Huisvesting Scholengemeenschap vormt enorm probleem REVUE IN DIJKERHOEK Brandpreventie De rui molens Een sluitende gemeentelijke „MILJOENENNOTA' 1977 Bijdrage achterstallig onderhoud knotbomen In 1977 1140 leerlingen Gereformeerde synode over Godslastering Interkerkelijke zendingsbijeenkomst Uit de geschiedenis van de brandweer Bestemmingsplannen Belastingen met plm. 7pet. omhoog Van het erf der kerk HOLTENS NIEUWSBLAD 22 OKTOBER 1976 PAGINA 5 14e eeuw hulpverlning door kloos terbroeders. In de Limburgse plaatsen Tegelen-Steyl fungeert of heeft gefungeerd een bedrijfs brandweer, voorheen een korps, waarvan ook kloosterbroeders deel uitmaakten. In de meeste landen zal de brandbestrijding als een zaak van Koning Alfred de Grote heeft omstreeks het jaar 900 be- burenhulp zijn begonnen. Rond volen, dat de üiwoners van Oxford 's avonds bij het klok- luiden hun haardvuren moesten afdekken. Ben dergelijk voorschrift heeft ook in vele plaatsen van ons land gegolden. Zo bepaalde in 1825 een verordening van de Noordhollandse gemeenten Kwadijk, Middelie en Warder De brandpreventie heeft altijd zwaar gewogen. Uit heel vroege inscripties is gebleken, dat het niet was toegestaan in of nabij Griekse tempels vuurtjes te stoken. Zoals we in een vorig bericht reeds meldden heeft Modecen trum Wonnink B.V., in 't hart van Holten, een speciale jeans shop gccreerd. Een pracht gele genheid voor 't jeugdig koperspu- bliek hier eens heerlijk rond te neuzen, 't Geheel is, in Western stijl gehouden met diverse beken de merken, zoals Mustang. Par don enz. De foto geeft een beeld van de shop. Het voortgezet onderwijs stelt het gemeentebestuur voor enorme problemen, vooral ten aanzien van de huisvesting van de naar ver wachting 1140 leerlingen in 1977. Voor het schooljaar 1977/1978, wanneer volgens de prognose weer enkele lo kalen meer nodig zullen zijn, zal ook elders in het dorp „onderdak" moeten worden gezocht. „Wij zijn ons er van bewust, dal deze gang van zaken nauwelijks aanvaardbaar is voor het goed functioneren van de scholenge meenschap, maar zolang de nieu we bouwplannen nog niet verwe zenlijkt kunnen worden, zal daar in, zij het node, moeten worden berust! Deze nieuwbouwplannen, die eind 1975 het verwachte pers pectief hadden, zitten thans echter weer volledig „vast" bij het mi nisterie van Onderwijs en Weten schappen. Wij kunnen dan ook geen enkel uitsluitsel geven wanneer realisering van de nieuwbouw te gemoet kan worden gezien, het geen wij bijzonder betreuren, voor al gelet op de urgentie van deze aangelegenheid en door het .mi nisterie gewekte verwachtingen. Wij blijven dan ook al het moge- gelijke doen om tot een zo spoedig mogelijke realisering van onze plannen te komen", aldus b. en W. in de begeleidende brief bij de ge meentebegroting voor 1977. De openbare scholengemeen schap 'blijft, ondanks de afbouw van de afdeling voor meao. welke per 1 augustus 1976 volledig werd voltooid, groeien in leerlingenaan tal. Zij omvat thans afdelingen voor' mavo-havo en atheneum. Laatstgenoemde afdeling is dit .schooljaar van start gegaan met een 4e leerjaar, hetgeen impli ceert dat de afdeling atheneum in het schooljaar 1978/1979 (vorming 6e leerjaar is examenklas) vol groeid zal zijn. Het beeld van die groei ziet er sine?». 1968 (jaar inwerkingtreding Wet op Voortgezet Onderwijs) als volgt uit: 1 september 1968: 624: >969: 724; 1970 790: 1971: 841; 1972: 839: 1973: 904: 1974: 911 1975: 1013; 1976: 166 en prognose 1977: 1140. Uit dit overzicht blijkt, dat het leerlingenaantal bijna jaarlijks is toegenomen. Voor de schooljaren 1975/76 en 1976/1977 heeft een vrijwel gelijke brugklasaanmelding plaats gevon den, uitmondende in 10 brugklassen (voorheen 6 tot 8). De prognose is thans, dat wanneer deze 10 brug klassen volledig zijn doorgestroomd in volgende leerjaren (bij aanvang schooljaar 1980/1981) de scholen gemeenschap een bezetting zal hebben van ongeveer 1250 leerlin gen. Deze sterke uitbreiding van 't aan tal leerlingen gaat uiteraard ge paard met 'n aanzienlijke toena me van 't aantal leerkrachten. Per 1 sept. zijn aan de scholenge meenschap verbonden 50 leer krachten met een normbetrekking en 14 met een deelbetrekking, als mede als niet-onderwijzend perso neel 8 personen. B. en w. wijzen dan verder op de problemen van de huisvesting, waarbij ook weer gebruik zal moe ten worden gemaakt van twee leeg staande lokalen van de o.l. dorps school. Voorts is het zgn. instruc tielokaal van de sporthal in ge bruik als leslokaal. Met betrekking tot het bestem mingsplan „de Beuseberg" zeggen B. en W. in hun begeleidingsbrief bij de begroting voor 1977: „He laas heeft de Kroon nog geen be- In de raadsvergadering van maandag komen o.m. de ge meentebegroting en de bedrijfsbegrotingen voor het jaar 1977 aan de orde. De gemeenteraad houdt dan de z.g. algemene beschouwingen. In de vergadering van maandag 1 november antwoorden burgemeester en wethouders dan op de gestelde vragen en gemaakte opmerkingen en worden de begrotingen verder afgewerkt. B. en W. zijn er in geslaagd ook dit jaar weer een sluitende ontwerpbegroting aan te bieden met een - na correctie van de uitkeringsbedragen van het rijk - post voor onvoorzien van 322.689,05. (thans gemeente Zeevang), dat ieder ingezetene verplicht worden gereduceerd. De wedstrij- was 's avonds, na zijn vuur behoorlijk te hebben „ingerekend", - <">- dat vuur te dekken met een goede stenen stulp op een boete van 1,50. De ontwerp-begroting geeft als totale raming van de uitgaven aan een bedrag van rond f 23.860.000. Teil opzichte van 1976 betekent dit een stijging van de „miljoenenno ta" van f 3.420.000 of 11.67%. De stijging van de uitgaven van 1976 ten opzichte van 1975 was 11,35%. Dat er een post voor onvoorzien van ruim drie ton aanwezig is be tekent niet, dat de belastingbeta lers er zonder kleerscheuren van af zullen komen. Evenals in voor gaande'jaren heeft de minister van Binnenlandse Zaken richtlijnen ge geven terzake van de minimum heffing van belastingen en retri buties voor gemeenten wier be groting een nadelig saldo te zien geeft. „Hoewel onze gemeente in de gelukkige omstandigheid ver keert, dat de begroting een voorde lig saldo aangeeft, hebben wij de richtlijnen toch wel steeds betrok ken in onze beslissingen tot het verhogen van de belastingen en rechten. Wij menen dat het aan- beveling verdient om ook voor het jaar 1977 deze gedragslijn voort t:e zetten, teneinde de geleidelijke aanpassing van de gemeentelijke heffingen te beëindigen," aldus b. en w. in hun zeer uitvoerige be geleidingsbrief bij de begroting. Na uitvoerig te zijn ingegaan op de verhoging van de rioolheffing, reinigingsrechten, straatbelasting, personele belasting, hondenbelas ting, woonforensenbelasting, secre tarieleges, marktgelden, bad- en zwemgelden, met over het alge meen 7%, komen b. en w. in hun resumé tot een verhoogde op brengst van f 47.630 dat uit de beurs van de belastingbetalers meer moet komen. Dc toeristenbelasting zal niet ver hoogd worden, terwijl b. en w. de vermakelijkheidsbelasting, welke door dc invoering van de onroe- rendgoedbelasting ingaande 1 jan. 1979 automatisch zou komen te vervallen, reeds met ingang van 1 januari 1977 willen intrekken. slissing genomen op het, tegen dit door gedeputeerde staten goed gekeurde plan ingesteld beroep. Onzerzijds is bjj herhaling ge poogd een beslissing van de Kroon te bespoedigen. Ook een aanmel ding van dit probleem eind 1975 bij de Projectgroep Knelpunten Bouw van het ministerie van Bin nenlandse Zaken, heeft tot heden geen resultaat gehad". Komplan De verdere procedure van het bestemmingsplan voor de kom van het dorp is afhankelijk van de beslissing op het verzoek om een saneringsbijdrage voor de kom. Op grond van ingewonnen infor matie, bestaat bij B. en W. ver wachting dat de minister eind van dit jaar een beslissing op het be treffende verzoek zal nemen. Zo dra dit het geval is kan beoordeeld worden of het bestemmingsplan voor de kom, al dan niet gewij zigd, ter verdere behandeling aan de raad kan worden voorgelegd. Zuiderlook In aansluiting op de nota „In richtingsmogelijkheden Zuiderlook' welke nota met de commissie ruimtelijke ordening is besproken, heeft de stedebouwkundige een nota gemaakt, waarin de resulta ten zijn verwerkt, van het onder zoek naar structurering van de Zuiderlook en de situering van een gebied, dat in de eerste fase van 10 jaar zal kunnen worden ge realiseerd. Deze nota is om advies in handen van de commissie ruimtelijke ordening gesteld en was voor 22 september geagen deerd. Tweede sportveldencomplex Dit concept-plan is op 5 juli jl. naar de Commissie gemeentelijke bestemmingsplannen (van Ged. Staten) en andere instanties om advies gezonden. De verdere pro cedure, aldus B. en W. is afhan kelijk van de resultaten van dit overleg. Herzien ,,de Haar" Deze herziening is ontstaan om op korte termijn bouwmogelijkhe den te creëren ter overbrugging van de periode, dat in het plan In 's lands hoofdstad heeft een brandkeur het kunnen uithouden van 1681 tot 1831, zijnde anderhalve eeuw. Daarin werd het optrekken van houten gevels en zijwanden bij de bouw van huizen enz. verboden. Er mocht geen stook- of vuur plaats op een houten zoldering worden gemaakt. Neringdoenden konden slechts een vuurplaats la ten aanleggen op vertoon van een consent. Bakovens mochten alleen op de begane grond worden ge ïnstalleerd. Hete as of vuur naar buiten brengen was streng verbo den. De generale brandmeesters, d.w.z. de mensen belast met de brandpreventie, gingen eerst een onderzoek in loco instellen, voordat de inwoners heide, stro of stro- matten naar hun woning konden meenemen. Men mocht maximaal 6 pond buskruit inhuis hebben. Dat was overigens genoeg om een huis in de lucht te laten vliegen. Elke overtreding van de brandkeur werd zwaar beboet. In de stad Deventer moest bij elke twee huizen een brandladder hangen. Iedere bakker, brouwer oi' verver had wegens het grotere brandgevaar ervoor te zorgen, dat hij zelf over een ladder kon be schikken. Sinds 1315 moesten-de smeden van Deventer bij wijze van voorzorg in een straat (de Smedenstraat) zijn gevestigd. Uit de historie van de vesting Naarden blijkt, dat de taak van de brandmeesters op velerlei terrein lag. Zij hielden toezicht op de openbare weg, waren belast met het ijken van maten en gewichten, keurden levensmiddelen, enz. Daarnaast hadden zij de zorg voor maatregelen bij brand en het voor kómen van brand. Niemand mocht in een achterhuis of schuur komen met een brandende lantaarn of daar hete as deponeren. De brand meesters inspecteerden vier maal per jaar brandhaken, ladders en emmers en later ook de brand spuit. Loosdrecht kende reeds in 1763 een reglement op de nachtwachten, di.e ..bij eenig ongemak van brand ters?jnd den bewoonder moesten waarschouwen en brand roepen". De preventievoorschriften zijn in de loop der jaren steeds verbeterd en aangepast, maar de uniforme ring van de gemeentelijke voor schriften is vooral in het laatste decennium bevorderd door de or ganisaties op brandweergebied in samenwerking met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Brandbestrijding In de loop der eeuwen hebben vele landen en -steden hun grote rampen en branden gehad. 1. In het jaar 64 na Christus werd Rome door een grote brand ver woest. De wrede keizer Néro zou zelf de brandstichter zijn ge weest, maar conform zijn be doelingen kregen de christenen evenwel de schuld. 2. In 1536 is Delft door vuur en vlam geteisterd, zodanig, dat bijna de gehele stad is ver brand. 3. 1666 was voor Londen een rampjaar. Eerst stierven er 100.000 inwoners de „zwarte dood". In september van dat jaar werd de pest verdreven door een enorme brand. De ver- ,,de Beuseberg" nog niet kan wor den gebouwd. De voorgenomen herziening zou daartoe mogelijk heden kunnen bieden door toepas sing van artikel 19 van de wet op de Ruimtelijke Ordening (bou wen vóór de goedkeuring van het bestemmingsplan. Red. H.N.). De in verband daarmede ter hand genomen voorbereiding on dervindt evenwel vertraging door moeilijkheden met de grondver werving. Het is namelijk tot op he den niet mogelijk gebleken de be nodigde grond in minnelijk over leg in eigendom te verkrijgen. denking viel op buitenlanders; de brand ontstond in een bak kerij. In het jaar daarop maak te Michiel de Ruyter de tocht naar Chatham. 4. Als „beroemdste" brand van Amsterdam wordt dié van 1772 vermeld, toen de nieuwe schouw burg volledig verloren ging. 5. In 1807 werd de stad Leiden door een ramp getroffen, toen een scheepslading buskruit ont plofte. Ten bate van de getrof fenen gaf de Hilversumse pre dikant ds. F. Ham een preek in het licht bij W. Brave te Am sterdam voor 5% stuiver per stuk. Om wat dichter bij het regiohuis te blijven vermeld ik nog het vol gende: 6. Door branden in 1584 en 1585 werd Delden zwaar getroffen. 7. Groenlo werd in 1612 en 1623 door forse branden geteisterd. In eerstgenoemd jaar brandden daar 12 huizen af; elf jaar later werden 75 huizen in de as ge legd. 8. Op de avond van 6 april 1615 brandden in Lochem in enkele uren tijds kerken, kloosters en het stadhuis af. 9. Het dorp Markelo brandde in 1457 geheel af. De stad Deven ter stuurde toen een vat boter en een ton bier. 10. Op 7 mei 1862 was Enschede rampstad. Lodewijk van Voorst had op deze koude dag in mei de kachel in het door hem be woonde huiskamertje in de Ka landerstraat aangemaakt. Blijk baar is hierbij onvoorzichtig gehandeld. Er brak een brand uit. die zo snel om zich heen greep, dat alle.s wat binnen de stadsgracht lag, verloren is ge gaan. 660 gezinnen werden hierdoor dakloos. Twee dagen later bracht Thorbecke een be zoek aan Enschede. Door zijn toedoen werd aan de weg naar Deurningen een groot tenten kamp opgeslagen. 11 In de opsomming mag Hol.en uiteraard niet ontbreken. In Hollens Nieuwsblad" van 23 december 1952 heb ik uitvoerig geschreven over de brand m Holten in 1829. In de middag van 16 juni 1829 tussen vijf en zes uur is brand ontstaan in een woning, toebehorend aan het gasthuis van de stad De venter en bewoond door Jan Bosschers. De brand is met tot deze woning beperkt gebleven Bijna het gehele dorp is m vlammen opgegaan. Het aantal verbrande huizen bedroeg oz. Voorts vielen 17 schuren ten prooi aan de vlammen. De keik en haar toren, alsmede het schoolgebouw werden in de as gelegd. Bii de brandbestrijding komt de organisatie van de brandweer aan de orde. Ik noem daarbij drie as pecten, nl. personeel, materieel en communicatie. Personeel 25 jaar vóór Christus was de Romeinse brandbestrijding in han den van publieke ordebewaarders, wellicht politie-agenten. Het com mando berustte bij drie tot vijf manschappen. Keizer stelde in 22 vóór Christus 600 sla ven ter beschikking van de orde bewaarders. Dat werd dus een soort beroepsbrandweer. Zij moest Rome met zijn paleizen, tempels, arena's, badhuizen en uit licht brandbaar materiaal opgetrokken woonwijken voor rampen behoe den. In het jaar 6 kwam er een ge organiseerde brandweer, bestaan de uit 7 afdelingen, tesamen 7000 man tellende. De commandant over dit alles was de Praefectus Vigihis. In Frankrijk was er in de late middeleeuwen een broederschap van brandweer mannen, die door het publiek zeer werd gewaar deerd. Later is in dat land een burger-brandweerplicht ingesteld. Ook in Nederland kende men in de Amsterdamse beroepsbrandweer is inmiddels al 102 jaar oud. De opleiding is thans zodanig, dat de verschillen tussen beroeps- vrijwillig personeel kunnen den, welke regelmatig worden ge houden, vergroten de kwaliteit van de korpsen. Materieel Het is duidelijk, dat de midde len tot beperking of blussing van brand lange tijd erg primitief zijn geweest. De oudste methode was het wei-pen van water uit emmeis. Het stadsrecht van Rijssen bepaal de bijv., dat het burgerrecht kon worden verkregen tegen betaling van vijftig gulden, de aanleg van een „roode strate tot sestien voet wijt en sestien voet breet, en de plicht een leeren emmer mee te brengen." In 1399 werd in 's lands hoofd stad een organisatie opgericht voor de brandbestrijding. Er moes ten koperen, leren of houten em mers en vaten, alsmede brand haken beschikbaar zijn. Bij de reeds gememoreerde brand in Londen werden enorme brandspuiten gebruikt volgens het type van de glazenspuit. In ons land werd in 1654 te Am sterdam de eerste brandspuit in gebruik genomen en wel van een type, dat veel overeenkomst had met de glazenspuit. Hier moet de naam vallen van Jan van der Heyden (1637-1712), o.a. directeur van de stadslan- taarns. De burgemeesteren van Amsterdam droegen op 24 oktober 1672 aan Van der Heyden de in spectie op van de blusmiddelen, terwijl zij hem aanmoedigden zijn krachten aan de verbetering daar van te wijden. Kort daarop nam de vroedschap het besluit, dat alle tot nog toe in gebruik zijnde brand spuiten veel beter voor hun taak geschikt zouden worden gemaakt door de „inventie van een leere pijp, door dewelke het water uyt de graften aan deselve met meer egaliteit ende spoet werd toege bracht als door het brengen van water door brandemmers; ende dat er besonders vrucht tot blus- singe van de brand werd bevon den te zijn in een andere leere pijp". In zijn boek „In vuur en vlam" zegt G. J. Verburg, dat Van der Heyden niet de uitvinder van de brandspuit is geweest. De oudste bruikbare brandspuit - een doodgewone zuig-perspomp - is ca. 120 jaar vóór Christus uitgevonden door de barbier Ktesibios in Alex- andrië, die ook het eerste water orgel op zijn naam heeft gebracht. Omstreeks 1850 kan de stoom machine worden ingeschakeld bij de pompbediening van de brand- Minister mr. A. van der Stee (landbouw en visserij) heeft bij beschikking uitvoering gegevc-n aan zijn reeds begin van dit jaar geuite voornemen tot het verle nen van een bijdrage voor het ver richten van werkzaamheden i.v.m. achterstallig onderhoud van knot bomen. De bijdrage bedraagt f 4.- per knotboom en wordt aan eigenaar of pachter op diens aanvraag ver leend. Meerdere eigenaren en, of pachters kunnen gezamenlijk éen aanvrage indienen. De aanvraag dient betrekking te hebben op ten minste 50 knotbomen. De werk zaamheden moeten in de periode 1 januari 1976 tot en met 31 decem ber 1980 zijn verricht. Geen bijdrage wordt verleend in dien de knotbomen staan op ter reinen waarvoor in genoemde pe riode reeds een andere rijksbijdra ge t.b.v. het beheer of het onder houd is of wordt verleend. Aanvragen voor een bijdrage kunnen worden ingediend bij de hoofdingenieur-directeur voor de Landinrichting in de provincie waarin het grootste gedeelte van de in de aanvraag betrokken bo men zich bevindt. spuit. De motorspuit was rond 1900 een feit. Zo is de ontwikkeling doorgegaan; van emmer tot im mobiele spuit en verder van paar de- tot motortractie. Hierbij moe ten ook worden genoemd de hoge- en lagedruknevelspuit. Communicatie In den beginne moest iemand met luider stemme de brand aan kondigen. Zijn kreet moest door iedereen worden overgenomen. Vervolgens kwam de klepperman in zicht en daarna werd gebruik gemaakt van torenklokken en tromgeroffel. Bij een nachtelijke brand of donker weer moest iede re burger een brandend licht voor het raam zetten of een lantaarn met een brandende kaars buiten hangen. De bedoeling was duide lijk. De wegen moesten enigszins worden gemarkeerd, maar het was niet zonder nieuw brandge vaar. De moderne techniek staat voor niets. Zij stelt in staat de melding, alarmering en berichtgeving doel matig en betrouwbaar te doen ge schieden. We zijn echter nog niet zover, dat tenminste acht dagen vóór elke brand de spuiten en slangen op hun bruikbaarheid worden nagekeken. Hilversum W. Otten Godslastering is een toenemend kwaad, zowel in de kerk als in de wereld, tot in de uitzendingen van radio en tv toe. Het moet daarom nadrukkelijk onder de aandacht van de kerken worden gebracht. Deze kwestie zal ook aan de raad van kerken worden voorgelegd, met het verzoek dat vandaar uit zo spoedig mogelijk een duidelijke reactie moge komen. De gerefor meerde kerken die om nadrukke lijke aandacht voor deze zaak had gevraagd. In een genuanceerd rap port had een commissie uit de sy node zich over dit gecompliceerde vraagstuk gebogen. Uit haar rap port werd duidelijk, dat met het misbruiken van de naam van God niet alleen bedoeld wordt het vloe ken zonder meer, maar evenzeer het veelomvattender vraagstuk van bijvoorbeeld het gebruik van de naam van Jezus als stoplap, zo als de rapporteur, prof. dr G. Th. Rothuizen uit Kampen, het uit drukte. Daarbij doelde hij op het feit, dat zijn naam kan worden ge bruikt als „oplossing" van aller lei problemen, zoals die van oor log, geweld, racisme en homofilie. Een zaak die om te beginnen de kerken zichzelf aan kunnen trek ken. Of, om een ander voorbeeld te noemen, het wijzen op het kwaad van het vloeken in het le ven en dan te zwijgen over de vloek van de atoombom, de nu cleaire bewapeningswedloop en zo meer. Met andere woorden: de kerk hoede zich voor selectieve verontwaardiging over de lastering van Gods naam. Naar de mening van de commissie zal de kerk er goed aan doen zich alert te tonen op alle fronten, waar lastering toe slaat. Om daartoe een zo groot mogelijke garantie te krijgen meende de commissie dat de ge wetensvorming in de kerk op zo breed mogelijk niveau moet wor den uitbesteed, „en dat voorts die gewetensvorming zo oecumenisch mogelijk zal moeten verlopen. Vandaar dat besloten werd de hele kwestie ook onder de aandacht van de raad te brengen". De synode besloot de beschouwin gen uit het rapport en in de syno de over dit vraagstuk onder de aandacht te brengen van zowel de eigen kerken als onder die van de raad van kerken. (Hervormd Persbureau) De gereformeerde en hervormde zendingscommissies organiseren, mede als voorbereiding op de na- jaarszendingscollecte een gemeen schappelijke zendingsbüeenkomst op donderdag 28 oktober a.s. des avonds om 19.45 uur in het gebouw „Irene". De vroegere predikant van Ok- kenbroek. dr. J. Roldanus, die ja renlang docent geweest is aan de Theologische school in Cameroen, zal op deze bijeenkomst aan de hand van dia's spreken over het onderwerp: „Samen op weg met de kerk v.an Cameroen. Het belooft een boeiende avond te worden! Wij hopen en verwach ten, dat velen blijk zullen geven van de belangstelling vóór en het medeleven mét het zendingswerk, dat wij bij de leden der hervormde en gereformeerde gemeenteleden mogen veronderstellen. Dr. J. Roldanus is thans predikant in Best in Noord-Brabant en heeft sinds zijn uitzending naar Came roen, die indertijd in een dienst in de hervormde kerk in Holten plaats vond, niet meer in Holten gespro ken. Op vrijdag 5, zaterdag.6 en vrijdag 12 november zal het Dijkerhoeks Amateur Toneel „D.A.T." in de grote zaal van „Het Bonte Paard" de nieuwe revue „Voor 't geval DAT" presenteren. Traditie getrouw belooft het ook deze keer weer een heerlijke avond te worden met schetsjes en confe rences waarbij weer verschillende gebeurtenissen in en rond Dijker- hoek op de korrel worden geno men. Een klein orkest zal zorgen voor de muzikale omlijsting en 'n vocalgroup brengt een aantal leu ke liedjes. Ongetwijfeld zal de be langstelling weer groot zijn en daarom zullen de kaarten (f 4,50 per stuk) vanaf woensdag 27 ok tober uitsluitend in voorverkoop verkrijgbaar zijn bij: mevr. Beld- man-Wegstapel, Noordenbergstr. 9 tel. tel. 3048 en café-restaurant „Het Bonte Paard" in Dijkerhoek.

Erfgoed Rijssen-Holten

Holtens Nieuwsblad | 1976 | | pagina 5