- r Ruim aandacht voor historie Joden uit Twente en Achterhoek in Memorboek ^4liSü' r i uses -dl.mmu* c~ HOLTENS NIEUWSBLAD Platenatlas belicht Joodse historie van middeleeuwen tot 1940 Joodse inwoners per 1 januari 1860 Rebbe Itzig Oldenzèl -sssaiÉI Twente DONDERDAG 21 JULI 1988 csv.^Vas In het Memorboek is ook een uit voerig verhaal te lezen over hoe Ol- denzaal aan de vermaarde rebbe Izak Krukziener (Rebbe Itzig Olden- zel) kwam. Hij werd door de voorzitter van het Joodse kerkbestuur (de Parnas) Salomon Themans uit Amsterdam gehaald. Themans had een opvolger nodig, en daarvoor trok samen met zijn zwager, Rebbe Mousche Elzas uit Borculo, naar de hoofdstad. In Amsterdam klopten ze aan bij Reb be Jookew Slap, leraar aan de Mish- najes-gewre. Die stelde hen voor aan de toen 19-jarige Izak Krukzie ner, die alvorens hij voor Oldenzaal uitverkoren werd, aan een soort examen onderworpen werd. Hij slaagde en weldra verhuisde hij naar Oldenzaal. Daar werd hij Gazzen, Rebbe en Sjochet. Hij trok in bij een van de gemeenteleden, maar al spoedig was hij gehuisvest bij Abra ham Cohen. Met Cohens dochter Lea huwde Itzig Oldenzel. Almelo en Borne Veel Joden gingen in Twente op in de Nederlandse gemeenschappen. Toch hielden de Joodse gemeen schappen vast aan Joodse lessen voor hun kinderen. Daarvan getuigt bijvoorbeeld de benoeming van Rebbe Anschel Op- penheimer tot rabbijn van Almelo in 1847. Dat gebeurde op verzoek van de grote fabrikanten Salomson in Almelo en Spanjaard in Borne. Dat Borne in verhouding tot hét to tale aantal inwoners veel Joodse in gezetenen telde blijkt wel uit de foto van de begraafplaats, waar vele grafstenen op staan met Nederland se/Hebreeuwse opschriften. Almelo had, zo blijkt uil het Memorboek, al in 1860 een sjoel. De Joodse ge meenschap telde er in 1914 maar liefst 478 Joden. Een flinke gemeen te, aldus het boek, dat ook de naam had "een goede kille" (van kehilla Joodse gemeente) té zijn, d.w.z. ook goed in godsdienstig en cultu reel opzicht. Vriezenveen Enschede 1928. De Torarollen worden van de oude naar de nieuwe sjoel overgebracht door v.l.n.r. M. Cats, toen al 35 jaar oppervoorzanger, tevens secretaris en hoofd van de godsdienstschool, en de bestuurderen Miljam Menko, voorzitter, 1. van Dam, penningmeester, D. de Leeuw, Arthur Serphos, M. Frankenhuis, S. Heymans en tenslotte Ph. Frankenhuis, toen al 42 jaar onderwijzer, tweede voorzanger, sjoucheit en koster. bepaald wezenlijk element in die dorpse samenleving. Een Joodse wethouder, die tientallen jaren mede met de burgemeester het da gelijks beleid voerde, werd zonder meer geaccepteerd. Dat deze wet houder zich hield aan zijn Joodse re ligieuze zaken, en veelal op momen ten dat anderen daar niets mee van doen hadden, het was nu eenmaal zo, en iedereen nam het voor wat het was. Een ander voorbeeld: de wekelijkse marktdag met zijn op schudding in het dorpscentrum ver schoof ten gunste van Jomtofdag, waaraan de wethouder zich hield. Bekende chazzaniem waren Roeper en Schielaar. De eerste werd dank zij zijn postuur „Roepertje" ge noemd. Bakker Nihom uit Winters wijk was een in de hele regio bekend staande kosjerbakker. En later had Winterswijk zelfs de beschikking over een vast aangestelde kookster in het algemene ziekenhuis. Joodse inwoners van Winterswijk betaal den 10 cent per week, en wie van hen in het ziekenhuis belandde werd verplicht kosjer te eten. Helaas, zo moet Poppers besluiten, keerden van de 235 Joden uit Winterswijk er na de bevrijding slechts acht terug. Groenlo Op 15 augustus 1912 maakt het ge ïllustreerde weekblad De Joodsche Prins melding van het negentig-jarig bestaan van de synagoge te Groenlo. Ter gelegenheid van deze feeste lijke kwestie gingen de kerkeraads- leden, opperrabijn en voorzanger samen op de foto. Hetzelfde gold voor de leden van 't feestcomité. - dé Rebbe, die Rebbe- Itzig Mohel, zelfs tót in Duitsland toe. Veel Joodse mannen van zig alles over de Talmoed. In cob Franke! de.JVforeinoeV titel, de hoogste titel in het oude JodendomOp 72-jari- ge leeftijd eindigde 4 novem ber 1889 vrij plotseling zijn leven op aarde; nadat "hij juist een besnijdenis'te Haaksber gen verricht had. mm Izak Krukziener (Rebbe Iztig Ol denzel). Beide foto's sierden de voorpagina van de uitgave van dje 15e augustus 1912. Binnenin het blad werd een foto opgenomen van de feestvieren de Winterswijkse Joodse gemeente. Wie in het Memorboek de herinne ringen aan de Joodse Winterswij- kers leest van de hand van W.P. Vremer, de naoorlogse kroniek schrijver van Groenlo, kan vast een glimlach niet onderdrukken. Win terswijk, dat in 1822 als gemeente secretaris een Portugese Jood Ri- cardo had, kende bij de plaatselijke brandweer een zogenoemd „Jöd- denspuitje". Het was een reserve- brandwagentje van de vrijwillige Groenlose brandweer, en kwam, getrokken door luid gebarende Joodse mannen, steeds als laatste, want „het moest eerst good bran den", zo luidde het excuus voor de late aankomst. Enschede Dat het ook bij de Joodse gemeen tes soms armoe troef was blijkt uit een stukje over Enschede. In 1809 waren er van de acht ge zinnen vijf armlastig. In 1810 werd hen een aanslag van tien gulden op gelegd ten bate van de Joodse kerk. Het geld bleven zij schuldig. In 1834 bouwden de Enschedese Joden een kerkje, dat helaas afbrandde. Geld gebrek maakte het onmogelijk het gebouwtje alsnog in 1862 te herbou wen. Zelfs een bijdrage van 1000 gulden hielp niet. Uiteraard ontbre ken de gegevens niet over de En schedese fabrikanten, waaronder N.J. Menco, de grondlegger van de gelijknamige fabriek. Een foto uit 1928 toont het overbrengen van de Tora-rollen van de oude naar de nieuwe sjoel te Enschede, en uiter aard de nieuwe sjoel zelf. iftgijwff m g, SSWI» Haaksbergen. msm is» aOjang Ustsan dei Gynasw», 'tl Staat van het aantal joden in Ne derland op 1 januari 1860. Totaal aantal inwoners 3.293.577. To taal aantal Joden 65.752, van wie 3.578 Portuges Joden (3.013 van hen woonden in Amsterdam). De cijfers tussen haakjes geven het aantal totale aantal inwoners van de plaats aan. Almelo 261 (3693) Almelo (Ambt) 51 (3792) Borne 68 (3459) Delden 56 (4651) Denekamp 92 (4359) Diepenheim 49 (1657) Enschede 190 (4333) Goor 81 (1130) Haaksbergen 41 (4703) Den Ham 36 (2968) Hellendoorn 24 (4751) Hengelo 49 (3908) Over de vet gezette plaatsen is in het Memorboek uitvoeriger informatie opgenomen. Holten 11 (2987) Lonneker 11 (8611) Losser 29 (4953) Markelo 1 (3903) Oldenzaal 164 (3233) Ootmarsum 60 (1708) Rijssen 64 (3167) Tubbergen 8 (5827) Vriezenveen 35 (3217) Wierden 29 (5631) Memorboek: Platenatlas van het le ven der Joden in Nederland van de middeleeuwen tot 1940. Omvang: 850 bladzijden van 24,5 x 31 cm. Uit voering: gebonden stofomslag. Prijs: Tot 31 december 1988 f 69,50, daarna f 95,- ISBN: 90 246 4250 7. Het Memorboek verhaalt in woord en beeld van het dagelijks leven en werken van Joodse families in het land waar zij zich veilig voelden: de marskramers, de pamassiem, de reb- bes en de rabbijnen, de juristen, de medici, de arme diamantslijpers en de rijke juweliers. In meer dan 800 pagina's en aan de hand van 1100 il lustraties beschrijft Mozes Heimans Gans (overleden medio 1986) de we derwaardigheden van zijn volk van de middeleeuwen tot aan het uitbre ken van de Tweede Wereldoorlog. Indringende 'beelden, soms vrolijk, soms triest, maar waarlijk memora bel. Om nooit te vergeten. V Leerzaam is het uit een bijschrift van een te Vrienzenveen gemaakte foto te vernemen, dat de Joden zich niet schoren maar het „zwicken" noemden. Volgens de Tora mogen de Joden geen scheermes gebruiken (Leviti cus XIX:27). De Vriezenveense Jo den - de gemeenschap viel onder Al melo - gebruikten om hun baard te knippen een speciaal geconstrueer de schaar. Winterswijk 4 Af s, Over Winterswijk en haar Joodse inwoners verhaalt de heer M.M. Poppers. Hij geeft aan dat de Joden in Winterswijk in meerderheid inge deeld konden worden in de vakgroep van veehandelaars, manufacturiers en slagers. mi KNGMWÖKlV Dl M In de jaren 1940-1945 voerden de Duitse bezetters vele tienduizenden Joden uit ons lanffweg. Ze werden voor het grootste deel op gruwelijke wijze in Duitse kampen om het leven gebracht. Na de bevrijding in 1945 keerde slechts een klein aantal van hen terug. Te weinig in aantal om de bloeiende Joodse gemeenschappen in veel steden en dorpen van voor de Tweede Wereldoorlog weer tot bloei te laten komen. Ook in Twente verdwenen zo en kele Joodse gemeenschappen, die op hun eigen wijze hun typische stempel drukten op het leven in ste den en dorpen. De ouderen zullen zich nog uit eigen ervaring de sab- bath-viering kunnen herinneren. Een enkeling maakte misschien ooit een rituele slachting van nabij mee. Voor degenen die geboren zijn na 1945 ontbreekt veelal de persoonlij ke kennis van een Joodse gemeen schap in eigen stad of dorp. De ge schiedenis van de Joden in Neder land, zo omstreeks het jaar 1200 be gonnen, dreigt in de vergetelheid te geraken. Memorboek Ter gelegenheid van het 40-jarig bestaan van de staat Israël in dit jaar, bracht Uitgeverij Bosch Keuning BV te Baam, een bijge werkte druk uit van het Memor boek, platenatlas van het leven der Joden in Nederland van de middel eeuwen tot 1940, geschreven door Mozes Heiman Gans, Een uniek boek, ruim 850 pagi na's dik, dat de geschiedenis van de Joden beschrijft, en geïllustreerd is met honderden foto's, tekeningen en schilderijen. De geschiedenis van de Joden in Twente en de Achter hoek komt in het hiervoor genoem de Memorboek in zeer ruime mate aan bod. Volgens Mozes Gans zijn er slechts enkele vage medelingen over het verblijf van Joden vóór 1200 in het gebied dat we nu Nederland noe men. Als er toen al Joden woonden Mozes Joel, opperrabijn van Overijssel, is huisonderwijzer geweest te Oot marsum. waren dat er slechts heel weinig. De eerste Joden kwamen vermoe delijk omstreeks 1290 naar ons land, toen ze uit Engeland verdreven wer den. In het begin van de dertiende eeuw trokken veel Joden uit de overbevolkte Duitse Jodenbuurten oostwaarts, maar sommigen ook naar het westen. Uit Frankrijk wer den de Joden in 1306 verbannen en van hen vestigde zich een aantal in het noorden. Ia het Memorboek wordt voor het eerst over Twente geschreven in het jaar 1336. Het gebied kreeg een nieu we heer, die direct alle goederen der Joden in beslag nam. Het ging om zes families, verdeeld over Oldenzaal, Goor en Diepenheim. Het moeten arme mensen geweest zijn, getuige de lijst Vjan wat er bjj hen in beslag genomen kon worden. Het paard van cfe Jood Coepman, dat maar één oog had, was er zelfs bij om de kas van de hertog te spekken. De eerste illustratie van een uit Twente afkomstige Jood is een por tret van Mozes Joel, opperrabijn van Overijssel. Hij schreef een boek „Jismach Mosje" dat in 1771 in Lei den verscheen. Daarin vertelt Mo zes Joel dat hij huisonderwijzer is geweest in Ootmarsum en vandaar- uit ook in andere plaatsen in Over ijssel Joodse kinderen les gaf. In 1802 werd hij operrabijn in Zwolle. In 1807 overleed hij. De volgende Twentse illustratie be treft de Hengelose sjoel uit 1883, de opvolger van de houten sjoel die in 1837 gebouwd was. Volgens het bij schrift telde Hengelo in 1914 onge veer tweehonderd Joden. Oldenzaal komt uitvoeriger aan bod wat haar Joodse inwoners betreft. In 1800 schreef de Joodse onderwij zer aan het begin van zijn boekje - toen in het Jiddish dat nog de taal der Nederlandse Joden was - dat de Joden besloten hadden om een beis hakeneeses (huis van samenkomst) te bouwen omdat dit een belangrij ke plichtsvervulling is en omdat daarom onze geleerden gezegd heb ben dat het zeggen der gebeden je dagen en jaren verlengen. Twee Joden uit Vriezenveen zijn zich baard met een speciaal geconstrueer- scheermes verbiedt (Leviticus aan het „z wieken dat wil zeggen de de schaar knippen omdat de tora een XIX:2 7) Vooral de Joden uit de eerste twee beroepsgroepen moesten er regelmatig op uit trekken om hun waar aan de man te brengen. De be volking uit het dorp en die van daar buiten accepteerde „De Jödde" als de andere, zonder nadenken als een De Joodse schooi in Winterswijk in 1901 met de onderwijzer L. Roeper. PROGRAMMA Rebbe Itzig Oldenzèl SIKM IIEI1M WETSROL, «BIKÖEf KOUDESJ" 2S-JARJQ BESTAAN liVttfTtZaÏHiJK.

Erfgoed Rijssen-Holten

Holtens Nieuwsblad | 1988 | | pagina 11