Als ik van mijn handel
droom dan is het goed
Standwerker
Joop Huizing
,doet' per jaar
150 markten
Kampioen-standwerker Joop Huizing uit het Drentse Erica heeft onlangs weer
de spits afgebeten van een nieuw standwerkerssei zoen. In het
begin gaat het niet zo soepeitjes maar
gaanseweg krijgt hij de smaak te pakken. Voor zijn succes heeft
Huizing een simpele verklaring: „Je moet gewoon
de beste wezen".
AL direct bij het begin
van de jaarmarkt krijgt
Joop Huizing dan zijn
pias. de schrik van elke
standwerker. Een vrouw
ditmaal, tegen de vijftig,
maar ze past helemaal in het
beeld, dat Joop 's morgens tijdens
de rit naar Sittard al van dit type
marktganger had geschetst. Het
klopt aardig en Joop moet alle
registers open trekken zich niet
de aandacht van het publiek door
de grappenmaakster te laten
ontfutselen.
De vrouw onderbreekt zijn
nummer voortdurend, krijgt de
lachers op de hand in het voor
Joop onverstaanbare Limburgse
plat en weet de
standwerkerskampioen van
Nederland zowaar uit de
concentratie te halen.
Pogingen om de vrouw met de
gebruikelijke middeltjes de mond
te snoeren („Bij de les blijven
oma") en door het
gereedgehouden biljet van 25 in
de zak te steken' („Hoe gauwer je
stil houdt, hoe eerder ben je weer
weg") hebben geen succes. De
vrouw blijft praten en produceert
voortdurend een lach van oor tot
oor, waarbij het kunstgebit elke
keer uit de mond lijkt te duiken.
Joop grijpt dan naar het zware
geschut, al wordt het niet het
„fileren" zoals standwerkers het in
de grond stampen van een
klierderige klant noemen. Met zijn
opmerking „gebit in je zak en
voor de rest je mond houden,
moedertje" haalt hij de lach van
haar gezicht en de aandacht van
zijn klanten terug.
De eerste ronde wordt toch nog
behoorlijk. Er worden een stuk of
zes koffiefilters verkocht. Joop
Huizing heeft weer de spits van
een nieuw standwerkersseizoen
afgebeten. Het is te merken, dat
hij vier wintermaanden uit de
roulatie is geweest en nog
helemaal warm moet draaien. Het
gaat in het begin niet zo
soepeitjes, maar gaandeweg krijgt
Joop de smaak te pakken. De
Sittardse jaarmarkt Sint Joep,
waar duizenden mensen op
afkomen om de verjaardag van de
heilige Sint Josef te vieren, kan
niet om de „kampioen van
Nederland" heen. Ook letterlijk
niet, want Joop heeft een plaatsje
uitgezocht op een kruispunt van
vier wegen, die samenkomen op
het pittoreske marktplein. De
concessie die hij aan deze keuze
heeft moeten doen, is dat hij
midden tussen de zware jongens
staat. Tegenover Joop heeft zich
de „groenteschaver" genesteld,
naast hem werkt de verkoper van
een veelzijdig snij- en
slijpapparaat en in de buurt staat
ook de in witt stofjas gestoken
„wonderpannen-man". De
babbelaar uit het Drentse Erica
maakt echter zijn reputatie waar.
Hij ziet deze dag kans om 100
koffiefilters tegen 19,95 gulden per
stuk om te zetten. Joop bekent
later ronduit, dat hij een
voortreffelijke dag heeft gedraaid.
Vier keer al is Joop Huizing (47)
kampioen van de standwerkers
geworden. In 1976 sleepte hij voor
de eerste keer de titel in de
wacht. Het steekt hem nog
steeds, dat hij geen kans heeft
gezien het kampioenschap
sindsdien ononderbroken in bezit
te houden. In 1979 moest hij de
eer aan een verkoper van
groenteschaven laten, omdat hij
niet aan het beslissende concours
kon meedoen vanwege een
keelontsteking. Er is hem echter
alles aan gelegen om de handvol
kampioenschappen vol te maken.
Joop probeert dat voor elkaar te
krijgen met het artikel, waarmee
het vorig jaar tot verbazing van
zijn vakgenoten succes had: .een
koffiefilter dat „op* alles past waar
maar een gat in zit". En het grote
voordeel heeft, dat het zonder
zakjes werkt. Melitta moet het de
komende weken in Sittard en
omgeving merken, dat Joop
Huizing er is geweest.
De grote vrees van Joop Huizing
is. dat de industrie in de gaten
krijgt dat er geld te verdienen is
met het filter. Want, zegt de
standwerkerskoning uit Erica, we
brengen vaak als eerste een nieuw
artikel en dan komt de- industrie
er achter Vandaar, dat Joop, nu al
zit te dubben over een opvolger
voor het wonderfilter. Het spijt
hem; dat hij onlangs een aanbod
heeft laten lopen voor de
alleenverkoop van een
sudderplaatje. Het ding, waar hij
toen niet zoveel in zag. blijkt het
op markten en beurzen goed te
doen. „Van nature ben ik wat
gemakzuchtig. Als iets goed loopt.
hoef ik niet zonodig over te
stappen op een ander artikel.
Maar, dit overkomt me niet weer.
Ik heb me voorgenomen het
voortaan zonder meer te
proberen", verklaart Joop deze
misser.
Het was toevallig dat Joop
Huizing zich in de standwerkerij
stortte. Na de HBS en de
Horecavakschool („Ik ben de
enige in mijn vak met een
middelbare opleiding") kwam hij
op het idee om de markten af te
reizen.
Zijn debuut maakte hij met ijs en
patat in Musselkanaal. Al gauw
stapte hij over op warme worst,
waarmee hij zeven jaar geleden in
Hoorn stond, toen standwerkers
hem uitdaagden. „Ik had gezegd,
wat jullie kunnen, kan ik ook. Ik
deed mee aan de wedstrijd om de
Gouden Poffer, waarbij je 1
minuut voor tijd een onderwerp
op krijgt en daarvan een nummer
moet maken. Ik had het geluk,
dat ik poffertjes aan de man
moest brengen. Omdat ik uit het
horecavak kom, zag ik me wel
kans er een goed verhaal over te
houden. Ik won de wedstrijd en
nog hetzelfde jaar werd ik
standwerkerskampioen".
Per jaar reist Joop Huizing, om
de kosten te drukken vaak samen
met zijn vriend De Boer, zo'n 150
markten af. De meeste collega's
wonen in het midden van het
land, zodat ze centraal tussen de
grote markten zitten. Joop krijgt
een verhuizing echter niet voor
elkaar. Zijn vrouw is, volgens
hem, met geen stok uit Erica weg
te slaan. „Ik heb me ermee
moeten verzoenen, maar een feit
is wel, dat de andere jongens al
een daguurtje hebben verdiend,
terwijl ik nog voor de reiskosten
zit te werken".
Tijdens de vier uur durende reis
naar Sittard waarvoor Joop al om
half vier 's morgens uit de veren-
moest, is te merken dat hij onder
spanning staat. „Ik heb dat altijd
voor een klus. Maar het is
voorbij, zo gauw ik aan de slag
ben". Op de Sint Joep duurt dat
nog al even, want er komt een
ingewikkelde loting aan te pas,
voor de standwerkers over de
uitgestrekte markt (400 kramen)
zijn verdeeld. Ze zijn er trouwens
zelf ook schuld aan. dat er meer
dan een uur verstrijkt, voordat
iedereen een plaats heeft. De
standwerkers willen eerst zelf ter
plekke kijken voor ze met hun
toewijzing accoord gaan. Maar
dan duurt het ook maar eventjes,
of Jopie is los. Het opbouwen van
zijn kraam - twee parasols met
een opvouwbaar toonbankje, dat
precies in de koffer van de
Mercedes past - kost hooguit een
kwartier. Zoals hij al had
aangekondigd open hij „blind":
een vakterm om de mensen te
verlokken te betalen voor een
artikel dat ingepakt blijft. Joop
heeft zijn opwarmer voor een
lange koude dag, met vijf mensen
die geld neertellen voor een pakje
dat ze later pas mogen uitpakken.
Als het hun niet bevalt kunnen ze
hun geld terughalen.
Niemand komt klagen. Op het
koffiefilter heeft Joop een tekst
geschreven, die hij die dag in
Sittard tientallen malen als een
plaat afdraait. Er zitten een paar
grapjes in, die net op het randje
zitten. Joop doseert ze
voorzichtig. Als de eerste dubbele
bodem (over een vinger) niet goed
valt, laat hij de tweede gewaagde
grap (over een koffiemolen tussen
de benen) achterwege.
Joop verkoopt deze
keer per „trek" gemiddeld 4 filters
en daar is hij best tevreden óver:
„Als ik elke dag zo goed draai,
teken ik ervoor". Toch beweert
Joop dat hij niet materialistisch
is ingesteld. „Maar ik moet nu
eenmaal goed verdienen, omdat ik
zelfstandig ben en voor een rits
onkosten sta, die iemand in
loondienst niet heeft. Bovendien
moet ik er rekening mee houden,
dat ik over een jaar of wat een
stap terug moet doen. Een goede
standwerker is net als een
topvoetballen Hij moet het in een
jaar of 10 tot 15 maken, want dan
moet hij onherroepelijk terug".
Toch is Joop Huizing dit goed
afgegaan. In Erica heeft hij een
kast van een huis en hij kan zich
het veroorloven in de winter thuis
te blijven. Hij gebruikt die tijd
om de luieren, lang te slapen, met
zijn 12-jarig dochtertje
kunsttentoonstellingen af te reizen
en zijn hobby's uit te leven. Joop
schrijft teksten voor een
cabaretgroep in zijn woonplaats
en waagt zich bij tijd en wijle aan
het schrijven van gedichten en
limmericken. Veel tijd is trouwens
ook gemoeid met het
raadslidmaatschap. Voor d?
groepering Gemeentebelangen zit
Joop Huizing in de raad van
Emmen, terwijl hij uit hoofde van
zijn bestuurslidmaatschap van de
Ambulante handel in
raadscommissies van vele
gemeenten zitting heeft. Tot
opluchting van zijn vrouw werd
hij niet herkozen als voorzitter
van de Standwerkersclub. Al
steekt het hem, dat hij deze
functie gedwongen heeft moet
laten schieten. Vier
kampioenschappen hebben toch
wel wat afgunst veroorzaakt bij
zijn collega's. Toch is daarvan
niets te merken, als Joop Huizing
en vriend-collega De Boer voor de
seizoenopening arriveren in
Sittard.
Het „ha, Jopie" is niet van de
lucht en in korte tijd worden de
meeste handen van zijn veertig
collega's van die dag geschud.
Het valt dan vooral op, dat Joop
Huizing .een buitenbeentje is.
Terwijl de andere standwerkers in
leren jasjes, wijd opengedragen
jacks en coats met bontkragen
rondstappen, loopt hij in een
keurig colbertje.
Joop beseft heel goed. dat de
kooplieden die geregeld op
dezelfde markt staan en stille
kramers worden genoemd omdat
ze geen nummer opvoeren, soms
verwijtend naar de standwerkers
kijken. Volgens hen komen ze
eventjes de krenten uit de pap
pikken. Joop vindt dit kortzichtig,
want volgens hem zorgen de
standwerkers voor de jus van de
markt:
De opvallende successen, die de
standwerker uit Erica in zijn vak
boekt, waren er de oorzaak van
dat hij door een
electriciteitsbedrijf werd gevraagd
om op de markt
„energiebesparing" te gaan
verkopen. Joop Huizing deed een
goede zet door het aanbod aan te
nemen. Hij kreeg een golf van
publiciteit en aandacht van
televisie en radio. Enige weken
geleden nog was Joop te zien in
het veelbekeken tv-programma
„Wie van de drie". Joop maakt
er handig gebruik 'van door het
tv-optreden alvast in zijn verhaal
mee te nemen. Zijn bekendheid
ontdooit met name de mensen,
die het wantrouwen van het
gezicht afstraalt maar die uit
nieuwsgierigheid toch bij de stand
zijn blijven staan. Meer moeite
heeft Joop Huizing met de
piassen en de chagarijnen.
.Zulke mensen kunnen het
lelijk voor je verpesten. In elk
geval kun je opnieuw beginnen
met je verhaal. Voor chagarijnen
ben ik dan ook meedogenloos. Ik
zet ze in hun hemd, iets wat ik
anders niet graag doe,
In Sittard krijgt hij wel zijn pias
(de vrijuw met het gebit), maar is
hij de chagarijn ontlopen als hij
na 7 uur ononderbroken
standwerk zijn mutsje weer opzet
als teken dat het wat hem betreft
is afgelopen met de markt. Toch
gaat het ding nog een paar keer
af, als late marktgangers nog
interesse tonen voor het
wonderfilter. Joop kan de
verleiding niet weerstaan om zijn
omzet boven de 100 stuks-te
tillen.
De lange terugreis naar Erica
hoeft Joop Huizing die dag niet
te maken. Hij heeft de volgende
dag in Hilversum een tv-opname,
waarin hij voor een fabrikant een
apparaat moet demonstreren, dat
moet voorkomen dat de
wasmachine onnodig onder
waterdruk staat. Het apparaat
schakelt de kraan uit, als het
wasprogramma is afgewerkt. Het
wordt trouwens niet het artikel,
dat het koffiefilter van Joop gaat
opvolgen. Hij ziet er nog geen
brood in: „Ik heb er tenminste
nog niet van gedroomd".
Joop temidden
van zijn maten.
Vier kampioen
schappen en zijn
tv-bekendheid
hebben toch wel
„wat afgunst tot
gevolg gehad.