&udkeden
Rij ssen buiten de wallen
Moeder
yAóenóe
Vreemd geld en
reischèqnes
Coop. Boerenleen
bank Notter
Kleding van Lichtenberg
zit beter staat beter
Koop nb IVORÖL
mm
BURGERLIJKE STAND
"★"BABYDERM SS?iSï
llllllil:
iiiiiii!
FILM NIÉUWS
Jaargang 38 No. 3.
VRIJDAG 22 JANUARI 1960
De abonnementsprijs van dit blad bedraagt 1.00 per kwartaal,
voor post-abonnees 1.25 per kwartaal.
VRAAG TIJDIG UW
REISDEVIEZEN AAN
Dubbele tuben: Voordeliger prijs.
Uw tanden vragen het beste.
Onrustige Zenuwen?
Mifnhardt's Zenuwtab letten
¥001* heh tere
Ba by-huidje
WEEKBLAD
VOOR
RUSSEN
Administratie en Redactie:
Enterstraat 10, Rijssen. Telef. 2303 (05430)
Advertenties 10 ct. per m.m. Bij contract korting. - Inzending van
advertenties tot uiterliik donderdagmorgen 12 uur
DE KXJSSENAREN KEKEN WEL UIT
De Russen en vóór hen Fransen en
Duitsers hadden allen om beurten gepro
beerd het volk van Rijssen helemaal uit
te kleden. Maar de Rijssense huisvaders
waren in die dagen ook uitgekookte jon
gens, die er wel voor zorgden, zoveel mo
gelijk de bezetters buiten de deur te hou
den. Bij velen heerste zogenaamd de vee
pest. En Schmoel zorgde er wel voor, dat
hij tegen Galatschin het aantal besmette
lijke ziekten schromelijk overdreef. Op
een goede dag vond hij de bof uit. Hij
smoesde met Van Wijngaarden en het
middel hielp. De Rijssenaren zelf zorgden
er wel voor, de omgeving van hun huizen
beslist onappetijtelijk te maken.
Stappen wij thans tijdens de Russische
bezetting eens de huizen binnen. De rog
ge liet men zo lang mogelijk op de balken
zitten. Om geen argwaan te trekken
dorste men over de ton. D.w.z. men sloeg
de koppen der garven over de rand van
de ton. Men wande op de goed afgesloten
deel terwijl een der huisgenoten nog op
de mestvaalt arbeidde en zo op de uitkijk
stond. Was de rogge schoon, dan reed men
er mee naar de afgelegenste molen. Echter
niet zo open en bloot op de kar. De men
sen; die over een os beschikten (met paar
den durfde men niet op straat komen tij
dens de bezetting, en die waren voor een
groot deel ook ondergedoken in de buurt
schappen) reden dan de rogge, goed ge
camoufleerd. Dat ging zo: de kleine man
bracht zijn rogge naar de grotere buur
man. Die laadde dan de rogge voor drie of
vier tegelijk op de kar. Dekte de zakken
af met een dikke laag stro, waarover weer
schollen (heideplaggen). Dan een flinke
laag droge mest en daar bovenop een
laagje natte mest, en zo ging het tussen
de russen door naar de molen. De mole
naar moest schijntjes hebben van de bur
gemeester, maar deze schijntjes werden
toen ook ai vervalst. Een schijntje was
een vergunningsbiljet voor het vervoer
en het laten malen van granen. Dit was
door de Fransen ingevoerd om overal be
lasting uit te kloppen. Het schijntje hand
haafde zich ondanks onze onafhankelijk
heid tot ver in de vorige eeuw.
Ging nu alles goed en kreeg men het
meel thuis, dan moest het goed bewaard
worden. Olie was er te Rijssen in de regel
wel. Want Rijssen was een oliemolen rijk.
Slachtte men in vredestijd de varkens en
koeien voor huishoudelijk gebruik op de
openbare straat, tijdens de bezetting
moest alles binnenshuis gebeuren en veel
al bij nacht.
DE STILLE VERKLIKKERS
Zoals het in de laatste oorlog was, zo
was het vroeger ook. Men had niet alleen
met buitenlandse vijanden te doen, maar
ook met lieden die er beter van wilden
worden of zelf buiten schot blijven. Maar
men had ze gauw in de lamp. En meester
Van Wijngaarden noteerde de profiteurs.
En nog lange tijd na de bezetting kon het
gebeuren dat zo iemand zo gezond was en
zo dood. Of er brak op onverklaarbare
wijze brand uit. Zo werden onvaderlands
lievende elementen gestraft. In zo'n Rijs-
sens huis van pl.m. 1800 waren allerlei
uitwijkmogelijkheden. Het is voor ons he-
voor alle landen kunnen bij onze
bank worden aangevraagd.
Naast KOSTBARE DEVIEZEN
verstrekken wij gaarne
KOSTELOZE ADVIEZEN!
Wendt U voor alle bankzaken
tot de
HUTTENWAL 31
RIJSSEN
den ten dage bijna onmogelijk ons een
beeld te vormen van de geheime berg
plaatsen, die er in zo'n Rijssens huis
waren. Geheime bergplaatsen voor inge-
kuipt vlees onder de haardvloer. Van stro
gevlochten korven, die men een koek
noemde en waarin men granen lang be
waren kon. Men maakte de wiemen in de
schoorsteen zo hoog, dat spek en worst
aan het oog onttrokken werden. Bij huis
zoeking had men altijd een aantal natte
schadden bij de hand, die op het open
vuur geworpen, het huis tot een hel
maakten van verstikkende rook.
AAN ALLES KOMT EEN EINDE
Voor Rijssen kwam ook de dag dat Ga
latschin zijn biezen pakte. In de Haar-
straat werden de kampementen opgebro
ken en de Haarstraatbewoners haastten
zich de door de Russen aangebrachte
stookgelegenheden weer op te ruimen. De
adjunct-maire nam in een roerende rede
afscheid van zijn twijfelachtige baan, men
vierde een week bevrijdingsfeest en daar
herinnerde men zich, dat Rijssen lang ge
leden uit twee partijen had bestaan, na
melijk de prinsgezinden en de patriotten.
Het was een te schone gelegenheid om
daar onder een borrel en een glas bier
niet op terug te komen. Men wist alles
nog goed, hoe het er vroeger met het plan
ten van de vrijheidsboom was toegegaan.
Hoe de toen patriottische dominee met
zijn aanhang had gedanst om de vrijheids
boom en hoe oranjegezinden de boom had
den omgehakt. Meester Van Wijngaarden
liet andermaal zijn gezag gelden. Hij werd
dapper bijgestaan door Berend en
Schmoel en de rust keerde terug. En om
nu nog even bij Van Wijngaarden te blij
ven: De man was overdag schoolhoofd,
maar zeventien jaar lang had men bezet
ting gehad. Grote wanorde had er ge
heerst. En de Jonkers op de kastelen wa
ren bepaald niet de beste financiers. En
het getij was verlopen, hun macht gebro
ken en daarom riepen een aantal van hen
de hulp in van meester Van Wijngaarden.
Hij was inmiddels rentmeester van de
Oosterhof, de Grimberg en de Stoevelaar
bij Goor. Wij hebben ons wel eens afge
vraagd hoe de man dit na schooltijd bol
werkte. Wijlen zijn kleinzoon vertelde ons
daar het volgende van: Toen Eberhardt
Ludwig Nehrkorn de Grimberg kocht, wil
de deze zelf de administratie voeren.
Maar spoedig liep de zaak vast. Door aller
lei omstandigheden, waarvan hij geen
weet had, liep de zaak vast. En de hulp
van Rijssens schoolmeester was weer no
dig. Binnen het jaar waren de financiën
weer gezond, al bleek het leven op de
Grimberg dan ook niet zo glanzend, als
Nehrkorn het zich had voorgesteld. Op de
Oosterhof ging het beter. Maar de Stoeve
laar was een zorgenkind. Daar hadden de
laatste zestig jaar de Van der Wijcks ge
woond. En voordien de neven mijner voor
vaderen. En daaraan is het te danken,
voor een deel althans, dat een groot deel
der streekhistorie als een open boek voor
ons ligt. De van Coeverdens, die meer dan
zevenhonderd jaar bij Goor wonen, had
den een groot gevoel voor historie, het
aanleggen van dagboeken en het schrijven
van memoires. Schrijver dezes heeft het
dus niet van vreemden. Zij hadden echter
allen zonder onderscheid een slecht hand
schrift en dit heeft schrijver dezes ook
geërfd. Toen dan Van Wijngaarden rent
meester werd van de Stoevelaar kreeg hij
voor het gemak het gehele archief mee
naar huis. Het kostte hem veel tijd om er
uit wijs te worden. Maar hij kreeg een
overzicht van goed en van wanbeheer, hij
kreeg dagboeken en levensbeschrijvingen
ten voeten uit. Het is alleen maar jam
mer, dat er van deze omvangrijke verza
meling niets is overgebleven, ten minste
hoegenaamd niets. Toen het kasteel in
1844 werd gesloopt, raakte het archief in
het ongerede, een schaapherder heeft zich
nog lange tijd ontfermd over een dagboek,
waarin Jacob van Coeverden alles op
schreef wat er door dag en tijd gebeurde
en hierbij hadden Hengelo, Rijssen en Die-
penheim zijn grote belangstelling. In Rijs
sen was hij denkelijk bevriend met de Van
Ittersums en de Van Voersten. Met de
laatsten, nu al lang uitgestorven, heeft
SLACHTOFFERS VAN GLADHEID
De Wed. W., wonende in de Tabaks-
gaarde, kwam door de gladheid ten val,
tengevolge waarvan zij een heupfractuur
opliep. Zij werd opgenomen in het Diaco-
nessenhuis te Almelo.
De Wed. T. kwam tengevolge van de
gladheid op de Banisweg ten val, waar
door zij een schouderbreuk opliep. Na in
een ziekenhuis te Almelo te zijn behan
deld, kon zij naar huis terugkeren.
altijd een innige band bestaan, mijn over
grootmoeder was ook een Van Voerst.
MEESTER VAN WIJNGAARDEN
CITEERT UIT HET DAGBOEK
Het boek begint in het midden der 17de
eeuw, waarin de heer van de Stoevelaar
vertelt dat de Rijssense steenbakkers hem
voor smeerhond uitgescholden hadden toen
hij had beknibbeld op de prijs der bakste
nen. En dat hij daarna de collecte gewei
gerd had, die men hem vroeg voor herstel
van Rijssens kerk. De Rijssenaren namen
blijkbaar wraak. Want, heet het, toen hij
met van Heerdt (zijn schoonzoon), de
heer van Eversberg in de kerk zat, had
men hem het collectebord niet voorgehou
den, en dat was een groot affront.
Weer op een andere dag was hij op weg
naar Eversberg omtrent het einde der
Haar door enige Haarbewoners uitgela
chen, hetgeen hij aan de burgemeesters
had medegedeeld. Van de uitslag daarvan
vernemen wij niets. Hij had ook een heel
meester uit Rijssen, die op de Stoevelaar
kwam dokteren, die hij betaalde met een
vracht hout. De heer van de Stoevelaar
kocht ook Rijssens aardewerk. Blijkbaar
stond de pöttekeal bij hem goed in de
gunst. Want hij schreef: de pöttevaarder
van Rijssen ten mijnen huize in de keuken
gegeten. Dit was bij de dienstboden.
Anders wordt het als bij hem de Rijs
sense schaapherder het verloop uithangt.
Er waren schapen doodgebeten en daar
voor wilde hij de scheper een pak slaag
geven. Die wachtte blijkbaar niet af en
gaf hem een slag met de kluitschop. Toen
haalde hij het geweer om op de scheper
te schieten. Die had daar echter niet op
gewacht. Hij liet echter aanspannen en
reed naar Rijssen om zijn beklag te doen.
Toen dit niet hielp ging hij zijn beklag
doen bij de drost van Twente. In Diepen-
heim op de kermis ontmoette hij al de
edelen van Rijssen en noemde daar de
Rijssense burgerij een handtam volks
ken. Wat zoiets als muiters moest beteke
nen. In Goor was hij blijkbaar niet getapt,
daar lag hij geregel, overhoop met het
kerkbestuur. Hoe hij tegenover zijn vrouw
stond, die het met Rijssen hield, hopen
wij een volgende keer te vertellen.
VAN COEVERDEN.
bvVx:
hOl O MAX KOOI
Dinsdag jl. bereikte H.K.H. Prinses Margriet de schone, door meisjes
veel bezongen -leeftijd van 17 jaar. De periode van het met veel vertedering
spreken over „de kleine prinsesjes" is thans in Nederland wel voorgoed
voorbij. De prinsesjes zijn prinsessen geworden en daarmee complete jeug
dige dames. Als zodanig zijn zij voor vorstenhuis en vaderland represen
tatieve persoonlijkheden gaan vormen. Op deze feestelijke dag -boden wij
prinses Margriet van harte onze goede wensen aan voor een bloeiende toe
komst.
PARKGEBOUW RIJSSEN.
Vrijdag- en zaterdagavond de circusfilm
„Het meisje in de tijgerkooi".
De wereld van het circus-variété is er
één van oogverblindende schittering, ver
leiding, waaghalzerij en spanning. Zó doet
zij zich open voor de toeschouwer, die
zich laat vangen in de ban van haar beto
vering. En achter iedere sensatie staat
het dodelijk spannende werk van de
circusartiest, die geregeerd wordt door de
zweep van het tempo. Dat geldt heel in
het bijzonder voor de dompteur, die da
gelijks werkt met zijn tijgers zoals de
gevierde en gevreesde Ruda
Tempo is zijn halve succes ook in zijn
particulier leven. Hij vergeet ze maar al
te gauw, de lieve meisjes die hem aanbid
den in de artiesten-café's, overal waar hij
-optreedt. Ook het knappe danseresje Bea
trice vergaat het niet anders; wanneer ze
hem toevertrouwt, dat ze zo graag in de
tijgerkooi zelf zou willen optreden, lacht
hij haar uit. Toch voelt hij zich bijzonder
gevleid, wanneer hij op zekere avond be
merkt, hoe sterk ze zich tot hem aange
trokken voelt. Maar de volgende morgen
is hij alweer vertrokken het avontuur
van een nieuw engagement wacht op hem.
Weinig vermoedt hij hoe hij op haar hart
je heeft getrapt en hoe hij bovendien haar
eerzucht heeft geprikkeld.
Trouwens, ook de circus-exploitant Carl
ae Vries, die voor een groot show-num
mer de beschikking over een tijgergroep
heeft gekregen, wordt door Ruda in de
steek gelaten en De Vries moet zich nu
behelpen met de dompteur Cavalli. (Wij
zien hier de bekende dompteur Charly
Baumann aan het werk, die een leerling
is van de bekende temmersschool Klant
in Valkenburg (Limburg). Het Neder
landse publiek kent hem door zijn optre
den bij Strassburger, waar zijn nummer
als gevolg van het grote succes gepro
longeerd werd). Maar Cavalli's naam al
leen trekt niet meer; er moet iets aparts,
iets attractiefs worden gevonden voor het
circusnummer. Beatrice ziet haar kans en
ze slaagt erin De Vries te overreden haar
in de kooi te laten dansen. Het succes
blijft niet uit: de nieuwe, unieke show is
een enorme sensatie. In heel Europa
juicht het publiek de doldrieste
„Belle Beatrice" toe, wanneer zij onder de
wilde dieren door danst hartstochtelijk
en zichzelf volkomen vergetend. Totdat
het nummer in Wenen een triest en
abrupt einde krijgt. Een van de tijgers is
nerveus en geprikkeld en met een ver
vaarlijke slag van zijn klauw velt hij de
dompteur. Ook Beatrice komt in levens
gevaar en op het laatste ogenblik stelt een
goedgericht schot van de kunstschutter
Cameron, die in hetzelfde programma op-
tredt, de tijger buiten gevecht. Beatrice
is gered, maar het tijgernummer, dè gro
te sensatie, moet uitvallen.
Noodgedwongen en onder de druk van
de omstandigheden wordt Beatrice de
partner van de mysterieuze Cameron.
Avond aan avond schiet hij sigaretten uit
haar mond of kledingstukken bij haar los
in zijn sensationeel „strip-tease-schiet-
r.ummer". Het nummer is voor Beatrice
overigens weinig minder gevaarlijk dan
dat met de tijgers, temeer omdat in de ar
tiestenkringen het verhaal de ronde doet,
dat Cameron jaren geleden tijdens zijn
nummer zijn toenmalige partner heeft
neergeschoten. Alleen omdat de jonge
vrouw van hem weg wilde, terug naar
haar man, de muzikale clown Dody en
hun kind.
Woensdag de film
„Don Juan".
Don Juan, de drieste minnaar, wordt in
heel Spanje gezocht wegens zijn zonden,
behalve in de provincie Toledo. De Gou
verneur van Toledo is immers zijn peet
oom en hij heeft zijn beruchte petekind
uitgenodigd de bruiloft bij te wonen van
Dona Ines, de dochter van de Gouverneur,
met Altaquerque, een niet al te aantrek
kelijke edelman. Ines, een mooi en nog
onbedorven meisje, verzet zich tegen dit
huwelijk, maar als haar vader haar aan
toont, dat hij aan macht zal winnen tegen
over de fanatieke Don Inigo die aspi
raties heeft om zelf gouverneur te wor
den stemt zij toe en zo komt de dag,
waarop Don Juan met zijn trouwe gedien
stige Sganarelle naar Toledo galoppeert.
Onderweg passeert hen een koets en Don
Juan ontwaart een knap meisje. Het is
Ines en Sganarelle moet haar een van de
de vurige liefdesbrieven van Don Juan
brengen. Ines besluit hier niet op in te
gaan, maar zij verzuimt de brief te ver
nietigen en deze valt in handen van Don
Inigo, die hierin een kans ziet Ines' eer en
O a armee die van de Gouverneur ernstig
afbreuk te doen.
Hij laat een troep artiesten arresteren,
die op de markt van Toledo een aanstoot
gevend stuk omtrent Don Juan's leven op
voeren. Hij belooft de knappe hoofdrol
speelster Seranilla dat hij de troep zal
Geboren: Johannes Gerardus, zv J. G.
M. Bults en M. T. Blikmans, Karei Door
manstraat 17. Gezina Elisabeth, dv J.
Kreijkes en J. Rutterkamp, Beatrixstraat
13. Gerrit Jan, zv J. Baan en G. Ro-
baan, Hagw-eg 34a. Anna Hendrika, dv
A. Averesch en J. Dennekamp, Nijverdal-
seweg 14. Albert, zv J. W. Rouwendal
en G. C. Prijs, Stationsdwarsweg 59.
Gertia Jannette, dv J. W. Rouwendal en
G. C. Prijs, Stationsdwarsweg 59. Her-
manna, dv J. Scbapink en A. van de Maat,
J. ter HorstJ.H.zn.straat 8. Wilhelmina,
dv J. Nijsink en K. Bruggink, Molendijk
26. Hermannus, zv G. Harbers en G.
Harbers, Dannenberg 39a. Wilhelmus
Johannes Franciscus, zv W. A. Gevers en
G. H. M. Havinga, Boomkamp 10a.
Ondertrouwd: Dirk Wessels, 27 jr., Rijs
sen, Braakmansdijk 1 en Gerritdina Kei
zer, 23 jr., Rijssen, Westerstraat 6.
Gehuwd: Hendrik Bikker, 20 jr. en
Hendrika Brandriet, 23 jr., Rijssen, Dan
nenberg 60.
Overleden: Gerritdina Averesch, 65 jr.,
dv A. Averesch en G. Pot, Elsenerstraat
21. Gerrit Willem Lankamp, 75 jr., ev
M. Karsenberg, Zuiderstraat 18. Be-
rendina Nijland, 68 jr., ev B. J. Scheppink,
Nijverdalseweg 100.
vrijlaten als zij belooft een kleine rol voor
hem te spelen. Als zij toegestemd heeft,
laat hij haar zich kleden in Ines' cape en
in een karos naar de plaats rijden, die Don
Juan in zijn brief aan Ines als plaats van
ontmoeting had aangewezen. Don Juan
laat zich inderdaad door de schijn bedrie
gen. Hij denkt, dat eindelijk Ines geko
men is en begeeft zich met Sganarelle
naar de karos, waar zij overvallen wor
den door soldaten, die de karos gevolgd
hebben. Don Juan ontkomt, maar Sgana
relle wordt gevankelijk naar Toledo ge
voerd, abusievelijk aangezien voor Don
Juan in hoogst eigen persoon.