hiervan een blijvende
organisatie te maken ten behoeve van de
burgerluchtvaart. In september 1946 werd
in Londen een conferentie gehouden, die
de stoot gaf tot de oprichting van de
weerschepen-dienst. Dertien schepen
later teruggebracht tot negen kregen
een vast gebied op de oceaan toegewezen
voor het doen van hun waarnemingen. In
totaal werken 20 landen aan de dienst
mee, waarvan zeven landen schepen heb
ben ingezet en 13 landen een financiële
bijdrage leveren aan de organisatie. Ne
derland heeft twee weerschepen in dienst,
de „Cumulus" en de „Cirrus", die dienst
doen op verschillende oceaanstations. De
bezetting van deze schepen bestaat uit
mensen van het KNMI en van de Rijks
luchtvaartdienst en verder de normale
scheepsbemanning.
Wat doet nu zo'n weerschip precies? De
schepen varen binnen een gebied van 100
vierkante mijl van de Atlantische Oceaan.
Ze doen hier 24 dagen onafgebroken
dienst en worden dan voor een kleine
veertien dagen afgelost. De mensen aan
boord hebben geen gemakkelijke taak,
onder alle weersomstandigheden moeten
zij hun werk doen. Of het nu bitter koud
is of dat er een tropische hitte heerst, de
waarnemingen moeten worden gedaan. De
observaties worden verricht met behulp
van de weerballon. Om de zes uur, dag
en nacht door, worden deze ballons opge
laten om de toestand in de hogere lucht
lagen te kunnen bezien. De ballon heeft
verschillende instrumenten bij zich en ook
een klein miniatuur-zendertje, dat tijdens
de tocht omhoog regelmatig bepaalde sei
nen uitzendt. Beneden op het weerschip
worden deze seinen uitgewerkt en aan de
hand daarvan stellen de weerkundigen
een rapport op. Daarnaast wordt om de
drie uren de weersgesteldheid in de om
geving van het schip in de lagere regio
nen bekeken. Zijn al deze gegevens
verzameld, dan worden ze naar het vaste
land doorgeseind, waar ze worden ge
bruikt voor het opmaken van de weer
kaarten en de weersverwachting voor de
verschillende vliegroutes.
Het weerschip heeft ook een bakenzen
der aan boord, die werkt op de 850 meter
golf. Bij slecht zicht en mist worden tel
kens de roepletters van het station uitge
zonden, gevolgd door lange strepen. De
vliegtuigen en ook de schepen kunnen
aan de hand van deze seinen hun positie
bepalen ten opzichte van het station. Ver
der heeft een weerschip nog de beschik
king over twee zenders voor het normale
scheepsverkeer en vier kortegolfzenders
voor telegrafisch en telefonisch contact
met vliegtuigen en stations aan de wal.
Ook kan men door middel van ultra-kor-
tegolfzenders een telefonische verbinding
tot stand brengen met passerende vlieg
tuigen. Tenslotte, maar niet op de minste
plaats, hebben de schepen alle mogelijke
reddingsmiddelen aan boord en kunnen
ze dus in geval van nood daadwerkelijke
hulp verlenen. Zo heeft het Nederlandse
weerschip, de „Cumulus", in februari 1951
tijdens een vliegende storm in de Golf
van Biscaje zeven bemanningsleden van
het Noorse schip „Marga" van een wisse
dood kunnen redden.
Tenslotte doen de Nederlandse weer
schepen ook nog onderzoekingen onder
water. De wetenschap heeft tegenwoordig
veel belangstelling voor de gedragingen
van de verschillende stromingen op de
oceaan en men heeft daarom de weersche
pen voor deze onderzoekingen ingescha
keld.
De nu veertien jaren bestaande weer
schepen-dienst heeft bewezen, dat zijn
diensten onmisbaar zijn. Hij zorgt voor de
veiligheid van de luchtvaart en geeft de
vliegers een veilig gevoel bij het over
steken van de grote waterplas.
Vrijdag en zaterdag de film
„Het meisje Sapphire".
Spelende kinderen vinden tussen de
struiken het met bloed besmeurde lichaam
van een vrouw. De politie wordt op de
hoogte gesteld en deze constateert dat zij
is vermoord.
Commissaris Hazard zal, samen met
inspecteur Learoyd, het onderzoek leiden.
Daar hij geen sporen van geweld op de
plaats aantreft, vermoedt hij dat zij elders
werd gedood.
Men vindt geen papieren op het lichaam
en de enige aanwijzing omtrent haar
identiteit is een bebloede zakdoek met
het initiaal „S". Haar kleding, wollen
kousen, platte schoenen en duffelse jas,
doet vermoeden dat zij een studente ge
weest moet zijn. Een vreemd contrast met
deze sportieve kleding vormt de vuur
rode petticoat die zij draagt.
Hazard geeft Learoyd opdracht zich in
verbinding te stellen met alle hogescholen
en te informeren of er een leerlinge wordt
vermist. Na vele pogingen boekt Learoyd
succes op de Royal Academy of Music
waar Sapphire Robbins absent is.
David Harris, haar verloofde, identifi
ceert het lichaam.
Dan beginnen de moeilijkheden voor
Hazard. Wat was het geheim van Sapp
hire?
De eerste verdachte is David Harris.
Hij beweert dat hij van haar 'hield en
dat ze zouden gaan trouwen. Waar was
David op de avond van de moord? Was
zijn alibi correct? Wie was de danspartner
op de afgescheurde foto, die men bij Sapp
hire in de kast vond? Was hij misschien
de moordenaar?
Hoe stonden David's ouders tegenover
Sapphire en zijn zuster Mildred?
Het onderzoek heeft een onverwachte
wending bij de komst van Dr. Robbins,
de broer van Sapphire. Kende hij haar
geheim?
Daar Sapphire veel van dansen hield
begint men in verschillende dancings naar
haar te informeren. Maar men ondervindt
veel haat tegenover Sapphire, vooral bij
de gekleurde bevolking van Londen.
Bij het vorderen van het onderzoek
komt aan het licht, dat Sapphire een dub
bel leven leidde en ook dat zij sinds drie
maanden in verwachting was. Sapphire
werd uit haat vermoord en in een geheel
onverwachte ontknoping gelukt het Ha
zard om antwoord te geven op al de vra
gen en arresteert de moordenaar.
Woensdag de film
„de Machinist"
Andrea Marcocci doet dienst als machi
nist op de sneltrein MilaanFlorence. Als
hij van de reis terugkomt, staat op het
station bijna altijd zijn zoontje Sandro
te wachten. Andrea houdt veel van het
bijdehande jongetje, dat naar hij hoppt
beter zal opgroeien dan zijn oudste
zoon Marcello, die te lui is om te werken
en met zijn neiging om aan niet geheel
zuivere zaakjes te verdienen zijn ouders
veel verdriet bezorgt. En ook over zijn
dochter Giulia is Marcocci niet gerust. Zij
is altijd een meisje geweest, dat naar
weelde verlangde en zo heeft hij ook met-
haar veel ongenoegen gehad tot zij ge
trouwd is met een jongen, die in een win
kel werkt, en uit huis is gegaan.
In zijn moeilijkheden heeft Andrea al
tijd een trouwe steun in zijn vrouw Sara,
die zo goed mogelijk met het bescheiden
inkomen van een machinist tracht rond te
komen. Op een dag gebeurt er een on
geluk, dat een grote wending in zijn le
ven zal brengen. Als de sneltrein door
de bocht raast, ziet Andrea plotseling een
man tussen de rails staan. Andrea remt
nog, maar de ongelukkige is te dicht bij
en wordt door de trein gedood. Andrea
gaat volkomen vrijuit, maar het spreekt
vanzelf, dat hij diep onder de indruk van
het gebeurde is. Hij neemt een slok wijn
om een beetje tot zichzelf te komen en
dan moet hij weer verder: de dienstrege-
Van fijn stro maakt de herenimode-indus-
trie tegenwoordig aantrekkelijke hoofd
deksels voor de zomermaanden. Wat
denkt u van deze? Een z.g. leeftijdloos
model, met een enige malen omgevouwen
ripszijden lint. (Foto: „Modenieuws").
ling mag zo weinig mogelijk storing on
dervinden. Bijna automatisch brengt An
drea de trein weer op gang. Hij kan die
man, die plotseling voor zijn locomotief
opdoemde en nu dood is, niet vergeten.
Dit voorval doet hem alle moeheid van
dag in -dag uit zeven uur rijden zonder
onderbreking ineens als een loodzware
last voelen en zo komt het, dat hij door
een onveilig sein heen rijdt. Gelukkig
ziet zijn assistent echter op het laatste
ogenblik een trein uit de tegenoverge
stelde richting naderen.
Hij gilt zijn waarschuwing tegen An
drea en door uit alle macht te remmen
weet Andrea nog juist een botsing te
voorkomen. Hij heeft echter een fout ge
maakt en moet zich verantwoorden. Hij
wordt van top tot teen medisch onder
zocht en de dokter raadt hem aan nooit
meer te drinken. Andrea krijgt nauwelijks
kans enkele woorden te mompelen over
de man, die hij overreden heeft. Hij wordt
teruggezet op een oude rangeerlocomotief
en als hij een beroep doet op zijn vak
bondsbestuurders om voor hem in de bres
te springen, krijgt hij ten antwoord, dat
dergelijke kwesties niet op het terrein
van een vakbond liggen.
In Rijssen werd zaterdagmiddag de
wedstrijd RIVO-Antilopen gespeeld. Hoe
wel er van krachtsverschil geen sprake
was, wist Antilopen toch met twee punten
naar Hengelo terug te keren. Dit was
vooral te danken aan het goed uitbuiten
van de zwakke momenten van de RIVO-
ploeg, die niet tot het peil van de wed
strijd van vorige week tegen 3e Ulo kon
komen. Via 15-10, 12-15, 15-13, 0-15 en
15-13 werd de einduitslag 2-3 voor Anti
lopen.
Maandagavond speelde in Nijverdal RI-
VO 2 haar laatste competitiewedstrijden
tegen Visnet 1 en VBOW 2. Van Visnet
werd met 2-0 (15-10, 15-13) verloren, ter
wijl de laatste wedstrijd na goed spel met
2-1 (7-15, 15-13, 5-15) werd gewonnen.
Het tweede damesteam speelde tegen
Levo 2 en verloor na spannende strijd met
2-0.
Aan de Lentfersweg wordt zaterdag de
laatste competitiewedstrijd door RIVO 1
tegen NSH gespeeld. De stand in de over
gangsklasse is momenteel:
3e Ulo (kampioen) 22-44
Sparta-W20-28
Antilopen 21-28
PSVH 22-28
Kateekers 2 20-26
RIVO 1 20-20
Kiesschijf 21-16
Rapid 21-16
NSH 20-10
ROV 20-10