Geen ere-plaatsen voor Twentenaren
RONDE VAN OVERIJSSEL
Spannendste slot sinds jaren
Rijssense oudheden
winkelruimte of
voorkamer
BURGERLIJKE STAND
VEKAANSIE
722 C00P.
COÖP. BOERENLEENBANK NOTTER
Jaargang 37. No. 30.
VRIJDAG 31 JULI 1959
De abonnementsprijs van dit blad bedraagt 1.00 per kwartaal,
voor post-abonnees f 1.25 per kwartaal.
Gevonden voorwerpen
lil»;
li
1 11
H.K.H. PRINSES IRENE. DIE WOENSDAG 5 AUGUSTUS
HAAR 20e VERJAARDAG HOOPT TE VIEREN
SP*»r "'méér P'of,it
VAN DER STOUW voor vulpennen
Voor
BOERENLEENBANKEN
RAIFFEISENBANKEN
Nadere inlichtingen ibij de
HUTTENWAL 31 KUSSEN
Wedvlucht „De Zwaluw"
WEEKBLAD
VOOR
RUSSEN
Administratie en Redactie:
Enter straat 10, Rijssen. Telef. 2303 (05480)
Advertenties 10 ct. per m.m. Bij contract korting. - Inzending van
advertenties tot uiterlijk donderdagmorgen 12 uur.
Nooit tevoren stonden zoveel belangstel
lenden aan de beide zijden van de Sta
tionsdwarsweg ('n Zwatt'n Weg) ge
schaard, om getuige te zijn van een bijzon
der telle en spannende eindsprint, na een
enerverende strijd van 220 lange kilome
ters door een groot gedeelte van onze
mooie provincie.
Uit deze grote belangstelling blijkt, dat
ook in Rijssen de belangstelling voor de
wielersport leeft, zodat het evenement
van grote betekenis moet worden geacht.
De eindsprint was, als gezegd, bijzonder
fel en spannend, waardoor deze de apo
theose werd van een ronde, die een en al
spanning en sportieve strijd is geweest.
Een kranige veelbelovende jonge ren
ner, n.l. Bas Maliepaard uit Willemstad,
bleek op het juiste moment de beste po
sitie te hebben gekozen en nog zoveel
kracht en spirit te hebben, dat hij op dui
delijke wijze de glorieuze winnaar werd
van deze bijzonder mooie course.
De 21-jarige Brabander verkeerde in
een gezelschap van goeden huize, zodat
de verdienste, deze sprint te hebben ge
wonnen, voor de jeugdige coureur hoog
moet worden aangeslagen.
In de groep, die de leiding had genomen,
bevonden zich bekende renners als Jans
sen uit Nootdorp; Mik Snijders, Halfweg;
Van Egmond, Den Haag; Rademakers,
Utrecht; Nijdam, Eelderwolde; Verstraete,
(Eede); Frans Balvert, Amsterdam; Huub
Zilverberg, Den Haag; Ribbelink, Delft;
Dick Enthoven (kampioen van Neder
land) en Sluis, Badhoevedorp. In deze
volgorde werden de renners geklasseerd.
Tal van demarrages zijn er, voor de con
touren van Rijssen zichtbaar werden, on
dernomen om zich los te werken, maar
alle pogingen liepen op niets uit. De gro
ten in deze ronde waren te veel op hun
qui-vive om ook maar één meter prijs
te geven en angstvallig bleven ze elkaar
bewaken. Uiteindelijk moest eens de be
slissing komen en deze werd dan ook uit
gevochten op de laatste meters, met het
grote succes voor Bas Maliepaard.
Zo ondernam Huub Zilverberg, de win
naar van de Ronde van Nederland voor
amateurs, niet minder dan drie maal een
felle poging op 't rechte slottraject van de
Wierdense schaapskooi naar Rijssen, maar
alle pogingen moesten in dit elite-groepje
falen.
Deze elite onder de renners, die om 1
uur in Rijssen waren gestart, formeerde
zich na 165 kilometers bij Deventer. Toen
eerst werd het voor de volgers duidelijk,
dat in deze groep de winnaar zou zitten
van de ronde 1959, waarvan de mogelijk
heden daarvoor nog geheel open waren
geweest. Even leek het of Dick Enthoven,
Sluis of Jansen de erepalm zouden weg
dragen, toen zij bij de Herikerberg een
halve minuut voorsprong hadden weten
te nemen. Maar de fel jagende groep wist
de voorsprong teniet te doen. Toen werd
het tempo zo hoog opgevoerd, dat 4 ren
ners, n.l. Balvert, Nijdam, Sluis en Zil
verberg, achter raakten, maar met alle
wilskracht, die in het kwartet zat, werden
de koplopers weer bereikt, zodat de groep
niet ver van Enter weer compleet was ge
worden.
In een razend tempo werden de laatste
kilometers afgelegd; iedere poging om
weg te vluchten mislukte en de sprint
bracht de beslissing en de bloemen voor
de kranige Bas Maliepaard, die met recht
trots op zijn overwinning mocht zijn.
Hoewel hij geen bloemen kreeg en
„slechts" de achtste plaats bezette, moet
met ere de naam van Frans Balvert wor
den genoemd, die de animator is geweest
in de hele lange middag. De jonge Balvert
was altijd aan de kop, ondernam voortdu
rend pogingen om weg te vluchten, was
bijkans bij iedere sprint haantje de voor
ste (hetgeen hem geen windeieren legde)
en werd zeer terecht uitgeroepen tot de
strijdlustigste renner.
De eerste premie, die te behalen was,
werd door Balvert in de kuif gepikt en
toen de Twentenaren Visser (Enschede)
en Nieuwkamp (Borne) op de loop gin
gen, gingen Breukers, Rouweer en
Balvert mee. In een hoog tempo wist dit
groepje de voorsprong geleidelijk tot vier
minuten op te voeren (bij Oldenzaal), tot
de wedstrijd ongeveer voor de helft ver
reden was. De jacht, die de rest van het
rennersveld op dit groepje inzette, bleef
niet zonder resultaat.
De Twentenaren bleken hun kruit voor
eigen publiek wat roekeloos te hebben
verschoten; niet Frans Balvert, die bij
zonder stijlvol als een komeet op de vlucht
sloeg. Met bewondering zagen de velen,
die langs de route stonden geschaard, de
eenzame vluchteling met grote voorsprong
(enige minuten) doorkomen. Balvert was
in uitstekende conditie; toch zou deze
eenzame vlucht ontactisch blijken: de af
stand tot de finish was nog te lang.
Dat ondervond in duidelijker mate
Lentelink uit Delden, die er een eer (en
succes) in zag de vluchteling in te halen.
Dat heeft hij gedaan op een moedige en
eclatante wijze. Bij Vriezenveen kromde
Lentelink zijn rug om zich bij de Amster
dammer te voegen. In fraaie stijl toege
juicht door velen, die ook in dit gedeelte
van Overijssel belangstelling aan de dag
legden, wist hij de afstand te overbrug
gen. Dicht bij Den Ham had Lentelink
zijn rivaal te pakken.. Vele kilometers
heeft dit duo de leiding gehad, maar ook
hier was er sprake van een ontactisch in
zicht. De sterken in het peloton zouden
alles op alles zetten om de twee vluchte
lingen in te halen. Dat gebeurde ook. Len
telink had te veel van zijn krachten ge
bruikt, waardoor hij zijn krachtpatserij
moest bekopen met een achterstand van
niet minder dan 12 minuten. Daarom is de
prestatie van zijn confrater Balvert des
te groter, omdat deze zich na de solo- en
duo-vlucht bij de leiders wist te handha
ven. Balvert en Lentelink werden mee
dogenloos achtervolgd door o.a. Snijder,
Zilverberg en Maliepaard en bij Wesepe
smaakten deze sterken het genoegen de
euvele vluchters in te lopen. En toen be
gon in Deventer de beslissende eindfase
met tot gevolg, dat het veld van 12 ren
ners als een gesloten groep Rijssen na
derde naar de sprint, waarvan, als ver
meld, Basje Maliepaard zich in de bloe
men reed.
Toen de winnaars 12 minuten binnen
waren, kwam de volgende groep renners
pas binnen; toen Maliepaard de bloemen,
waarmee hij een ererondje had gereden,
reeds cadeau had gedaan aan een char
mante jongedame.
Auto-contactsleutel aan een ring; bruine
kanariering No. 59/8905; bankbiljet van
f 10,-; poes, uit een doos gevallen; bruine
portemonnaie, inh. f4,50; groen vest; ver
bindingsdraad van gehoorapparaat; rood
rechter kinderschoentje; bruine lederen
actetas, inh. twee lege flesjes; rode porte
monnaie met inhoud; halskettinkje en een
ijzeren tang; plastic portemonnaie; goud
kleurig damespolshorloge met zwart band
je; nikkelen damespo shorloge ten name
van Wolderink; rode kinderportemonnaie;
een rode plastic kinderportemonnaie;
donkerblauw vest met blauw-witte kraag;
zakdoek; bruine lederen portemonnaie, in
houd f0,01; zak met 20 kadetjes; kleine
bruine lederen portemonnaie, inh. 25 ct.;
kinderringetje met blauw steentje.
Komen aanlopen: een geel-wit straat
hondje.
Bovenstaande voorwerpen en goederen
zijn te bevragen op alle werkdagen op het
Rijkspolitiebureau tussen 18 en 20 uur.
Telefonische inlichtingen of gesprekken
dienaangaande kunnen niet worden ge
geven of gevoerd.
Vu.:;'-'-
/v../--.
TiTx v'ïk
/Tula
FOTO M. C. MEIJBOOM
Geboren: Aaltje Helena, dv H. ten Dam
en H. Zweers, Prins Bernhardstraat 11.
Willem, zv H. van der Stouw en G. Vrug-
teveen, Prins Mauritsstraat 9 Hendrik
Jan, zv H. Pas en E. Keizer, Zuiderstraat
14. Fredrik Jan, zv F. M. Dam Wichers
en A. Harfoers, Dannenberg' 69. Berend
Jan, zv J. Eertink en G. Nieuwenhuis,
Nassaustraat 6, geb. te Almelo. Hen-
drina, dv J. H. Poortman en G. Zandvoort,
Hogepad 37, geb. te Almelo.
MEN BAKTE ZE VROEGER IN
RIJSSEN BRUIN
Rjjssen was de enige stad in het
land, waar men drijvende metsel
stenen bakte.
Voor een paar honderd jaar of langer
geleden, de juiste tijd is niet bekend, speelde
men het in Rijssen klaar, om op de steen
bakkerij Den Banis in de nabijheid van een
grote veenderij stenen te bakken, die zo
licht waren dat ze, in het water geworpen,
bleven drijven. Nu is het ook weer zo, dat
de steenbakker van Den Banis geen specia
list was in het bakken van deze steensoort.
De steen, die daar gebakken werd, leek een
heel mooie steen. Bruin naar het groen
achtige. Heel lang geleden, zeiden we reeds,
moeten zich deze gebeurtenissen hebben
afgespeeld. In de buurtschap Rectum moet
een legendarisch kasteel gestaan hebben,
„Het Slot" geheten. Toen eeuwen geleden
dit slot is afgebroken, kocht een naburige
boer daar afbraak van, zijn zoontje wierp
een steen er van in het water, en dit gaf
onder het landvolk grote consternatie. Een
geleerde uit Zutphen hoorde er van, hij trok
naar Rectum en wist de steen te bemachti
gen. De boer was blij dat hij van die steen
af was. De geleerde Zutfenaar ging met
de drijvende baksteen naar Rijssen. Niet om
te verkopen of zo, maar om er achter te
komen, waar de steen gebakken was. Na een
paar uur zoeken en vragen kwam hij bij
een bejaarde steenbakker, een oude rot in
zijn vak. „Dat is nog een Banissteen, mijn
heer", was het antwoord. En nu ging de
geleerde heer naar het erve Den Banis, en
onderzocht de kleigaten. En daar vond hij
nog resten van zwarte klei. Een monster
werd meegenomen en te Zutfen onderzocht.
Daar bleek dat de klei brandbare of smelt
bare delen bevatte, die bij het bakken ver
dwenen en de steen van binnen hol maakte.
Uiterlijk was er niets aan te zien. Maar in
Rijssen werd er in die dagen een tiggelers-
familie op aan gekeken, dat zij de zwarte
kunst kenden. Zij zouden namelijk zeer lich
te stenen bakken ten behoeve van de boze
geesten, die in de holten hun tenten op
sloegen. Het geval werd voor de betrokke
nen een miserabel gedoe. Zo omstreeks 1800
werd het kasteel de Dachorst in Ypelo ge
sloopt. Ook hier hetzelfde verschijnsel: sté
nen, die op het water dreven. Toen was hét
de hoogleraar Cop, die een der stenen wist
te bemachtigen. Hij nam hem mee naar
huis en zaagde de steen voorzichtig aan
tweeën, bekeek het geval en schreef er een
geleerde handeling over, die door niemand
in Rijssen gelezen werd. Men had in die da
gen te Rijssen wel wat anders aan het
hoofd. Weer was het een landbouwer, die
voor de curiositeit en voor het onweer, de
steen bewaarde. Als het zwaar onweerde,
legde hij de steen in het göttengat (dit was
een kleine vierkante opening in de (washoek)
waskamer, waardoor het waswater naar bui
ten stroomde. En als het heel zwaar onweer
werd, liep hij met de steen onder de arm
in de blote onderbroek kris-kras door het
losse huis, om zijn gezin, zijn huis en zijn
vee te beschermen.
Door de aanwezigheid van deze baksteen
kwam de vrije kunst of toverij van de Rijs
sense familie nog eens op het tapijt. De na
zaten van de makers van deze drijvendé
metselstenen werden voor heksenmeesters
en tovenaars aangezien. De goegemeente in
Rijssen geloofde niet aan het op het water
drijven van bakstenen. Dat waren praatjes
van slechte mensen, die een steenbakkers
familie in een kwaad daglicht wilden stél
len. Zo dacht er ook destijds het school
hoofd van de school te Rectum over. Dit
schoolhoofd was de heer H. van Wijngaar
den. Te oordelen naar 's mans naam een
Rijssénaar van geboorte. Hij ging naar de
boerderij van de bedoelde landbouwer en
vroeg naar de steen die drijven kon. De
boer lachte hem vrolijk toe en riep: „Meis
ter, hee zwemp as nun baksteen!" En met
een gooide hij de steen in de put. En Van
Wijngaarden rolden bijna de ogen uit het'
hoofd, toen hij de steen zag drijven. Hij
vroeg of hij de steen een paar weken 'te
leen kon krijgen en dat mocht, als de eige
naar de steen maar ongeschonden terug-
Uikeb3^ ^r°
Meer* VJ
d'mg
waarden
het KU*-
Aangesl. bij de Centrale Bank te Utrecht
kreeg. De schoolmeester nu bekeek de steen
van alle kanten, haalde een nieuwe bak
steen van het tichelwerk, woog beide stenen
en, werkelijk, het verschil in gewicht was
opmerkelijk. De heer H. van Wijngaarden
deed nog meer. En daarom vermoed ik dat
hij uit het Rijssense onderwijzersgeslacht
stamde. Hij sloeg aan het studeren. Een
derde steen was in het bezit van de heer
Martinet te Zutfen, een aartsverzameiaar, die
hem had gekregen van een baron Van der
Capellen. En deze had hem van afbraak
van het kasteel de Grimberg.
Ook Martinet moet er over geschreven
hebben. Tenslotte wist H. van Wijngaarden
de hand te leggen op een dezer merkwaar
dige stenen. Hij hield in september 1847 te
Rijssen een lezing over de te Rijssen gebak
ken drijvende metselstenen, en naar we
aannemen mogen, voor een zeer belang
stellend publiek, namelijk voor het School
onderwijzersgenootschap. Dit had zich na
tuurlijk als plaats van samenkomst Rijssen
gekozen. Hetgeen daar door de heer Van
Wijngaarden werd verteld, is reeds in boven
staand artikel door mij verteld. Alleen de
kwestie op welk tijdstip de stenen waren
vervaardigd, daar kon men niet goed uit
komen. Hoelang de stenen reeds in de
De postduivenhoudersvereniging „De
Zwaluw" hield een wedvlucht vanaf Vil
voorde. In concours 165 duiven. De dui
ven werden gelost om 7.15 uur met zwak
ke N.O.-wind. De eerste geconstateerde
duif was van H. Koedijk. Tijd: 10.50.02. De
uitslag was als volgt: 2 H. Kuipers; 3 G.
Maats; 4 H. Haeke; 5 Ziekman; 6 Haeke; 7
Ziekman; 8 H. Koedijk; 9 Struik; 10 J.
Kuipers.
GESLAAGD
I. Gijsbers uit Rijssen slaagde te En
schede voor het praktijkdiploma Neder
landse Handelscorrespondentie, Engelse
Handelscorrespondentie en Duitse Han
delscorrespondentie.
eeuwenoude kastelen hadden gezeten, dat
was in die dagen bij geen benadering te be
palen. Maar curieus is dit: Nergens in h£t
land heeft men het ooit klaargespeeld drij
vende bakstenen te maken dan alleen in
Rijssen.
VAN COEVERDEN.
Het was in de vekaansiewêkke
Bizünder mooi vekaansieweer,
Neet één keer règn en aaltied zunne,
Miej duch, wat wil een mènske meer.
O joa, de boole is heel dreüge,
Wiej zit urn nattighêijd verlègn,
Meer toch, aj oetgoat met vekaansie,
Dan hej het leefste meer gin règn.
Wat was 't ne drokte op de wège
En wat een vrömden det hier warn,
Iej kon wa moarkn det ok in Duutslaand
De meeste leü vekaansie harn.
Want net woer 'j kömn,
doar zag iej Duutsers,
Ze warn oons laand nog neet vergêtn,
Ze wussen nog det het in Hollaand
Zo good aalt was van dréékn en êtn.
Ze köm' wier botter, koffie, keese
En al zo meer in Hollaand haaln,
Umdet ze in de Duutse wéénkels
Doar veule meer vuur mun betaaln.
Meer warn de Duutsers hier in Hollaand,
Van hier treükn ze op Duutslaand an,
Met auto's, brommers en met bussen,
De hele wêkke gung 't vedan.
Meer och wat geet zonne vekaansie
Bizünder gaauw; een heel joar laank
Wodt ter teegn an ekékn, meer 't is toch
Wier zo verbiej, joa net de gaank.
P.S.
Gelukkig daw' de leste dage
'n Poar lekkre règnbuujn hebt ehad,
Al krege wiej nog niks te veule,
De groond is toch wier oardjes nat.
Toch hop ik daw' de aandre wêkke
Wier volop zunneschien magnt hemn',
Een mènske is 't neet gaauw noar
't zinne
Meer dan wol ik vekaansie nemn'.
Rijssen.
J. ROZENDOM.
Gevraagd te Rijssen:
liefst in druk bevolkte 'buurt,
in te richten als winkel. Genegen goede
huur te betalen.
Brieven onder no. 170 bur. v. d. blad.