Opening showroom „Kehomy" in de „schure Ondernemers spreken hun bezorgdheid uit over economische situatie van Nederland Landbouwschap prijsvoorstellen Euro- commissie te laag .Once upon a time voor vrouwen Politieke scholingscursus geniet ook dit jaar veel belangstelling ^Hbhb HOLTEN 16 JAN. 1976 PAGINA 5 Negen leiders van grote Nederlandse bedrijven, t.w. J. R. M. van den Brink (Amrobank), H. F. van den Hoven (Unilever), G. Kraijenhoff (Akzo), P. van Meeteren (Nat. Nederlanden), H. A. C. van Riemsdijk (N.V. Philips Gloeilampen), F. O. J. Sickinge (VMF-Stork), A. Stikker (Rijn-Scheide-Verolme), E. van Veelen (Estel-Hoesch-Hoogovens) en G. A. Wagner (Kon. Ned. Petr. Mij) hebben een open brief geschreven aan de leden van de ministerraad, staatssecretarissen en leden van de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal, waarin zij hun grote ongerustheid uitspreken over de economische ontwikkeling in ons land. Aangezien de dagbladen over het algemeen slechts beschouwingen over de „verklaring", zoals zijn wordt genoemd, weergeven, laten wij de brief hieronder in extenso volgen: ,,Het is niet gebruikelijk dat een aantal ondernemers, die verant woordelijkheid dragen voor de leiding van grote, in belangrijke mate voor de export werkende bedrijven, zich gezamenlijk uitlaat over gewichtige nationale vraag stukken. Waarom doen wij dit nu wel? Om dat het met onze Nederlandse volkshuishouding niet goed gaat. Omdat wij ons daarover grote zor gen maken. Omdat een aantal diep ingrijpende problemen drin gend om een oplossing vraagt. Aan de publieke meningsvorming daarover willen wij naast de noodzakelijke stelïingname door de ondernemingsorganisaties vanuit onze eigen verantwoorde lijkheid deelnemen. Wat wij te zeggen hebben is niet nieuw, maar het is onder de huidige omstan digheden zo dringend, dat wij me nen het openlijk en duidelijk te moeten uitspreken. Waarom wij? De ondernemers die deze brief ondertekenen zijn be last met de leiding van publieke ondernemingen, die werkgelegen heid en welvaart bieden aan vele honderdduizenden medewerkers en de zorg hebben voor tiendui zenden gepensioneerden. Daar naast vertrouwden honderdduizen den beleggers, grote maar vooral ook kleine, waarvan zeer vele in eigen land, aan onze ondernemin gen een deel van hun besparingen toe. Hetzij rechtstreeks, hetzij via beleggingsmaatschappijen en pen sioenfondsen. De totale belangen waarvoor wij optreden zijn zó groot dat wij menen onder de hui dige omstandigheden onze stem niet alleen te mogen, maar te moeten laten horen. Bovendien geloven wij dat ons pleidooi waar lijk ten gunste van de nationale zaak 'is en verder strekt dan de hier genoemde belangen. Waar maken wij ons zorgen over? Niet in de eerste plaats over de internationale recessie, al zijn de gevolgen daarvan ook voor ons land ernstig genoeg. Aan deze recessie zal een eind komen. In een aantal landen zijn al sympto men van een beginnend herstel zichtbaar. De oorzaken van onze zorg liggen echter dieper. Zij heb ben te maken met een aantal structuurproblemen, die meer in het bijzonder de Nederlandse volkshuishouding betreffen. Nederland is een klein en dicht bevolkt land, dat als vrijwel geen ander land afhankelijk is van de internationale handel. Het ademt als het ware over zijn grenzen. Het bestuur van het Landbouw schap is van mening dat de prijs voorstellen van de Europese Com missie voor de Landbouw in 1976- '77 onvoldoende zijn. Het Land bouwschap blijft onverkort staan achter de berekeningen van het COPA die niet zyn veranderd. Bij menging van mager melkpoeder in pluimveevoeder wordt onaanvaard baar geacht. Monetair compense rende bedragen moeten evenredig worden afgebroken. Tot deze slotsom kwam het bestuur van het Landbouwschap bij 'n uit voerige bespreking van het EG- prijsbeleid voor 1976-'77 in zijn openbare vergadering van woens dag 7 januari j.l. Aan deze bespre king werd ook deelgenomen door vertegenwoordigers van de ver schillende produktiesectoren bin nen het Landbouwschap. Het CÖPA heeft een gemiddelde prijsverhoging gevraagd van 10;6 pet., hetgeen door het Landbouw schap is onderschreven. Het Com missievoorstel gaat niet verder dan gemiddeld 7.5 pet., en is dus ontoe reikend. Het bestuur hoopt dat ook voor de Nederlandse regering het voorstel van de Europese Commis sie onvoldoende zal zijn. voorstellen op monetair ge bied zijn voor de Nederlandse land- en tuinbouw zeer nadelig. Hoewel een herstel van de EG- markt door afschaffing van de mo netair compenserende bedragen is toe te juichen, is het Landbouw schap het niet eens met de manier waarop de Europese Commissie de m.c.b. vermindert. De voorgestelde wijze van afbraak betekent geen evenredige verlaging van de m.c.b. i in de Benelux en Duitsland. Bo- vendien laat de voorgestelde prijs- verhoging geen ruimte voor de ver- mindering van de Nederlandse m.c.b. Een verlaging van de m.c.b. werkt immers door in de prijzen j van land- en tuinbouwprodukten. Het béstuur is van mening dat in de voorstellen van de Europese i Commissie geen enkele aanwij zing te vinden is voor een doel treffend structuurbeleid. Vanuit de veehouderijsector spit ste de kritiek zich toe op de prijs voorstellen en de markt ordening. De richtprijsverhoging per 1 maart 1976 zal aanmerkelijk hoger dienen te zijn dan de voorgestelde 2 pet., terwijl dan akkoord kan worden gegaan met een tweede fase in de riehtprijsverhoging van 4.5 pet. De afbraak van de m.c.b. zou dan ge leidelijk verdeeld moeten worden. Verder pleit het Landbouwschap er voor om het nieuwe melkprijs jaar 1 februari a.s. te laten ingaan en niet, zoals de Europese Com missie wil, het oude prijsjaar met een maand te verlengen, 't Voor stel van de Europese Commissie om de interventieprijs van mager melk poeder te vervangen door 'n oriën tatieprijs wordt door het Land- bouwscliap ten stelligste van de hand gewezen, omdat dan een be langrijke pijler onder het zuivel beleid zal worden vandaan getrok ken. Wat de bijmenging van mager melkpoeder in veevoer betreft is het Landbouwschap van mening dat op dit poeder een zodanige subsidie moet worden verstrekt, dat dit meer concurrerend wordt met andere veevoedergrondstoffen. Dat betekent o.a. bijna een verdub beling van de toeslag die tegen woordig op kalvermelkpoeder wordt verstrekt. Het Landbouw schap maakt er bezwaren tegen dat de lasten van de ene sector worden afgewenteld op andere sectoren. Het voorstel om de premies op slaclitrunderen stop te zetten wijst het Landbouwschap ten stelligste van de hand. Integendeel, de pre mies zouden zelfs moeten worden aangevuld met een afslachtpremie voor jonge vrouwelijke runderen. Bovendien moet een versoepeling van het invoerregiem met het oog op het te verwachten aanbod van rundvlees in de EG worden afge wezen. De verhoging van de basis prijs van slachtvarkens heeft naar de mening van het Landbouwschap nauwelijks praktische betekenis. Betreffende de voorstellen voor ak- kerbouwprodukten staat een aan gekondigde prijsverhoging van ca. 5 pet. in sterke tegenstelling tot 'n voor 1975-'76 ongunstiger verhou ding tussen kosten en opbrengsten van 13 pet. Ei'nstige bezwaren heeft 't Land bouwschap tegen een uniforme in terventieprijs voor voergranen en een hogere referentieprijs voor al leen de beter bakkende tarwe. Het Landbouwschap staat op het stand punt dat er bij een goed marktbe heer en een goede sluiswerking t.o.v. derde landen voldoende ruim te is om het kwaliteitsverschil tot uiting te brengen binnen het tra ject van de drempel- en interven tieprijs. Met het afwijzen van het systeem van de zogenaamde „refe- rentietarwe", is volgens het Land bouwschap tevens de extra verho ging van de marktprijs overbodig geworden. Overigens betekent de voorge stelde verhoging van de drempel- prijs van mais dat de prijs van de fabrieksaardappelen voor een nog groter deel uit de zetmeelmarkt ge haald moet worden. Een aanpassing van de verwer kingsrestitutie aan de verhoogde drempelprijs van mais is daarom noodzakelijk. Het commentaar van het Land bouwschap op de voorstellen voor groenten en fruit spitste zich toe op de prijzen en de rooiregeling. De voorgestelde verhoging van de inleveringsprijs voor groenten, appelen en peren met 3 pet. bena dert volgen het Landbouwschap te dicht de kostprijs. Daardoor wordt het produceren voor de interven tieprijs een bijna lonende bezig heid in enkele lidstaten. Het bete kent een voortdurende ontwrich ting van de markt. Een verhoging van de referentieprijs (bescherming tegen importen uit derde landen) met 4 pet. is te weinig om de kos tenontwikkeling te kunnen volgen. De voorgestelde rooiregeling wordt door het Landbouwschap in beginsel als juist beoordeeld. Het voorstel komt evenwel te laat en is bovendien te beperkt van om vang. Door het benutten van zijn gun stige ligging en gestimuleerd door een realistisch economisch beleid, dat goede kansen en. voldoende manoeuvreerruimte bood aan de ondernemingen en steunend op een constructief overleg tussen werknemers en werkgevers, is ons land erin geslaagd tot een bijzon der goede ontwikkeling van werk gelegenheid en welvaart te ko men. Tot voor enkele jaren kon vrijwel een ieder die wilde werken in ons land werk vinden. En de welvaart van brede lagen van de bevolking is, ook vandaag nog, groter dan ooit tevoren. De sterke groei van de wereld handel heeft stellig veel bijgedra gen tot dit nationaal economisch succes. Bovendien wist Nederland in die groeiende handel jarenlang een toenemend aandeel te verwer ven. Juist nu de groei sterk ver minderd is, ziet het er naar uit dat wij ons aandeel in de wereld handel nauwelijks zullen kunnen handhaven. De Nederlandse concurrentieposi tie tegenover het buitenland is lange tijd zeer sterk geweest. Het ging ons bedrijfsleven dan ook goed tot het midden van de jaren zestig. Daarna is het met de con currentiepositie bergafwaarts ge gaan. De winstgevendheid van de bedryven is snel verminderd. In de loop van de jaren zeventig daalde deze in vele ondernemin gen zelfs ver beneden het peil dat nodig is om de zaken te kunnen blijven voortzetten en uitbreiden. Door de voortdurende aantasting van de winsten is de financiële kwetsbaarheid van grote delen van het bedrijfsleven zozeer toe genomen, dat vernieuwing zowel als expansie thans ernstig worden belemmerd. Alle reden tot bezorgdheid. Alle reden om te verwachten dat een ieder alles op alles zou zetten om de situatie te verbeteren. Maar het tegendeel blijkt waar. Juist nu worden wij geconfronteerd met een slecht ondernemingsklimaat, waarin de dikwijls afbrekende kritiek op de ondernemingen on verminderd klinkt. Ook het hui dige overheidsbeleid draagt in on voldoende mate bij tot een herstel van vertrouwen in de mogelijkhe den van toekomstig ondernemen. Ondernemers zien zich onder zul ke omstandigheden dikwijls ge noodzaakt nie~xwe investeringen achterwege te laten, investeringen die nodig zijn voor het behouden van arbeidsplaatsen en het schep pen van nieuwe wrekgelegenheid. Juist voor een internationaal ge oriënteerd bedrijfsleven als het Nederlandse is een dergelijke ont wikkeling uiterst gevaarlijk. Als wij er niet in slagen, te komen tot een structurele verbetering van de ondememingsrendementen, tot het scheppen van nieuwe export mogelijkheden en daarmede tot een daadwerkelijke bestrijding van de structuurwerkloosheid, zullen de gevolgen ernstig zijn. Wij stellen voorop dat de sociale voorzieningen, zoals wij die in ons land kennen, een kostbaar goed zijn. Maar wij vrezen dat veel van wat in de afgelopen jaren werd verworven zoals de vervulling van vele maatschappelijke wen sen, sterk verbeterde materiële omstandigheden voor brede lagen van de bevolking, toegenomen zorg voor de maatschappelijk zwakkeren in belangrijke mate zal worden aangetast, indien wij er niet in slagen de economische fundamenten, waarop de sociale bovenbouw rust, snel en aanzien lijk te versterken. Onder meer zal daartoe bij de collectieve voor zieningen zelfs waar dit de sociale sector betreft hier en daar welbewust een stap terug moeten worden gedaan om erger te voorkomen. Wij mogen ons bij het beoordelen van de situatie vooral niet blind staren op de aardgasbaten. Deze zijn namelijk tijdelijk van aard. En met dit tijdelijk karakter wordt onvoldoende rekening ge houden. Zij worden te veel ge bruikt om collectieve voorzienin gen van consumptieve aard te financieren, die ook in de toe komst op de Nederlandse volks huishouding blijven, drukken. Wij moeten door dit gordijn heen zien nu het nog niet te laat is om bij te sturen. Waar liggen de belangrijkste structurele knelpunten? Nederland, dat lang concurre rend is geweest, heeft nu hogere produfctiekosten dan de meeste andere landen. Hierby speelt een bclaixgryke rol, dat de arbeidskosten, vooral in de laatste jaren, zeer sterk zyn gestegen. De voornaamste oorzaak daar van is de snelle toeneming van de druk van belastingen, sociale pre mies, retributies en heffingen, die in Nederland dan ook uitzonderlijk hoog zyn. Aanzetten om tot beper king van die druk te komen zyn sedert 1973 ongedaan gemaakt en sindsdien vervangen door een ver snelde drukverzwaring. De opwaartse druk op de ar beidskosten wordt nog versterkt door de toepassing van de wette lijke minimumloonregeling. Het Nederlandse wettelijke minimum loon dat hoger is dan in enig ander land heeft namelijk in de praktijk tot gevolg dat ook de boven het minimum liggende lo nen extra omhoog gaan. door een te snelle stijging van de arbeidskosten werd het tempo, waarin op menselijke arbeid wordt bespaard door technische en organisatorische verbeteringen een proces dat ten grondslag ligt aan alle welvaarts- én wel- zijnsgroeï te hoog. De vrijko mende arbeid kon daardoor niet in voldoende mate worden opge vangen door uitbreidingsinveste ringen. Die werden in steeds meer gevallen onmogelijk gemaakt door het te hoge arbeidskostenpeil. Het deel van onze in verge lijking met andere landen toch reeds relatief geringe beroeps bevolking dat door werkloosheid of arbeidsongeschiktheid is uitge schakeld bedraagt 1 op 5; de last van het grote aantal niet-actieven drukt zwaar op het inkomen van de actieven. Juist in deze moeilijke econo mische situatie stuiten onze on dernemingen op een maatschap pelijke ontwikkeling waarin vanuit een naar onze mening een zijdige en dogmatische visie wordt 'gestreefd naar maatschap pijvernieuwing. Aanpassing van de maatschappelijke structuur aan veranderende omstandighe den is ook naar onze mening een voortdurende noodzaak. Maar men moet daarbij wel maat weten te houden, zich niet verwijderen van de economische werkelijkheid en, met name wat ons land betreft, van de levenswetten van 't onder nemingsgewijze voortbrengings- stelsel. Wij denken hierbij o.a. aan de beleidsvoornemens met betrek king tot de vermogensaanwas- deling en de personeelsraden. Wij zijn van oordeel dat behoud van belangrijke sociale verworvenhe den op basis van een gezonde economische ontwikkeling thans veel belangrijker is dan dergelijke experimenten. Ook zonder nieuwe experimenten kan de ontwikkeling naar nieuwe samenwerkingsvormen binnen de onderneming voortgang vinden. De pas gewijzigde structuren heb ben nog nauwelijks kans gehad tot ontwikkeling te komen. Wij zijn van mening dat het moderne management binnen het huidige wettelijke kadèr in staat is, aan de reële behosfte aan nieuwe samenwerkingsvormen binnen de onderneming tegemoet te komen en daaraan op constructieve wijze vorm en inhoud te geven. Waar wij aan het begin van het nieuwe jaar 1976 echter vóór alles de nadruk op Willen leggen is, dat het, afgezien van de conjunctu rele problemen, structureel niet goed gaat met de Nederlandse economie. De conjuncturele terug slag 'kan ons land niet zelfstandig opheffen, de structurele vraag stukken liggen echter grotendeels in Nederlandse handen. Met de oplossing daarvan dient zo snel mogelijk een effectief begin te worden gemaakt. De verantwoor delijkheid die wij dragen brengt ons ertoe, met klem aan te drin gen op een zeer spoedig overleg tussen overheid, werknemers en werkgevers, gericht op een wezen lijke ombuiging van het beleid. De belangrijkste elementen van de gezamenlijk na te streven op lossingen zullen onzes inziens moeten zijn: le een aanzienlijk terugdringen van de collectieve druk belas tingen, sociale premies, retribu ties en heffingen van de overheid als voorwaarde voor een daad werkelijke beperking van de stij ging van de 'arbeidskosten zonder een onaanvaardbare druk op de arb ei dsinkom ens 2e een radicale verbetering van het ondernenvnigsklimaat door een positieve benadering van onderne mend Nederland en door het ver mijden van beleidsdaden en -uit spraken, die het vertrouwen van binnen- en buitenland in de mo gelijkheden, die Nederland biedt, ondermijnen; en ten slotte 3e een bundeling van economi sche en maatschappelijke krach ten, zodanig dat in goed overleg tussen overheid, werknemers en werkgevers een beleid kan wor den gevormd dat erop is gericht werkgelegenheid, welvaart en wel zijn in de toekomst veilig te stel len." 9 januari 1976 11i Vrijdagmiddag hield de sinds eind mei 1973 in Holten gevestigde Technische groothandel „Rehomij B.V." „Open-Huis" ter gelegenheid van de opening van een zeer mo dem en aantrekkelijk ingerichte showroom in het pand Wansink- straat 17 alwaar voorheen geves tigd was het levensmiddel enbedrïjf Voordes-Vorkink. „Rehomij" hoopt hiermee haar afnemers regelmatig op de hoogte te houden van mogelijkheden t.a.v. het leveringsprogramma. Het tentoongestelde omvat grote houtbewerkingsmachines, zoals vandiktebanken, freesmachines, formaatzaagmachines, cirkel-, af kort- en lintzaagmachines schuur- machines enz. alsook de hiervoor benodigde gereedschappen in ve lerlei uitvoeringen en verder stof- en spaanderafzuigingen, slijpma chines, slijpmaterialen enz. Ook de slijpservice voor de diverse ge reedschappen en wel in 't bijzon der van hardmetalen, cirkelzagen en frezen worden door „Rehomij" verzorgd. Van de zijde der aannemers, meubelfabrieken en andere hout verwerkende industrieën alsook In het pand H. J. Wan- sinkstraat 17a, opende vrijdag 9 januari de technische grootho,ndel „Rehomy B.V." 'n shoiv- van toeleveranciers bestond voor deze opening grote belangstelling. Mede door de vele prachtige bloemstukken die werden aangebo den kreeg de show een zeer goed verzorgde en feestelijke indruk. „Rehomij" hoopt dat deze show room, mede door het geven van goede service, in grote omgeving in een behoefte zal voorzien. Als eerste in een serie van vier, vond j.l. maandagavond 'n po litieke scholingscursus voor vrouwen plaats in de grote zaal van hotel Vosman. Even als vorig seizoen bleek óók voor deze cursus weer een zeer grote belangstelling te be staan. De bijeenkomst werd geopend door cursusleider mevr. F. A. v. d. Wijk- Oomkens, die, na woorden van wel kom, tot haar genoegen consta teerde dat de deelname ten op zichte van het vorig seizoen nog was toegenomen, waaruit de con clusie kon worden getrokken dat deze cursus in de behoefte voorziet tot meer politieke informatie. De gespreksleiding werd ook nu weer verzorgd door mevr. E, Ber- voets-Wiersma uit Markelo. Tijdens haar inleieding zei mevr. Bervoets het als een groot voordeel van deze cursus te zien dat het dames van verschillende politieke plui mage samenbrengt en hogenlijk ook nader tot elkaar brengt. Terugziende op het verleden zei ze verder dat deze scholingscursus sen aanvankelijk werden georga niseerd door slechts vier landelijke vrouwenorganisaties, vorig jaar door zes en dit jaar zelfs door ne gen. „Vorig jaar hebben alleen in de provincie Overijssel ruim 7000 dames aan deze cursus deelgeno men. Voor de cursus in Holten hebben zich tot nu toe 71 d/mes aangemeld en ik heb vernomen dat op alle 14 cursusplaatsen in Over ijssel een grote toeloop te consta teren valt", aldus mevr. Bervoets die nog meedeelde dat tijdens de volgende drie cursusavonden als onderwerpen achtereenvolgens aan de orde zullen worden gesteld: „Ontwikkelingssamenwerking", „Landschapsparken" en „Inkomens politiek". Inleiding 55 Henry Fonda, Chai-les Bronson en Claudia Cardinale, als hoofd rolspelers, een Sergio Leone, als regisseur, staan borg voor het grote succes, dat de western „On ce Upon A Time In The West" geniet in ons land. Vooral de ach- tex-grondmuziek van Ennico Mor- ricöni, gekaraktei-iseerd door een gevoelige vrouwenstem en een schrille mondharmonica, klonk vaak door de sfeervol ingerichte deel van jeugdsociëteit „de Schu- i-e". Hierdoor geïnspireerd wist onze filmdeskundige deze film te bemachtigen. Vrijdagavond 16 jan. (vanavond) en zondagmiddag 18 januari, respectievelijk vanaf 20.30 uur en 14.30 uur, vertoont „de Schure" de film, die over de ge hele wereld volle zalen trok. Een kritikus schreef eens: „Leone gaf de Western een nieuw gezicht". Niets is minder waar. Perfekte timing, authentieke enscenering en enorm vakmanschap tillen dit eenvoudige verhaal ver boven de middelmaat uit. Revolvervirtuoos Frank, die altijd aan de verkeerde kant van de wet opereert, is door een spoorweg maatschappij in dienst genaomen om „obstakels" w.o. levende, op te ruimen. Waar Frank ook gaat, hoort men de lugubere indringen de klanken van een mondorgel, be. speeld door Harmonica, de myste rieuze Mexicaan, die Frank volgt als de schaduw de doods. Cheyne, de roekeloze bendeleider, ten on rechte verdacht van een aantal moor-den, heeft ook een gegronde reden om Frank niet te mogen. En datzelfde geldt voor Jill, de aantrekkelijke weduwe, wier man door Frank werd gedood. Tussen deze vier mensen ontspint zich de fascinerende, dynamische en dra matische aktie, die een superbe klimax krijgt in het duel tussen Frank en Harmonica. Wij raden je aan op tijd aanwezig te zijn, want ,,de Schure" is niet oneindig groot. De entreeprijzen: leden f 2,- en niet-leden f 2,50. Na afloop zul je één ding met ons beamen: Een film om niet te missen. Jeugdsoos „DE SCHURE" Als sprekers voor deze avond, waarin het onderwerp „Stadsver nieuwing" centraal werd gesteld, werkten mee mevr. J. R. Moulin- Gerritse, lid van de C.P.N. te Utrecht, en de heren H. Rienks, lid van de Tweede Kamer voor de PvdA, K. H. Vos, wethouder van Soc. Zaken te Deventer voor het CDA en G. C. Dogterom uit Die penveen, lid van de Prov. Staten van Overijssel voor de WD, Voorafgaand aan de discussie kreeg elk der vier sprekers acht minuten om aan de cursisten de politieke visie van hun partij t.a.v. stadsvernieuwing kenbaar te ma ken. CPN voor massa-actie Namens de CPN sprak als eerste mevr. Moulin. Zij constateerde dat de woningen in de oude stadswij ken veelal worden .bewoond door mensen uit de laagste inkomens groep. „In deze wijken, waar ook geen ruimte is voor kinderen, par keerruimte en groen vrijwel altijd ontbreken, hebben deze mensen be grijpelijk geen plezier in hun woon- situatie. Daarom streven wij com munisten naar een versneld voort gaande woningbouw met betaalba re huren voor de laagste inkomens. Om dit te bereiken zal er goedko per geld voor de woningbouw moe ten komen en het BTW-tarief voor de woningbouw tei-uggebracht moe ten worden van 16 naar 4 pet." Ten aanzien van de inspraak door de bevolking verklaarde zij sterk voor massa-acties (demon straties) te zijn,' omdat het verle den heeft geleerd dat dit het mees te effect sorteert. VVD wel voor inspraak maar tegen meebeslissen Sprekend namens de VVD maakte de heer Dogterom, t.a.v. stadsver nieuwing een duidelijk onderscheid tussen historisch waardevolle pan den en andere gebouwen. Ten aan zien van de renovatie (opknappen) was hij van mening dat de koster in verhouding behoren te staan tot het te vex-wachten woongenot. Ten aanzien van de inspx-aak zei hij de laatste jaren ervaringen te hebben opgedadn die hem waren tegenge vallen. „De werkelijke belangheb benden zie je bij hoorzittingen vaak niet verschijnen en overigens is het vaak een vrijblijvend ge praat. Ik ben wel voor inspraak maar niet voor het meebeslissen van de bevolking omdat bij zaken als stadsvernieuwing vaak proble men om de hoek komen kijken die de gewone burger onmogelijk kar overzien", aldus de heer Dogter om. P. v. d. A.: Taak voor overheid PvdA-woordvoerder H. Rienks zei dat het bij stadsvernieuwing draait om de vraag: ,,Hoe krijg je 'nieuw voor oud? Een versleten jas is in onze tijd gelukkig vrij een voudig door een nieuwe te vervan gen.. Anders is dat met woningen die gebouwd moeten worden voor een levensduur van gem. 50 jaar. De oude stadskernen geven te zien dat woningen zelfs wel 100 jaar meegaan. Deze woningen wor den veelal bewoond door de so ciaal zwaksten uit de maatschappij, die de nieuwbouwwoning vaak niet kunnen betalen, zo dit al be schikbaar zou zijn. Daarom is de PvdA er voorstander van dat de gemeenten de stadsvernieuwing zo snel mogelijk aanpakken. Het is een taak voor de overheid omdat de praktijk te zien gééft dat dé~" eiegenaren en belanghebbenden niet genoeg bij elkaar kunnen ko men om tot verbetering te geraken. In overleg met de bewoners vinden wij dat zo snel mogelijk de oude woningen moeten worden verbe terd of vernieuwd." CDA: gedoogplicht nodig CDA-woordvoerder K. H. Vos zei dat het bij stadsvernieuwing niet alleen gaat om werkgelegenheid voor bouwvakkers, maar om ver betering te brengen in de vaak er barmelijke situatie waarin de wo ning en de omgeving verkeren die de bewoners weten te waarderen. Hij zag als het grote voordeel van renovatie dat het karakteristieke van de woonwijk kan worden be waard. „Renovatie geeft grote pro blemen. Als b.v. in eenblok van zes woningen één bewoner niet meedoet kan de rest ook niet woe den opgeknapt. Nederland heeft naar mijn mening behoefte aan een wet waarin de eigenaar de zgn. gedoogplicht krijgt opgelegd, in die zin, dat de woning van een eige naar die niet mee wil of kan doen door de overheid wordt over genomen en in overleg met de be woner in het renovatieplan wordt ingebracht." Na een korte pauze, waarin door de cursisten groepsgewijze vx-agen werden voorbereid, werd op de standpunten van de diverse spre- kèrs nader ingegaan. Een ogenblik dreigde daarbij de discussie waat uit de hand te lopen toen CDA- woordvoerder Vos, tegen de tevo ren gemaakte afspraak in, een aan val deed op mevr. Moulin (CPN) die tevoren gezegd had dat zij massa-acties zag als inspraak in op tima forma. Hij verklaarde met nadruk het daarmee niet eens te zijn. „Inspraak is dat men van huis tot huis gaat om gegevens te ver zamelen om nadien te bekijken wat hiervan binen het kader van d« rijksregeling mogelijk is. Bij massa acties hoor je wel veel kreten maar je lost er niks mee op", riep hij haar toe. Mevr. Moulin verweei"de zich met de opmerking de tegen de te voren gemaakte afspraak de geda ne aanval van de heer Vos onsym pathiek te vinden. „Dit is ook de reden dat ik aan discussies als deze eigenlijk liever niet mee doen. Maar nu u dit toch hebt gedaan neem ik ook het recht te stellen dat met name het CDA en de WD er de schuld van zijn dat op de woningbouw 16 pet. BTW wordt geheven en niet 4 pet.", kaatste zij bits terug. Nadat dit persoonlijke debatje terecht door discussieleidster me- voruw Bervoets, was afgebroken werd op een viertal vragen nog na der ingegaan. De avond werd rond tien uur be sloten. De volgende cursusavond zal worden gehouden op 4 februari a.s. Nieuwe aanmeldingen kunne* plaats vinden bij cursusleidster m- vrouw F. A. v. d. Wijk-Oomkex Ab Jansenstraat 6, tel. 2462.

Erfgoed Rijssen-Holten

Holtens Nieuwsblad | 1976 | | pagina 5