Midden- en kleinbedrijf
in de verdrukking
Waterbeheersing Espelobroek
Open Deur-samenkomst
Programmering RONO wordt
ingrijpend veranderd
Creativiteitscentra
stedendriehoek
m
Boerderijtje Kiompsteeg
wordt verkocht
Studie Hofstra
Sociale
verzekeringeu
Werkgelegenheid
Principe-uitspraak
Loueu en prijzen
Loonbeleid
Prijsbeleid
Inkomensbeleid
Vennogens-
aanwasdeling
Gezellige avonden
agr. verenigingen
PER 1 OKTOBER
HOLTENS NIEUWSBLAD 24 SEPT. 1976 PAGINA 9
„Het midden- en kleinbedrijf is economisch
geen eiland. Integendeel, het maakt wezenlijk
deel uit van het economische vasteland. Ont
wikkelingen op dat vasteland raken ook het
midden- en kleinbedrijf, met een positief of
negatief effect. Vandaar dat ook het midden-
en kleinbedrijf gespannen uitkijkt naar de
vooruitzichten voor onze nationale economie,
zoals het Centraal Planbureau die pleegt op
te stellen."
Dat schrijven de Centrale organisaties van
ondernemers in het Midden- en Kleinbedrijf:
het Kon. Ned. Ondernemersverbond (KNOV)
en het Nederl. Chr. Ondernemersverbond
(NCOV) in „Toetssteen '77", dat zij „een ge
heugensteentje voor politici" noemen.
Toetssteen '77 bevat geactualiseerde hoofd
punten uit de Beleidsnota, die de organisaties
vorig jaar hebben uitgebracht. Wat in die
nota staat, geldt nog steeds.
In vergelijking met wat er de al
gelopen jaren op economisch ge
bied feitelijk is gebeurd, zijn de
vooruitzichten voor de komende
jaren minder gunstig".
Negatief is
hst vooruitzicht dat de werk
loosheid niet flink afneemt; in
da jaren tot 1980 zullen er ze
ker 150.000 tot 210.000 mensen
onder gebukt blijven gaan:
het vooruitzicht dat de collec
tieve lasten (belastingen en so
ciale premies) een groot beslag
van 53°/o blijven leggen
op het inkomen dat we niet z'n
allen verdienen;
het vooruitzicht dat de groei
van dat inkomen niet om over
naar huis te schrijven zal zijn:
het vooruitzicht dat de bereid
heid om ergens geld in te ste
ken niet veel groter zal worden:
het vooruitzicht dat de mensen
niet veel méér zullen uitgeven,
hetgeen de overheid door zelf
meer uit te geven maar gedeel
telijk goedmaakt;
het vooruitzicht dat de arbeids
productiviteit met maar 3,5 a
4«/o zal stijgen;
het vooruitzicht dat de loonstij
gingen hoog zullen blijven, al
zullen ze iets minder hoog, na
melijk 8,5 a 9°/», zijn dan in de
laatste jaren;
het vooruitzicht dat de gemid
delde werknemer er ondanks
de hoge loonstijgingen toch
maar met 1% per jaar reëel op
vooruit zal gaan.
Positief is
het vooruitzicht dat de prijzen
minder snel zullen stijgen dan
vroeger, namelijk met 7®/o tegen
vroeger 9,5 a 10%, al blijft de
inflatie daarmee nog veel te
hoog in vergelijking met bij
voorbeeld Duitsland;
het vooruitzicht dat de winsten
zich iets kunnen herstellen, ge
zien de verwachte daling van
de arbeidsinkomensquote van
96 naar 87% (de arbeidsinko
mensquote is dat deel van ons
gezamenlijk inkomen dat gaat
naar degenen die arbeid ver
richten; de vest van de 100%
gaat naar inkomens uit kapi
taal).
Het vooruitzicht dat de bereidheid
om ergens geld in te steken met
veel groter zal worden, is niet zo
leuk voor de sectoren nijverheid,
dienstverlening en vervoer. Het
betekent voor deze sectoren dat zij
hun afzet waarschijnlijk slechts in
geringe mate zullen kunnen doen
toenemen. Deze sectoren zouden
baat hebben bij maatregelen die
de investeringen fors stimuleren.
Het vooruitzicht dat de mensen
niet veel méér zullen uitgeven is
voor de detailhandel, het consu
ment-verzorgende ambacht en de
horeca geen reden om t.e juichen,
maar ook niet om bij de pakken
te gaan neerzitten. Niet veel méér
is altijd nog meer dan minder.
Voor de detailhandel, het consu
ment-verzorgende ambacht en de
horeca is het van belang dat de
mensen geld kunnen uitgeven. Een
verlaging van de druk van de be
lastingen en de sociale premaes
zou daarvoor kunnen zorgen.
Voor het midden- en kleinbedrijf
als geheel is het van bijzonder
groot belang dat de kosten zich
binnen redelijke grenzen ontwik
kelen. Minister Lubbers van Eco
nomische Zaken zegt ergens in zijn
nota over de selectieve groei: „Een
gezond midden- en kleinbedrijf is
door de' grote spreiding en de
menselijke maat daarvan van gro
te betekenis voor zowel de econo
mie als de leefbaarheid van het
land".
Het midden- en kleinbedrijf
klampt zich aan deze uitspraak
vast. De minister kan dat het mid
den- en kleinbedrijf niet kwalijk
nemen, omdat dat deel van het be
drijfsleven er in de rest van de
•nota maar uiterst bekaaid alkomt.
Stellen dat een gezond midden- en
kleinbedrijf van grote betekenis
is. is niet voldoende. Daarbij had
ook aangegeven moeten worden
hoe dat midden- en kleinbedrijf
gezond is te houden.
Wat het midden- en kleinbedrijf
daar zelf voor nodig vindt, vormt
de inhoud van „Toetssteen '77".
De ondernemers in het midden- en
kleinbedrijf zien reikhalzend uit
naar de resultaten van de studie
van professor H J. Hol'stra. Van
deze studie verwachten zij reëele
oplossingen voor de problemen die
de door de inflatie verziekte be
lastingwetgeving hen geeft bij het
financieren van hun bedrijf en bij
hun pogingen hun inkomensont
wikkeling in de pas te laten lopen
met die van anderen. De invloed
van de inflatie op de belasting
heffing is geen gemakkelijk onder
werp en het zal dan ook zeker nog
geruime tijd duren voor professor
Hofstra klaar is met zijn studie.
Die tijd heeft het midden- en
kleinbedrijf niet en daarom pleit
het voor een tussentijds rapport
met voorstellen voor een herzie
ning van het fiscaal winstbegrip.
Mocht dit niet lukken, dan staat
„een snéTe herziening van de fis
cale voorraadwaardering" boven
aan op het verlanglijstje. Zolang
voor deze problematiek geen op
lossing is gevonden, zal het mid
den- en kleinbedrijf blijven pleiten
voor:
handhaving en uitbreiding van
de zelfstandigenaftrek in de in
komstenbelasting;
volledige doorvoering van de
inflatiecorrectie.
Bedrijven waar vooral mensen het
werk doen, verkeren door ons so
ciale verzekeringsstelsel in een na
deliger positie dan bedrijven waar
het werk vooral door machines
wordt gedaan.
Wat de werkgevers aan sociale
verzekeringpremies moeten beta
len, hangt immers uitsluitend en
alleen van de uitbetaalde lonen af.
Met bijvoorbeeld de draagkracht
van de onderneming wordt geen
rekening gehouden. Dit heeft tot
de scheve situatie geleid dat hel
midden- en kleinbedrijf met zijn
vele arbeidskrachten thans een on
evenredig grote bijdrage aan de
sociale verzekeringspot levert. Een
studie naar een andere, niet meer
alleen op de uitbetaalde lonen ge
baseerde manier om het werkge
versaandeel in de sociale verzeke
ringspremies vast te stellen, is
daarom zeker op zijn plaats.
Verbeteringen op dit punt kunnen
ook de werkgelegenheid positief
beïnvloeden.
De werkgelegenheid in het mid
den- en kleinbedrijf is voor de
overheid een nog vrijwel onont
dekt gebied. Maatregelen ter sti
mulering van de werkgelegenheid
zijn nog te vaak alleen op het
grootbedrijf gericht. Tocih is het
goed werken in het midden- en
kleinbedrijf. De bedrijven daar
hebben 'n menselijke maat, waar
door voor iedere medewerker een
grotere betrokkenheid met het ge
heel mogelijk is met alle mogelijk
heden van dien voor het dragen
van verantwoordelijkheid en het
nemen van eigen initiatieven.
Het enige dat het midden- en
kleinbedrijf van de overheid
vraagt is dat deze het de onderne
mers niet onaantrekkelijk maakt
mensen in dienst te nemen. Voor
schriften voor het in dienst nemen
en houden van mensen dienen niet
alleen rekening te houden met de
belangen van die mensen, maar
ook met de belangen van. de on
derneming.
Op twee punten zou het midden-
en kleinbedrijf graag een principe
uitspraak van de overheid hebben.
Het eerste punt betreft de vrees
dat de achterstand die de zelf-
sandige ondernemers op het gebied
van de sociale verzekeringen heb
ben opgelopen, nu hel hele stelsel
van de sociale verzekeringen op de
tocht staal, niet meer zal worden
ingehaald. Is die vrees terecht?
Het tweede punt betreft de opvat
ting dat de kosten die zelfsandi-
ge ondernemers maken om zich
privé te verzekeren waar de staat
dat niet voor hen doel. bedrijfs
kosten zijn. Is deze opvatting juist?
Voor de korte termijn heeft het
midden- en kleinbedrijf nog de
volgende wensen op zijn sociale
verlanglijstje staan:
handhaving en verruiming van
de overheidsbijdragen in de las
ten van de sociale verzekerin
gen om de loonontwikkeling te
kunnen beperken en toch een
verbetering van. het reëel be
steedbaar inkomen mogelijk te
maken;
loskoppeling van de minimum
uitkeringen in de sociale verze
keringen van het netto-mini
mumloon:
regelmatige aanpassing van de
inkomensgrenzen van de pre-
mievrijstellings- en reductiere
geling in de volksverzekerin
gen;
meer efficiënte uLtvoering van
de sociale verzekeringen:
maatregelen tegen het „oneigen
lijk gebruik";
herwaardering van het begrip
„passende arbeid":
verbetering van de arbeidsbe
middeling;
aandacht voor typische bedrijfs
tak-kenmerken bij het vaststel
len van de premies en bij de
uitvoering van de sociale ver
zekeringen.
Bijna 10% inflatie per jaar en
meer dan 200.000 werklozen, dal is
de afschuwelijke prys die Neder
land nu voor een jarenlang falend
loon- en anti-inflatiebeleid betaalt.
Dat falende beleid heeft ook en
vooral het midden- en kleinbedrijf
niet ongeschonden gelaten, geman
geld als het is tussen adembene
mende kosten (loon)stijgingen en
de feitelijke onmogelijkheid die
kostenstijgingen op te vangen. Wie
het ernst is dat een gezond mid
den- en kleinbedrijf van grote be
tekenis is, en iets te zeggen heeft
op het gebied van Ionen en prij
zen, kan zicli behoorlijk uitleven.
Maar lef hebben moet hij wel.
want hij zal dwars tegen heersen
de meningen moeten ingaan.
Op het gebied van de lonen is er
gelukkig enige kentering merk
baar. Vragen is voor de vakbewe
ging niet meer automatisch krij
gen. Het midden- en kleinbedrijf
koestert de hoop dat het nu ein
delijk zal lukken de stijging van
de loonkosten de komende jaren
kleiner te doen zijn dan de toena
me van de productiviteit.
Wat er in de nota over de selectie
ve groei over dit onderwerp staat,
laat aan duidelijkheid niets te
wensen over. Het. midden- en
kleinbedrijf onderschrijft het van
harte. Van groot belarig is het ook
dat met het aanpassen van de loon
ontwikkeling aan de ontwikkeling
van de productiviteit in de diens
tensector niet alleen de basisvoor
waarde voor het weer gezond ma
ken van het midden- en kleinbe
drijf wordt vervuld, maar ook een
werkelijke bijdrage wordt gegeven
aan de inflatiebestrijding en het
inperken van de werkloosheid.
Op het gebied van de lonen acht
het midden- en kleinbedrijf het
volgende op korte termijn noodza
kelijk:
het ontwerpen van een meerja
ren-aanpak van de loonontwik
keling:
verlichting van de lasten (loon-
en inkomstenbelasting en socia
le verzekeringspremies) om het
reëel besteedbaar inkomen van
de werknemers op peil te hou
den:
toepassing al voor 1977 van een
nieuw systeem om de koop
kracht van de werknemers te
handhaven: van dit systeem
mag ook geen cumulatie-effec
ten hebben;
uitschakeling in 1977 van het
automatisme waardoor een ver
hoging van het minimumloon
ook voor jongeren die in bedrij
ven in opleiding zijn, tot hoge
re minimumjeugdlonen leidt;
voorkomen dat verhogingen van
het minimumloon een opkrik
kende werking hebben;
handhaving en verbetering van
de subsidieregeling voor mini
mumloonkosten in verband met
de te verwachten inhaalma
noeuvre per 1 januari 1977;
invoering van een stimulerings
premie voor het in het kader
van een leerlingstelsel in oplei
ding hebben van 17-jarigen:
het: permanent maken van de
experimentele regeling voor
verbetering van arbeidsplaat
sen.
In een uitvoerig en zeer verzorgd
jaarverslag geeft het Waterschap
„Salland" te Olst een overzicht
van de werkzaamheden in het jaar
1975. Het gehele gebied van het
waterschap wordt als het ware
ontleed. Met betrekking tot de
wettelijke ruilverkaveling Holten-
Markelo wordt gezegd, dat ten
aanzien van de waterbeheersing
slechts te melden valt, dat het on
derzoek naar een betere ontwate
ring van het Espelose broek in het
verslagjaar werd voortgezet.
Het Espelose broek is proefgebied
van integraal waterbeheer. De in-
terressante studie naar de gecom
bineerde waterwinning en ontwa
tering kwam in. 'n impasse te ver
keren. Niet tengevolge van de in
breng van de technische werk
groep, die in een overzichtelijk
rapport de kosten en baten op een
rij zette en positief adviseerde tot
waterwinning over te gaan.
Wel ontstond stagnatie doordat de
Plaatselijke Commissie en de ge
organiseerde landbouw veel zwaar-
der bleken te tillen aan de (ver
plichte) aanwijzing tot waterwin
gebied dan aanvankelijk werd ver
ondersteld.
Ondanks langdurige discussie en
informatieve besprekingen kon dit
bezwaar niet op bevredigende wij
ze worden weggenomen, aldus het
jaarverslag.
De heer H. J. Stegeman, 2e voor
zitter van de Plaatselijke Commis
sie, vertelde ons. dat de zaak ook
nu nog niet is opgelost. Men heeft
met Ged. Staten gesproken over
de bezwaren, die men heeft tegen
de aanwijzing als 2e waterwinge
bied van het Espelose broek, om
dat dit ernstige consequenties voor
de betrokken bedrijven heeft. De
proef met de waterwinning be
schouwd men als geslaagd, maar
men wil een tegemoetkoming in
de voorwaarden, die aan de aan
wijzing als waterwingebied ver
bonden zijn. „Binnenkort zal weer
een gesprek plaats vinden, maar
cr praten teveel groepen mee in
deze materie en dat maakt de
zaak erg moeilijk", aldus de heer
Stegeman.
De Open Deur-groep te Holten
is haar winterprogramma zondag
19 september j.l. goed begonnen.
Om precies 19.15 uur kon de voor
zitter van de Open Deurgroep ds.
A. Schellevis vele belangstellen
den welkom heten. Met name de
zanggroep „Spirit of Love" o.l.v,
mevr. A. Smits uit Arnhem. Deze
groep zong verscheidene nummers
daarbij begeleid door een gitaar.
De nummers werden door hen
zelf ingeleid). Een bezwaar dat
vaak wordt gehoord, was deze
avond weggenomen, doordat vrij
wel uitsluitend Nederlandse tek
sten werden gezongen.
Spreker was ds. Schellevis (Herv.
pred. alhier) die in de thema-
Ondernemers bepalen hun prijzen
niet met de natte vinger. Prijzen
vaststellen is een heel gereken.
Uit de prijzen moeten de kosten
komen en een stuk winst waarvan
de ondernemer niet alleen moet
leven, maar ook het voortbestaan
van zijn bedrijf financieren.
Daarom:
Prijsbeleid mag het doorberekenen
van .kosten niet aan banden leggen.
Prijsbeleid mag er niet toe leiden
dat het leven voor ondernemers
moeilijker wordt gemaakt dan
voor anderen.
Preisbeleid mag de financiering
van het voortbestaan van liet be
drijf niet in gevaar brengen.
Prijsbeleid mag de rekenarij niet
erger maken dan ze al Is.
Doet prijsbeleid dit tocht, dan be
tekent dat dat er voor een so
ciaal-economisch probleem over de
ruggen van de ondernemers een
oplossing wordt gezocht. Nu de
klanten niet meer ieder jaar veel
meer te verteren hebben, wordt de
concurrentie scherper. Het mid
den- en kleinbedrijf voelt dit aan
den lijve.
Niet het prijsbeleid, maar concur
rentie is het beste middel om de
prijzen zo laag mogelijk te houden.
Daarom wil het midden- en klein
bedrijf van de prijsmaatregelen af.
Ze bezorgen de ondernemer zin
loos veel administratief werk.
Tegen de prijsmaatregelen die om
strikt controle-technische redenen
voor bepaalde delen van* het mid
den- en kleinbedrijf zijn afgekon
digd, bestaan extra grote bezwa
ren. Deze maatregelen zetten de
zaak op zijn kop. Een ondernemer
is er om te ondernemen. Hij is er
niet voor de prijscontroleur.
Toch gaan de maatregelen daar
van uit. Ze verwachten namelijk
van de ondernemers dat deze om
het de prijscontroleur gemakkelij
ker te maken, afzien van een nor
maal en uiterst correct handelsge
bruik.
Dat gebruik is, dat niet alle arti
kelen met eenzelfde inkoopprijs
ook eenzelfde procentuele winst
marge hebben. De prijsma»frege-
len vinden dat dat wel zo moet
zijn. Alsof het verkopen van een
artikel dat „in" is precies hetzelf
de is als het verkopen van een
even duur (inkoop) artikel dat
niet „in" is.
Deze maatregelen houden er geen
rekening mee dat niet alleen de
inkoopprijs, maar ook de aard van
het artikel en de marktomstandig
heden de verkoopprijs bepalen en.
zijn daarom een regelrechte aan
fluiting. Op het gebied van het
prijsbeleid heeft het midden- en
kleinbedrijf tot slot nog één wens:
dat ook de overheid zuinig is met
prijsverhogingen. Een lichtend
voorbeeld geven hoeft ze nog niet
eens.
Een inkomensbeleid voor onderne
mers in het miden- en kleinbedrijf
moet zich in allereerste instantie
richten op het scheppen van vol
doende kansen.
Vroeger zou hier gestaan hebben:
gelijke kansen. Maar gelijke kan
sen zijn niet meer voldoende. Vol
doende kansen dus.
Daarvoor moet het inkomensbeleid
de manieren waarop ondernemers
'hun inkomen verdienen positief
beïnvloeden. Een inkomensbeleid
dat zich beperkt tot het corrigeren
van eenmaal verdiende inkomens
is volstrekt onvoldoende.
Inkomensbeleid voeren voor on
dernemers in 't midden- en klein
bedrijf is zorgen voor goed onder
wijs, goede voorlichting, goede fi
nancieringsmogelijkheden, goede
structuren in regio's en sectoren,
een goede ruimtelijke ordening, 'n
goede mededingingswetgeving, een
goed fiscaal beleid, een goed loon-
en prijsbeleid en een goed sociaal
beleid.
Van een minimum-inkomensgaran
tie als instrument van het inko
mensbeleid voor zelfstandige on
dernemers verwacht het midden-
en kleinbedrijf niet zo erg veel
heil. Het is een instrument dat bij
wijze van uitzondering en dan nog
altijd tijdelijk kan worden ge
bruikt. De Raad voor het Midden-
en Kleinbedrijf heeft enkele idee
ën over situaties waarin een mi-
nimmum-inkomensgarantie zou
kunnen worden overwogen. Die
ideeën zijn de moeite waard.
Het midden- en kleinbedrijf is
voorstander van 'n regeling waar
door ook werknemers van goede
'bedrijfsresultaten kunnen meepro
fiteren. Zo'n regeling maakt het
gemakkelijker in Nederland tot 'n
gezondere loonontwikkeling te ko
men.
De vermogensaanwasdelingsrege-
ling van minister Boersma ontmoet
in het midden- en kleinbedrijf
echter een felle tegenstander. Deze
regeling zal de bereidheid tot het
doen van investeringen bij Neder
landse en buitenlandse onderne
mers nog tot een dieper dieptepunt
doen dalen. Dit zal een zeer on
gunstige uitwerking hebben op de
ontwikkelingsmogelijkttèden van
bedrijven in de sectoren nijverheid
dienstverlening en vervoer, die
zich met toelevering bezig houden.
(Wordt vervolgd).
De afdelingen Holten, Dijkerhoek
en Espelo van de Ned. Bond van
Plattelandsvrouwen en de plaatse
lijke afdeling van de O.L.M., or
ganiseren voor hun leden op vrij
dag 1 en zaterdag 2 oktober in
zaal „Het Bonte Paard" te Dijker-
hoek een gezellige avond. De to
neelclub „O.C.H." speelt deze
avonden het toneelspel „Het vro
lijke weerhaantje". De aary kf
om 20 uur precies. Van 19.'h J>t
20 uur wordt een kop koffie aan
geboden. In de pauze is er een
verloting en pa afloop gelegenheid
voor een dansje. Toegangskaarten
a f 3,00 per persoon zijn van 20
t.m. 27 september uitsluitend in
voorverkoop verkrijgbaar bij de
bestuursleden J. W. Wesseldijk,
Lichtenberg; A. G. Veltkamp. Bor-
keld; H. Scheperboer en G. Meijer-
man, Beusenberg; H. Vorkink en
G. J. Beldman, Holterbroek; A,
v.d. Brink, Dijkerhoek; Bets Ren-
sen en H. Slijkhuis, Espelo.
reeks „ONZINNIGE BIJBELVER
HALEN" sprak over het onder
werp: „Adam en Eva...? Flauwe
kul!" Aan de hand van enkele in
trigerende vragen, die hij vóór
zijn toespraak voorlas, maakte de
spreker duidelijk, dat het hier
gaat om een problematiek, waar
zowel kerkelijke als niet kerkelij
ke mensen mee zitten.
Spreker schetste de inhoud van
de eerste verhalen uit het bijbel
boek Genesis. Vervolgens verdui
delijkte hij het begrip „waarheid"
in de bijbel. „Waar" in de bijbel
betekent niet, dat het echt moet
hebben plaats gevonden in onze
zin van het woord. „Waar" is wat
Gód zégt en doét. Daarom moet
in de bijbel onderscheid gemaakt
worden tussen (gewone) geschie
denis en heils-geschiedenis. Het
gaat in de bijbel om de heilsge
schiedenis.
Uit eerbied voor het Woord van
God zijn er echter veel christenen,
die alle bijbelwoorden en verhalen
letterlijk houden voor heilsgeschie
denis. Ook al kan dat volgens ons
verstand niet. Voor hen zijn Adam
en Eva echte mensen geweest.
Andere christenen echter zoeken
achter en in de bijbelwoorden en
feiten de heilsverkondiging. Voor
hen dreigt er het gevaar dat ze
gemakkelijk bijbelse gegevens los
laten, omdat ze er geen heilsver
kondiging in vinden. Spreker
noemde ook nog een 3e categorie
christenen. Enerzijds durft deze
categorie de letterlijke opvatting
niet los te laten. Anderzijds kan
men och ook niet voor „waar"
houden, wat verstandelijk niet
kan.
Zo worstelen kerkmensen (en
niet-kerkmensen) om de waarheid
van God in de bijbel. Spreker no
digde de aanwezigen uit om in die
worsteling mee te gaan doen.
Want, hoewel met verschillende
visies, over één ding zijn de ge
schetste groepen christenen het
eens: het bijbels getuigenis is een
getuigeinis aangaande God. Daar
om is het verhaal van Adam en
Eva geen flauwekul!
Na de Slotgroet werd door de
zanggroep nog een „Eindlied" ge
zongen. De samenzang werd op
het orgel begeieid door de heer J.
H. van Engbrink. die in het Pro
gramma ook een prachtige orgel
solo ten gehore bracht.
De Open Deur-groep kan terug
zien op een goedgeslaagde bijeen
komst.
De vate commissie voor cultuur,
recreatie, jeugd en sport van het
Samenwerkingsverband Steden
driehoek heeft in de afgelopen
vergadering onder andere gespro
ken over de samenwerking van de
creativiteitscentra en over de do
cumentatie van beeldende kunste
naars.
De documentatie varf beeldende
kunstenaars is onlangs in Apel
doorn stopgezet door een besluit
van het college met de Stedendrie
hoekpartners en met de gemeen
ten Arnhem en Nijmegen nagaan
of deze documentatie voor een
groter gebied kan worden opge
zet, eventueel met hulp van de
provincie.
Het Apeldoornse creativiteitscen
trum ,,de Doekom" werkt samen
met enkele kleinere creativiteits
centra in naburige gemeenten.
Sinds anderhalf jaar bestaat een
samenwerkingsverband met het
creativiteitscentrum in, Deventer.
Binnenkort komt ook in Zutphen
een accommodatie tot stand voor
creativiteitontwikkeling en het is
niet onmogelijk dat de Apeldoorn
se „Doekom" de creativiteitsactivi-
teiten in Zutphen zal adviseren en
ondersteunen.
De inwoners van Voorst zullen ge
bruik moeten blijven maken van
de creativiteitscentra in Apeldoorn
en Deventer, omdat een dépendan
ce van de „Doekom" in die ge
meente niet noodzakelijk lijkt.
In het algemeen zal de samenwer
king van de creativiteitscentra in
de Stedendriehoek zich kunnen
richten op de onderlinge uitwisse
ling van docenten en apparatuur.
Daarnaast kunnen de centra sa
men zeer gespecialiseerde cursus
sen op het programma zetten. De
ze cursussen kunnen dan in een
plaats worden gegeven voor be
langstellende cursisten uit de ge
hele regio.
Tijdens de volgende vergadering
van de vaste commissie voor cul
tuur, recreatie, jeugd en sport van
het Samenwerkingsverband Ste
dendriehoek op donderdag 14
oktober in Deventer zullen da
besturen en de directies van da
muziekscholen in Apeldoorn en
Deventer worden uitgenodigd om
met de Stedendriehoekcommissia
na te gaan op welke punten in de
toekomst kan worden samenge
werkt.
Een brief van de Apeldoomer P.
Beimers, die voor ouderen de sport
„koersbal" wil introduceren, ia
door de commissie doorgezonden
naar de Stichting Stuwgroep Ste
dendriehoek en naar de Apel
doornse Sportraad omdat dit on
derwerp niet op het terrein van
de overheid ligt.
Vrijdag 1 oktober treedt een nieuw
programmaschema voor de Regio
nale Omroep Noord en Oost RONO
in werking, dat sterk afwijkt van
het huidige. In het nieuwe schema
wordt uitgegaan van een vérgaan
de splitsing van de drie FM-zen-
ders, waarvan de RONO gebruik
maakt: lrnsum. Hoogezand en
Markelo. Dit met het oog op de
voorgestelde driedeling van de
RONO, waarbij onderling afhanke
lijke regionale omroepen zullen
worden gevormd: één voor Fries
land, één voor Groningen en Dren-
Zonder hoofdelijke stemming keur
de de gemeenteraad dinsdagavond
een voorstel van B. en W. goed tot
verkoop van hel boerderijtje
Kiompsteeg' I in De Haar aan de
heer H. L. Brandes> alhier.
De heer H. J. Westerik (CDA)
sprak hierbij echter wel zijn te
leurstelling uit over de procedure
die het college hierin heeft ge
volgd. „Wij hadden graag eerst 'n
raadsbesluit gezien over de vraag
of dit boerderijtje al dan niet moet
worden verkocht. We hadden daar
bij kunnen nadenken over de
vraag of de uitgang voor de daar
bij liggende scholen niet kon wor
den verbeterd. Het is ook bekend
dat in De Haar grote behoefte be
staat aan een soort cultureel cen
trum. Het is jammer dat we de
kans niet hebben gehad hierover
van gedachten te wisselen, 't Thans
over deze vragen verder praten en
het niet akkoord gaan met uw
voorstel zou niet behoorlijk zijn
tegenover de adspirant koper.
Vandaar dat wij menen uw voor
stel te moeten steunen", sprak hij
spijtig.
Het college gaf toe. achteraf be
zien, een dergelijk gesprek nuttig
zou zijn geweest hoewel het de
vraag is of de door de heer Wes
terik gewenste doelstelling finan
cieel haalbaar zou zijn geweest.
„We zitten niet elke week rond de
tafel zodat een procedure, als door
u bedoeld, veel tijd zou hebben
gevraagd", zei burgemeester En
klaar.
De heer J. Warrink (Gem. Bel.)
tikte het college op de vingers met
de opmerking dat transacties als
deze wel beperkt moeten blijven
in verband met toekomstige ver
wervingen. Hij doelde hiermee op
het feit dat bij de realisering van
het uitbreidingsplan De Haar dit
boerderijtje is verkregen voor een
beduidend lagere prijs dan de hui
dige opbrengst.
Namens het college onderschreef
burgemeester Enklaar deze opmer
king maar voegde daaraan toe dat
B. en W. deze verkoop tot voor
kort niet hadden voorzien. „Tot
voor kort heeft het steeds in het
voornemen gelegen deze woning af
te breken. Mede door opmerkingen
uit uw raad zijn we dit boerderij
tje later gaan zien als een speels
element in deze nieuwbouwwijk,
zodat werd besloten het te hand
haven". zei hij.
the en één voor Overijssel en Gel<
derland.
Het zendschema en de program
mering voor het seizoen 1976/1977
worden vrijdag 24 september in
een vergadering van het bestuur
van de NOS behandeld (aanvang
10 uur, VARA-studio, Hilversum).
In het nieuwe schema zendt de
RONO uit van 18.02 tot 19.20 uur
en niet meer, zoals tot nu toe het
geval was, van 18.00 tot-20.00 uur.
Van 18.00 tot 18.02 uur is er een
kort bulletin van de Radionieuws
dienst ANP, dat ook via alle ove
rige zenders van Hilversum 3
wordt uitgezonden.
In de nieuwe opzet wordt de na
druk gelegd op de programmering
per toekomstig werkgebied van de
drie te vormen regionale omroe
pen. Het gevolg daarvan is dat
het algemeen programma van de
RONO, dat tot nu toe voor het
hele RONO-gebied werd uitgezon
den, in die opzet komt te verval
len, behalve het sportprogramma
op zondag.
De beschikbare zendtijd voor de
gewestelijke programmastaven
wordt in het nieuwe schema voor
de meeste gebracht op drie keer
50 minuten per week, Friesland
krijgt drie keer 45 minuten en drie
keer 30 minuten, Gelderland vijf
keer 30 minuten.
De nieuwe indeling is als volgt:
Het Drents programma wordt uit
gezonden op dinsdag, donderdag
en zaterdag vanaf 18.30 uur via
alle drie FM-zenders van de
RONO.
Het Overijssels programma wordt
uitgezonden op maandag, woens
dag en vrijdag vanaf 18.30 uur
via FM-zender Markelo (96.2 MHz,
kanaal 31).
Het Gelders programma wordt
van maandag tot en met vrijdag
uitgezonden na het nieuws van
18.00 uur tot 18.30 uur via FM-
zender Markelo (96.2 MHz, kanaal
31).
Het sportprogramma van de
RONO op zondag van 18.00 tot
19.00 uur via de drie FM-zenders
blijft gehandhaafd, evenals het
literair programma (Boekenbus)
op de zondag van 19.00 tot 19.10
uur.