JAN AOLBERT
tegeling vergoeding droogte-
ehade verloopt vlot
Kookboek
Zwarte Piet is geen neger
1® SPECIALIST VOOR HOUT
EN IJZERWAREN
Mogen boeren ook aan nieuwe
investeringsmif van de regering
Kasten - hang - leg
Secretaire met klep
Wandplaten iuan gelakt
Wandplaten
Echt eiken wandplaten
Cedro wandschraten
Grenen schroten
Paranapine schroten
grarisch-sociaal werker Olterman:
HOLTENS NIEUWSBLAD 19 NOV. 1976 PAGINA 11
in wit - rood en houtkleur 100 cm breed
100 cm breed
echt hout 122 x 244 per plaat
ceder olijf, essen en teak, 122 x 244 per plaat
61 x 275 per plaat
tropisch hardhout, werkende maat: 10 x 62 mm,
per meter
werkende maat 13 x 62 mm per meter
werkende maat 10 x 62 mm
lang 244 cm per meter
lang 510 cm per meter
de donderdagavond in hotel Vosman gehouden vergade-
tg van de afdeling Holten van de O.L.M. heeft na de
uze de heer E. Otterman, agrarisch-sociaal werker van
O.L.M. te Westerholte, uitvoerig gesproken over de op-
Efing van financiële moeilijkheden waarin de landbouwers
pr de droogte van deze zomer zijn geraakt,
droogteschaderegeling geschiedt via de Rijksgroepsrege-
g zelfstandigen (R-Z-regeling) als onderdeel van de Alge-
üie Bijstandswet. Mensen die in moeilijkheden verkeren
bben recht op bijstand zowel in materiale als in immate-
le zin. De Bijstandwet vormt de a.h.w. de afsluiting van
je sociale wetgeving. De Landbouworganisaties en het
ndbouwschap hebben aangedrongen op een (individuele)
taderegeling. „Dat is", aldus de heer Otterman, „helaas
ït gelukt. De regering bleek wel bereid boeren en tuinders
door de weersomstandigheden getroffen zijn (droogte en
chtvorst fruitteelt) zo goed mogelijk te helpen, maar niet
ormiddel van een schadevergoedingsregeling.
Om in aanmerking te komen
■iet men vakbekwaam, geruime
fl in de land- of tuinbouw ge-
!Pkt hebben, arbeidsgeschikt en
iger dan 65 jaar zijn. Als men
t)W heeft komt men niet in
.hmerkinig en een uitkering AAW
|n een rol spelen bij de afwij-
ig, welke ook plaats vindt bij
n volledige weduwen- en wezen-
nsioen.
Men heeft toegezegd dat er soe-
1 en snel gewerkt zal worden
i dat blijkt - en de heer Otter-
an toonde zich daarover zeer
pheugd - in de praktijk ook in-
jrdaad het geval te zijn. Boeren
a 29 september een aanvrage
jbben ingediend, hadden op 29
[to'ber al een uitspraak. Er zijn
t nu toe in Overijssel 2400 aan
jagen ingediend. Door 't dienst-
Irleningsbedrijf zijn 2200 ad.vie-
n ontwikkeld. De trend van de
Wijzingen bedraagt 25 a 30 pet.
5 gemiddelde bijstand bedraagt
In leningen (a 5 pet.) f 14,000
(flossing in 5 jaar) en aan be
jagen a fonds perdu (weggege-
jn) f 8000.
De regionale commissie voor de
jdrijfsontwikkeling behandelde
Öert 29 oktober 950 aanvragen,
f? werden toegewezen, 246 ai'ge-
pzen en 47 aangehouden. Met
Ize 657, toewijzingen is een be
jag gemoeid van plm. 10 miljoen
lden. Doel van de Rijksgroeps-
geling is het voortbestaan van
t bedrijf. Er moet een drietal
'rmulieren worden ingevuld, ver-
ijgbaar bij de gemeenten, de dis-/
ctsbesbuurders of de voorlich-
rs. Bij maatschappijen moeten
ide maten een aanvrage indie-
Het aandeel van de gemeenten
deze uitkeringen bedraagt 10
pet. Vooral de plattelandsgemeen
ten dreigen daardoor in financiële
moeilijkheden te komen. Het
Landbouwschap heeft de minister
van Binnenlandse Zaken - in ver
band met financiële verhouding
tussen ryk en gemeenten - reeds
gewezen op de zorgen die de ge
meente Tubbergen daar mee heeft.
Voorbeelden
De heer Otterman toonde met
een groot aantal uitgewerkte
voorbeelden aan met welke nor
men bij deze regeling wordt ge
werkt. De vermogenspositie van
de ondernemer is daarbij belang
rijk. Enkele van de vele voorbeel
den, die de heer Otterman behan
delde:
a. Bedrijfsvermogen f 250.000,-,
eigen vermogen f 100,000. 't Eigen
vermogen is minder dan 50 pet,
van het totale bedrijfsvermogen.
Bijstand kan worden verleend.
Stel normaal inkomen f 25,000,
benodigd bedrag voor extra uitga
ven (droogteschade) bedraagt
f 15.000. Bijstand: f 6000, leenbij-
stand f 9000 a fonds perdu, d.w.z.
als bedrag, dat niet behoeft te
worden terugbetaald.
b. Bedrijfsvermogen f 250.000,-,
eigen vermogen f 150.000. Eigen
vermogen bedraagt meer dan 50
pet. van het totale vermogen, nl.
f 150.000 minus f 125.000 is f25.000
surplusvermogen. Kredietmogelijk
heid elders 10 pet. is f 2500. Stel
ino'kmen f 25.000 en het benodig
de bedrag (droogteschade) voor
extra uitgaven etc. op f 15.000.
Dan f 15.000 minus f 2500 is
f 12.500, leenbijstand f 6000 a fonds
perdu f 6.500.
„De Provinciale Directie voor de
bedrijfsontwikkeling stelt aan de
hand van de aanvrage en de boek-
houdverslagen een rapport op, dat
in een (regionale) commissie be
handeld wordt. De uiteindelijke
beslissing op de aanvrage ligt bij
de gemeente. Deze licht de aan
vrager hierover in. Achter de be
handeling wordt grote spoed ge
zet," aldus beëindigde de heer Ot
terman zijn uitvoerig betoog.
In ieder huisgezin hoort vanaf
Sinterklaas 1976 dit kookboek
thuis. Bonnie Buurke stelde de
recepten samen van het boek, dat
op initiatief van de Nederlandse
Hartstichting tot stand kwam.
Veel hart- en vaatziekten kun
nen worden voorkomen door het
toepassen van de regels der mo
derne voedingsleer. Dit is vooral
een kookboek voor gezonde men
sen, die gezond willen blijven.
De prijs is slechts f 10. Die prijs
is met opzet zo laag gehouden, om
iedereen in staat te stellen dit ge
zondheidskookboek te kopen. Er
wordt f 2.50 in rekening gebracht
voor verzendkosten en bescher-
mingsverpaklking.
De snelste en eenvoudigste ma
nier om het boek in huis te krij
gen voor de komende feestdagen,
is het invullen, ondertekenen en
toezenden van de bon in 't Herfst
nummer van „Hartslag" en zo u
dat niet hebt ontvangen, door mid
del van een briefkaart met naam,
adres en eventueel gironummer.
Betaling kan uitsluitend per
stortin-gs/acceptgirokaart geschie
den. Die zal voorbedrukt met uw
naam en adres en met het ver
schuldigde bedrag in een enve
loppe op de zending geplakt zijn.
Nodig is alleen het invullen van
uw eigen gironummer en de hand
tekening. Wie geen girorekening
heeft moet met de stortingskaart
naar het postkantoor.
Het investeringsbeleid van de regering zal binnen afzienbare
tijd worden omgebogen. De overheid wil meer greep krijoen
op het investeringsgedrag.Het globale beleid met investe
ringsfaciliteiten moet plaats maken voor een selectief steun
beleid. Een aardige vondst van de overheid/maar bepaalde
sectoren zijn er minder gelukkig mee. De boeren weten wel
wat ze moeten prijsgeven, maar blijven onkundig van hetgeen
zij er voor terugkrijgen.
Tot mr toe heeft de regering veel
vrijheid gelaten aan1 dé onderne
mers; om te investeren. Via bepaal
de faciliteiten werden de investe
ringen gestimuleerd. De investe
ringsaftrek (die zelf tijdelijk is
verruimd) biedt aantrekkelijke
mogelijkheden om geld in het be
drijf te steken. Evenzeer is dat het
geval met de, vervroegde afschrij
vingen. Natuurlijk kun je niet zo
maar in het wilde weg fabrieken
bouwen. De investeerder is gebon
den aan planologische, milieu
hygiënische en nog andere voor
waarden.
Waarom moet de regering nu zo
nodig naar een ander investerings
beleid? In een nota inzake de
Selectieve Groei (de Economische
Structuurnota) heeft de regering
uiteengezet waarom zij iets nieuws
wil. Ons land is de laatste jaren
in een poel vol inflatie en werk
loosheid terechtgekomen. De enor
me werkloosheid eist een effectief
overheidsbeleid. Hèt is begrijpelijk
dat de regering probeert zoveel
mogelijk arbeidsplaatsen te schep
pen. Als ze dat kan bereiken dooi
de investeringen daarop af te stem
men. i$ het beleid geslaagd. Dat
betekent dus meer richting geven
of meer greep krijgen op de inves
teringen. Het investeringsbeleid
van de overheid gaat meer in de
richting van een investeringssub
sidie, rekening houdend met een
aantal randvoorwaarden of ook
wel faceten genoemd. Het facetten-
beleid zal bijvoorbeeld erop letten
d,at de werkgelegenheid over het
land goed gespreid wordt en dat
de kwaliteit van de arbeidsplaat-
seh goed is. Het beleid moet reke
ning houden met de internationale
arbeidsverdeling, het behoud van
het milieu en de energiebesparin
gen.
Bij het nieuwe regeringsbeleid in
zake de investeringen staat dus de
werkgelegenheid voorop. De over
heidssteun is gericht op investe
ringen die meer arbeid bieden. In
dat verband is het logisch dat er
bepaalde minimumgrenzen zijn
voor investeringen om voor steun
in aanmerking te komen. Per pro
ject moet de ondernemer minstens
10 miljoen gulden investeren. Als
het om, milieuverbeteringen of
energiebesparingen gaat, is de on
dergrens 1 miljoen gulden.
De regering is erop uit het nieuwe
investeringsbeleid, dat een selec
tieve aanpak hepft^ vanaf 1 april
1977 van kracht te' laten zijn. Zij
heeft de Sociaal-Economische Raad
(het adviesorgaan voor belangrijke
sociaal-economische aangelegenhe
den) advies gevraagd.
Boeren niet uitsluiten
van investeringsbeleid
Investeerders die het behoud of
een verruiming van arbeidsplaat
sen waarborgen, krijgen dus een
ruggesteun van, de overheid. Wat
moetenhu de boeren? Zij kunnen
wenig nieuwe werkgelegenheid
aanbieden'. De landbouw zal waar
schijnlijk eerder arbeidsplaatsen
afstoten dan creëren. Dat is een
een gezonde agrarische structuur.
Moet men daarom maar de boer,
een agrarisch ondernemer, uitslui
ten van het investeringsbeleid?
Dat zou onbillijk zijn, temeer om
dat de boeren nu volop van de
bestaande investeringsaftrek en de
vervroegde afschrijving gebruik
maken. Op jaarbasis weet de land
bouw daar een- fiscaal voordeel
van 150 miljoen gulden uit te ha
len. Het selectieve beleid, dat in
feite neerkomt op een subsidie
voor bepaalde investeerders, gaat
waarschijnlijk botsen met de EG-
spelregels. Brussel laat geen natio
nale steun toe, zeker niet als dit
concurrentievervalsing teweeg
brengt. Als onze regering toch
haar plannen doorzet, loopt zij de
kans dat het Europese Hof daar
een stokje voor steekt. Er zijn nog
meer redenen om het zogenaamde
facettenbeleid te verfijnen of in
elk geval voor de landbouw aan te
passen.
De boeren zullen met hun inves
teringen geen nieuwe arbeidsplaat
sen scheppen. Het leidt hoogii.i tot
het behoud van de huidige werk
gelegenheid in de agrarische sec
tor. In de landbouw zullen, de in
vesteringen per bedrijf in de mees
te gevallen ver onder de 10 miljoen
gulden liggen. Dat wil echter niet
zeggen dat het ondernemersgedrag
minder belangrijk is. Er wordt de
laatste tijd veel boerengeld besteed
aan milieuverbeteringen. De var
kens-, pluimvee- en kalverbesters
hebben veel geld over voor een
milieuverbeterende produktie. Als
dc regering haar investeringssteun
aan de boer onthoudt, omdat de
agrarische ondernemer de mini
male investeringsgrens niet haalt,
wordt het een pijnlijke zaak. Het
is voor de tuinders die kosten noch
moeite sparen om tot energiebespa
ring te komen, al even fnuikend
als Nederland overstapt naar het
nieuwe investeringsbeleid.
De regering doet er goed aan de
boeren te gedenken in het nieuwe
beleid. Per slot van rekening wordt
al veel bereikt als de boer door
middel van investeringen in staat
is de kwaliteit van de arbeids
plaats te verbeteren en de lange
werktijd tot redelijke verhoudin
gen terug te brengen. Het is ook
zonneklaar dat investeringen op de
boerderij leiden tot meer werk
gelegenheid in de agri-business,
d.w.z. de toeleverende, verwerken
de en afzetindustrie.
Dit alles mag voldoende reden zijn
om de boeren niet de dupe te laten
worden van een koerswijziging in
het investeringsbeleid. Een troost
geeft de volgende verklaring van
onze regering: „Onderzocht zal
worden of voor de kleine en mid
delgrote ondernemingen speciale
faciliteiten mogelijk zyn, dan wel
een toegespitste regeling ontwor
pen kan worden."
B. Schouwing
(Nadruk verboden)
esstr 55 tabf/ksgaarde 68 /tel. 05480-2888 rijssen zaterdags 4uurgesloten
Jullie denken natuurlijk altijd dat Zwarte Piet een neger is,
omdat hij zwart is. Maar dat is helemaal niet waar. In Spanje
wonen geen negers en hoe zou Sint in vredesnaam aan een
neger hebben moeten komen? Het zit heel anders, jongens.
En het is een raar verhaal.
Toen Sint merkte dat hij een
knecht nodig had om de zak en de
roe te dragen, om hem te helpen
zijn lange haren te kammen en
zijn baard bij te knippen, keek hij
uit naar een geschikte, pientere
jongen. Hij zette een advertentie
in het Nieuwsblad voor Madrid
en daar kwamen een heleboel jon
gens op af. Geen wonder! Wie zou
geen knecht van de Sint willen
zijn. Niet alleen mocht Piet al het
gebroken suikergoed en speculaas
opeten, maar iedere dag in het ge
zelschap van een heilige man, daar
moest je wel een beter mens van
worden.
En zoals dat doorgaans gaat, geen
van de jongens, die op de adver
tentie waren afgekomen, werd
Sints knecht, want een nicht van
Sint had een neefje en daar deed
ze een goed woordje voor. Zoiets
noemen ze in het dagelijks leven
„een kruiwagen hebben" en zo
komen wel meer mensen aan baan
tjes. Nu, zo was het ook met het
neefje. Sint wou nicht graag een
plezier doen en nam de jongeman
aan. Hij heette Pedro, maar in
Holland heet zo iemand Piet.
Sint vertelde aan Piet wat er al
zo van hem werd verlangd en Piet
knikte maar en zei dat het alle
maal wel in orde zou komen. Maar
hij werd toch een beetje bang.
Want één ding had hij nog nooit
gedaan: op daken klimmen en door
schoorstenen afdalen om lekkers in
schoenen te stoppen. Hij was wel
eens in een boom geklommen,
maar dat was veel gemakkelijker.
Hij.droomde 's nachts dat hij door
een schoorsteen zonder eind naar
beneden gleed en dan werd hij hui
lend wakker en riep om zijn moe
der. Sint wist d'aar allemaal niets
van af, want als die eenmaal slaapt,
is hij met geen kanon wakker te
krijgen. geen wonder als
iemand altijd 's nachts moet wer
ken!
Toen ging de reis naar Bilbao,
waar de stoomboot klaar lag, de
stoomboot uit Spanje, waar het
versje van zingt „hoe waaien de
wimpels al heen en al weer!" Nu,
de wimpels waaiden vrolijk in het
winterzonnetje. Grote balen sui
kergoed en strooigoed werden in
het ruim geladen, honderden kis
ten met speelgoed door grote kra
nen aan boord gehesen. Toen ging
de fluit drie keer. alle schepen in
de haven lieten de stoomfluiten
loeien ten afscheid en Sint Niko-
laas aanvaardde zijn jaarlijkse reis
naar de lage landen bij de zee.
Hoho! Nu ben ik al te ver, want
er was eerst iets anders gebeurd.
Dat laden duurde wel een hele
week en al die tijd lag dat schip
daar maar. De laatste dag zouden
ze stoom maken. De jonge Piet
toerde door het hele schip, van
boeg tot achtersteven, maar tel
kens weer stond hij te kijken bij
de hoge, zwarte schoorsteen. Hij
wist niet hoe de Hollandse schoor
stenen er uitzagen, in Spanje zijn
de huizen zo heel anders dan hier,
maar hij dacht dat er op ieder
huis wel zo'n grote, hoge schoor
steen zou staan.
Toen kreeg hij opeens een idee.
Waarom zou hij hier niet vast
oefenen? Het schip was toch nog
niet weg en het vuur in de ketels
was nog niet aan. Hij kon toch
straks, aly ze in Holland waren,
niet aan Sint bekennen dat hij van
het schoorsteenwerk geen verstand
had? Hij kon Sint toch niet zelf
met baard, staf en mijter door de
schoorstenen laten glijden? Dat zou
me wat geven! „Mooie jongen ben
jij," zou Sint zeggen, „zit ik hier
in Holland met een knecht die
niks kan!" Misschien moesten ze
wel onverrichterzake terug
wat een schandaal zou dat geven!
Dit jaar geen Sint Nikoiaas in
Holland, want de knecht van Sint
durfde de schoorsteen niet in!
Op een goede morgen zei Sint:
„Kom, we gaan een broodje lever
eten." Dat is Sints grootste trakta
tie. Anders was Piet er als de kip
pen bij, maar nu zei hij dat hij
geen honger had. Sint keek ver
baasd. „Je wordt toch niet ziek?",
vroeg hij, maar al zag Piet een
beetje bleekjes, dat kwam niet
door ziekte.
Nauwelijks had Sint zijn hoog
waardige hielen gelicht of Piet
waagde het erop. Met moeite en
nood beklom hij de hoge zwarte
schoorsteen. Hoe bij boven geko
men was, wist h/j later zelf niet
meer. Maar hij zat op het randje
en keek in de zwarte koker onder
hem. Nee, dat zou hij nóóit dur
ven! Dan maar geen knecht van
Sint. Hij werd er duizelig van en
opeens verloor hij zijn evenwicht
en roets!, daar gleed Pieter om
laag en kwam niet zo heel erg
zachtjes terecht op een grote berg
steenkool.
Sint kwam, nog nakauwend op
zijn broodje, bij het schip terug
en zag Piet nergens. Hij werd on
gerust, Waar zou de jongen zijn?
Een uur verstreek en nog geen
Piet. Sint maakte alarm, trommel
de de hele scheepsbemanning op
om het schip van oïNJ.er tot boven
te doorzoeken. En toen hoorde op
eens de stuurman bonzen tegen de
vuurdeur van de grote stoomketel.
Hij maakte de deur open en zag
een pikzwart gezicht, waarin twee
grote ogen hem raar aankeken
Sint was opgelucht, maar ook
boos, vooral toen hij hoorde dat
Piet maar wat verteld had toen
hy zei dat hij wel schoorsteen-
werk kon doen. En hij besloot dat
Piets gezicht en handen tot straf
altijd zwart zouden moeten blijven
(Nadruk verboden)