De kampeertarieven worden onvoorspelbaar De woestijn kan weer vruchten opleveren Geschenk voor Het Nijenhuis Vijf eeuwen Japanse keramiek Maatstaven overheid verschillend Maak eens een film van wat voorbij gaat BEGINNEN MET BOMEN ROMEINSE CONSTRUCTIES WERKEN GROENE GORDEL STEDEN 1N DE WOESTIJN KOLTENS NIEUWSBLAD - 17 AUGUSTUS 1979 - PAG. 7 Zeven 3e-jaars studenten van het Nederlands Wetens chappelijk Instituut voor Toerisme en Recreatie hebben in opdracht van de Consumentenbond een onderzoek in gesteld naar de ontwikkeling van overheids- en semio- verheidstarieven op de Nederlandse kampeerterreinen. Ook Recron heeft hieraan zijn medewerking gegeven. Uitgangspunt was in feite: wie is de boosdoener: de recreatie-ondernemer of de overheid, die de stijging van de tarieven in de hand werkt? Alhoewel het onderzoek een beperkt karakter had zijn er toch interessante gegevens 5a?ï Y?-Ten £ek°men* Eén van de conclusies spreekt een duidelijke taal, nl. „de overheid draagt er toe bij, dat de tarieven op de kampeerterreinen onvoorspelbaar wor den; Hetgeen ter plaatse moet worden afgedragen loopt aanzienlijk uiteen." De conclusies van het rapport wyzen erop, dat er grote verschillen aljn, hetgeen zeker concurrentie-' vervalsing In de hand werkt. Een onjuiste zaak, vooral nu de economische betalingsbalans in het nadeel van het toerisme in Nederland is doorgeslagen. Deze projektstudie is verschenen bij genoemd instituut in Breda. In dit onderzoek wordt de ont wikkeling van een aantal voor de verbfijfsrecreatieve sektor van be lang zijnde gemeentelijke belas tingen, regionale overheidslasten en tarieven van nutsbedrijven ge analyseerd. De procentuele stijging van ge noemde externe lasten wordt ge plaatst tegenover de stijging van de tarieven van de kampeerbe- drijven. Tevens zijn de per regio en per gemeente optredende verschil len vergeleken. Het onderzoek heeft betrekking op 6 kampeerbe- dryven, verspreid over de belang rijkste toeristische regio's in Neder land en strekt zich uit over de periode 1973 t/m 1977. BTW over toeristenbelasting Bij de gemeentelijke belastingen, waarmee een recreatieondernemer te maken krijgt, neemt de toe ristenbelasting de belangrijkste plaats in. In 5 van de 6 gemeenten, waar de terreinen liggen, is toe ristenbelasting verschuldigd. Zowel de bedragen die geheven worden als de wijze waarop toe ristenbelasting door de recreatie- ondernemer moet worden -afgedra gen, verschillen nogal. In het algemeen is de toe ristenbelasting bij bungalows, voorzover zij geheven wordt, het hoogst en loopt in 1977 uiteen van f50.- tot f220.-. Daarna komen achtereenvolgens jaar- en seizoenplaatsen, waar de verschil len resp. uiteenlopen tussen f75.- en f 130 - en f35.- en f 152 - De toerlsrische staanplaatsen brengen in het algemeen wat minder toeristenbelasting op. maar ook hi< pon de bedragen uiteen van f 30.- tot f 92.- per jaar Gemeentelijke belastingen De wijze waarop de toe ristenbelasting geheven wordt varieert van een vast'bedrag per overnachting tot de meer inge wikkelde methoden van teldagen, waarop vervolgens de aanslag van de toeristenbelasting voor de recreatie-ondernemer wordt ge baseerd. De willekeur, waarmee de teldagen worden gekozen, heeft tot gevolg dat sommige recreatieon dernemers zich voor de zekerheid indekken door van de gasten een hoger bedrag te vragen dan feitelijk betaald moet worden. Het risico wordt daarmee op de kampeerders afgewenteld. In één enkel geval komt zelfs de situatie, voor dat de be lastinginspectie van mening is. dat toeristenbelasting een dienst is en dat derhalve 18% BTW over deze belasting geheven moet worden. De andere gemeentelijke belastin gen zijn vergeleken met de toe ristenbelasting veel geringer van omvang, zeker wanneer ze omge slagen worden per standplaats De reinigingsrechten, voorzover de reiniging althans niet uitbesteed is aan een partikulier bedrijf, varië ren in 1977 per bungalow van f 38 - tot f 55.-:- per vaste standplaats van f 24.- tot f 52.- en per toeristische standplaats van f 18 - tot f 52.-. Do onroerend-goed-belasting, die inmiddels in alle gemeenten is in gevoerd. heeft ook voor de kampeerbedrijven de onprettige konsekwentie dat zij sterk lastenverhogend werkt. De verschillen worden zowel ver oorzaakt door verschil in de lokale tarieven als ook door verschil in uitgangspunt. In de ene gemeente betaalt de recreatie-ondernemer een bepaald bedrag per hectare van het terrein. Hij slaat dan zelf het bedrag om over het aantal standplaatsen en bungalows. In de andere gemeente wordt de bungaloweigenaar of vaste- standplaatsbezitter rechtstreeks aangeslagen voor het aantal vierkante meters waarop hij staat. Soms wordt ook de waarde van het recreatieterrein plus de bebouwing geschat. De ondernemer betaalt dan per bedrag geschatte waarde een bedrag als onroerend- goedbelasting Als alle gemee ntelijke beiastingen te zamen wor den genomen blijken per gemeente en per camping aanzienlijke ver schillen op te treden. Standplaatstarieven Onder regionale overheidsl^sten worden in dit onderzoek de waters chapslasten en zuiveringslasten verstaan. In het algemeen zijn de waters chapslasten niet zo hoog en ze hoe ven niet overal betaald te worden. Op de 4 terreinen, waar deze lasten betaald moeten worden, kunnen de verschillen, weer aanzienlijk zijn. iDrie rekreatieterreinen moeten zuiveringslasten aan een zuiverin gsschap betalen. Die lasten zijn bedoeld als bijdrage in de kosten voor het zuiveren van rioolwater. De kosten per standplaats liggen, als ze gelijk over bungalows en andere standplaatsen verdeeld worden, tussen f26.- en f38.- per jaar. Per standplaats vermen de regio nale overheidskosten, vergeleken met de gemeentelijke belastingen, slechts een klein deel van de totale externe lasten. De vastrechttarieven van electriciteit en water zijn per bungalow en per standplaats vrij gering. Voor water ligt dit tussen f 0.50 en f2.35 per jaar, voor elektriciteit tussen f0,15 en f3.15 per jaar. De tarieven per eenheid zijn voor de verblijfsrekreanten echter veel belangrijker. Zo kost drinkwater van f0,19 tot f 1.39 per kubieke meter en de prijs van een kilowattuur elektriciteit ligt tussen f 0.08 en f 0.174. Daarbij is het opvallend, dat bij de duurste electriciteitsmaatschappij ook het hoogste bedrag aan vastrecht moet worden betaald. Regionale overheidstalen De gemeentelijke en regionale overheidslasten, uitgedrukt in een percentage van de per camping geldende tarieven, leveren aan zienlijke verschillen op. Het blijkt dat in een enkel geval de overheids lasten een aanzienlijk onderdeel uitmaken van de uiteindelijke prijs van een standplaats. Het grootste aandeel bij de zes onderzochte hte campings was 35%, het laagste was 3%. In het algemeen zijn ln de periode 1973-1977 de overheidslasten veel sterker gestegen dan de ver- blijfsrecreatietarieven. Als de Rijksoverheid sinds 1975 speciale maatregelen, treft om de prijzen op de recreatiebedrijven in de hand te houden maakt zij zichzelf wel lichtelijk ongeloofwaardig als zij de lagere overheid toestaat de tarie ven, meer te verhogen dan de recreatie-ondernemers is toege staan. De procentuele stijgingen van de overheidslasten en de kampeer tarieven tonen een zèer on regelmatig en uiteenlopend beeld. De overheid draagt er toe bij dat de tarieven op de kampeerterrei nen onvoorspelbaar worden. Hetgeen ter plaatse moet worden afgedragen loopt aanzienlijk uit een. Op deze manier wordt ook concurrentievervalsingin de hand gewerkt. Dit schrijft „Rekreaksie, het vakblad voor de receatie - onder nemers - (augustus-nummer) ür Er verandert nogal wat ln onze wereld. Er zjjn mensen, die zich daar terecht zorgen over maken en die zich verzetten tegen deze ont wikkeling. Toch zijn veel dingen niet tegen te houden en dan zijn ze op een bepaald moment onge merkt verdwenen. Goede raad voor wie een fllmcaihera heeft: maak in elk geval eens een film van de din gen, die waarschijnlijk voorbij zul len gaan. Wie ze nu filmt kan ze een leven lang vasthouden en zichtbaar maken, ook als ze in werkelijkheid niet meer bestaan. Wie zo'n kleine fllmreportage wil gaan maken, moeter natuurlijk wel aan denken, dat een filmcamera vooral zinvol is als je bewegende motieven opneemt. Stilstaande onderwerpen zyn meer geschikt voor de fotocamera om er foto's of dia's van te maken. Wie filmt, legt bewegingen vast. Wie een film wil maken van de dingen, die voorby gaan, zoekt het dus vooral in le vende en bewegende onderwerpen. Stel, dat u in uw eigen omgeving zo'n film wilt gaan opzetten. Dan is het verstandig een lijstje te maken van de onderwerpen, die daarvoor in aanmerking komen, bijvoor beeld: Een dorp waar klederdrachten nog in ere zijn (als daar tenminste ge filmd mag worden) Een markt of braderie, waar oude ambachten worden ge demonstreerd De koetaJesverhuurdery waar paarden worden ingespannen Een streek waar nog molens draaien Een stadswijk of dorp, waar de on vervalste kinderfeesten worden georganiseerd met zaklopen, koekhappen en dergelijke Het optreden van een folkloristische dansgroep Een optocht van oude auto's Wie de bovengenoemde of andere evenementen niet zo gemakkelijk kan realiseren, kan een dagje door brengen in het Openluchtmuseum iri Arnhem, waar vele dingen, h* n het gewone leven niet of zelden worden gedaan, nog worden toege past zoals bijvoorbeeld het met de hand scheppen van paier en - vaak - het rietdekken. Dit laatste gebeurt trouwens ook nog veel op het platteland en in villadorpen. Een vraag of u dit werk mag filmen zal niet licht worden afgewezen. De kunst van het maken van een of enkele van deze filmpjes is vooral om de handelingen duidelijk in beeld te brengen. Werk dus veel met totaalbeelden en daarna met close-ups Bestudeer van te voren wat er gebeurt, zodat u allé belang rijke handelingen "in beeld kunt brengen. Probeer ook een bepaalde lijn in uw film te brengen door de volgorde van de gebeurtenissen of handelingen goed aan te houden. Niet zonder toestemming Het is al even genoemd: filmen van mensen zonder toestemming kan problemen geven. Voorkom deze door vooral even toestemming te vragen. Er is zelfs een plaats, waar het verboden is te fotograferen en te filmen. In Staphorst is er een politie-verordening waarin het aan de openbare weg niet is toegestaan een camera te gebruiken. Wie een goed onderwerp heeft ge vonden en gefilmd of meer onder werpen in beeld heeft kunnen brengen, kan thuis na de ontwikke ling van het filmmateriaal die losse opnamen samen voegen tot een geheel. Met wat opnamen van teks ten of met een commentaarstem en toepasselijke geluiden ontstaat er zo een kleine documentaire, een persoonlijke visie op zo'n onder werp, dat het waard is te worden vastgelegd voor later. Wie zo de filmcamera gebruikt, heeft er veel plezier van, want al filmend leg Je voor altfjd vast wat er straks mis schien niet meer zal zijn Zo'n oude Urker op de dijk een zeldzame verschijning. Maak van de dingen, die voorbij gaan. eens een filmpje. Dat is het advies van onze filmmedewerker in bijgaand artikel. Prof. Mohammed El-Kassas geniet internationale faam als des kundige op het gebied van de desertificatie: het gedurig opruk ken van de woestijn. De hoog leraar in de plantkunde aan de universiteit van Gairo vervult of vervulde tal van functies: hij is lfd van de Club van Rome bijvoor beeld, waarin zijn kennis van de woestijn van pas komt. De woestijn en wat ermee kan worden gedaan is een onderwerp waar over hij graag praat. Hij deed dit in het Unesco Radioprogramma en een samenvatting van wat hij te berde bracht volgt hieronder. Het gebied tussen Alexandrië en de grens met Libië was eens de grote wijngaard voor de Romeinen. Trouwens al vroeger meldden antieke Griekse schrijvers een bloeiende landbouw in deze streek. Onder Romeins bestuur bracht de als Mareotis bekend staande streek zoveel voort dat in vergelijking de vruchtbaarheid van de Nljlvallei en delta erbij in het niet viel. De Romeinen bouwden met slaven grote waterreservoirs en gingen er op grote schaal graan verbouwen om de groeiende bevolking van hun metropool te voeden. Dat duurde zo tot de elfde eeuw na Christus. \vaarna de streek opnieuw verviel tot woestijn. Het klimaat is hier niet noemenswaard veranderd in de laatste paar honderd jaar. Een Romein noteerde in de eerste eeuw van onze jaartelling de neerslag en zijn cijfers verschillen weinig met die van nu. Waarom dan is een vruchtbare streek tot woestijn ver vallen? De Romeinen waren zeer vernuftig bij het exploiteren van de watervoorraden en ze besteedden grote zorg aan het in goede staat houden van de landbouwgrond. Ze hadden een heel systeem ont- wikkeld om water op te vangen en op te slaan in reservoirs, die ze waterdicht hadden gemaakt om verliezen tegen te gaan. De kern van hun systeem was dat ze een kleine akker bevloeiden met de neerslag van een groter gebied. Daar zit voor heden een les in: wie de woestijn weer vruchtbaar wil maken moet niet streven naar grote bedrijven van honderd duizenden hectaren, maar aan vele duizenden kleine bedrijfjes. Wat in de elfde eeuw gebeurde was dat een aantal stammen werd ver jaagd uit hun woongebied bij Cairo. Naar het westen trekkend vernielden ze de technische grondslag voor de vruchtbaarheid van het Mareotisgebied en maak ten vrij baan voor ongeremd zwerven met kudden. Tegen het eind van de eerste wereldoorlog begon men te experimenteren met het verbouwen van graan. Gemiddeld valt rond 150 mm regen per jaar en dat lijkt niet onredelijk. Maar het is wel het ene jaar 300 mm en het volgend jaar slechts, vijftig. In die slechte jaren was er dus geen oogt. alleen maar honger. Uit deze experimenten kon men alleep maar de conclusie trekken, dat het in zulke woestijnstreken geen zin heeft te streven naar een jaarlijkse oogst om van te leven. Beter is het om een voorbeeld të nemen aan de Romeinen die bomen plantten: olijven, vijgen. amandelen, pistachenoten zorgden dat er geld in de kas kwam. Voor 1916 was er niet één vijgeboom in deze streek,., nu staan er miljoenen op de zand duinen; olijven groeien op de lage grond waar het water heenstroomt. Ook nu zijn de oogsten soms rijke lijk. soms minder dan matig - maar nóóit helemaal niets zoals in het geval van gerst. Duizenden reservoirs uit de Romeinse tyd zijn weer in gebruik. Sommige van die in kalksteen uit gehouwen spelonken kunnen duizenden kubieke meters water bevatten dat wordt aangevoerd door vernufltge ondergrondse aquaducten met vele vertakkingen om de neerslag van een grote op pervlakte te concentreren En dat het systeem werkt is ten westen van Alexandrië en bijvoorbeeld bij Marsa Matruh te zien: een mozaïek van groene veldjes in de overigens dorre woestijn. Olievondsten - tot dusver klein maar het zoeken gaat niet zonder hoop door - en in- dustriqliatie brengen allerlei grondproblemen met zich. Net als het toerisme dat zich langs de kust aan het ontwikkelen is. Een ge weldig plan voor deze streek is om door de woestijn een kanaal te gra ven van El Alamein (beroemd door de veldslag in de tweede wereldoor log) aan de kust naar het Quattara-gebied, dat 140 meter beneden de zeespiegel ligt. Het binnenstromende water zou een waterkrachtstation kunnen laten draaien. In de Quattara-laagte zou het water snel verdampen, die echter niet de neerslag in de streek zou vergroten al zal men tot in de Nijldelta wel te maken krijgen met een vergrote luchtvochtigheid. En die' zou onaangename gevolgen kunnen hebben, zoals grotere kans op plantenziekten. Ook de mensen zouden het kunnen bekopen met een aantasting van hun gezond heid. Bij Quattara zou ook een meer van pekel of misschien zelfs een veld met een dikke laag zout ontstaan De kardinale vraag is: hoe moet zo'rt kanaal gemaakt worden? Graven zou enorm duur zijn. Kernexplosies toepassen is een ander idee. maar daarover mag nóg wel even nagedacht worden Studie vooraf is ook nodig wat het zoute water van de Middellandse Zee gaat doen als het naar het har tje van de woestijn wordt geleid Diep ligt een in kalksteen opgesla gen gigantisch reservoir aan zoet water dat uitstrekt tot in Libië. Tsjaad en Soedan. Daarvan profiteren nu oases die wellicht van hun water zouden worden beroofd door het giganische project. Een ander groot project, dat voorge dragen is tijdens de grote VN- conferentie over woestijnvorming, is het aanleggen van een grote groengordel dwars door heel Noord-Afrika. Daarmee wordt niet bedoeld één doorlopende muur van bomen om de wind te breken die de zandduinen voortdurend verderop stuurt. Het gaat om allerlei methoden om ^e zandduinen te stabiliseren, de waterhuishouding te verbeteren en in het algemeen de achteruitgang van de grond tegen te gaan. Marokko, Algerië, Tunesië, Libië en Egypte hebben alle hun acti viteiten op dit gebied. De Libiërs hebben bijvoorbeeld één der grootste boomkwekerijen ter wereld ingericht om het zand te bedwingen door herbebossing. Zij passen, net als de Algerijnen, bij het stabiliseren van de duinen een methode toe, die erin bestaat dat een aardolie-emulsie wordt ge sproeid die in het zand een laag laat ontstaan waarin het vocht wordt vastgehouden zodat de tere jonge plantjes een kans krijgen hun wortels te ontwikkelen die later het zand op zijn plaats moe ten houden. Al die nationale in spanningen samenbundelen is het oogmerk van degenen die ijveren voor deze groene gordel van de Atlantische Oceaan tot aan de Nijl. En zulke samenwerking is in de vijf landen aan het groeien. Egypte heeft-o.m. door het voor beeld van de Romeinen te volgen van grote stukken woestijn weer land gemaakt dat vruchten draagt. Toch is het totale agrarische ge bied nu niet groter dan het dertig jaar geleden was. Dat komt door dat de groeiende steden landbouwgrond opslokken Om daaraan een eind te maken is be sloten dat in de Nijldelta.en het Nyidal geen stadsuitbreiding meer zaKworden toegestaan. Wel zullen steden in de woestyn worden ge bouwd, een werk waarmee Egypte ervaring heeft. Heliopolis, de grote voorstad van Cairo, die nu byna een onafhankelijke stad is gewor den, beslaat een gebied dat aan het begin van deze .eeuw woestyn was De Belgische baron Empain schiep hier toen een stad met brede stra ten en grote tuinen. De architectuur büjkt traditioneel, Onlangs hebben de verzamelaars, de heer en mevrouw Groeneveld ui t Delft, wier collectie-in J978 door de Stichting Hannemade Stuers Fundatie op het Nijenhuis tentoongesteld is geweest, een langdurig bezoek gebracht aan het Nijenhuis. Zij namen als gesfchenk mee een zeer fraai schilderij van de bekende schilder Wim Oepts, de 'Place des Lisses', voorstellend te Saint Tropes, dat reeds de aan dacht trok op de expositie ln het Nijenhuis. Oepts werd in 1904 te Amsterdam geboren, doch heeft vrijwel zijn ge hele leven in Frankrijk gewerkt: in Saint Tropez en in Parijs, waar hij thans ook woont. Zijn werk bevindt zich in de Kröller-Müller Stichting en in musea te Amsterdam, Den Haag en Utrecht. Een grote over zichtstentoonstelling werd op zijn 60ste verjaardag in 1964 ingericht in de Academie van Beeldende Kunsten te Amsterdam en onlangs te Amersfoort. Door zijn rijk ge nuanceerd palet neemt zfln kunst in de moderne schilderkunst een aparte plaats in. Omdat hij zelden tentoonstelt en niet aan een kunsthandel verbonden is, kan men zijn werk moeilijk verwerven. Meestal is het al verkocht voordat het gereed is! De Stichting heeft vele belangrijke geschenken ont vangen, die een verrijking beteke nen voor de verschillende afdelin gen van de Stichting. Dat is voor elk museum een gelukkige ontr wikkeling. Het plaatsgebrek begint langzamerhand nijpend te worden zo schrijft de conservator dr. D Hannema. Voor de fijnproevers van Japanse kunst biedt het Rijksmuseum voor Volkenkunde, Steenstraat 1 in Lei den tot 8 oktober een zeer bij zondere expositie. "Vijf eeuwen Karatsu keramiek" toont honderd voorwerpen van Japans aardewerk, die van de zestiende eeuw af tot heden werden vervaardigd. Deze tot "nationale kunstschatten" verheven produk- ten van verfijnde pottonbakkers- kunst worden nu voor de eerste maal buiten Japans grondgebied tentoongesteld. De Karatsu- keramiek wordt in de thee ceremonie veelvuldig gebruikt De geest van deze ceremonie weers piegelt zich in zich in het voorwerp: simpel en van een sierUjke zuiver heid is de vorm en van een innige warmte zijn de tinten. Ook in Europa wordt de Japanse keramiek- en porseleinkunst hoog lijk gewaardeerd. Vele prachtige exemplaren van deze kunstuiting vonden hun weg naar Europese musea. Ko-Imari-keramiek werd pas in de zeventiende eeuw naar Europa geëxporteerd, zodat geen Europees museum op bezit van vroeger werk kan bogen. Deze expositie nu toont dat vroeger werk, de voorloper van de Imari- keramiek, waarvan de oudste stukken teruggaan tot de zestiende eeuw, toen de invloecfrijke Matsura-familie pottenbakkers uit noord-Korea naar Japan liet over komen om depottenbakkerskunst nieuw leven in te blazen. Voor de expositie "vijf eeuwen Karatsu keramiek" is de keuze van de voorwerpen gemaakt door de jongste telg van het voorname pottenbakkersgeslacht Nakazato, nu al vyf eeuwen lang producent van Karatsu keramiek, aan wie in 1976 de titel van Levend cultuurmonument werdtoege kend, de hoogste onderseheiding die ëen japans kunstenaar te beurt kan vallen. De openingstijden van de tentoonstelling zijn maandag tm. zaterdag van 10 tot 17 uur, zondag van.13 tot 17 uur. maar is daardoor uitermate ge schikt voor het klimaat De inwoners van verscheidene Egyptische oases kennen sinds onheuglijke tijden een systeem van airconditioning waaraan geen machines te pas komen. Er wordt gegoocheld met sleuven en dubbele wanden en het werkt Daarvoor is nieuwe aandacht ge komen, maar niet dan nadat onge lukkige ervaringen waren opge daan met flatgebouwen, die ge kopieerd waren van wat in ge matigde zones van Europa en Amerika wel voldeed. Lessen uit het verleden kunnen ook hier hel pen de woesijn te makën tot een plek waar het heerlijk wonen is.

Erfgoed Rijssen-Holten

Holtens Nieuwsblad | 1979 | | pagina 7