Midden- en kleinbedrijf in de verdrukking Waterbeheersing Espelobroek Open Deur-samenkomst Programmering RONO wordt ingrijpend veranderd Creativiteitscentra stedendriehoek m Boerderijtje Kiompsteeg wordt verkocht Studie Hofstra Sociale verzekeringeu Werkgelegenheid Principe-uitspraak Loueu en prijzen Loonbeleid Prijsbeleid Inkomensbeleid Vennogens- aanwasdeling Gezellige avonden agr. verenigingen PER 1 OKTOBER HOLTENS NIEUWSBLAD 24 SEPT. 1976 PAGINA 9 „Het midden- en kleinbedrijf is economisch geen eiland. Integendeel, het maakt wezenlijk deel uit van het economische vasteland. Ont wikkelingen op dat vasteland raken ook het midden- en kleinbedrijf, met een positief of negatief effect. Vandaar dat ook het midden- en kleinbedrijf gespannen uitkijkt naar de vooruitzichten voor onze nationale economie, zoals het Centraal Planbureau die pleegt op te stellen." Dat schrijven de Centrale organisaties van ondernemers in het Midden- en Kleinbedrijf: het Kon. Ned. Ondernemersverbond (KNOV) en het Nederl. Chr. Ondernemersverbond (NCOV) in „Toetssteen '77", dat zij „een ge heugensteentje voor politici" noemen. Toetssteen '77 bevat geactualiseerde hoofd punten uit de Beleidsnota, die de organisaties vorig jaar hebben uitgebracht. Wat in die nota staat, geldt nog steeds. In vergelijking met wat er de al gelopen jaren op economisch ge bied feitelijk is gebeurd, zijn de vooruitzichten voor de komende jaren minder gunstig". Negatief is hst vooruitzicht dat de werk loosheid niet flink afneemt; in da jaren tot 1980 zullen er ze ker 150.000 tot 210.000 mensen onder gebukt blijven gaan: het vooruitzicht dat de collec tieve lasten (belastingen en so ciale premies) een groot beslag van 53°/o blijven leggen op het inkomen dat we niet z'n allen verdienen; het vooruitzicht dat de groei van dat inkomen niet om over naar huis te schrijven zal zijn: het vooruitzicht dat de bereid heid om ergens geld in te ste ken niet veel groter zal worden: het vooruitzicht dat de mensen niet veel méér zullen uitgeven, hetgeen de overheid door zelf meer uit te geven maar gedeel telijk goedmaakt; het vooruitzicht dat de arbeids productiviteit met maar 3,5 a 4«/o zal stijgen; het vooruitzicht dat de loonstij gingen hoog zullen blijven, al zullen ze iets minder hoog, na melijk 8,5 a 9°/», zijn dan in de laatste jaren; het vooruitzicht dat de gemid delde werknemer er ondanks de hoge loonstijgingen toch maar met 1% per jaar reëel op vooruit zal gaan. Positief is het vooruitzicht dat de prijzen minder snel zullen stijgen dan vroeger, namelijk met 7®/o tegen vroeger 9,5 a 10%, al blijft de inflatie daarmee nog veel te hoog in vergelijking met bij voorbeeld Duitsland; het vooruitzicht dat de winsten zich iets kunnen herstellen, ge zien de verwachte daling van de arbeidsinkomensquote van 96 naar 87% (de arbeidsinko mensquote is dat deel van ons gezamenlijk inkomen dat gaat naar degenen die arbeid ver richten; de vest van de 100% gaat naar inkomens uit kapi taal). Het vooruitzicht dat de bereidheid om ergens geld in te steken met veel groter zal worden, is niet zo leuk voor de sectoren nijverheid, dienstverlening en vervoer. Het betekent voor deze sectoren dat zij hun afzet waarschijnlijk slechts in geringe mate zullen kunnen doen toenemen. Deze sectoren zouden baat hebben bij maatregelen die de investeringen fors stimuleren. Het vooruitzicht dat de mensen niet veel méér zullen uitgeven is voor de detailhandel, het consu ment-verzorgende ambacht en de horeca geen reden om t.e juichen, maar ook niet om bij de pakken te gaan neerzitten. Niet veel méér is altijd nog meer dan minder. Voor de detailhandel, het consu ment-verzorgende ambacht en de horeca is het van belang dat de mensen geld kunnen uitgeven. Een verlaging van de druk van de be lastingen en de sociale premaes zou daarvoor kunnen zorgen. Voor het midden- en kleinbedrijf als geheel is het van bijzonder groot belang dat de kosten zich binnen redelijke grenzen ontwik kelen. Minister Lubbers van Eco nomische Zaken zegt ergens in zijn nota over de selectieve groei: „Een gezond midden- en kleinbedrijf is door de' grote spreiding en de menselijke maat daarvan van gro te betekenis voor zowel de econo mie als de leefbaarheid van het land". Het midden- en kleinbedrijf klampt zich aan deze uitspraak vast. De minister kan dat het mid den- en kleinbedrijf niet kwalijk nemen, omdat dat deel van het be drijfsleven er in de rest van de •nota maar uiterst bekaaid alkomt. Stellen dat een gezond midden- en kleinbedrijf van grote betekenis is. is niet voldoende. Daarbij had ook aangegeven moeten worden hoe dat midden- en kleinbedrijf gezond is te houden. Wat het midden- en kleinbedrijf daar zelf voor nodig vindt, vormt de inhoud van „Toetssteen '77". De ondernemers in het midden- en kleinbedrijf zien reikhalzend uit naar de resultaten van de studie van professor H J. Hol'stra. Van deze studie verwachten zij reëele oplossingen voor de problemen die de door de inflatie verziekte be lastingwetgeving hen geeft bij het financieren van hun bedrijf en bij hun pogingen hun inkomensont wikkeling in de pas te laten lopen met die van anderen. De invloed van de inflatie op de belasting heffing is geen gemakkelijk onder werp en het zal dan ook zeker nog geruime tijd duren voor professor Hofstra klaar is met zijn studie. Die tijd heeft het midden- en kleinbedrijf niet en daarom pleit het voor een tussentijds rapport met voorstellen voor een herzie ning van het fiscaal winstbegrip. Mocht dit niet lukken, dan staat „een snéTe herziening van de fis cale voorraadwaardering" boven aan op het verlanglijstje. Zolang voor deze problematiek geen op lossing is gevonden, zal het mid den- en kleinbedrijf blijven pleiten voor: handhaving en uitbreiding van de zelfstandigenaftrek in de in komstenbelasting; volledige doorvoering van de inflatiecorrectie. Bedrijven waar vooral mensen het werk doen, verkeren door ons so ciale verzekeringsstelsel in een na deliger positie dan bedrijven waar het werk vooral door machines wordt gedaan. Wat de werkgevers aan sociale verzekeringpremies moeten beta len, hangt immers uitsluitend en alleen van de uitbetaalde lonen af. Met bijvoorbeeld de draagkracht van de onderneming wordt geen rekening gehouden. Dit heeft tot de scheve situatie geleid dat hel midden- en kleinbedrijf met zijn vele arbeidskrachten thans een on evenredig grote bijdrage aan de sociale verzekeringspot levert. Een studie naar een andere, niet meer alleen op de uitbetaalde lonen ge baseerde manier om het werkge versaandeel in de sociale verzeke ringspremies vast te stellen, is daarom zeker op zijn plaats. Verbeteringen op dit punt kunnen ook de werkgelegenheid positief beïnvloeden. De werkgelegenheid in het mid den- en kleinbedrijf is voor de overheid een nog vrijwel onont dekt gebied. Maatregelen ter sti mulering van de werkgelegenheid zijn nog te vaak alleen op het grootbedrijf gericht. Tocih is het goed werken in het midden- en kleinbedrijf. De bedrijven daar hebben 'n menselijke maat, waar door voor iedere medewerker een grotere betrokkenheid met het ge heel mogelijk is met alle mogelijk heden van dien voor het dragen van verantwoordelijkheid en het nemen van eigen initiatieven. Het enige dat het midden- en kleinbedrijf van de overheid vraagt is dat deze het de onderne mers niet onaantrekkelijk maakt mensen in dienst te nemen. Voor schriften voor het in dienst nemen en houden van mensen dienen niet alleen rekening te houden met de belangen van die mensen, maar ook met de belangen van. de on derneming. Op twee punten zou het midden- en kleinbedrijf graag een principe uitspraak van de overheid hebben. Het eerste punt betreft de vrees dat de achterstand die de zelf- sandige ondernemers op het gebied van de sociale verzekeringen heb ben opgelopen, nu hel hele stelsel van de sociale verzekeringen op de tocht staal, niet meer zal worden ingehaald. Is die vrees terecht? Het tweede punt betreft de opvat ting dat de kosten die zelfsandi- ge ondernemers maken om zich privé te verzekeren waar de staat dat niet voor hen doel. bedrijfs kosten zijn. Is deze opvatting juist? Voor de korte termijn heeft het midden- en kleinbedrijf nog de volgende wensen op zijn sociale verlanglijstje staan: handhaving en verruiming van de overheidsbijdragen in de las ten van de sociale verzekerin gen om de loonontwikkeling te kunnen beperken en toch een verbetering van. het reëel be steedbaar inkomen mogelijk te maken; loskoppeling van de minimum uitkeringen in de sociale verze keringen van het netto-mini mumloon: regelmatige aanpassing van de inkomensgrenzen van de pre- mievrijstellings- en reductiere geling in de volksverzekerin gen; meer efficiënte uLtvoering van de sociale verzekeringen: maatregelen tegen het „oneigen lijk gebruik"; herwaardering van het begrip „passende arbeid": verbetering van de arbeidsbe middeling; aandacht voor typische bedrijfs tak-kenmerken bij het vaststel len van de premies en bij de uitvoering van de sociale ver zekeringen. Bijna 10% inflatie per jaar en meer dan 200.000 werklozen, dal is de afschuwelijke prys die Neder land nu voor een jarenlang falend loon- en anti-inflatiebeleid betaalt. Dat falende beleid heeft ook en vooral het midden- en kleinbedrijf niet ongeschonden gelaten, geman geld als het is tussen adembene mende kosten (loon)stijgingen en de feitelijke onmogelijkheid die kostenstijgingen op te vangen. Wie het ernst is dat een gezond mid den- en kleinbedrijf van grote be tekenis is, en iets te zeggen heeft op het gebied van Ionen en prij zen, kan zicli behoorlijk uitleven. Maar lef hebben moet hij wel. want hij zal dwars tegen heersen de meningen moeten ingaan. Op het gebied van de lonen is er gelukkig enige kentering merk baar. Vragen is voor de vakbewe ging niet meer automatisch krij gen. Het midden- en kleinbedrijf koestert de hoop dat het nu ein delijk zal lukken de stijging van de loonkosten de komende jaren kleiner te doen zijn dan de toena me van de productiviteit. Wat er in de nota over de selectie ve groei over dit onderwerp staat, laat aan duidelijkheid niets te wensen over. Het. midden- en kleinbedrijf onderschrijft het van harte. Van groot belarig is het ook dat met het aanpassen van de loon ontwikkeling aan de ontwikkeling van de productiviteit in de diens tensector niet alleen de basisvoor waarde voor het weer gezond ma ken van het midden- en kleinbe drijf wordt vervuld, maar ook een werkelijke bijdrage wordt gegeven aan de inflatiebestrijding en het inperken van de werkloosheid. Op het gebied van de lonen acht het midden- en kleinbedrijf het volgende op korte termijn noodza kelijk: het ontwerpen van een meerja ren-aanpak van de loonontwik keling: verlichting van de lasten (loon- en inkomstenbelasting en socia le verzekeringspremies) om het reëel besteedbaar inkomen van de werknemers op peil te hou den: toepassing al voor 1977 van een nieuw systeem om de koop kracht van de werknemers te handhaven: van dit systeem mag ook geen cumulatie-effec ten hebben; uitschakeling in 1977 van het automatisme waardoor een ver hoging van het minimumloon ook voor jongeren die in bedrij ven in opleiding zijn, tot hoge re minimumjeugdlonen leidt; voorkomen dat verhogingen van het minimumloon een opkrik kende werking hebben; handhaving en verbetering van de subsidieregeling voor mini mumloonkosten in verband met de te verwachten inhaalma noeuvre per 1 januari 1977; invoering van een stimulerings premie voor het in het kader van een leerlingstelsel in oplei ding hebben van 17-jarigen: het: permanent maken van de experimentele regeling voor verbetering van arbeidsplaat sen. In een uitvoerig en zeer verzorgd jaarverslag geeft het Waterschap „Salland" te Olst een overzicht van de werkzaamheden in het jaar 1975. Het gehele gebied van het waterschap wordt als het ware ontleed. Met betrekking tot de wettelijke ruilverkaveling Holten- Markelo wordt gezegd, dat ten aanzien van de waterbeheersing slechts te melden valt, dat het on derzoek naar een betere ontwate ring van het Espelose broek in het verslagjaar werd voortgezet. Het Espelose broek is proefgebied van integraal waterbeheer. De in- terressante studie naar de gecom bineerde waterwinning en ontwa tering kwam in. 'n impasse te ver keren. Niet tengevolge van de in breng van de technische werk groep, die in een overzichtelijk rapport de kosten en baten op een rij zette en positief adviseerde tot waterwinning over te gaan. Wel ontstond stagnatie doordat de Plaatselijke Commissie en de ge organiseerde landbouw veel zwaar- der bleken te tillen aan de (ver plichte) aanwijzing tot waterwin gebied dan aanvankelijk werd ver ondersteld. Ondanks langdurige discussie en informatieve besprekingen kon dit bezwaar niet op bevredigende wij ze worden weggenomen, aldus het jaarverslag. De heer H. J. Stegeman, 2e voor zitter van de Plaatselijke Commis sie, vertelde ons. dat de zaak ook nu nog niet is opgelost. Men heeft met Ged. Staten gesproken over de bezwaren, die men heeft tegen de aanwijzing als 2e waterwinge bied van het Espelose broek, om dat dit ernstige consequenties voor de betrokken bedrijven heeft. De proef met de waterwinning be schouwd men als geslaagd, maar men wil een tegemoetkoming in de voorwaarden, die aan de aan wijzing als waterwingebied ver bonden zijn. „Binnenkort zal weer een gesprek plaats vinden, maar cr praten teveel groepen mee in deze materie en dat maakt de zaak erg moeilijk", aldus de heer Stegeman. De Open Deur-groep te Holten is haar winterprogramma zondag 19 september j.l. goed begonnen. Om precies 19.15 uur kon de voor zitter van de Open Deurgroep ds. A. Schellevis vele belangstellen den welkom heten. Met name de zanggroep „Spirit of Love" o.l.v, mevr. A. Smits uit Arnhem. Deze groep zong verscheidene nummers daarbij begeleid door een gitaar. De nummers werden door hen zelf ingeleid). Een bezwaar dat vaak wordt gehoord, was deze avond weggenomen, doordat vrij wel uitsluitend Nederlandse tek sten werden gezongen. Spreker was ds. Schellevis (Herv. pred. alhier) die in de thema- Ondernemers bepalen hun prijzen niet met de natte vinger. Prijzen vaststellen is een heel gereken. Uit de prijzen moeten de kosten komen en een stuk winst waarvan de ondernemer niet alleen moet leven, maar ook het voortbestaan van zijn bedrijf financieren. Daarom: Prijsbeleid mag het doorberekenen van .kosten niet aan banden leggen. Prijsbeleid mag er niet toe leiden dat het leven voor ondernemers moeilijker wordt gemaakt dan voor anderen. Preisbeleid mag de financiering van het voortbestaan van liet be drijf niet in gevaar brengen. Prijsbeleid mag de rekenarij niet erger maken dan ze al Is. Doet prijsbeleid dit tocht, dan be tekent dat dat er voor een so ciaal-economisch probleem over de ruggen van de ondernemers een oplossing wordt gezocht. Nu de klanten niet meer ieder jaar veel meer te verteren hebben, wordt de concurrentie scherper. Het mid den- en kleinbedrijf voelt dit aan den lijve. Niet het prijsbeleid, maar concur rentie is het beste middel om de prijzen zo laag mogelijk te houden. Daarom wil het midden- en klein bedrijf van de prijsmaatregelen af. Ze bezorgen de ondernemer zin loos veel administratief werk. Tegen de prijsmaatregelen die om strikt controle-technische redenen voor bepaalde delen van* het mid den- en kleinbedrijf zijn afgekon digd, bestaan extra grote bezwa ren. Deze maatregelen zetten de zaak op zijn kop. Een ondernemer is er om te ondernemen. Hij is er niet voor de prijscontroleur. Toch gaan de maatregelen daar van uit. Ze verwachten namelijk van de ondernemers dat deze om het de prijscontroleur gemakkelij ker te maken, afzien van een nor maal en uiterst correct handelsge bruik. Dat gebruik is, dat niet alle arti kelen met eenzelfde inkoopprijs ook eenzelfde procentuele winst marge hebben. De prijsma»frege- len vinden dat dat wel zo moet zijn. Alsof het verkopen van een artikel dat „in" is precies hetzelf de is als het verkopen van een even duur (inkoop) artikel dat niet „in" is. Deze maatregelen houden er geen rekening mee dat niet alleen de inkoopprijs, maar ook de aard van het artikel en de marktomstandig heden de verkoopprijs bepalen en. zijn daarom een regelrechte aan fluiting. Op het gebied van het prijsbeleid heeft het midden- en kleinbedrijf tot slot nog één wens: dat ook de overheid zuinig is met prijsverhogingen. Een lichtend voorbeeld geven hoeft ze nog niet eens. Een inkomensbeleid voor onderne mers in het miden- en kleinbedrijf moet zich in allereerste instantie richten op het scheppen van vol doende kansen. Vroeger zou hier gestaan hebben: gelijke kansen. Maar gelijke kan sen zijn niet meer voldoende. Vol doende kansen dus. Daarvoor moet het inkomensbeleid de manieren waarop ondernemers 'hun inkomen verdienen positief beïnvloeden. Een inkomensbeleid dat zich beperkt tot het corrigeren van eenmaal verdiende inkomens is volstrekt onvoldoende. Inkomensbeleid voeren voor on dernemers in 't midden- en klein bedrijf is zorgen voor goed onder wijs, goede voorlichting, goede fi nancieringsmogelijkheden, goede structuren in regio's en sectoren, een goede ruimtelijke ordening, 'n goede mededingingswetgeving, een goed fiscaal beleid, een goed loon- en prijsbeleid en een goed sociaal beleid. Van een minimum-inkomensgaran tie als instrument van het inko mensbeleid voor zelfstandige on dernemers verwacht het midden- en kleinbedrijf niet zo erg veel heil. Het is een instrument dat bij wijze van uitzondering en dan nog altijd tijdelijk kan worden ge bruikt. De Raad voor het Midden- en Kleinbedrijf heeft enkele idee ën over situaties waarin een mi- nimmum-inkomensgarantie zou kunnen worden overwogen. Die ideeën zijn de moeite waard. Het midden- en kleinbedrijf is voorstander van 'n regeling waar door ook werknemers van goede 'bedrijfsresultaten kunnen meepro fiteren. Zo'n regeling maakt het gemakkelijker in Nederland tot 'n gezondere loonontwikkeling te ko men. De vermogensaanwasdelingsrege- ling van minister Boersma ontmoet in het midden- en kleinbedrijf echter een felle tegenstander. Deze regeling zal de bereidheid tot het doen van investeringen bij Neder landse en buitenlandse onderne mers nog tot een dieper dieptepunt doen dalen. Dit zal een zeer on gunstige uitwerking hebben op de ontwikkelingsmogelijkttèden van bedrijven in de sectoren nijverheid dienstverlening en vervoer, die zich met toelevering bezig houden. (Wordt vervolgd). De afdelingen Holten, Dijkerhoek en Espelo van de Ned. Bond van Plattelandsvrouwen en de plaatse lijke afdeling van de O.L.M., or ganiseren voor hun leden op vrij dag 1 en zaterdag 2 oktober in zaal „Het Bonte Paard" te Dijker- hoek een gezellige avond. De to neelclub „O.C.H." speelt deze avonden het toneelspel „Het vro lijke weerhaantje". De aary kf om 20 uur precies. Van 19.'h J>t 20 uur wordt een kop koffie aan geboden. In de pauze is er een verloting en pa afloop gelegenheid voor een dansje. Toegangskaarten a f 3,00 per persoon zijn van 20 t.m. 27 september uitsluitend in voorverkoop verkrijgbaar bij de bestuursleden J. W. Wesseldijk, Lichtenberg; A. G. Veltkamp. Bor- keld; H. Scheperboer en G. Meijer- man, Beusenberg; H. Vorkink en G. J. Beldman, Holterbroek; A, v.d. Brink, Dijkerhoek; Bets Ren- sen en H. Slijkhuis, Espelo. reeks „ONZINNIGE BIJBELVER HALEN" sprak over het onder werp: „Adam en Eva...? Flauwe kul!" Aan de hand van enkele in trigerende vragen, die hij vóór zijn toespraak voorlas, maakte de spreker duidelijk, dat het hier gaat om een problematiek, waar zowel kerkelijke als niet kerkelij ke mensen mee zitten. Spreker schetste de inhoud van de eerste verhalen uit het bijbel boek Genesis. Vervolgens verdui delijkte hij het begrip „waarheid" in de bijbel. „Waar" in de bijbel betekent niet, dat het echt moet hebben plaats gevonden in onze zin van het woord. „Waar" is wat Gód zégt en doét. Daarom moet in de bijbel onderscheid gemaakt worden tussen (gewone) geschie denis en heils-geschiedenis. Het gaat in de bijbel om de heilsge schiedenis. Uit eerbied voor het Woord van God zijn er echter veel christenen, die alle bijbelwoorden en verhalen letterlijk houden voor heilsgeschie denis. Ook al kan dat volgens ons verstand niet. Voor hen zijn Adam en Eva echte mensen geweest. Andere christenen echter zoeken achter en in de bijbelwoorden en feiten de heilsverkondiging. Voor hen dreigt er het gevaar dat ze gemakkelijk bijbelse gegevens los laten, omdat ze er geen heilsver kondiging in vinden. Spreker noemde ook nog een 3e categorie christenen. Enerzijds durft deze categorie de letterlijke opvatting niet los te laten. Anderzijds kan men och ook niet voor „waar" houden, wat verstandelijk niet kan. Zo worstelen kerkmensen (en niet-kerkmensen) om de waarheid van God in de bijbel. Spreker no digde de aanwezigen uit om in die worsteling mee te gaan doen. Want, hoewel met verschillende visies, over één ding zijn de ge schetste groepen christenen het eens: het bijbels getuigenis is een getuigeinis aangaande God. Daar om is het verhaal van Adam en Eva geen flauwekul! Na de Slotgroet werd door de zanggroep nog een „Eindlied" ge zongen. De samenzang werd op het orgel begeieid door de heer J. H. van Engbrink. die in het Pro gramma ook een prachtige orgel solo ten gehore bracht. De Open Deur-groep kan terug zien op een goedgeslaagde bijeen komst. De vate commissie voor cultuur, recreatie, jeugd en sport van het Samenwerkingsverband Steden driehoek heeft in de afgelopen vergadering onder andere gespro ken over de samenwerking van de creativiteitscentra en over de do cumentatie van beeldende kunste naars. De documentatie varf beeldende kunstenaars is onlangs in Apel doorn stopgezet door een besluit van het college met de Stedendrie hoekpartners en met de gemeen ten Arnhem en Nijmegen nagaan of deze documentatie voor een groter gebied kan worden opge zet, eventueel met hulp van de provincie. Het Apeldoornse creativiteitscen trum ,,de Doekom" werkt samen met enkele kleinere creativiteits centra in naburige gemeenten. Sinds anderhalf jaar bestaat een samenwerkingsverband met het creativiteitscentrum in, Deventer. Binnenkort komt ook in Zutphen een accommodatie tot stand voor creativiteitontwikkeling en het is niet onmogelijk dat de Apeldoorn se „Doekom" de creativiteitsactivi- teiten in Zutphen zal adviseren en ondersteunen. De inwoners van Voorst zullen ge bruik moeten blijven maken van de creativiteitscentra in Apeldoorn en Deventer, omdat een dépendan ce van de „Doekom" in die ge meente niet noodzakelijk lijkt. In het algemeen zal de samenwer king van de creativiteitscentra in de Stedendriehoek zich kunnen richten op de onderlinge uitwisse ling van docenten en apparatuur. Daarnaast kunnen de centra sa men zeer gespecialiseerde cursus sen op het programma zetten. De ze cursussen kunnen dan in een plaats worden gegeven voor be langstellende cursisten uit de ge hele regio. Tijdens de volgende vergadering van de vaste commissie voor cul tuur, recreatie, jeugd en sport van het Samenwerkingsverband Ste dendriehoek op donderdag 14 oktober in Deventer zullen da besturen en de directies van da muziekscholen in Apeldoorn en Deventer worden uitgenodigd om met de Stedendriehoekcommissia na te gaan op welke punten in de toekomst kan worden samenge werkt. Een brief van de Apeldoomer P. Beimers, die voor ouderen de sport „koersbal" wil introduceren, ia door de commissie doorgezonden naar de Stichting Stuwgroep Ste dendriehoek en naar de Apel doornse Sportraad omdat dit on derwerp niet op het terrein van de overheid ligt. Vrijdag 1 oktober treedt een nieuw programmaschema voor de Regio nale Omroep Noord en Oost RONO in werking, dat sterk afwijkt van het huidige. In het nieuwe schema wordt uitgegaan van een vérgaan de splitsing van de drie FM-zen- ders, waarvan de RONO gebruik maakt: lrnsum. Hoogezand en Markelo. Dit met het oog op de voorgestelde driedeling van de RONO, waarbij onderling afhanke lijke regionale omroepen zullen worden gevormd: één voor Fries land, één voor Groningen en Dren- Zonder hoofdelijke stemming keur de de gemeenteraad dinsdagavond een voorstel van B. en W. goed tot verkoop van hel boerderijtje Kiompsteeg' I in De Haar aan de heer H. L. Brandes> alhier. De heer H. J. Westerik (CDA) sprak hierbij echter wel zijn te leurstelling uit over de procedure die het college hierin heeft ge volgd. „Wij hadden graag eerst 'n raadsbesluit gezien over de vraag of dit boerderijtje al dan niet moet worden verkocht. We hadden daar bij kunnen nadenken over de vraag of de uitgang voor de daar bij liggende scholen niet kon wor den verbeterd. Het is ook bekend dat in De Haar grote behoefte be staat aan een soort cultureel cen trum. Het is jammer dat we de kans niet hebben gehad hierover van gedachten te wisselen, 't Thans over deze vragen verder praten en het niet akkoord gaan met uw voorstel zou niet behoorlijk zijn tegenover de adspirant koper. Vandaar dat wij menen uw voor stel te moeten steunen", sprak hij spijtig. Het college gaf toe. achteraf be zien, een dergelijk gesprek nuttig zou zijn geweest hoewel het de vraag is of de door de heer Wes terik gewenste doelstelling finan cieel haalbaar zou zijn geweest. „We zitten niet elke week rond de tafel zodat een procedure, als door u bedoeld, veel tijd zou hebben gevraagd", zei burgemeester En klaar. De heer J. Warrink (Gem. Bel.) tikte het college op de vingers met de opmerking dat transacties als deze wel beperkt moeten blijven in verband met toekomstige ver wervingen. Hij doelde hiermee op het feit dat bij de realisering van het uitbreidingsplan De Haar dit boerderijtje is verkregen voor een beduidend lagere prijs dan de hui dige opbrengst. Namens het college onderschreef burgemeester Enklaar deze opmer king maar voegde daaraan toe dat B. en W. deze verkoop tot voor kort niet hadden voorzien. „Tot voor kort heeft het steeds in het voornemen gelegen deze woning af te breken. Mede door opmerkingen uit uw raad zijn we dit boerderij tje later gaan zien als een speels element in deze nieuwbouwwijk, zodat werd besloten het te hand haven". zei hij. the en één voor Overijssel en Gel< derland. Het zendschema en de program mering voor het seizoen 1976/1977 worden vrijdag 24 september in een vergadering van het bestuur van de NOS behandeld (aanvang 10 uur, VARA-studio, Hilversum). In het nieuwe schema zendt de RONO uit van 18.02 tot 19.20 uur en niet meer, zoals tot nu toe het geval was, van 18.00 tot-20.00 uur. Van 18.00 tot 18.02 uur is er een kort bulletin van de Radionieuws dienst ANP, dat ook via alle ove rige zenders van Hilversum 3 wordt uitgezonden. In de nieuwe opzet wordt de na druk gelegd op de programmering per toekomstig werkgebied van de drie te vormen regionale omroe pen. Het gevolg daarvan is dat het algemeen programma van de RONO, dat tot nu toe voor het hele RONO-gebied werd uitgezon den, in die opzet komt te verval len, behalve het sportprogramma op zondag. De beschikbare zendtijd voor de gewestelijke programmastaven wordt in het nieuwe schema voor de meeste gebracht op drie keer 50 minuten per week, Friesland krijgt drie keer 45 minuten en drie keer 30 minuten, Gelderland vijf keer 30 minuten. De nieuwe indeling is als volgt: Het Drents programma wordt uit gezonden op dinsdag, donderdag en zaterdag vanaf 18.30 uur via alle drie FM-zenders van de RONO. Het Overijssels programma wordt uitgezonden op maandag, woens dag en vrijdag vanaf 18.30 uur via FM-zender Markelo (96.2 MHz, kanaal 31). Het Gelders programma wordt van maandag tot en met vrijdag uitgezonden na het nieuws van 18.00 uur tot 18.30 uur via FM- zender Markelo (96.2 MHz, kanaal 31). Het sportprogramma van de RONO op zondag van 18.00 tot 19.00 uur via de drie FM-zenders blijft gehandhaafd, evenals het literair programma (Boekenbus) op de zondag van 19.00 tot 19.10 uur.

Erfgoed Rijssen-Holten

Holtens Nieuwsblad | 1976 | | pagina 9