Veelzijdig werk
in Tropenmuseum
DE DANSENDE BEER
Te dicht op elkaar rijden
is doodsgevaarlijk!
Liksteen nodig
voor de dieren
Let op het wolmerk,
't is internationaal
HOLTENS NIEUWSBLAD - 29 JUNI 1979 - PAG. 11
Woensdag 13 juni is het ver
nieuwde Tropenmuseum
aan de Linnaeusstraat te
Amsterdam door Koningin
Juliana officieel geopend.
Een lange periode van ver
bouwing en herinrichting is
hieraan voorafgegaan. Na
veel overleg is besloten het
verhaal over de mens in de
tropen en subtropen te ver
tellen aan de hand van
dagelijkse ge
bruiksvoorwerpen. De be
zoeker krijgt zodoende een
duidelijk beeld van de
leefomgeving en de maat
schappelijke problemen
van de mensen in die lan-
ekozen werd door vijf
afdelingen, drie
afdelingen en een
afdelingen gewijd aan
blondere onderwerpen.
De vijf regio afdelingen zijn: Latijns
Amerika, Afrika ten zuiden van de
Sahara, het Midden-Oosten en
Noord-Afnka, Zuid-Aziè en Zuid
oost Azië. De onderwerpen van de
thema-afdelingen zijn: mens en
techniek (onder meer over de in
vloed van de techniek op de mens
en zijn omgeving), mens en milieu
(waarin problemen van vervuiling
en overbevolking worden be
handeld) en wereldhandel. In de
afdelingen bijzondere onderwerpen
zijn onder meer te zien:
muziekinstrumenten, texUel, met
een verzameling van weefsels en
uitleg over de techniek van het we
ven, weefgetouwen en dergelijke.
Er ls ook een afdeling met
traditionele kunst uit Oceanië.
Kinderen begeleiden
Het tropenmuseum heeft een zeer
actieve educatieve opvoedkundige
dienst, die uit drie secties bestaat:
het kindermuseum of T.M.-junior,
de begeleidingsdienst, die de
rondleidingen verzorgt, en de
buitendienst, met speciale
programma's voor scholen en ver
enigingen. In het tropenmuseum
junior worden aan kinderen de
moeilijke problemen van de derde
wereld duidelijk gemaakt door hen
in klasseverband actief te laten
deelnemen aan een spel. Voor dit
spel zijn speciale programma's
ontworpen over Marokko,
Suriname en op dit ogenblik de In
dianen van Latijns Amerika. Daar
naast worden er tijdens de
schoolvakanties en de weekends
bijzondere activiteiten voor
jeugdige bezoekers georganiseerd.
De buitendienst heeft drie taken.
Hij verzorgt voor het onderwijs de
zogenaamde leerkits, waarin zich
voorwerpen bevinden rond een
bepaald thema. Enkele thema's:
wonen, voeding, rijst, kleding,
wajang, Suriname, Afrika, In
donesië en Marokko.
De tweede aktiviteit is het Bram
Schutte-project. Bram Schutte be
staat niet echt, maar is het symbool
voor de vrijwilliger in de derde
wereld. Bij de schooljeugd is hij erg
populair. Dit heeft hij ondermeer te
danken aan de zes brieven die de
leerlingen van hem ontvangen,
waarin hij zijn ervaringen vertelt.
De derde activiteit tenslotte is het
adviseren van scholen, onder
wijzers, buurthuizen en
jeugdgroepen, die activiteiten
willen opzetten met betrekking
tot de landen en de mensen in de
tropen en subtropen. Voor hen be
schikt de buitendienst onder meer
over een grote collectie foto's.
Muziek
Op vele plaatsen in het museum
klinkt muziek. Bij de collectie
muziekinstrumenten staan een
viertal complete gamelanstellen,
die regelmatig worden bespeeld
tijdens lessen, demonstraties en
concerten.
Er is verder een afdeling waar in
strumenten uit de tropische en
subtropische landen kunnen wor
den bezichtigd en beluisterd. Op
verzoek laat een juke-box met 124
kleurendia's van de
tentoongestelde instrumenten de
daarbij behorende muziek horen.
Verder zijn er zes luistertafels, waar
men via stereo-cassettes door een
koptelefoon de muziek uit de vijf
tropengebieden kan beluisteren.
De muziekafdeling van het
museum verzorgt regelmatig
muziek- en dansevenementen in de
aula van het hoofdgebouw, in de
lichthal van het museum of in het
Soeterijntheater.
Het tropenmuseum is één van de
vier afdelingen van het Koninklijk
In overleg met de Centrale
politie-verkeerscommissie
en de verkeerscommissie
Openbaar Ministerie gaat
Veilig Verkeer in de
komende maanden een ac
tie voeren. Dat on
voldoende afstand houden
oorzaak is van veel botsin
gen is bekend. Van de in
totaal 296.369 ongelukken,
zowel met doden en ge
wonden als met alleen
materiële schade, die in
1977 zijn geregistreerd, wa
ren er 26.215 te wijten aan
te dicht achter elkaar rij-
den en waren bij 2672 van
deze ongelukken doden en
gewonden te betreuren.
Van de ongelukken die de
Rijkspolitie vorig jaar op
autosnelwegen behandelde, was
54% het gevolg van onvoldoende
afstand houden. Hetovergrote deel
gebeurde op de linker rijstrook.
De Rijkspolitie bekeurde op de
snelweg Amsterdam-Utrecht een
automobilist die zeven meter ac
hter zijn voorligger reed en een
snelheid had van 140 km per uur!
Een ander praktijkgeval noemt
„Mens en verkeer actueel", uitgave
van Veilig Verkeer Nederland:
Door zware regenval en opspattend
water is er by na geen uitzicht. Toch
presteert iemand het met 120 km
snelheid voorbij te gaan en dan, gas
terugnemend, zo dicht achter een
langzamer rijdende automobilist te
kruipen, dat diens achterbumper
er bijkans wordt afgereden.
De automobilist even later: „Ja,
dat deed ik omdat die vent niet
voor me opzy ging. Door er heel
kort achter te gaan ryden, wilde ik
hem dwingen naar rechts te gaan.
Dat heb ik trouwens zo geleerd."
Veel te riskant
Volgens adjudant H. H. Koetjé van
de Algemene Verkeersdienst
Rykspolitie, in gesprek met Veilig
Verkeer Nederland, houden
automobilisten en motorryders in
toenemende mate onvoldoende af
stand tot hun voorligger.
„Men staat de ander niet graag toe,
dat ueze in een tempo rydt dat
'lager .s -*an waarmee men zelfrllrlt
En men kan moeiiyk opbrengen
gas terug te nemen en er achter te
blijven. De ander wordt al gauw een
treuzelaar gevonden."
„Een betrekkelijk groot aantal
mensen meent dit die ander on
middellijk duideUjk te moeten ma
ken. De manier waarop dat ge
beurt, te weten het zeer kort achter
die ander gaan rijden, is bepaald
riskant."
In het jaarverslag 1978 van de
Centrale Politie Ver
keerscommissie wordt opgemerkt,
dat het onvoldoende afstand hou
den nogal eens wordt voorafgegaan
of gevolgd door andere ver
keersovertredingen.
Heel bont maakt de weggebruiker
het die kort na de plek, waar twee
rijstroken in één rijn overgegaan,
eerst met de „neus" van zyn auto
tot byna in de kofferbak van de wa
gen vóór hem kruipt, dan tot
tweemaal toe uit de file breekt door
de doorgetrokken streep op het
wegdek te overschrijden, en er ver
volgens met 150 km per uur
vandoor gaat.„Ik had haast", luidt
zyn verweer.
Kop-staart-botsing
Adjudant Koetjé: „Behalve dat
men door onvoldoende afstand
bewaren de voorligger in een
dwangpositie brengt, waarin hij
niet vryelijk zal kunnen handelen,
brengt men zichzelf en de ander in
gevaar als zo'n voorligger gedwon
gen wordt snel te stoppen."
„Dat dit gevaar niet denkbeeldig is,
bewijst het grote aantal kop-
staart-botsingen, waarby we spre
ken van een kettingbotsing als het
er meerzijn. In nagenoeg alle geval
len moet als oorzaak van dit soort
ongevallen worden geconstateerd,
dat er op het kritieke moment on
voldoende tussenruimte tussen de
botsende voertuigen in acht was
genomen."
„Er is een neiging bepaalde afstan
den te overbruggen. Zo duurt een
retourvlucht naar de maan slechts
enkel* (dagen. Een in
drukwekkende prestatie. Maar in
het verkeer moet beslist een bep
aalde afstand in ere worden gehou
den tot heil van de ver
keersdeelnemers."
Veilig Verkeer Nederland: Beter
een meter te veel dan een meter te
wplnip1
Instituut voor de Tropen. De an
dere afdelingen zyn: agrarisch on
derzoek, tropische hygiëne en
sociaal wetenschappelyk onder
zoek. De afdeling agrarisch onder
zoek houdt zich bezig met de
problemen van de honger en on
dervoeding in de ont
wikkelingslanden.
Hiervoor wordt samengewerkt met
de FAO, de voedsel- en
landbouworganisatie van de Ver
enigde Naties. De werkzaamheden
bestaan in hoofdzaak uit het geven
van adviezen (by voorbeeld over de
bouw en de inrichting van
bodemkundige laboratoria), de op
leiding van laboranten en het ver
strekken van documentatie.
Bovendien voert deze afdeling
bodemkundig onderzoek en
produktenonderzoek voor derden
uit. Vooral de laatste twee ak-
tiviteiten hebben tot doel de
voedselpositie in de tropische ge
bieden te verbeteren. Kennis en er
varing worden vastgesteld in
speciale publikaties.
Tropische hygiëne
De werkzaamheden van de afde
ling tropische hygiëne zijn de
laatste jaren belangrijk gewyzigd.
Bepaalde men zich vroeger tot het
vaststellen van het ziektebeeld en
de bestrijding van riekten, tegen
woordig wordt een groot aantal
factoren bestudeerd. Daarby gaat
het om de kennis en studie van de
mens in de maatschappy. By voor
beeld problemen als de urbanisatie
(de trek van het platteland naar de
steden), de milieuverontreiniging,
sociale spanningen en dergelijke.
Urbanisatie in de tropische en sub-
tropishce landen is onvergelijkbaar
met de trek naar de grote steden in
de ontwikkelde landen. Wat zich in
onze technologisch
hoogontwikkelde structuur ge-
leidelyk heeft voltrokken, speelt
zich in de ontwikkelingslanden af
binnen een of twee generaties,
zonder dat men daar een aangep
aste oplossing voor heeft. De
problemen eisen een grote aanpak.
Dit betekent dat medici van deze
afdeling dan ook intensief
samenwerken met
landbouwdeskundigen, economen
en sociologen.
Ook de werkzaamheden van de af
deling sociaal wetenschappelijk
onderzoek zijn sinds het begin van
de zestiger drastische jaren ge
wijzigd. Sociaalgeografen, niet-
westerse sociologen, demografen
en sociaaleconomen houden zich
nu bezig met landhervorming, het
krediet- en coöperatiewezen en de
werkgelegenheidsproblematiek.
Het gaat niet meer alleen om
technische hulp, men spreekt nu
over pakkethulp. Dat wil zeggen,
dat de adviezen voor een bepaald
project worden verstrekt door een
groep deskundigen, die ieder een
andere invalshoek hebben.
Veel boeken en foto's
De Centrale Bibiotheek van het
Koninklijk Instituut voor de Tro
pen stelt gratis literatuur over de
ontwikkelingslanden ter be-
Het wolmerk, één van de meest be
kende beeldmerken ter wereld, nu
eens neergezet door de „wol
leveranciers" zelf. Hoe kryg je in
vredesnaam een kudde schapen in
zo'n formatie by elkaar? Een
veelgehoorde vraag. Het antwoord
is simpel. Voor héél even werden de
schapen vastgemaakt aan kleine
paaltjes in de grond die van de vo
ren nauwkeurig volgens het ge
wenste patroon waren neergezet.
Foto: Internationaal Wol
Secretariaat.
in de maand juli 1979 organiseert
Stichting De Dansende Beer een
volksmuziekfestival wat uniek ge
noemd kan worden in de
Nederlandse muziekgeschiedenis.
Gedurende 22 dagen zal een keur
van artiesten en technici 8 steden
in Nederland afreizen om daar een
programma te brengen met
volksmuziek uit binnen- en buiten
land. In elke stad zal gedurende 2
dagen (1 dag in Haamstede en En
schede) een 10 uur durend
programma worden verzorgd met
de volgende artiesten:
King's Galliard (Nederland) Ab
solute topgroep in Nederland wat
de volksmuziek betreft. Deze groep
bestaat uit 4
conservatoriummusici die na hun
opleiding niet kozen voor een or
kest, maar voor de volksmuziek.
Ierse en Zuidamerikaanse muziek.
Alakondre (Suriname) Spelen de
muziek die de negerslaven uit Af
rika meebrachten naar Suriname.
De muziek die Alakondre brengt is
niet ten onder gegaan aan de
commercie, maar lijkt nog erg op
de traditionele vorm van de
muziek.
Ramshackle Stringband (Neder
land) Brengt een programma met
country (jaren 40 muziek) en old-
time (jaren 20) muziek. Door veel
samen te spelen met musici van al
lerlei pluimage, hebben zij zich
ontwikkeld tot een groep met een
eigen geluid.
Bratsch (Frankrijk) De ouders van
deze rasechte straatmuzikanten
komen uit Armenië en Turkije. Zij
spelen dan ook vnl. Oost- en Zuid-
europese muziek. Af en toe zelfs
zgn. Django Reinhardt-muziek.
Jake Walton (Engeland) Brengt
muziek voortgebracht door de en
gelse zigeuners. Jake is virtuoos op
het bijzondere instrument de
dulcimer.
Tre Violer (Zweden) Noord-
Europa wordt vertegenwoordigd
door 3 violisten uit Zweden. Het
vioolspel uit Skandinaviè
kenmerkt zich doordat men vaak
op meerdere snaren tegelijk speelt.
Op deze manier krijgt de muziek
een extra swingend karakter.
Bert Deivert (USA/Zweden) Deze
met eèn Zweedse getrouwde Amer
ikaan is in Zweden een gevierde
muzikant, die zelfs een eigen TV.-
programma had. Hy speelt viool,
nyckelharpa, baiyo en gitaar.
Kees Ouwejan (Nederland)
Presentator van het festival die af
komstig is uit het Leidse
volksmuziekleven. Kees zal de ar
tiesten op zijn geheel eigen manier,
o.a. door af en toe een prachtig
zeemanslied te zingen, aankondi
gen.
Perelaar (Nederland) Speelt
ballades en oude nederlandse
dansmuziek op een moderne wijze.
Zal ongetwijfeld het publiek aan
het dansen brengen.
Naast het hoofdprogramma in de
circustent/podium vindt er rond
het festival een reeks van
nevenaktiviteiten plaats zoals;
a. Het optreden van verschillende
ensembles op de ochtenden van het
festival in hun oorspronkelijk
domein; de straat.
b. Sessies en workshops
(nederlandse dans, tin whistle en
blues) in de drank- en voedsel tent.
c. Informatie over muziek en
muziekinstrumenten.
Het reisschema van het festival
ziet er als volgt uit:
7-8 juli: Rotterdam, Klein
Lijnbaanplein, aanv. 10 u., slot 20
u.; Park Euromast, aanv. 10 a., slot
20 u.; 10-11 juli: Den Haag,
Malieveld, aanv. 12 u., slot 22 u.;
13-14 juli: Utrecht, Terrein Weg
der Ver. Naties, aanv. 12 u., slot 22
u.; 17 juli: Haamstede, Pr. Beat
rix weide, aanv. 12 u., slot 22 u.; 19-
20 juli: Leeuwarden, 01-
denhoofsterkerkhof, aanv. 12
slot 22 u.; 22-23 juli: Amsterdam,
Waterlooplein, aanv. 12 u., slot 22
u.; 25-26 juli: Arnhem, Grote
Markt, aanv. 12 u., slot 22 u.; 28 juli:
Enschede, Markt, aanv. 10 u„ slot
20 u.
Zout (natriumchloride) en
sporenelementen zyn van groot be
lang voor de gezondheidstoestand
en de produktiviteit van het vee.
De voornaamste sporenelementen,
die de dieren geregeld tot zich moe
ten nemen, zyn: magnesium, koper,
mangaan, kobalt, jodium en zink.
Het is daarom noodzakefijk dat na
ast keukenzout deze
sporenelementen steeds binnen
het bereik der dieren rijn. Het is be
kend dat wanneer het voedsel een
tekort aan zout en sporenelemen
ten bevat, riekteverschynselen
kunnen ontstaan, wleke altyd ten
koste van de produktiviteit gaan.
Een tekort van de ene stof heeft
vaak tot gevolg, dat ook de andeere
otoffen, die wél voldoende aan
wezig rijn, onwerkzaam worden.
Bovendien zyn er indivieuele be-
hoefteverschillen tussen de dieren
die niet met het standaardvoedsel
kunnen worden opgevangen. Een
oplossing voor al deze problemen
biedt de liksteen. De samenstelling
hiervan is aangespast aan de door
sneebehoeften van de Nederlandse
veestapel. Het komt de gezondheid
en dus de productiviteit van de die
ren ten goede. Men kan zich hier
door veel risico's besparen.
Het geregeld beroeps goederenven
voer over de weg (dat is het vervoer
door bode- en lijndiensten al of niet
via bodehuizen c.q. vervoe reen tra)
is de laatste jaren onder invloed
van verschillende factoren sterk te
ruggelopen.
De gezamenlijke werkgeversorga
nisaties in het beroepsgoederen-
vervoer hebben het Economisch
Bureau voor het Weg- en Waterver
voer (EBW) een uitvoerig onder
zoek laten instellen naar de oorza
ken daarvan en naar mogeUjke
maatregelen ter verbetering. Vast
gesteld werd dat kwalitatief het ge
regeld vervoer nogal eens wat te
wensen overliet, zodat allereerst
maatregelen gewenst zijn om tot
kwaliteitsverbetering te komen.
Individueel wordt door de aan het
geregeld vervoer deelnemende be
drijven over het algemeen wel goed
gewerkt, maar juist aan een goede
onderlinge afstemming ontbreekt
het wel eens.
De maatregelen ter verbetering
zullen daarom in de eerste plaats
gericht moeten zyn op verbetering
van dat samenspel. Om dit te ver-
wezenhjken is besloten tot instel
ling van een kwaliteitsorgaan voor
het geregeld vervoer dat een aantal
maatregelen tot uitvoering zal
moeten brengen.
De bes tuur Ujke organen van vdat
kwaliteitsorgaan of bureau zullen
worden samengesteld uit de deel
nemers omdat zy uiteindefijk ook
degenen rijn waarvan het welsla
gen in hoge mate afhankelijk is.
Gehoordvorig jaar op vakantie in
Tarvissio, een sfeervol stadje in
Noord-Italië. „Hé Sjonnie, kyk nou
es. ze verkopen hier Hollandse
truien. Kyk maar, der zit net zo'n
etiketje op als bij ons op de Cuip
Een ras-Amsterdamse blykbaar,
die op de markt van het plaatsje by
één van de vele kraampjes een trui
wilde kopen. Om tot haar verba
zing te ontdekken dat ook daar in
Italië aan een goede wollen trui een
wolmerk zit. „Pura lana vergine",
maagdelyk wol dus, zuiver
scheerwol.
Honderdduizenden Nederlanders
kopen tydens hun vakantie in het
buitenland fijne wollen truien voor
herfst en winter. Elk jaar weer. De
meesten zullen net als de Am
sterdamse dame ontdekken, dat
het wolmerk-label, internationaal
is.
Blijkens een recent onderzoek van
het Internationaal Wol
Secretariaat, waarby in elf
modezaken door heel Nederland
bijna 200 interviews werden ge
houden, is men in ons land zeer
goed met het wolmerk bekend.
Tweederde van de ondervraagden
kende het en zeven van de tien
(69%) zei het belangrijk te vinden
dat er een wolmerk is. Voornaam
ste reden: het staat voor goede
kwaliteit.
Voor meer dan 400 miljoen mensen
over de hele wereld is het wolmerk
het bekendste textielsymbool.
Symbool voor een produkt dat aan
hoge kwamliteitseisen voldoet,
omdat het van zuiver scheerwol is.
Nieuw zuiver scheerwol wel te ver
staan die in tegenstelling tot
teruggewonnen wol uit oude kle
ding uitmunt in kleurechtheid,
veerkracht, kreukherstellend ver
mogen en mooi zyn.
Het In
ternationaal Wol Secretariaat, met
vestigingen over de hele wereld,
houdt op al deze eisen streng toe
zicht. Of het nu zuiver wollen
dekens, tapijten,
meubelkledingstoffen, mantels,
kostuums of truien zyn.
men de beschikking over een
collectie van circa 800.000
zwart/wit foto's en 50.00#
kleurendiapositieven. Deze foto'*
geven een beeld van de geog
rafische gesteldheid, het dagelyks
leven in de stad en op het platte
land, de traditionele bouwstylen en
dergelijke. Het centraal bureau op
leidingen verzorgt taal- en alge
mene voorbereidingscursussen. Er
worden algemene voorbe
reidingscursussen verzorgd. Deze
bestaan uit twee delen.
Het eerste deel omvat de behande
ling van ont
wikkelingsproblematiek. In het
tweede deel wordt aandacht be
steed aan de problemen die zich
voordoen by de confrontatie met
een andere cultuur. De taalcursus
sen worden ook georganiseerd voor
de Stichting Nederlandse
Vrijwilligers. Ook particulieren
kunnen aan deze cursussen, die
zowel overdag als in de avonduren
worden gegeven, deelnemen. Het
talenpakket omvat: Frans, Engels,
Spaans, Potugees, Indonesisch,
Arabisch, Ki-Swahili.
schikking aan de onderzoeker en
de geïnteresseerde leek. De
bibliotheekis vrij toegankelyk voor
iedere bezoeker. De collectie boe
ken, tijdschriften en kaarten be
staat voornamelyk uit literatuur
over sociaal-economische
vraagstukken in ont
wikkelingslanden,
landbouwvraagstukken,
wereldhandel, be
volkingsvraagstukken, kortom die
literatuur die rechtstreeks of
zydelings betrekking heeft op het
ontwikkelingsvraagstuk van de
tropen en subtropen. De totale
collectie omvat ongeveer 100.000
boeken en 5.000 abonnementen en
tydschriften.
Het centraal bureau
fotodocumentatie Ven ult een be
langrijke functie by de
kennisoverdracht. Hiervoor heeft
Deze boot met attributen is te zien
in de afdeling Zuid Oost Azië van
het Tropenmuseum. Visserij is een
belangrijk bestaansmiddel in het
gehele gebied.