New Guinea: Mysterieus, ruig,
vulkanisch (deel II)
Spreekwoorden
Vraag naar timmer
lieden en metselaars
in rayon Deventer
Hinderwet-moeilijkheden
nu opruimen
De heer Kraaij sprak voor
Espelose Plattelandsvrouwen
bnnrtverenigingen
BURGERLIJKE
STAND
TA ALPRAATJE
Hout- en
Bouwbond
C.N.Y.
Werkloosheid daalde iets
Landbouwschap vraagt kabinet
Officiële publicalie
Gemeente Holten
Ontwerp partiële
herziening bestem
mingsplan ,De Haar'
HOLTENS NIEUWSBLAD - 22 APRIL 1977 - PAGINA 7
Over het volk van Papua New Guinea te schrijven is Saiomon-groep; een landgenoot,
uitermate moeilijk. Er vait onder deze mensen een d'Entrecasteaux, gaf de andere
grote variatie waar te nemen, maar het is vrijwel on- eilanden hun namen. De Engel-
mogelijk hen in raciale groepen in te delen. Er is bo- sen' va,enci °p Harer Majesteits
vendien zeer weinig bekend over de herkomst van de
bevolking; men neemt aan dat er veel migratie en
vermenging is geweest onder de voorouders van de
huidige bewoners. Deze vermenging is door de komst
van de Europeanen versneld, doordat deze „kolonis
ten" mensen uit alle streken huurden voor het werk
op de plantages. Hierdoor ontstond een betrekkelijk Nieuw-Guinea maar in bezit
gemakkelijke omstandigheid om te migreren. Door het voor de Engelse kroon, captain
grote aantal taalgroepen is er een zeer grote verschei- slmPS0n noemde de Blanche
denheid aan cultuurpatronen. Het is daarom onmoge- Bay naar zUn schlp en John
lijk om in het algemeen over de wijze van leven van More5by
de Papua's te schrijven. Achter de volgende berg, de
volgende rivier en zelfs in het volgende dorp zijn
kompleet onverwachte dingen. Niet alleen de gods
dienstige gewoonten, maar alle cultuuruitingen zijn
volkomen anders.
Geboren: Marlska Gerdina dv.
H. Oonk en G. Oolbekkink;
Hendrikje Alberta dv. H. J. Pin-
kert en G. Kolkman
Deventer).
(geb.
schepen, zwierven er ook rond.
Captain Blackwood van H.M.
Fly vond de mond van de Fly
River en captain Owen Stanley,
met H.M. Rattlesnake, zag de
Loulsiades. Captain Yule van
H.M. Bramble nam heel Oost
Ondertrouwd: W. Koekkoek, oud
24 jr., Goor en J. YV. Aaftink, oud
22 jr., Holten; B. Aanstoot, oud
29 jr.. Holten en G. B. Stam, oud
19 jr., Holten; H. J. Rensen, oud
24 jr.. Holten en R. Tuitert, oud
20 jr., Holten; E. M. van Schoot-
en. oud 27 jr., Holten en
J. D. Kooiman, oud 33 jr., Epe.
Deze verschillen zijn mede ver
oorzaakt door het ruige terrein
en daardoor gemis aan commu
nicatie én de onvoorstelbaar
grote variatie in de talen in een
bepaald gebied. Iedere stam,
van klein (300-900 mensen) tot
groot (zelfs tot 10.000 mensen)
heeft een eigen leefwijze en cul
tuurpatroon ontwikkeld. Prof.
Charles Rowley schrijft over de
moeite om overeenkomsten van
gemeenschappen en culturen te
vinden: ,,Het is misschien ge
makkelijker te zeggen wat de
Melanesiërs niet hebben in ver
gelijking met de wereld waarmee
ze in aanraking zijn gekomen,
dan wat ze onderling gemeen
hebben".
Vóór de komst van de Europea
nen had een dorp geen be
scherming of hulp van een
overheid, geen algemene gods
dienst, geen oogstvoorraad, geen
lastdieren, geen „voertuigen",
geen geschreven taal en geen
vastgelegde geschiedenis. Alleen
de eerste levensbehoeften wer
den vervuld, waardoor het mo
gelijk was redelijke omstandig
heden te leven.
Momenteel leven de bewoners in
een periode van snelle sociale
veranderingen. Sommigen kwa
men al honderd jaar geleden
met Europeanen in contact en
hun levenswijze is drastisch ver
anderd. Anderen hebben dit
contact nog maar kort en leven
nog als hun voorvaderen: hun
radicale verandering laat nog op
zich wachten tot het eerste
vliegtuig landt, een weg wordt
aangelegd, de „administration
patrol", wordt gevestigd. In de
traditionele samenleving was er
werkelijk de wreedheid, de oor
log, moord en doodslag, kinder
moord en kannibalisme. Maar er
was ook een soort primitieve
rijkdom en welstand binnen de
de plaatselijke gemeenschap,
onderlinge hulpverlening; er was
geen werkloosheid en slechts bij
uitzondering honger!
De stroom literatuur betreffende
de vraag naar de herkomst en
de migratie is nog maar nauwe
lijks op gang gekomen; recht
streekse antwoorden daarop zijn
er niet. Mogelijk vormden gedu
rende de laatste ijstijd (de zees
piegel was toen 137 m lager)
Australië en Nieuw-Guinea één
continent. Tóen kan dus de
„overtocht" plaats gehad heb
ben. De Australische „native" is
altijd een „zwerver" geweest en
gebleven, een nomade die op
jacht ging. De New Guinea na
tive is zich meer op de akker
bouw gaan toeleggen: hij
kweekte de „taro", de yam, de
banaan en de cocosnoot en hij
hield geiten en varkens. Hoe en
wanneer de „zoete aardappel"
(batat), Kaukau zeggen de in
landers in Papua New Guinea,
terecht is gekomen, is nog een
open vraag. Toch is dit uit
Zuid-Amerika afkomstige gewas
volgens de kenners het enige
dat in staat is om een zo grote
bevolking in de Highlands in le
ven te houden. Zo is ook voor
de bezoeker van de praehistorie
Papua New Guinea mysterieus;
het laatste onbekende land
Er zijn aanwijzingen dat er
reeds in 1526 contacten waren
van Europeanen met Nieuw-
Gulnea; de eerste nederzettingen
kwamen echter pas na 1870.
Minstens drie eeuwen tevoren
moeten er al handelaren uit de
Indonesische Archipel. Maleisië
en mogelijk uit China zijn ge
weest. Tussen 1526 en 1607 moe
ten vijf vanuit Spanje onderno
men reizen geresulteerd hebben
in contacten met de kustbewo
ners van Nieuw-Guinea. Jorge
de Menses was de eerste die op
Wageo Island landde, hij
noemde het „Papua", een in
Maleisié voorkomende term voor
een kroesharige man. De naam
Nova Guinea werd in 1545 door
De Retes „geschonken". In
1606/1607 is een zekere Torres
op het vaste land van Nieuw-
Guinea gestapt. Uit het verslag
(van Prado) is aan te nemen dat
dit bij het huidige Port Moresby
was.
De Europeanen veronderstelden
er een rijk goudland te vinden.
De naam: Eilanden van Salomo,
geschonken door Mendona in
1567, geeft uitdrukking aan deze
hoop. Ofschoon er geen bewijzen
voor kwamen, bleven de legen
den over het „goudland" voor
tleven. Tegen het einde van de
16e eeuw waren de Hollanders,
Engelsen en Fransen gereed om
nieuw land en nieuwe rijkdom
te zoeken. Het „specerijen-rijk"
werd „Hollands". In 1828
claimde Nederland het weste
lijke deel van Nieuw-Guinea, het
oostelijke deel was moeilijker te
bereiken vanwege natuurlijke
barrières: riffen, ondiepten en
verraderlijke stromingen. De
eerste Engelsman die de wate
ren van Nieuw-Guinea bevoer,
William Dampier, zeilde in 1700
langs de kusten van New Ire
land en New Britain. Hij miste
échter de kennis van het be
staan van de zeestraat tussen
deze eilanden en meende met
één eiland te doen te hebben;
dat moest „natuurlijk" Nova
Britannia zijn! Pas in 1767 voer
zijn landgenoo.t, Philip Carteret,
als eerste door deze zeestraat en
hij noemde hem: St. George's
Channel.
Na 1788 begon de handels-,
scheepvaart vanuit Sydney via
de nieuwe routes te varen naar
China, Oost- Indiè en Bengalen
en kwam men langs de kusten
van Nieuw-Guinea. -Guinea. De
Fransman Bougainville ontdekte
de noordelijke eilanden van de
tenslotte, bracht de
hele zuidkust vanaf Redscar
Bay tot de noordkust bij Hum
boldt Bay in kaart en „ontdek
te" aldoende Port Moresby, de
huidige hoofdstad van Papua
New Guinea. De Franse Marquis
de Rays zou vanaf de zuidpunt
van New Ireland de noordelijke
eilanden wel koloniseren. De
honderden Franse kolonisten
vonden er echter een tragisch
einde.
De eerste vaste nederzettingen
werden Rabaul en Port Mores
by. Duitse onderzoekers voeren
de Sepik River op. Otto Finch,
Dollmann en Von Schleinitz ves
tigden daar hun nederzettingea
Zo werden Britse schepen (van
uit Australische bases) en
Duitse oorlogsbodems een alle
daagse vertoning, ter bescher
ming van de handelsbelangen in
de Bismarck Archipel en om
streken.
Na een mandaat gebied van
Australië en de Verenigde Naties
te zijn geweest, werd het on
langs (1 november 1975) zelf
standig.
Ing. J. Kortenhoeven
(Uit: Blijdorp Geluiden)
Zaterdagmorgen 9 april is er een
eierzoekwedstrijd gehouden op
het weiland van de heer Kolk
man, georganiseerd door de be
ide buurtverenigingen Holter-
haar en ChurchillstraatöVrij-
heidslaan.
Er waren drie leeftijdsgroepen,
zodat de grotere kinderen de al
lerkleinsten niet voor de voeten
liepen.
Ondanks de koude waren er nog
ongeveer 80 kinderen aanwezig
en ook veel ouders.
Na afloop kregen de kinderen
die een ei hadden waar een
prijsje op stond dat uitgereikt
en bovendien kreeg ieder kind
nog een paasei.
ZO KAN DEZE AKTIVITEIT
WEER ALS GESLAAGD WOR
DEN BESCHOUWD.
Het is duidelijk dat de verkiezingsstrijd nog niet begonnen is. Het bord al
leen voor verkiezing wacht geduldig af.
Maandag 18 april hielden de
plattelandsvrouwen afd. Espelo
hun laatste samenkomst in dit
seizoen. De presidente mevr.
Tuitert mocht weer een flink
aantal dames welkom heten, en
in 't bijzonder de heer G. J.
Kraaij, fysiotherapeut te Holten.
Er waren enkele mededelingen:
a. Van de werkgroep „Natuur en
milieu" werden aan de dames
folders uitgereikt, met betrek-
We hebben in onze Taaipraa
tjes nog geen aandacht besteed
aan de spreekwoorden. Daarom
nu eens enkele zo maar wille
keurig gekozen spreekwoorden
en zegswijzen in deze kolom.
Veel spreekwoorden vonden hun
oorsprong op het boerenland,
waar het leven goed is en door
waarnemingen het weer betref
fend.
"De morgenstond heeft goud
in de mond". Dit betekent;
vroeg op wint; 's morgens vroeg
vlot het werk best. Het meest
waarschijnlijk is dat "mond" in
dit spreekwoord er alleen bijge
kozen is om het rijm. Toch kan
men in vele volkssagen lezen
dat de godin van de dageraad.
Aurora, goud in haar mond had.
In Zweden gaat het verhaal, dat
als Aurora lacht, een gouden
ring uit haar mond valt. In
Noorwegen vallen gouden mun
ten uit haar mond als zij
spreekt en uit haar haren als zij
zich kamt.
Volgens de Deense sage zijn
dit edelstenen als zij spreekt en
goud en zilver als zij zich kamt,
waarbij de Roemeense sage zich
aansluit De Hongaren zeggen;
'Wie vroeg opstaat vindt een
goudstuk" Veel van deze we
tenswaardigheden zijn verzameld
door de spreekwoordenkenner
dr. F A.Stoett. Het meest waar
schijnlijk blijft niettemin de uit
leg. die we eerst al gaven; mond
is gekozen als rijmwoord, zoals
ook in;
"Morgenrood, water in de sloot"
"Avondrood, mooi weer aan
boot* boord)".
"Mist. vorst in de kist"
In Vlaanderen; "zat als een
patat"
In Drente; "dom als een kof
fietrom". en in het Engelse
spreekwoord met dezelfde strek
king als ons morgenstond heeft
goud in de mond; "early to bed
and early to rise, makes a man
healthy, wealthy and wise" Ver
gelijk; vroeg op en vroeg naar
bed. dat is de grootste pret.
De rijmwoorden hebben weinig
"om het lijf'. Een patat is niet
zat en een koffietrom*mei) niet
dom.
"Veel op zijn kerfstok hebben"
Dit spreekwoord is ontleend
aan de middenstand. Vooral op
de platteland was de kerfstok
een hulpmiddel voor het aante
kenen, bijhouden en. indien no
dig. voor het bewijzen van
schulden in winkel en herberg.
De klant en de winkelier had
den beiden zo'n kerfstok, zodat
de schuld vergelijkbaar was. De
herbergier kon er dus niet stie-
kum "op eigen houtje" een te
veel op zétten. Nog niet eens
zo'n gek systeem. In bakkers
winkels is deze stok lang m ere
gehouden. Had men veel op zijn
kerfstok, dan had men veel
schulden. Kreeg men teveel
schulden, dan zei men "iemands
kerfstok is van ijzer". In ijzer
kon men niet kerven. Zo iemand
had geen krediet meer en kon
niet meer "op de pof' kopen
Later kreeg "een kerfstok van
ijzer" een gunstige betekenis. Zo
iemand kon geen kwaad meer
doen. Alles was vergeten en
vergeven. De kerfstok ruimde
het veld voor het klantenboekje.
Tegenwoordig wordt veel op zijn
kerfstok hebben alleen gebruikt
in de betekenis van. hij heeft
heel wat op zijn geweten. En
passant gebruikten we de zegs
wijzen "op de pof' en "op eigen
houtje"
De eerste wil zeggen; kopen
zonder contant te betalen. Pof is
dan slag. Vroeger; op goed ge
luk iets kopen. Er een slag naar
slaan.
"Op eigen houtje" is; op eigen
gezag, zonder er de ander in te
kennen (zie boven bij kerfstok).
Volgens anderen betekent
"hout"; schip. Stond de kapitein
op zijn eigen schip (houtje), dan
kon hij zelf de koers bepalen en
op eigen gezag en verantwoorde
lijkheid handelen
king tot het afvalglas dat men
kan brengen op de gemeente-
werf. VVaagweg 4 te Holten,
b. Verder is aan de leden ge
vraagd of er belangstelling be
staat om mee te doen aan het
oprichten van een zangkoortje.
Hierover zal t.z.t. nader worden
gesproken.
Hierna werd het woord gegeven
aan de heer Kraaij, die de
avond verder zou vullen met het
vertellen over zijn werk als fy
siotherapeut. Een bijzonder veel
zijdig vak, dat de laatste jaren
zeer veel opgang heeft gevon
den. 'Hij zou het eigenlijk in 3
groepen willen verdelen: De oe
fentherapie, de massagetherapie
en de fysiotherapie.
Aan de hand van dia's zag men
verschillende verkeerde houdin
gen van mensen, waardoor de
klachten in de hand worden ge
werkt. Dus moet er eerst wat
gedaan worden aan een betere
houding, door middel van oefe
ningen die in het Groene Kruis-
gebouw maar vooral thuis ge
daan kunnen worden. Er werden
op de dia's verschillende hulp
middelen getoond die het oefe
nen vergemakkelijken.
Ook zag men wat er allemaal
voor een voudige dingen te
koop zyn voor mensen met
handen die vergroeid zijn door
reuma bf een andere ziekte.
Aan het eind van de avond
werd door de heer Kraaij de
acupunctuur nog even onder de
aandacht gebracht. Een genees
wijze die al heel oud is, maar
thans weer meer in de belang
stelling is gekomen. Na het be
antwoorden van enkele vragen
werd deze leerzame avond beslo
ten met een hartelijk woord van
dank aan de heer Kraaij
De leden van de afd. Holten van
de Hout- en Bouwbond C.N.V.
kwamen in vergadering bijeen on
der voorzitterschap van de heer G.
Kruimelaar.
Hij las enkele verzen uit Psalm
128 en ging hierna voor in gebed en
sprak een woord van welkom in 't
bijzonder tot districtsbestuurder
Groenewold die een toelichting gaf
op de gang van tijdens de stakings-
akties.
Na de pauze was er gelegenheid
tot het stellen van vragen o.a.,
kwam de vraag ter tafel "V/as het
eigenlijk wel goed dat de CNV-
Bouwbond zo nauw samenwerkte
met de bouwbond FNV?
Groenewold had geen moeite
met deze samenwerking op dit
punt omdat de voorstellen voor de
CAO onderhandelingen vrijwel ge
lijk waren. Verder werd er nog ge
praat over de voorzieningen op de
bouwplaat hier ter plaatse. Met
voldoening v/erd kennis genomen
van de vooruitgang in 't bijzonder
wat de schaftgelegenheid en ver
warming betreft De vergadering
ging accoord met het voorstel om
in de stakingskas een bijdrage te
storten voor een extra uitkering
aan de stakers.
De goed bezochte bijeenkomst
werd door de heer Groenewold met
dankgebed beëindigd.
De werkloosheid is als
gevolg van de seizoen
sinvloeden in het rayon
Deventer weer iets ver
der afgenomen (1509-
1448), dit blijkt uit het
arbeidsmarktoverzicht
van het Gewestelijk Ar
beidsbureau, per ultimo
maart, aldaar. Burger
lijke en Utiliteitsbouw,
landbouw, chauffeurs en
ongeschoold personeel le
verde daar het grootste
deel aan. De vraag steeg
vooral in de sectoren me
taal en ongeschoolde ar
beiders.
De situatie lijkt toch wel
een kentering in de
werkgelegenheid aan te
tonen. Vooral ten op
zichte van 1975 is dit
duidelijk zichtbaar.
als de vraag om personeel, is de
situatie in deze sector nog
steeds niet rooskleurig.
Vrouwen
In de werkloosheid van vrouwen
kwam weinig verandering. De
daling met 11 valt verwaarlozen.
Ook in de vraag kwam weinig
verandering. De werkloosheid
onder de mannen per gemeente
in het rayon in absolute cijfers
en in procenten van de afhanke
lijke mannelijke beroepsbevol
king per ultimo maart was als
volgt: Tussen haakjes de cijfers
over februari. Bathmen 23 is
3.8% (febr. idem», Deventer 1049
is 6.2% (1080 is 6.4%;, Diepen
veen 71 is 4.4% (74 is 4.6%),
Holten 52 is 4.3% (58 is 4.1%),
Olst 58 is 4.3% (febr. idem)
Raalte 192 is 5.6% (213 is 6.2%),
C^verijssel 11.282 is 5.2% (12.719
is 5.9%).
Het Landbouwschap heeft jaren
lang aangedrongen op een ver
goeding aan bepaalde land
bouwbedrijven, waarvoor geen
Hinderwetvergunning kan wor
den verleend. Er is overeen
stemming tussen de ministeries
van Landbouw, Volksgezondheid
en Milieuhygiëne en Financiën
inzake een vergoedingsregeling.
Toch blijft de goedkeuring en
inwerkingtreding van deze rege
ling nog uit.
In een brief van 12 april 1977,
gericht aan de ministers van
Landbouw en van Volksgezond
heid en Milieuhygiëne, vraagt
het Landbouwschap met klem
deze urgente zaak in het demis
sionaire kabinet af te doen.
De overeenstemming betreft het
verlenen van een vergoeding
onder bepaalde omstandigheden
aan landbouwbedrijven, die al
vóór 1972 bestonden en waarop
intensieve veehouderij wordt
uitgeoefend en mest wordt bew
aard. Bedrijven, die geen ver
gunning ingevolge de Hinderwet
kunnen krijgen, lijden bij slui
ting aanzienlijke schade. Een
aantal gemeenten wacht met
sluiting op de bovengenoemde
vergoedingsregeling. Daarom wil
het Landbouwschap, dat de be
reikte overeenstemming zo
spoedig mogelijk in werking
treedt.
In sommige bedrijfsklassen is
het zeer moeilijk personeel te
krijgen, hetgeen toch ook nog
steeds veroorzaakt wordt door
hoge selectienormen. Verwijzing
van langdurig werklozen, rijks
genoten en buitenlandse werk
nemers heeft maar zelden resul
taat. Vooral voor de beide laat
ste categorieën houden vele be
drijven de poorten gesloten.
De jeugdigen tot en met 22 Jaar
profiteerden overigens weinig
van de verbeterde arbeidsmarkt
situatie. Alleen in de leeftijds
groepen tot 19 jaar was er een
geringe daling. Ook het aantal
afgestudeerden in deze groep
nam iets af.
In de sector burgelijke- en utili
teitsbouw nam zowel de werk
loosheid als de vraag iets af.
De selectienormen zijn nog
steeds hoog. Overigens kampen
verschillende aannemers met
tekorten aan timmerlieden en
metselaars. In enkele gevallen
vraagt men voor jongeren al
weer uitstel cq vrijstelling van
militaire dienstplicht, aan.
By de metaalbewerkers steeg de
vraag weer na twee maanden
van daling Doch by een werk
loosheid die vyfmaal zo hoog is
De burgemeester aer gemeente
Holten maakt ter voldoening
aan het bepaalde in artikel
23 van de Wet op de Ruimte-
lyke Ordening bekend, dat met
ingang van 25 april 1977 gedu
rende een maand, ter
gemeente-secretarie, afdeling al
gemene zaken, voor een ieder
ter inzage ligt het ontwerp van
een partiële herziening van het
bestemmingsplan „De Haar",
welk ontwerp is vervat in een
kaart met bybehorende verkla
ring, een toelichting en gedu
rende bovengenoemde termijn
van een maand kan een ieder
schriftelijk bezwaren indienen bij
de gemeenteraad.
Holten, 22 april 1977
De burgemeester voornoemd
W. H. Enklaar