Kinderen zijn volop bezig vertrouwd te raken met het verkeer.
Maar ze hebben daar natuurlijk wel ondersteuning bij nodig.
Ouders hebben alleen bijna geen tijd meer om hun
kinderen verkeersveiligheid bij te brengen en ook de
reguliere verkeerslessen op school zijn vaak niet
voldoende. Hoe leren kinderen dan om veilig deel
te nemen aan het verkeer? De ANWB draagt haar
steentje bij.
f
Maak kinderen (wcg)wijs op straat
De 'achterbankgeneratie',
zo wordt onze huidige
jeugd wel genoemd.
Ouders brengen hun
kinderen van basisschool
naar buurthuis en van
vriendjes naar sport-
training. Dat lijkt prettig
en vooral veilig. Je weet
waar je kind uithangt en
je beschermt het tegen de
'gevaren' van het drukke
verkeer. Maar juist dat
halen en brengen zorgt
voor veel drukte, chaos en
het ontstaan van onveilige
situaties. Bovendien
krijgen kinderen dan
nauwelijks de kans zelf
ervaring op te doen in het
verkeer. Maar dan is daar
de middelbare school en
gaan de kinderen
zelfstandig op weg...
ANWB Streetwise
Als dé verkeersspecialist
van Nederland heeft
de ANWB 'Streetwise'
ontwikkeld. Een praktisch,
ondersteunend en
aansprekend programma
voor de groepen 3 tot en
met 8 van de basisschool.
Streetwise bestaat uit
drie onderdelen. In 'Blik
en Klik' leren groep 3 en
4 hoe je veilig de weg
oversteekt en hoe je
autogordels gebruikt. Ook
doen ze een ogentest. In
'Hallo Auto' leren groep
5 en 6 onder meer de
remweg van een auto in
te schatten. 'Trapvaardig'
- het programmaonderdeel
voor groep 7 en 8 - gaat in
op fietsbeheersing en het
herkennen van gevaren.
Kinderen gaan echt zelf
aan de slag onder de
leiding van professionele
instructeurs. Dat maakt
iedereen enthousiast.
Meer informatie over dit
educatieve programma
vindt u op
www.anwb.nl/streetwise
Veilig in de auto
Kinderen moeten leren
hoe ze veilig kunnen
deelnemen aan het
verkeer. Voor ouders is
het minstens zo belangrijk
EfcEH PAP,
ZO NIET
HOOR!
om te weten hoe ze
kinderen op een veilige
manier moeten vervoeren.
De basisregel is dat voor
kinderen die kleiner zijn
dan 1,35 meter een
goedgekeurd en goed
passend zitje wordt
gebruikt. Het kinderzitje
moet passen bij het
gewicht en de lengte van
het kind en zijn goed
gekeurd volgens ECE R
44/03 en R 44/04. Ook
mogen kinderen niet in
een naar achteren gericht
kinderzitje worden
vervoerd op een stoel
met een airbag ervoor. Als
bij een botsing de airbag
met kracht naar achteren
stoot, dan loopt het kind
ernstig letsel op. Kinderen
tot 12 jaar zitten veiliger
bij een uitgeschakelde
airbag. Kan het niet
anders, zet dan de stoel
zo ver mogelijk naar
achteren.
Er zijn drie soorten
kinderzitjes. Voor de
allerkleinsten is er het
babyzitje dat tegen de
rijrichting in moet worden
geplaatst. Daarna volgt
het kinderzitje en tenslotte
de stoelverhoger, voor
kinderen die te groot zijn
voor een autostoeltje,
maar kleiner zijn dan
1,35 meter.
Op dit moment mogen er
nog meer kinderen langer
dan 1,35 meter en
volwassenen in een auto
dan er gordels beschik
baar zijn, mits alle auto
gordels maar worden
gebruikt. Vanaf 1 mei
2008 moeten alle inzitten
den van een auto altijd in
de autogordel.
Ook het buitenland kent
regels voor het gebruik
van kinderzitjes en
gordels. Ook daar zijn
veiligheidsgordels
verplicht. Het kinderzitje
moet een (ECE)
goedkeuring hebben en
zijn aangepast aan de
leeftijd en het gewicht van
het kind. Maar let op: vaak
gelden regels die afwijken
van de situatie in
Nederland! In Duitsland
moeten kinderen tot 1,50
meter in een zitje. Doe
het zitje dus niet te snel
weg. Om deze reden is
het belangrijk dat u zich
op de hoogte stelt van de
regels van het land dat u
bezoekt. Zo voorkomt u
onaangename
verrassingen. Kijk op
www.anwb.nl, vervoer van
kinderen.
Tot slot
Als je kinderen vervoert,
doe het dan veilig en
volgens de regels. Maar
leer kinderen tegelijkertijd
ook met het verkeer om te
gaan. Ze zijn onervaren
en kunnen bepaalde
situaties nog niet goed
overzien.
Verkeersveiligheid is geen
aangeboren talent, je
ontwikkelt het alleen maar
door heel veel te oefenen.
Alleen dan wordt een kind
een ervaren verkeers
deelnemer.
Ook Volkswagen en Het Huis
Opticiens dragen bij aan het
programma in het teken van
verkeersveiligheid.