Zei flapoor niel op de tocht! Relaxen met een joudvis Geltoorzaamlieidsgedrag en (raining van honden MERENVOEDEVG ers of uit pak of blik? l »tichting 'AMIVEDI" voor rermiste en gevonden dieren Vogel in kooi- zielig of niet? Voor meer informatie bel of schrijf: stichting hlOIV HONDS" gedrag omplcte voeding ■Als een nieuwe dieren-eigenaar dit allemaal onder ogen krijgt, rijzen em wellicht de haren te berge, want öe stel je een voedselpakket samen at al deze bestanddelen bevat? (el, het is ons tegenwoordig geluk- nogal gemakkelijk gemaakt, oordat zich in de laatste tientallen iren een industrie heeft ontwikkeld ié zich speciaal heeft toegelegd op :t wetenschappelijk samenstellen an dierenvoer, dat geheel op de :hoeftes van het dier is afgestemd. Er zijn pakken met volledige laaltijden, die alleen nog met water loeten worden aangevuld. zijn daarnaast aanvullende voe- :rs die met andere voeding kunnen orden gecombineerd, atuurlijk zijn blikken voer, een lortreffelijke uitkomst als vervan- ng voor vlees; bovendien is blik- >eding compleet en dat kan van ees niet worden gezegd. waliteit Heel belangrijk is het om te weten at de industrie van dierenvoeding De meeste mensen die op een goede dag besluiten tot de aanschaf van een lisdier, hebben in eerste instantie nog niet zoveel weet van wat het dier ecies moet eten. Natuurlijk zal men te rade gaan bij dierenarts, dieren» leciaaizaak of vrienden, die al langer dieren hebben, maar het is goed om weten dat er een aantal essentiële bestanddelen zijn die de voeding van het er moet bevatten. Water op de allereerste plaats, het chaam van zoogdieren bestaat voor (procent uit water, bij pasgeboren eren is dat zelfs 80 procent. Van aar dat vochtverlies tot de belang- kste gevaren behoort en bij ziektes lijd het eerste in de gaten gehouden loet worden. De meeste dieren kunnen best een jdje zonder voedsel, zonder water jn ze echter al snel ten dode opge- hreven. Bij welke voeding men ook eft, moet altijd een bakje vers ater geplaatst worden, maar vooral j honden en katten die veel droog- Dertot zich nemen, aast water is eiwit de basis van alle ven. Verder mogen koolhydraten, :tten, mineralen en sporenelemen- 11 niet aan dierenvoeding ontbre- ;n. En tenslotte moet er rekening ihouden worden met vitamines. hoge eisen stelt aan kwaliteit en voe dingswaarde van de ingrediënten. Er vinden dan ook tal van controles plaats, vanaf het moment dat de ingrediënten bij de fabriek worden afgeleverd, tot dat de laboratoria het eindprodukt zowel chemisch als bac teriologisch checken. Etikettering Binnenkort zal op elk produkt de volgende informatie te vinden zijn: of het volledig of aanvullend voer betreft. Voor welk dier het bestemd is (want katten moeten geen honde- voer krijgen evenmin als omge keerd). Verder zal op de verpakking worden vermeld de percentages van in het produkt aanwezig ruw vet, ruw eiwit, ruwe cclstof, as, d.w.2. totale minerale stoffen. En verder de voornaamste vitamines: A, D3 en E. De dicrenvoeders van bekende mer ken worden verkocht bij dierenspe ciaalzaken verenigd in de landelijke vakorganisatie DIBEVO, bij groot winkelbedrijven en/of bij zelfstan dige kruideniers en slagers. Een 'snoepje' tussendoor Eén ding is zeker: hond of kat laten meeëten van het dagelijks menu van de mensen, d.w.z. ze de restjes voorschotelen, liefst met nog een lepeltje jus erover, zoals onze ouders en voorouders plachten te doen, verdient niet de voorkeur. Het leven is nu eenmaal veranderd en ook de mens eet niet meer zoals vroeger. Vroeger, toen de dieren minder gevaar liepen door druk verkeer en dichte bebouwing, hadden ze veel meer bewegingsvrijheid. Nu raken de dieren vaak overvoed doordat ze minder lichaamsbewe ging hebben, maar af en toe een ver antwoord hóndensnoepje in de vorm van een hondenbiscuitje kan geen kwaad. Maar maak er geen bede laars van. Het beste is om een konijn zijn eigen hok te geven. Het ideale konijnehok, of dat nu een binnen- of een buitenhok is, moet droog zijn, tochtvrij en niet te warm. Dus geen naden en kieren, geen tochtige plek, niet vlakbij een deur, onder een raam of dichtbij de verwarming. Daglicht en frisse lucht zijn vereisten. Het hok moet altijd een centimeter of 40 van de grond af worden gebouwd. Verder dient het voldoende ruim te zijn, waarbij de exacte maten afhankelijk zijn van de grootte van het dier, want dat kan flink verschillen. Bij de gemiddelde maat kan uitgegaan worden van 80 cm breed, 80 cm diep en 60 cm hoog. Dieper moeten hokken nooit zijn, dat levert problemen op bij het schoonmaken, en schoongemaakt moet er welhaast dagelijks, zeker als het hok zich binnenshuis bevindt. Het komt tegenwoordig meer en meer voor dat mensen een konijn in huis nemen en dat, net als een kat of een hond, los in de kamers laten rondlopen. Schattig natuurlijk, zo'n zacht knuffeldier, vooral kinderen krijgen er niet genoeg van om het op te tillen en ermee rond te sjouwen. Maar of het konijn dat altijd plezierig vindt? Meer nog dan een hond of een kat heeft een konijn er behoefte aan met rust gelaten te worden. Op een stil plekje zitten mummelen en met grote, nieuwsgierige ogen vanuit zijn hoekje toekijken, wat er allemaal om hem heen gebeurt. Tegen oppakken kan het zich met zijn achterpoten verzetten, waarbij de nagels flinke krabben kunnen veroorzaken. Van schrik laat het kind zijn knuffeldier vallen en dat is nou ook niet bepaald wat het zich van zijn nieuwe leven had voorgesteld. Konijnehokken zijn meestal van hout; eterniet is minder geschikt gebleken omdat het slecht warmte geleidt. De bodem moet van latwerk zijn, waaronder een plastic lade met turf molm, een materiaal dat prima absorbeert en luchtjes wegneemt. De voorkant van het hok is een met gaas bespannen deur die met scharnieren is bevestigd. Nu nog een ruifje aan het gaas beves tigen en dan kan het konijn erin. Het kind dat met een hond op groeit heeft veel vóór op andere kinderen; het leert al vroeg rekening houden met een kameraadje, het krijgt verantwoordelijkheidsgevoel en gaat begrijpen wat 'zorgen voor' kan inhouden. Om over de gezel ligheid van een hond om je heen nog niet eens te praten; een kind met een hond is nooit 'alleen'. Ze kunnen samen wandelen, spelen, knuffelen, letterlijk lief en leed delen. Het is bekend dat een hond, net zoals broertjes en zusjes, gewoon last kan krijgen van jaloezie als er een baby komt die ineens alle aandacht krijgt. De eerste fout die dan door de nieuwe ouders gemaakt wordt, is de hond verwaarlozen. Terwijl het zo'n kleine moeite is, zelfs met een baby op schoot, toch de hond lief toe te spreken en hem een hartelijk klopje te geven en een aai over zijn kop. Een aanzienlijk misverstand is daar bij dat een hond bij een baby niet hygiënisch zou zijn. Erger nog: hij zou de baby kunnen likken! Mis schien zelfs wel bijten! Over het algemeen kan worden aangenomen dat een normale hond normaal op een baby reageren zal, dat wil zeggen hem nieuwsgierig besnuffelen, vriendelijk likken en vervolgens voorgoed in zijn honde- hart sluiten. Voor dat besnuffelen en likken hoeft men helemaal niet in paniek te raken: een hondetong, mits de hond gevaccineerd is en goed wordt schoongehouden, is beslist geen broeinest van bacteriën. Een baby heeft voldoende afweerstoffen om eventuele bacteriën af te stoten. Desalniettemin is het verstandig om een week of vijf vóór de bevalling met de hond naar de dierenarts te gaan en hem te laten onderzoeken op Een dier vermist? Een dier gevon- :n? Wist u dat als dit onmiddellijk :meld wordt aan de hulpdienst van Stichting 'Amivedi' het dier koste- wordt geregistreerd? Van die registratie worden lijsten laakt op het Secretariaat. Die /orden practisch wekelijks verzon- Ti naar medewerkers, contact- Iressen, eigenaars van vermiste lieren, vinders, asiels, politie en mdere belanghebbenden. Als de 'inder van een dier, of degene die een iier kwijt is geraakt, dit zo spoedig logelijk bij het voor hem centrale ilefoonnummer opgeeft, dan is de ;ans groot dat dier en eigenaar voor leel verdriet gespaard blijven. In 1980, om eens een paar cijfers te men, werden 5600 honden, 9750 latten en 600 andere dieren als ver- list opgegeven. In datzelfde jaar /erden 7000 honden gevonden, 7750 atten en 625 andere dieren. Dit lijn althans de opgaven die bij Vmivedi binnenkwamen, het is atuurlijk maar een percentage van He vernf iste en gevonden dieren Veel plaatselijke nieuwsbladen oor het gehele land publiceren de ijst van vermiste en gevonden dieren iRATIS. Ook is het nog altijd niet [eheel bekend dat de registratie bij \mivedi KOSTELOOS isal wordt en schenking wel op prijs gesteld.Er ijn gelukkig veel donateurs waar- loor het vele werk mogelijk wordt [emaakt. Maar alle medewerkers van deze dier-Iievende stichting doen lit geheel belangeloos. Amivedi werd in 1933 opgericht en iet is opvallend dat de taak die men licht toen stelde, nog altijd niet door ten officiëlere instantie wordt ver vuld. Er zijn overigens wel tal van ilieren-beschermingsinstanties die een gevonden dier liefderijk opne- nen en er onderdak voor trachten te vinden bij een nieuwe verzorger, maar het blijft natuurlijk altijd het beste als het verloren geraakte dier weer bij zijn oorspronkelijke eige naar terug kan komen. Die vaak wanhopige eigenaar weet meestal niet veel meer te doen dan te infor meren bij het asiel en de politie en verder stencils in de brievenbussen van de omwonenden testoppen. Meestal is het dier echter al veel verder weggeraakt en daarom is het een goede zaak dat Amivedi er in is geslaagd in meerdere plaatsen in Nederland mensen te vinden die gebeld kunnen worden voor registra tie. Omdat dit uiteraard allemaal particuliere gezinnen zijn, is het mogelijk dat men niet direct gehoor krijgt; blijven proberen dus, in uw eigen belang en dat van het dier. Informatie 070-930212 bij geen gehoor 556137 tot 18.00uur. Men zal u dan graag eén folder en een lijst met telefoonnummers sturen. Het gironummer van de penning meester is 265190 t.n.v. Stichting Amivedi, Den Haag. Een gelukkige vinder zal wellicht graag op deze manier van zijn dankbaarheid getuigen! Al zijn er veel mensen tegen om vogels in een kooi op te sluiten, er zijn nu eenmaal vogelsoorten die in gevangenschap geboren zijn en van wie men haast zou kunnen aan- ngmen 'dat ze niet beter weten'. Dat gaat natuurlijk niet helemaal op, want de natuur van een beest ver loochent zich nooit, en geen vogel verleert ooit het vliegen. Maar van dit soort vogeltjes zou niets terecht komen als ze in de vrije natuur wer den losgelaten, want ze kunnen zelf geen voer vinden. Ook zijn ze niet snel genoeg meer in de vliegkunst. Als de kooi of volière ruimte ge noeg biedt, is er heus niet zoveel op tegen om vogels te houden. Een paar tegelijk is natuurlijk wel gezelliger voor ze, en als je ze vrolijk met elkaar hoort kwinkeleren, ma ken ze echt niet de indruk ongelukkig te zijn. Maar ruimte waarin ze de vleugels kunnen uitslaan is een ver eiste. parasieten, waarbij dan vooral gelet wordt op eventuele spoel worm Wat betreft de angst voor bijten: het is gemakkelijk uit te vinden of de hond bijt-neigingen zou kunnen ver tonen. Neem hem eens mee naar een adres waar puppies zijn en laat hem er een vóórhouden. Uiteraard goed beschermd en met de hond stevig aan de lijn. Komt hij vriendelijk dichter bij, gaat hij kwispelen en probeert hij te likken, dan is hij een normale hond die rustig op de baby kan worden 'losgelaten'. Trekt hij echter uit alle macht aan de lijn en laat hij zijn tanden zien, gaat hij kwaad aardig grommen, ja dan, zo treurig als het kan zijn, zal de hond moeten verhuizen naar een kinderloos adres. In het omgekeerde geval, waar in een gezin met een of meer kinderen tot de aanschaf van een hond wordt overgegaan, kan dat het allerbeste een jonge hond zijn, die dan normaal met kinderen opgroeit en daar geheel aanwent. Van nature zal de hond de kin deren geen kwaad doen. Maar wel is het de taak van de volwassenen om goed op te letten of de kinderen al spelend de hond niet plagen of zelfs pijn doen, want daar zal hij instinct matig op reageren, soms inderdaad door van zich af te bijten. Laat daar om kleine kinderen die nog niet pre cies weten wat wél en niet kan met hun levend speelgoed, nooit met de hond alleen. Voor het aquarium zitten en naar kijken is net zo rustgevend als muit een boot naar water kijken, of winters naar een openhaardvuur, isschien is een aquarium nóg iets varieerder. Want je kijkt tenslotte (ar levende en beweeglijke wezen- es die daar maar af en aan (vemmen en een heel eigen ritme ken te hebben. Af en toe stijgen ze aar het oppervlak en happen een eet je: naar die droge vlooitjes die aar net zijn gedeponeerd, of zo- aar naar verandering van lucht. A i en groot aquarium met van die eurige tropische vissen is natuur- goudvissen kunnen vooral kinderen k helemaal een lust voor het oog; al plezier beleven- Na een poosje aar ook aan een kom met een paar weten de vissen precies of je de kamer inkomt om ze te voeren en gaan ze al naar boyen toe als je het voer nog uit het doosje moet pakken. Sommige reageren ook op stemmen. Kinderen kunnen makkelijk leren zelf voor ze te zorgen. Eens per weck de kom verschonen: de visjes er met een netje uithalen en in een tijdelijk kommetje doen met water op kamer temperatuur. De grote kom goed afwassen en nog beter naspoelen, zodat er geen afwasmiddel in achter blijft. De eventuele plantjes of kleurige kiezelstenen afspoelen, water uit de kraan met wat warm water mengen tot kamertempera tuur en de visjes weer voorzichtig in hun schone huisvesting terugdoen. Een snufje voer verspreiden over het wateroppervlak, maar pas als ze weer op hun vaste plaats staan. Dan kunnen ze rustig en op hun gemak gaan happen. Willen de kinderen er eens een of meer goudvissen bij, dan kan dat problemen geven, want het kan ge beuren, dat de vis met de oudste rechten de nieuwkomers gaat op eten. Het beste is dus om een aantal goudvissen tegelijk aan te schaffen en tegelijk in de kom los te laten. Als er nieuwe vissen worden aan geschaft, geeft de dierenhandelaar die mee in een plastic zak gevuld met water. Bij thuiskomst moet dat zakje een poosje op het aquariumwater drijven, tot de temperatuur daaraan is aangepast. Geef vissen nooit te veel voer, dat is slechter dan te weinig. Vooral in een aquarium met plantjes halen ze daar al wat voeding uit. Te veel voer maakt bovendien het water voortij dig troebel. Het is beter om 2 of 3 maal per dag een klein beetje te geven, dan een grote hoeveelheid in één keer. Als ze goed gewend zijn aan de mensen die voor ze zorgen en niet meer terugdeinzen voor een vinger door de tralies, als ze gaan luisteren naar de menselijke stem en daaraan zelfs gehoorzamen, dan kan de vogel ook zo nu en dan uit de kooi worden gelaten en in de kamer rondvliegen. Deuren en ramen wel dichthouden. De kooi of volière mag nooit in de volle zon staan, maar een behaag lijke plek waar het zonlicht indirect komt of langsstrijkt, vinden ze ple zierig. Aan tocht daarentegen hebben vogels een hekel, het is ook slecht voor ze en wie ze oprecht lief heeft moet zorgen dat ze daar nooit last van krijgen. Schelpenzand op de bodem vinden ze heerlijk. Ook vogels kunnen kwaaltjes krij gen, ziek worden; wie nu en dan een dierenarts bezoekt, zal merken dat daar wel eens iemand zit met een vogel in een kooitje. Natuurlijk is het voor bezitters van grote kooien ondoenlijk om daarmee op stap te gaan. Het heeft dan ook zin een klein kooitje aan te schaffen voor even tueel vervoer. Daar kan de vogel ook in als de grotere kooi wordt schoon gemaakt. Informatie bureau voor Huisdierenvoedsel, Wibautstraat 12 1091 GM AMSTERDAM Telefoon 020-938933. UITGAAN?NU' BU ZULK HONDEWEER? ...K DENK DAT JE WEER NAAR DE PSYCHIATER MOET. EN K WIL NIET DAT JE NAAR ANDERE VROUWEN KUKT! In principe moet élk huisdier ge leerd worden te gehoorzamen en zich aan bepaalde regels te houden. Maar bij sommige dieren is dat aan zienlijk makkelijker en vaak van zelfsprekender dan bij andere. Neem nou een poes: die hoef je alleen maar te wijzen wéér de bak staat en ze zal haar behoeftes nooit meer ergens anders deponeren. Als ze "haar nagels wil scherpen aan de randen van het bankstel, dan kan een opgevouwen krant goede diensten bewijzen. Niet om het dier mee af te tuigen natuurlijk, maar een klein tikje en een waarschuwend 'foei' of 'nee-nee' leert het al heel snel dat het niet de bedoeling is om de mooie bank binnen de kortste keren bij de vuilnis te moeten zetten. Na een paar van dat soort waarschuwingen is het grijpen naar de krant meestal al vol doende om haar een ander plekje te doen opzoeken, bij voorkeur na tuurlijk een echte krab-plank of een ander ruwig voorwerp dat speciaal daarvoor is aangeschaft. Bij honden kan een en ander wat ingewikkelder zijn, want er wordt van een hond ook meer geëist. Ze moeten wachten met hun behoefte doen tot de baas of bazin klaar is om met hen uit te gaan. Ze mogen als ze met vieze poten van de straat of uit de tuin komen, niet zomaar in een ruk door naar binnen. Ze mogen in de meeste huishoudens niet op ban ken of stoelen, maar ergens staat hun mand of ligt een plaid of anderszins ter aanduiding van hun eigen plek. Ze moeten op een gegeven mo ment ophouden met blaffen. Moe ten niet tegen iedereen die binnen komt opspringen, al is dat soms nog zo hartelijk bedoeld, maar lang niet iedereen is daarop gesteld - of ge- klééd! Bij het wandelen met de hond, als hij aan de lijn loopt, niet voortdu rend trekken. En als hij in het park vrijuit mag hollen, moet hij terug komen als geroepen of gefloten wordt. Niet zomaar de benen nemen de hele andere kant op, al is dat teefje ook nóg zo verleidelijk. Kortom, een waslijst van voorschrif ten, die best wat tijd, maar vooral geduld en liefde vergt om te worden afgewerkt tot volle tevredenheid van baas en dier. Voor mensen die zelf niet genoeg tijd hebben of misschien het geduld missen om hun hond goed op te voeden tot een gehoorzaam huisdier, bestaan hier en daar in het land ge hoorzaamheids-training-cursussen. Daar leren ze geen kunstjes, maar ze worden er opgeleid tot een goede gezinshond. Wie het zelf wil ondernemen dient een aantal regels in acht te nemen. 1Een jonge hond leert makke lijker dan een oudere, die al bepaalde gewoontes heeft. Ieder levend wezen leert nou eenmaal makkelijker iets één dan éf. 2. Blijf geduldig, ook van stem geluid. Schreeuwen is géén goede opvoedingsmethode, vriendelijk maar beslist praten kan wonderen doen. 3. Als de hond iets goed gedaan heeft, prijs hem dan. Maar ga niet meteen schelden als het niet snel genoeg lukt. 4. Een hond moet leren onmid dellijk te gehoorzamen, dus 'zit' en hij moet gaan zitten, niet eerst nog een rondje door de kamer en ten slotte in een hoek neerploffen. 5. Het is belangrijk om dezelfde woorden te blijven gebruiken. Korte, duidelijke woorden, die niet moeten vervagen door lange uitleg erna, die verstaat hij toch niet. 6. Zo goed als een mens soms zijn dag niet heeft, is dat het geval bij dieren. Het dier voelt de mens, als hij die eenmaal heeft Ieren kennen, vaak wonderbaarlijk goed aan. Probeer ook het dier aan te voelen en breng begrip op voor zijn slechte bui. 7. Vooral als er intensief 'ge traind' is, verdient het dier afleiding. Een robbertje spelen of even lekker met de baas hollen zal zeer gewaar deerd worden. 8. Al lijkt het dat de hond voor beeldig gehoorzaam naast u blijft lopen, houdt hem bij druk verkeer toch altijd aan de lijn. Eén moment van onachtzaamheid kan veel ver driet en pijn ten gevolge hebben. 9. Probeer niet een hond teveel in eens te leren. Begin bij het begin, bij voorbeeld 'zitten', en laat er geleidelijk aan steeds wat meer bij komen. I0V Tenslotte: voed de hond zo danig op dat hij anderen geen on nodige last bezorgt. De hond is de verantwoordelijkheid van de eige naar. En waarom moeten buren wakker liggen van zijn geblaf, of hun tuin omgespit vinden door zijn honde- poten?

Erfgoed Rijssen-Holten

Holtens Nieuwsblad | 1981 | | pagina 9