Parlementair
jaaroverzicht
Welkomstwoord
L
Onze grote meesters in een nieuwe dimensie
Toeslag van 2 procent op
Vijf procent verhoging van
boiler- en geiserverhnnr
Als minister van L. en V. accoord gaat
DE DOOP VAN DE KAMERLINGH
van burgemeester mr. W. H. Enklaar
Verloren en
gevonden
HOLTENS NIEUWSBLAD - 30 DECEMBER 1977 - PAG. 5
Holten krijgt een nieuwe
lagere landbouwschool
Het staat nu wel vast, wanneer er een nieuwe lagere
landbouwschool komt van de O.L.M., ter vervanging van
de huidige houten school te Bathmen, deze in Holten zal
worden gebouwd. Het wachten is echter op de regerings
verklaring, vertelde ons de heer Van der Wal, secretaris
van de Overijsselse Landbouw Maatschappij. Maar het is
niet uitgesloten, dat men met het oog op 's Rijks krappe
financiën zal zeggen: „knap die oude school -waar de regen
inmiddels binnenvalt- maar op" aldus de heer Van der
Wal.
Overigens is er van verschillende
kanten een positieve benadering
voor een nieuwe school. Holten is
inmiddels uitgegroeid tot een on
derwijscentrum. Uit onder
wijstechnische overwegingen en
ook om financiële redenen zal het
ministerie van Landbouw en Visse
rij - Onderwijs heeft er trouwens
ook mee te maken- kiezen voor
Holten als vestigingsplaats.
Het hoofdbestuur van de O.L.M.
heeft de zaak besproken met het
gemeentebestuur van Markelo en
de O.L.M.-afdeling aldaar. „Nee"
hadden we al zei men aldaar.
Markelo is dan ook „con amore"
(met liefde) accoord gegaan met de
voorkeur van de O.L.M. om Holten
als vestigingsplaats te kiezen,
welke keuze, zoals men begrepen
zal hebben, ook de keuze moet ziin
van de beide mnisteries. „Ook in
Bathmen heeft men begrip voor
deze keuze", zei de heer Van der
Wal.
Bij de O.L.M. denkt men aan sa
mengaan met de huishoudschool
aan de Oranjestraat, alhier, dat
evenals 'de landbouwschool de
O.L.M. als bevoegd gezag heeft.
Hoe men dat ter plaatse wil opvan
gen, kon de heer Van der V/al nog
niet zeggen op onze vraag of er
voldoende ruimte is voor de bouw
van een nieuw schoolgebouw ter
plaatse.
De huishoudschool is ook al lagere
landbouwschool geweest. Oor-
Grote verrassing op 25 mei: het kie
zersvolk bleek de meerderheids
strategie (8-8-plus) van Den Uyl be
grepen te hebben en beloonde de
grijzende staatsman met 10 zetels
winst: de PvdA klom van 43 naar 53
kamerzetels. Tegenstanders van
Den Uyl schreven deze uitslag
hoofdzakelijk toe aan de gijzelin
gen bij de Punt en in Bovensmilde,
die enkele dagen voor de verkiezin
gen waren begonnen. Redelijk was
de uitslag ook voor de nieuwe
CDA-combinatie van KVP, ARP
en CHU die met 49 zetels uit de bus
kwam. Alle voorwaarden leken
vervuld om een brede coalitie van
PvdA, CDA en D'66 - verassend op 8
zetels uitgekomen - op poten te zet
ten. Niemand kon op dat moment
bevroeden dat het bijna tot Kers
tmis zou duren alvorens een CDA-
VVD-kabinet op de stoep van
Soestdijk zou staan. Keer op keer
liep het formatie-overleg tussen
Den Uyl, Van Thijn, Van Agt en
Terlouw op de klippen, maar tel
kens werd er weer een mouw aan
gepast. Wie herinnert zich niet de
slopende nachtelijke marathonzit
tingen over de abortus, de vermo-
gensaanwasdeling, de grondpoli-
tiek en de sociaal-economische pa
ragraaf. Maar zie, het Regeerak
koord kwam er toch uit: Den Uyl
moest alleen nog even de zetelver
deling regelen en de namen van zijn
nieuwe ploeg invullen. Op dit punt
overspeelden beide partijen hun
hand, zodanig dat de Socialisten
aan de dijk terecht kwamen en de
Christen-democraten in een uiterst
wankel avontuur met da Liberalen
werden gestort. VVD-leider Wiegel,
in eigen kring geplaagd door de
15 jaar geleden ondergebracht in
een z.g. semi-permanent gebouw,
dat uitgeleefd en te klein voor de
plm. 80 leerlingen is geworden. Bo
vendien is zij te excentrisch gele
gen ten opzichte van het voedings-
gebied, met name Diepenheim,
Markelo en Holten.
Er is een grotere belangstelling
voor het landbouwonderwijs
groeiende, vertelde de heer Van der
Wal ons nog. Met name ook bij de
meisjes, die later dan vaak over
gaan naar het tuinbouwonderwijs.
Ten aanzien van deze nieuwbouw is
op dit moment nog geen definitieve
beslissing door het ministerie van
Landbouw en Visserij genomen.
Het O.L.M.-bestuur zou dit voor
jaar in april reeds in principe een
beslissing hebben genomen. (W.B.)
spronkelijk (plm. 1950/1951) be
stond er in Markelo, Holten en
Bathmen een lagere
landbouwschool. In verband met
saneringsmaatregelen - te weinig
leerlingen - werd de school in 1960
in Holten opgeheven en dienstbaar
gemaakt voor het huishou-
donderwijs (school voor algemeen
vormend en beroepsoriënterend
onderwijs „De Noordembarg"). De
opheffing van de landbouwschool
werd destijds als een foutieve be
slissing ervaren, omdat Holten
centraal gelegen was, zowel voor
leerlingen uit de richting Markelo
als uit de richting Bathmen. De
school in Markelo werd omstreeks
1971 opgeheven. In Bathmen, waar
de school oorspronkelijk gevestigd
was in huize „De Pol" van de fami
lie Borgerink Venema, werd zij plm.
Gevonden: autosleutel, damess-
portfiets, sleutel „Rhika", kinder
armbandje, bos sleutels, ring met 4
sleutels, damesparapluie, contact
sleutel, kinderportemonnaie.
Verloren: vervoersbewijs voor een
pink, portefeuille met f400,- pas
poort, Rotweiler reu, regenton
blauw, 1 paar varkenslederen vin
gerhandschoenen bruin.
Het voorbije jaar heeft in het teken gestaan van de strijd om
de macht tussen Socialisten en Christen-democraten.
Vroeg in februari dienden zich de eerste tekenen aan van
moeilijkheden rond de grondpolitiek, een oud stokpaard
van de Socialisten dat door het CDA via het
amendement?De Bekker werd ontdaan van staart en ma
nen. Het geschil over de gebruikswaarde (PvdA) en de ver-
keerswaarde (CDA) kon niet worden overbrugd en leidde,
op 22 maart, tot de val van het kabinetrDen Uyl. De coalitie
was aan de laatste maanden van de vier jaar durende rit
bezig.
roep om regeringsverantwoorde
lijkheid, bleek tot een politieke
striptease bereid en kwam als rege
ringspartner uit de strijd tevoor
schijn. Samen beschikken CDA en
VVD over 77 zetels, een uiterst
smalle basis dus die nog schraler
aandoet door het optreden van een
zevental dwarsliggers in de CDA-
fractie, die voorbehoud hebben
gemaakt ten aanzien van de rit met
de VVD.
Het land kreeg in 1977 dus niet de
Regering waar het zo broodnodig
aan toe was om de gigantische
sociaal-economische problematiek
te bestrijden. Van Agt geeft zijn
nieuwe regering de volle vier jaar,
maar ervaren politici houden hun
hart vast voor de onberekenbare
premier die bepaald niet door een
sterke ploeg wordt omringd. Dit
jaar is de strijd om de macht zeker
niet beslist. Het CDA kwam met de
hakken over de sloot, maar in een
positie waarin het toch van een
aantal gedogers afhankelijk zal zijn
om tot een werkelijk beleid te kun
nen komen. Den Uyl keerde terug
naar de PvdA-kamerfractie, waar
hij de oppositie - zijn oude stiel -
met kracht ter hand zal nemen.
Geen best jaartje, op de keper be
schouwd. Het parlement lag vanaf
de zomer vleugellam, de wetge
vende arbeid stagneerde, de kiezer
voelde zich in de maling genomen
en begreep er niets meer van. Zelfs
de werkgevers lieten ongeruste ge
luiden horen over het brouwsel van
informateur Van der Grinten, dat
in feite een slap aftreksel werd van
wat een echt kabinet had kunnen
zijn.
(Nadruk verboden)
Oudejaarsbijeenkomst op 29 dec. '77
Dames en heren, goede vrienden.
Het jaar 1977 neigt ter kimme, opnieuw zijn wij bijeen om als men
sen. die op het gemeentelijk erf tot dienen geroepen zijn, de gelede
ren nog eenmaal in het oude jaar te sluiten en het besef van onze
onderlinge verbondenheid te versterken.
Het lijkt mij nog maar zo kort geleden, dat wij in 1976 voor ditzelfde
doel in ditzelfde gemeentehuis bijeen waren.
Wij realiseren ons, om met de psalmist te spreken, hoezeer wij onze
dagen doorbrengen als een gedachte.
Terugdenkende aan de vele malen, dat de Raad dezer gemeente met
de zijnen bijeen was - de vorm waarin dit vroeger geschiedde is
veranderd, het karakter daarvan echter niet- realiseer ik mij, dat de
grondtoon van hetgeen ik in der jaren loop zeide steeds die van
bezorgdheid was over de maatschappij, waarin wij leefden en werk
ten.
Mijn overdenkingen, vaak ontleend aan Huizinga's „Schaduwen
van morgen", droegen immer het stempel van de verontrusting over
de ontwikkeling van onze samenleving, maar ook dat van mijn
geloof in het perspectief van de toekomst.
Het zal wel zo zijn, dat mensen van alle tijden in de kritische
beoordeling van hun eigen tijd, dezelfde zorgen hebben te dragen.
In 1934 reeds schreef Heririétte Roland Holst:
Waar gaan wij heen? Naar welke donkre kimmen
drijft over afgrondige oceanen
ons schip? Avonden dalen, morgens klimmen
boven een wereld vol verwarde wanen.
Het zijn soortgelijke gedachten, die ook u en mij op de drempel van
het nieuwe jaar niet zullen kunnen loslaten.
Terreur, onveiligheid voor persoon en goed, loslating van morele
normen, kenmerken de tijd waarin wij leven, nopen ons ons daarop
te bezinnen en ons te realiseren wat Henriètte Roland Holst in
datzelfde gedicht schreef:
„Van de stilte werden we losgerukt,
de weg naar d' inkeer hebben we vergeten
kindren gelijk, die 'n blinkend vod verrukt,
hebben w' om waan oude wijsheid versmeten."
Sprekende tot u, op deze laatste bijeenkomst in dit jaar. kan ik het
toch niet laten om nog even de vinger te leggen bij een facet van het
tijdsbeeld anno 1977, zoals dat mij benauwt.
Terug naar Holten. Ik kan dan toch weer getuigen, dat het ook in dit
jaar opnieuw een voorrecht is geweest in deze gemeenschap te heb
ben mogen leven en werken met u, die tot mede besturen, tot mede
werken en tot mede dienen geroepen zijt.
Probleemloos is het oude jaar bepaald niet geweest, teleurstellin
gen zijn ons niet bespaard gebleven, maar wij hebben tezamen in
constructieve geest en in goede onderlinge verhoudingen ons werk
verricht. Dit te mogen concluderen is alleen reeds een reden tot
voldoening en dankbaarheid.
Wanneer ik mij realiseer bij welke onderdelen van het beleid ik het
vorig jaar een ogenblik met u stilstond, dan besef ik opnieuw, hoe
zeer de ingewikkelde bestuursstructuren, die overigens niet geheel
ten onrechte zijn ontstaan, de snelheid van handelen nadelig beïn
vloeden en de slagvaardigheid van ons gemeentelijk handelen
frustreren.
De wijziging van het bestemmingsplan „De Haar" kon om u be
kende redenen nog niet de eindstreep halen.
Het bestemmingsplan „De Beuseberg", dat de lijdensweg naar de
Kroon-procedure moest gaan. kan nog steeds geen soelaas brengen
voor de velen, die wonen, leven en werken willen en moeten in onze
gemeente
Daardoor.wordt aan een goede en evenwichtige ontwikkeling van
onze Holter samenleving grote schade berokkend.
Sportvelden en zwembadplannen zijn in het afgelopen jaar aanzien
lijk dichter bij hun afronding gekomen, evenals het komplan.
De stagnering van de scholenbouw ten behoeve van de scholenge
meenschap is in 1977 in haar tegendeel verkeerd.
Verwacht mag worden, dat nog in het nieuwe jaar een schoolgebouw
in gebruik kan worden genomen, dat deze uitnemende onderwij
sinstelling waardig is.
Dit dames en heren, zijn dan maar slechts een paar punten, die ons
in het oude jaar hebben beziggehouden en in het komende jaar
zullen bezighouden.
Het nieuwe jaar zal een nieuwe Raad voor het voetlicht brengen,
sommigen zullen niet terugkeren, anderen zullen hun mandaat ge
prolongeerd zien
Dankbaar jegens allen, die op het gemeentelijk platform hun rol
hebben te vervullen, voor de wijze waarop zij dat hebben gedaan,
erkentelijk met name jegens de leden van het college van B. en W.,
voor het vertrouwen, de vriendschap, die onze samenwerking ook in
het afgelopen jaar heeft gekenmerkt, wens ik u allen en mijzelf toe.
dat wij in het nieuwe jaar in goede gezindheid constructief zullen
mogen werken aan de voorspoed en ontwikkeling van onze goede
gemeente Holten. Met Henriëtte Roland Holst mogen wij in het
besef leven.
„Morgen wordt heden geschreven
gij levenden bouwt wordend leven,
gij werkt voor der komenden lot."
Hoe weten we nou zo zeker dat
die pas ontdekte Rembrandt in
Utrecht ook echt een Rem
brandt is? Hieronder volgt een
beknopte lijst van kenmerken
die De Doop van de Kamer-
lingh, met andere Rembrandts
gemeen heeft. Op zichzelf is éen
kenmerk niet doorslaggevend.
Maar samen vormen ze een be
wijs van echtheid. Rembrandt
verwerkte motieven van zijn
leermeester Pieter Lastman vol
gens een heel ander .regie' zo
dat de koncentratie in het af
gebeelde gebeuren veel sterker
is (vgl. 102). Sommige elemen
ten uit de Lastman, zoals de
parasol en de loofboom in
plaats van de palm, werden
onder het verfoppervlak in de
linker bovenhoek aangetroffen.
Het Monogram RHL (Rem
brandt Harmenszoon Leidensis)
en het jaartal 1626 komen over
een met wat in die periode
verwacht kan worden. Ook het
feit dat ze als inskriptie op een
balkje in de voorgrond zijn ge
zet. De kompositie - een stape
ling van figuren die volgens
een gebogen lijn in de ruimte
gegroepeerd is - is typisch, eve
nals het hoge formaat. De kom-
binatie van boven- en onder
aanzichten bij de weergave van
de figuren, de bontheid van het
koloriet en het gebruik van vrij
veel groen en blauw, het gol
vende verloop van de kontou-
ren, de versieringsmotieven in
de kleding van de hurkende
moor en vele andere details
vindt men bij de vroege Rem
brandt terug. Het paneel heeft
dezelfde voor Rembrandt enigs
zins ongewone maat (63.5 x 48
cm.) als twee werken uit het
zelfde jaar 1626 en bestaat ook
uit twee planken. De schilder-
grond heeft in die tijd de ook
bij Rembrandt gangbare sa
menstelling en opbouw (krijt,
lijm, plamuur, daarover een
dunne laag geelbruine olieverf).
De eerste opzet is in bruine
verf gedaan waarin verfresten
van vorige paletten zijn vei-
werkt. Die eerste opzet is op
bepaalde kleine plekjes zicht
baar. Het in de verf zetten ge
beurde in vaste volgorde, be
ginnend bij de achterste parti
jen, de voorgrond-figuren kwa
men het laatst aan de beurt.
Daarbij werden de randen van
het schildervlak gedeeltelijk
onbeschilderd gelaten. Bij die
manier van „opschilderen" van
achteren naar voren overlappen
de figuren elkaar enigszins,
evenals het landschap en zijn
in het röntgenbeeld „rafelige"
koatouren te zien. Er is gebruik
gemaakt van inkrassingen in de
verf. Penseelstreek, stofuitdruk
king en karakter van de ver-
fsubstantie zijn typisch voor de
vroege Rembrandt. Er zijn ver
schillen tussen röntgenbeeld en
schilderijen die wijzen op typi
sche* korrekties van de eerste
opzet (zie bijvoorbeeld de wa
genwielen).
Zojuist is deel twee van „De Roem van de Kunstenaar" verschenen,
waarmee dit thema waarover in september het eerste deel uitkwam, wordt
afgerond. Al heeft Openbaar kunstbezit hiermee een punt gezet achter dit
onderwerp, de reakties hierop in de pers en vanuit de kunstwereld wijzen
erop, dat de diskussie erover nog niet is verstomd. Eerder lijkt het, dat
Openbaar kunstbezit en de mensen, die met dokumentaire exposities in
dit projekt samenwerkten slechts een aanzet hebben gegeven tot nieuwe
studie.
In deel twee van „De Roem van de
Kunstenaar" wordt ingegaan op de
standaardverhalen en cliché's, die
om onze grote meesters nog steeds
bestaan en waaraan door de
nieuwe media als radio, televisie en
film zelfs een nieuwe dimensie lijkt
te zijn gevoegd de kunstenaar als
ster. In deze aflevering wordt ver
slag gedaan van een publiekson
derzoek in Haarlem en Den Haag
over bekendheid en roem, over het
proces van beroemd worden en de
waardering voor de vier grote kun
stenaars Rembrandt, Hals, Van
Gugh en Mondriaan.
De nieuwe jaargang van Openbaar
kunstbezit
Met de tweede aflevering over het
thema van de roem sluit Openbaar
kunstbezit niet alleen dit onder
werp af, maar ook de jaargang 1977.
In het komende jaar, de 22ste jaar
gang, zal Openbaar Kunstbezit zijn
vernieuwde aanpak voortzetten. Er
zullen in 1978 vier thema's aan de
orde komen, waarin - zoals in 1977 -
kunst uit heden en verleden wor
den samengebracht. Die thema's
zullen elk weer een uitwerking krij
gen in het drukwerk - album en
kunstschrift - en zullen in samen
werking met de NOS op radio en
televisie worden gepresenteerd. De
thema's van Openbaar Kunstbezit
worden niet alleen gekozen op hun
geschiktheid om daarin kunst uit
heden en verleden samen te bren
gen, maar worden ook bepaald
vanuit de aktuele situatie in beel
dende kunst en architektuur
De eerste aflevering in 1978 zal
gaan over architektuur en de wo
ningbouw in het bijzonder. In dit
nummer wordt ingegaan op de his
torische ontwikkeling van de so
ciale woningbouw, van de utopisti
sche idealen over volkshuisvesting
in de 19e eeuw, tot aan de heden
daagse werkelijkheid.
In de tweede aflevering zal het gaan
over de samenwerkingsvormen in
beeldende kunst en theater en de
soms vervagende grens tussen deze
kunstvormen in de jongste ge
schiedenis.
In de tweede helft van het jaar zul
len afleveringen worden gewijd aan
de vrouw (in) en de beeldende
kunst en een onderwerp dat raak
vlakken van kunst en wetenschap
zal behandelen.
Abonnees van Openbaar Kunstbe
zit zullen ook in 1978 de museum
kaart krijgen die hen recht geeft op
gratis toegang (of tegen geredu
ceerd tarief) tot meer dan 170 mu
sea in Nederland en België. Voor
velen die regelmatig een museum
bezoeken is dat attraktief, zeker nu
de rijksmusea de toegangsprijs
voor 1978 hebben verhoogd. Deze
museumkaart wordt de abonnees
beginjanuari toegezonden en geldt
het hele jaar. Sinds 1977 biedt
Openbaar Kunstbezit twee soorten
abonnementen (beide inclusief
museumkaart). Het bekendst is het
abonnement op het losbladig sys
teem in de blauw-linnen ringband
met opschrift, dat in 1978 f34,- zal
kosten. Daarnaast is er het kunst
schrift, dat qua inhoud door steeds
meer mensen wordt verkozen. De
prijs voor het kunstschrift
abonnement is in 1978 f29,-.
Abonnees krijgen vier maal per jaar
een aflevering van ca. 50 pagina's in
kleur en zwart-wit. Bij iedere afle
vering bevindt zich ook het kwar
taalbulletin „Openbaar Kunstbe-
richt" waarin korte kunstberichten
staan zoals tentoonstellings-
nieuws, interviews, boekbespre
kingen en speciale aanbiedingen
voor de abonnees.
Abonnementen kunnen worden
opgegeven schriftelijk of monde
ling bij de administratie Open
baar Kunstbezit, Postbus 5555,
Amsterdam, tel. 020-73 26 80.
B. en W. hebben de gemeente
raad in de donderdagmiddag
gehouden raadsvergadering
voorgesteld, alle thans be
staande kleinverbruikers
tarieven van het electriciteits-
bedrijf te handhaven en alle
hierin genoemde bedragen, uit
gezonderd de brandstofvergoe
dingen, te verhogen met een
toeslag van 2%, het
grootverbruikers-tarief Gt en
het grootverbruikerstarief
In verband met de voortdurende stijging van de loonkosten en de mate-
riaalprijzen is het noodzakelijk, zeggen B. en VV. in een voorstel aan de
raad, dat donderdagmiddag werd behandeld, dat voor het verkrijgen van
een sluitende exploitatie op de boiler- en geiserhuur, de verhuurprijzen
van deze toestellen met ingang van 1 januari 1978 worden verhoogd met
het door de Minister van Binnenlandse Zaken toegestane percentage van
5%, afgerond op een veelvoud van vijf cent. De oude en nieuwe pryzen zien
er dan als volgt uit:
BOILERS:
50 liter f 4.20 wordt f4.45 p.m. 80 liter f 5.30 wordt f 5.60 p.m., 120 liter f 6.15
wordt f6.45 p.m.
Geisers:
zonder trekonderbreker f3 70, wordt f3.90 p.m., met trekonderbreker
f3.85 wordt f4.05 p.m.
Gt.L.K. resp. met 2% te verho
gen resp. te verlagen, zodat
deze naar elkaar toegroeien en
er op de duur één grootver
bruikerstarief zal ontstaan.
Deze wyzigingen zullen, met het
invoeren van een nieuw inkoop
tarief, een verlaging van de
bruto-marge voor het bedrijf van
plm. f2.300.- betekenen, op ba
sis van de begrotingsgegevens
voor het dienstjaar 1978.
De raad van Commissarissen
van de N V. IJsselcentrale heeft
aanvankelijk besloten tot een
tariefverhoging per 1 januari
1978 van 3.25% voor zowel
groot- en kleinverbruik (voor
haar eigen bedryf Red. H.N.) als
voor de (gemeentelijke) distribu
tiebedrijven. Tegen deze ongedif
ferentieerde verhoging bestond
bij de Contactcommissie voor de
IJsselcentrale ernstig bezwaar.
De minister van Economische
Zaken heeft aan deze tariefsver
hoging van 3.25% goedkeuring
onthouden en heeft bepaald, dat
de verhoging beperkt dient te
blijven tot 2% op de tariefsdelen
exclusief de vergoeding voor het
brandstofverbruik. De IJsselcen
trale heeft, met inachtneming
van de beslissing van de Minis
ter de tariefsverhoging vastge
steld op 2% aldus B. en W. Zij
heeft dit doormiddel van een
mededeling voor de pers ook
medegedeeld aan haar eigen
verbuikers.