Huisvesting Scholengemeenschap
vormt enorm probleem
REVUE IN
DIJKERHOEK
Brandpreventie
De rui
molens
Een sluitende gemeentelijke
„MILJOENENNOTA' 1977
Bijdrage
achterstallig
onderhoud
knotbomen
In 1977 1140 leerlingen
Gereformeerde synode
over Godslastering
Interkerkelijke
zendingsbijeenkomst
Uit de geschiedenis van de brandweer
Bestemmingsplannen
Belastingen met plm. 7pet. omhoog
Van het erf der kerk
HOLTENS NIEUWSBLAD 22 OKTOBER 1976 PAGINA 5
14e eeuw hulpverlning door kloos
terbroeders. In de Limburgse
plaatsen Tegelen-Steyl fungeert of
heeft gefungeerd een bedrijfs
brandweer, voorheen een korps,
waarvan ook kloosterbroeders deel
uitmaakten.
In de meeste landen zal de
brandbestrijding als een zaak van
Koning Alfred de Grote heeft omstreeks het jaar 900 be- burenhulp zijn begonnen. Rond
volen, dat de üiwoners van Oxford 's avonds bij het klok-
luiden hun haardvuren moesten afdekken.
Ben dergelijk voorschrift heeft ook in vele plaatsen van
ons land gegolden. Zo bepaalde in 1825 een verordening van
de Noordhollandse gemeenten Kwadijk, Middelie en Warder
De brandpreventie heeft altijd zwaar gewogen. Uit heel
vroege inscripties is gebleken, dat het niet was toegestaan in
of nabij Griekse tempels vuurtjes te stoken.
Zoals we in een vorig bericht
reeds meldden heeft Modecen
trum Wonnink B.V., in 't hart
van Holten, een speciale jeans
shop gccreerd. Een pracht gele
genheid voor 't jeugdig koperspu-
bliek hier eens heerlijk rond te
neuzen, 't Geheel is, in Western
stijl gehouden met diverse beken
de merken, zoals Mustang. Par
don enz. De foto geeft een beeld
van de shop.
Het voortgezet onderwijs
stelt het gemeentebestuur
voor enorme problemen,
vooral ten aanzien van de
huisvesting van de naar ver
wachting 1140 leerlingen in
1977. Voor het schooljaar
1977/1978, wanneer volgens
de prognose weer enkele lo
kalen meer nodig zullen zijn,
zal ook elders in het dorp
„onderdak" moeten worden
gezocht.
„Wij zijn ons er van bewust, dal
deze gang van zaken nauwelijks
aanvaardbaar is voor het goed
functioneren van de scholenge
meenschap, maar zolang de nieu
we bouwplannen nog niet verwe
zenlijkt kunnen worden, zal daar
in, zij het node, moeten worden
berust! Deze nieuwbouwplannen,
die eind 1975 het verwachte pers
pectief hadden, zitten thans echter
weer volledig „vast" bij het mi
nisterie van Onderwijs en Weten
schappen. Wij kunnen dan ook geen
enkel uitsluitsel geven wanneer
realisering van de nieuwbouw te
gemoet kan worden gezien, het
geen wij bijzonder betreuren, voor
al gelet op de urgentie van deze
aangelegenheid en door het .mi
nisterie gewekte verwachtingen.
Wij blijven dan ook al het moge-
gelijke doen om tot een zo spoedig
mogelijke realisering van onze
plannen te komen", aldus b. en W.
in de begeleidende brief bij de ge
meentebegroting voor 1977.
De openbare scholengemeen
schap 'blijft, ondanks de afbouw
van de afdeling voor meao. welke
per 1 augustus 1976 volledig werd
voltooid, groeien in leerlingenaan
tal. Zij omvat thans afdelingen
voor' mavo-havo en atheneum.
Laatstgenoemde afdeling is dit
.schooljaar van start gegaan met
een 4e leerjaar, hetgeen impli
ceert dat de afdeling atheneum in
het schooljaar 1978/1979 (vorming
6e leerjaar is examenklas) vol
groeid zal zijn.
Het beeld van die groei ziet er
sine?». 1968 (jaar inwerkingtreding
Wet op Voortgezet Onderwijs) als
volgt uit: 1 september 1968: 624:
>969: 724; 1970 790: 1971: 841;
1972: 839: 1973: 904: 1974: 911
1975: 1013; 1976: 166 en prognose
1977: 1140. Uit dit overzicht blijkt,
dat het leerlingenaantal bijna
jaarlijks is toegenomen.
Voor de schooljaren 1975/76 en
1976/1977 heeft een vrijwel gelijke
brugklasaanmelding plaats gevon
den, uitmondende in 10 brugklassen
(voorheen 6 tot 8). De prognose is
thans, dat wanneer deze 10 brug
klassen volledig zijn doorgestroomd
in volgende leerjaren (bij aanvang
schooljaar 1980/1981) de scholen
gemeenschap een bezetting zal
hebben van ongeveer 1250 leerlin
gen.
Deze sterke uitbreiding van 't aan
tal leerlingen gaat uiteraard ge
paard met 'n aanzienlijke toena
me van 't aantal leerkrachten.
Per 1 sept. zijn aan de scholenge
meenschap verbonden 50 leer
krachten met een normbetrekking
en 14 met een deelbetrekking, als
mede als niet-onderwijzend perso
neel 8 personen.
B. en w. wijzen dan verder op
de problemen van de huisvesting,
waarbij ook weer gebruik zal moe
ten worden gemaakt van twee leeg
staande lokalen van de o.l. dorps
school. Voorts is het zgn. instruc
tielokaal van de sporthal in ge
bruik als leslokaal.
Met betrekking tot het bestem
mingsplan „de Beuseberg" zeggen
B. en W. in hun begeleidingsbrief
bij de begroting voor 1977: „He
laas heeft de Kroon nog geen be-
In de raadsvergadering van maandag komen o.m. de ge
meentebegroting en de bedrijfsbegrotingen voor het jaar 1977
aan de orde. De gemeenteraad houdt dan de z.g. algemene
beschouwingen. In de vergadering van maandag 1 november
antwoorden burgemeester en wethouders dan op de gestelde
vragen en gemaakte opmerkingen en worden de begrotingen
verder afgewerkt.
B. en W. zijn er in geslaagd ook dit jaar weer een sluitende
ontwerpbegroting aan te bieden met een - na correctie van
de uitkeringsbedragen van het rijk - post voor onvoorzien van
322.689,05.
(thans gemeente Zeevang), dat ieder ingezetene verplicht worden gereduceerd. De wedstrij-
was 's avonds, na zijn vuur behoorlijk te hebben „ingerekend", - <">-
dat vuur te dekken met een goede stenen stulp op een boete
van 1,50.
De ontwerp-begroting geeft als
totale raming van de uitgaven aan
een bedrag van rond f 23.860.000.
Teil opzichte van 1976 betekent dit
een stijging van de „miljoenenno
ta" van f 3.420.000 of 11.67%. De
stijging van de uitgaven van 1976
ten opzichte van 1975 was 11,35%.
Dat er een post voor onvoorzien
van ruim drie ton aanwezig is be
tekent niet, dat de belastingbeta
lers er zonder kleerscheuren van
af zullen komen. Evenals in voor
gaande'jaren heeft de minister van
Binnenlandse Zaken richtlijnen ge
geven terzake van de minimum
heffing van belastingen en retri
buties voor gemeenten wier be
groting een nadelig saldo te zien
geeft. „Hoewel onze gemeente in
de gelukkige omstandigheid ver
keert, dat de begroting een voorde
lig saldo aangeeft, hebben wij de
richtlijnen toch wel steeds betrok
ken in onze beslissingen tot het
verhogen van de belastingen en
rechten. Wij menen dat het aan-
beveling verdient om ook voor het
jaar 1977 deze gedragslijn voort t:e
zetten, teneinde de geleidelijke
aanpassing van de gemeentelijke
heffingen te beëindigen," aldus b.
en w. in hun zeer uitvoerige be
geleidingsbrief bij de begroting.
Na uitvoerig te zijn ingegaan op
de verhoging van de rioolheffing,
reinigingsrechten, straatbelasting,
personele belasting, hondenbelas
ting, woonforensenbelasting, secre
tarieleges, marktgelden, bad- en
zwemgelden, met over het alge
meen 7%, komen b. en w. in hun
resumé tot een verhoogde op
brengst van f 47.630 dat uit de
beurs van de belastingbetalers
meer moet komen.
Dc toeristenbelasting zal niet ver
hoogd worden, terwijl b. en w. de
vermakelijkheidsbelasting, welke
door dc invoering van de onroe-
rendgoedbelasting ingaande 1 jan.
1979 automatisch zou komen te
vervallen, reeds met ingang van 1
januari 1977 willen intrekken.
slissing genomen op het, tegen
dit door gedeputeerde staten goed
gekeurde plan ingesteld beroep.
Onzerzijds is bjj herhaling ge
poogd een beslissing van de Kroon
te bespoedigen. Ook een aanmel
ding van dit probleem eind 1975
bij de Projectgroep Knelpunten
Bouw van het ministerie van Bin
nenlandse Zaken, heeft tot heden
geen resultaat gehad".
Komplan
De verdere procedure van het
bestemmingsplan voor de kom
van het dorp is afhankelijk van de
beslissing op het verzoek om een
saneringsbijdrage voor de kom.
Op grond van ingewonnen infor
matie, bestaat bij B. en W. ver
wachting dat de minister eind van
dit jaar een beslissing op het be
treffende verzoek zal nemen. Zo
dra dit het geval is kan beoordeeld
worden of het bestemmingsplan
voor de kom, al dan niet gewij
zigd, ter verdere behandeling aan
de raad kan worden voorgelegd.
Zuiderlook
In aansluiting op de nota „In
richtingsmogelijkheden Zuiderlook'
welke nota met de commissie
ruimtelijke ordening is besproken,
heeft de stedebouwkundige een
nota gemaakt, waarin de resulta
ten zijn verwerkt, van het onder
zoek naar structurering van de
Zuiderlook en de situering van een
gebied, dat in de eerste fase van
10 jaar zal kunnen worden ge
realiseerd. Deze nota is om advies
in handen van de commissie
ruimtelijke ordening gesteld en
was voor 22 september geagen
deerd.
Tweede
sportveldencomplex
Dit concept-plan is op 5 juli jl.
naar de Commissie gemeentelijke
bestemmingsplannen (van Ged.
Staten) en andere instanties om
advies gezonden. De verdere pro
cedure, aldus B. en W. is afhan
kelijk van de resultaten van dit
overleg.
Herzien ,,de Haar"
Deze herziening is ontstaan om
op korte termijn bouwmogelijkhe
den te creëren ter overbrugging
van de periode, dat in het plan
In 's lands hoofdstad heeft een
brandkeur het kunnen uithouden
van 1681 tot 1831, zijnde anderhalve
eeuw. Daarin werd het optrekken
van houten gevels en zijwanden bij
de bouw van huizen enz. verboden.
Er mocht geen stook- of vuur
plaats op een houten zoldering
worden gemaakt. Neringdoenden
konden slechts een vuurplaats la
ten aanleggen op vertoon van een
consent. Bakovens mochten alleen
op de begane grond worden ge
ïnstalleerd. Hete as of vuur naar
buiten brengen was streng verbo
den. De generale brandmeesters,
d.w.z. de mensen belast met de
brandpreventie, gingen eerst een
onderzoek in loco instellen, voordat
de inwoners heide, stro of stro-
matten naar hun woning konden
meenemen.
Men mocht maximaal 6 pond
buskruit inhuis hebben. Dat was
overigens genoeg om een huis in
de lucht te laten vliegen. Elke
overtreding van de brandkeur werd
zwaar beboet.
In de stad Deventer moest bij
elke twee huizen een brandladder
hangen. Iedere bakker, brouwer oi'
verver had wegens het grotere
brandgevaar ervoor te zorgen, dat
hij zelf over een ladder kon be
schikken. Sinds 1315 moesten-de
smeden van Deventer bij wijze
van voorzorg in een straat (de
Smedenstraat) zijn gevestigd.
Uit de historie van de vesting
Naarden blijkt, dat de taak van de
brandmeesters op velerlei terrein
lag. Zij hielden toezicht op de
openbare weg, waren belast met
het ijken van maten en gewichten,
keurden levensmiddelen, enz.
Daarnaast hadden zij de zorg voor
maatregelen bij brand en het voor
kómen van brand. Niemand mocht
in een achterhuis of schuur komen
met een brandende lantaarn of
daar hete as deponeren. De brand
meesters inspecteerden vier maal
per jaar brandhaken, ladders en
emmers en later ook de brand
spuit.
Loosdrecht kende reeds in 1763
een reglement op de nachtwachten,
di.e ..bij eenig ongemak van brand
ters?jnd den bewoonder moesten
waarschouwen en brand roepen".
De preventievoorschriften zijn in
de loop der jaren steeds verbeterd
en aangepast, maar de uniforme
ring van de gemeentelijke voor
schriften is vooral in het laatste
decennium bevorderd door de or
ganisaties op brandweergebied in
samenwerking met de Vereniging
van Nederlandse Gemeenten.
Brandbestrijding
In de loop der eeuwen hebben
vele landen en -steden hun grote
rampen en branden gehad.
1. In het jaar 64 na Christus werd
Rome door een grote brand ver
woest. De wrede keizer Néro
zou zelf de brandstichter zijn ge
weest, maar conform zijn be
doelingen kregen de christenen
evenwel de schuld.
2. In 1536 is Delft door vuur en
vlam geteisterd, zodanig, dat
bijna de gehele stad is ver
brand.
3. 1666 was voor Londen een
rampjaar. Eerst stierven er
100.000 inwoners de „zwarte
dood". In september van dat
jaar werd de pest verdreven
door een enorme brand. De ver-
,,de Beuseberg" nog niet kan wor
den gebouwd. De voorgenomen
herziening zou daartoe mogelijk
heden kunnen bieden door toepas
sing van artikel 19 van de wet
op de Ruimtelijke Ordening (bou
wen vóór de goedkeuring van het
bestemmingsplan. Red. H.N.).
De in verband daarmede ter
hand genomen voorbereiding on
dervindt evenwel vertraging door
moeilijkheden met de grondver
werving. Het is namelijk tot op he
den niet mogelijk gebleken de be
nodigde grond in minnelijk over
leg in eigendom te verkrijgen.
denking viel op buitenlanders;
de brand ontstond in een bak
kerij. In het jaar daarop maak
te Michiel de Ruyter de tocht
naar Chatham.
4. Als „beroemdste" brand van
Amsterdam wordt dié van 1772
vermeld, toen de nieuwe schouw
burg volledig verloren ging.
5. In 1807 werd de stad Leiden
door een ramp getroffen, toen
een scheepslading buskruit ont
plofte. Ten bate van de getrof
fenen gaf de Hilversumse pre
dikant ds. F. Ham een preek in
het licht bij W. Brave te Am
sterdam voor 5% stuiver per
stuk.
Om wat dichter bij het regiohuis te
blijven vermeld ik nog het vol
gende:
6. Door branden in 1584 en 1585
werd Delden zwaar getroffen.
7. Groenlo werd in 1612 en 1623
door forse branden geteisterd.
In eerstgenoemd jaar brandden
daar 12 huizen af; elf jaar later
werden 75 huizen in de as ge
legd.
8. Op de avond van 6 april 1615
brandden in Lochem in enkele
uren tijds kerken, kloosters en
het stadhuis af.
9. Het dorp Markelo brandde in
1457 geheel af. De stad Deven
ter stuurde toen een vat boter
en een ton bier.
10. Op 7 mei 1862 was Enschede
rampstad. Lodewijk van Voorst
had op deze koude dag in mei
de kachel in het door hem be
woonde huiskamertje in de Ka
landerstraat aangemaakt. Blijk
baar is hierbij onvoorzichtig
gehandeld. Er brak een brand
uit. die zo snel om zich heen
greep, dat alle.s wat binnen de
stadsgracht lag, verloren is ge
gaan. 660 gezinnen werden
hierdoor dakloos. Twee dagen
later bracht Thorbecke een be
zoek aan Enschede. Door zijn
toedoen werd aan de weg naar
Deurningen een groot tenten
kamp opgeslagen.
11 In de opsomming mag Hol.en
uiteraard niet ontbreken. In
Hollens Nieuwsblad" van 23
december 1952 heb ik uitvoerig
geschreven over de brand m
Holten in 1829. In de middag
van 16 juni 1829 tussen vijf en
zes uur is brand ontstaan in
een woning, toebehorend aan
het gasthuis van de stad De
venter en bewoond door Jan
Bosschers. De brand is met tot
deze woning beperkt gebleven
Bijna het gehele dorp is m
vlammen opgegaan. Het aantal
verbrande huizen bedroeg oz.
Voorts vielen 17 schuren ten
prooi aan de vlammen. De keik
en haar toren, alsmede het
schoolgebouw werden in de as
gelegd.
Bii de brandbestrijding komt de
organisatie van de brandweer aan
de orde. Ik noem daarbij drie as
pecten, nl. personeel, materieel en
communicatie.
Personeel
25 jaar vóór Christus was de
Romeinse brandbestrijding in han
den van publieke ordebewaarders,
wellicht politie-agenten. Het com
mando berustte bij drie tot vijf
manschappen. Keizer
stelde in 22 vóór Christus 600 sla
ven ter beschikking van de orde
bewaarders. Dat werd dus een
soort beroepsbrandweer. Zij moest
Rome met zijn paleizen, tempels,
arena's, badhuizen en uit licht
brandbaar materiaal opgetrokken
woonwijken voor rampen behoe
den.
In het jaar 6 kwam er een ge
organiseerde brandweer, bestaan
de uit 7 afdelingen, tesamen 7000
man tellende. De commandant
over dit alles was de Praefectus
Vigihis.
In Frankrijk was er in de late
middeleeuwen een broederschap
van brandweer mannen, die door
het publiek zeer werd gewaar
deerd. Later is in dat land een
burger-brandweerplicht ingesteld.
Ook in Nederland kende men in de
Amsterdamse beroepsbrandweer is
inmiddels al 102 jaar oud.
De opleiding is thans zodanig,
dat de verschillen tussen beroeps-
vrijwillig personeel kunnen
den, welke regelmatig worden ge
houden, vergroten de kwaliteit van
de korpsen.
Materieel
Het is duidelijk, dat de midde
len tot beperking of blussing van
brand lange tijd erg primitief zijn
geweest. De oudste methode was
het wei-pen van water uit emmeis.
Het stadsrecht van Rijssen bepaal
de bijv., dat het burgerrecht kon
worden verkregen tegen betaling
van vijftig gulden, de aanleg van
een „roode strate tot sestien voet
wijt en sestien voet breet, en de
plicht een leeren emmer mee te
brengen."
In 1399 werd in 's lands hoofd
stad een organisatie opgericht
voor de brandbestrijding. Er moes
ten koperen, leren of houten em
mers en vaten, alsmede brand
haken beschikbaar zijn.
Bij de reeds gememoreerde
brand in Londen werden enorme
brandspuiten gebruikt volgens het
type van de glazenspuit.
In ons land werd in 1654 te Am
sterdam de eerste brandspuit in
gebruik genomen en wel van een
type, dat veel overeenkomst had
met de glazenspuit.
Hier moet de naam vallen van
Jan van der Heyden (1637-1712),
o.a. directeur van de stadslan-
taarns. De burgemeesteren van
Amsterdam droegen op 24 oktober
1672 aan Van der Heyden de in
spectie op van de blusmiddelen,
terwijl zij hem aanmoedigden zijn
krachten aan de verbetering daar
van te wijden. Kort daarop nam
de vroedschap het besluit, dat alle
tot nog toe in gebruik zijnde brand
spuiten veel beter voor hun taak
geschikt zouden worden gemaakt
door de „inventie van een leere
pijp, door dewelke het water uyt
de graften aan deselve met meer
egaliteit ende spoet werd toege
bracht als door het brengen van
water door brandemmers; ende
dat er besonders vrucht tot blus-
singe van de brand werd bevon
den te zijn in een andere leere
pijp". In zijn boek „In vuur en
vlam" zegt G. J. Verburg, dat
Van der Heyden niet de uitvinder
van de brandspuit is geweest. De
oudste bruikbare brandspuit - een
doodgewone zuig-perspomp - is ca.
120 jaar vóór Christus uitgevonden
door de barbier Ktesibios in Alex-
andrië, die ook het eerste water
orgel op zijn naam heeft gebracht.
Omstreeks 1850 kan de stoom
machine worden ingeschakeld bij
de pompbediening van de brand-
Minister mr. A. van der Stee
(landbouw en visserij) heeft bij
beschikking uitvoering gegevc-n
aan zijn reeds begin van dit jaar
geuite voornemen tot het verle
nen van een bijdrage voor het ver
richten van werkzaamheden i.v.m.
achterstallig onderhoud van knot
bomen.
De bijdrage bedraagt f 4.- per
knotboom en wordt aan eigenaar
of pachter op diens aanvraag ver
leend. Meerdere eigenaren en, of
pachters kunnen gezamenlijk éen
aanvrage indienen. De aanvraag
dient betrekking te hebben op ten
minste 50 knotbomen. De werk
zaamheden moeten in de periode 1
januari 1976 tot en met 31 decem
ber 1980 zijn verricht.
Geen bijdrage wordt verleend in
dien de knotbomen staan op ter
reinen waarvoor in genoemde pe
riode reeds een andere rijksbijdra
ge t.b.v. het beheer of het onder
houd is of wordt verleend.
Aanvragen voor een bijdrage
kunnen worden ingediend bij de
hoofdingenieur-directeur voor de
Landinrichting in de provincie
waarin het grootste gedeelte van
de in de aanvraag betrokken bo
men zich bevindt.
spuit. De motorspuit was rond
1900 een feit. Zo is de ontwikkeling
doorgegaan; van emmer tot im
mobiele spuit en verder van paar
de- tot motortractie. Hierbij moe
ten ook worden genoemd de hoge-
en lagedruknevelspuit.
Communicatie
In den beginne moest iemand
met luider stemme de brand aan
kondigen. Zijn kreet moest door
iedereen worden overgenomen.
Vervolgens kwam de klepperman
in zicht en daarna werd gebruik
gemaakt van torenklokken en
tromgeroffel. Bij een nachtelijke
brand of donker weer moest iede
re burger een brandend licht voor
het raam zetten of een lantaarn
met een brandende kaars buiten
hangen. De bedoeling was duide
lijk. De wegen moesten enigszins
worden gemarkeerd, maar het
was niet zonder nieuw brandge
vaar.
De moderne techniek staat voor
niets. Zij stelt in staat de melding,
alarmering en berichtgeving doel
matig en betrouwbaar te doen ge
schieden. We zijn echter nog niet
zover, dat tenminste acht dagen
vóór elke brand de spuiten en
slangen op hun bruikbaarheid
worden nagekeken.
Hilversum W. Otten
Godslastering is een toenemend
kwaad, zowel in de kerk als in de
wereld, tot in de uitzendingen van
radio en tv toe. Het moet daarom
nadrukkelijk onder de aandacht
van de kerken worden gebracht.
Deze kwestie zal ook aan de raad
van kerken worden voorgelegd,
met het verzoek dat vandaar uit
zo spoedig mogelijk een duidelijke
reactie moge komen. De gerefor
meerde kerken die om nadrukke
lijke aandacht voor deze zaak had
gevraagd. In een genuanceerd rap
port had een commissie uit de sy
node zich over dit gecompliceerde
vraagstuk gebogen. Uit haar rap
port werd duidelijk, dat met het
misbruiken van de naam van God
niet alleen bedoeld wordt het vloe
ken zonder meer, maar evenzeer
het veelomvattender vraagstuk
van bijvoorbeeld het gebruik van
de naam van Jezus als stoplap, zo
als de rapporteur, prof. dr G. Th.
Rothuizen uit Kampen, het uit
drukte. Daarbij doelde hij op het
feit, dat zijn naam kan worden ge
bruikt als „oplossing" van aller
lei problemen, zoals die van oor
log, geweld, racisme en homofilie.
Een zaak die om te beginnen de
kerken zichzelf aan kunnen trek
ken. Of, om een ander voorbeeld
te noemen, het wijzen op het
kwaad van het vloeken in het le
ven en dan te zwijgen over de
vloek van de atoombom, de nu
cleaire bewapeningswedloop en zo
meer. Met andere woorden: de
kerk hoede zich voor selectieve
verontwaardiging over de lastering
van Gods naam. Naar de mening
van de commissie zal de kerk er
goed aan doen zich alert te tonen
op alle fronten, waar lastering toe
slaat. Om daartoe een zo groot
mogelijke garantie te krijgen
meende de commissie dat de ge
wetensvorming in de kerk op zo
breed mogelijk niveau moet wor
den uitbesteed, „en dat voorts die
gewetensvorming zo oecumenisch
mogelijk zal moeten verlopen.
Vandaar dat besloten werd de hele
kwestie ook onder de aandacht
van de raad te brengen".
De synode besloot de beschouwin
gen uit het rapport en in de syno
de over dit vraagstuk onder de
aandacht te brengen van zowel de
eigen kerken als onder die van de
raad van kerken.
(Hervormd Persbureau)
De gereformeerde en hervormde
zendingscommissies organiseren,
mede als voorbereiding op de na-
jaarszendingscollecte een gemeen
schappelijke zendingsbüeenkomst
op donderdag 28 oktober a.s. des
avonds om 19.45 uur in het gebouw
„Irene".
De vroegere predikant van Ok-
kenbroek. dr. J. Roldanus, die ja
renlang docent geweest is aan de
Theologische school in Cameroen,
zal op deze bijeenkomst aan de
hand van dia's spreken over het
onderwerp: „Samen op weg met de
kerk v.an Cameroen.
Het belooft een boeiende avond
te worden! Wij hopen en verwach
ten, dat velen blijk zullen geven
van de belangstelling vóór en het
medeleven mét het zendingswerk,
dat wij bij de leden der hervormde
en gereformeerde gemeenteleden
mogen veronderstellen. Dr. J.
Roldanus is thans predikant in
Best in Noord-Brabant en heeft
sinds zijn uitzending naar Came
roen, die indertijd in een dienst in
de hervormde kerk in Holten plaats
vond, niet meer in Holten gespro
ken.
Op vrijdag 5, zaterdag.6 en vrijdag
12 november zal het Dijkerhoeks
Amateur Toneel „D.A.T." in de
grote zaal van „Het Bonte Paard"
de nieuwe revue „Voor 't geval
DAT" presenteren.
Traditie getrouw belooft het ook
deze keer weer een heerlijke avond
te worden met schetsjes en confe
rences waarbij weer verschillende
gebeurtenissen in en rond Dijker-
hoek op de korrel worden geno
men. Een klein orkest zal zorgen
voor de muzikale omlijsting en 'n
vocalgroup brengt een aantal leu
ke liedjes. Ongetwijfeld zal de be
langstelling weer groot zijn en
daarom zullen de kaarten (f 4,50
per stuk) vanaf woensdag 27 ok
tober uitsluitend in voorverkoop
verkrijgbaar zijn bij: mevr. Beld-
man-Wegstapel, Noordenbergstr. 9
tel. tel. 3048 en café-restaurant
„Het Bonte Paard" in Dijkerhoek.