UITLAATGASSEN Miljoen kilo gif per jaar de straat op l De Vlaamse censuur en het bloot Verontrusting Schrijvers (gematigde) IF Grens h Miniem Anti-klopmiddel Veel vragen MEISJE MARTELAAR ARMZALIG BENAUWEND BARRIèRE Wanneer wij een paar druppeltjes olie onder onze wagen zien liggen, snellen we naar een garage om dat euvel ogen blikkelijk te laten verhelpen. Zo zijn wij. Olie lekken gaat ten koste van onze portemonnee. Bij het opgelucht verla ten van het servicestation drukken we welgemoed het gaspedaal in, zodat de uitlaat een blitze, blauwe wolk uit braakt. Dat heet dan uitlaatgas. Ondertussen vergeten we dat het Ne derlandse autopark in 1968 globaal be rekend een miljoen kilogram lood op en nabij onze wegen en in de atmosfeer zal „spuiten". Een verbijsterend getal Een miljoen kilo ^gif Industrieën, worden w herhaaldelijk van beticht en niet altijd ten on rechte de lucht sterk te verontreini gen. Maar wat doen de honderdduizen den automobilisten dagelijks? Ze zijn bezig elkaar en anderen loodvergifti- ging te bezorgen. Naar aanleiding van alarmerende be richten uit het buitenland heeft dr. J. Th. L. B. Rameau van het bedrijf slabo ratorium voor grond- en gewassenon- derzoek van TNO te Oosterbeek een oriënterend onderzoek verricht naar de verontreiniging van gewassen die langs Nederlandse wegen groeien. Daarbij is gebleken dat de loodgehalten van'gras acht tot twintig keer de normale waar de kunnen bereikenin de middenber men zelfs meer dan 100 maal het nor male' gehalte. Op een afstand van 150 meter van de autoweg is een verontrei- „Het loodgehalte' van de desbetref fende grond is ook sterk verhoogd. De resultaten dié ik heb verkregen, geven voor .mijn gevoel voldoende aanleiding tót verontrusting", zegt wetenschappelijk onderzoeker Ra meau. „Door het steeds groeiend benzine verbruik kan de hoeveelheid lood die als verbrandingsprodukt door de au to's wordt uitgeblazen, per jaar met ongeveer 10 pet. toenemen. In 1966 kwam er nog „maar" 800.000 kg op en in de buurt van wegen te recht. Deze snelle groei wordt onvol doende onderkend. OP bepaalde plaatsen dat staat nu al vast zijn de gehaltes te hoog. Ik ben geen medicus, maar ik kan wel ongeveer begrijpen wat dit voor onze volksge zondheid betekent. Bij het rundvee dat het meest vatbaar is voor lood en bove.ndien .de grootste „porties" lood binnen krijgt, zijn nog geen do delijke gevallen geconstateerd. Maal ais het zover moet komen zijn we te laat. Daarom hoop ik met mijn on derzoek te bereiken dat de desbetref fende instanties attent worden", al dus dr, Rameau. Zolang deze enorme loodverontrei niging voortgang blijft vinden, acht dr. Rameau het niet verantwoord in de onmiddellijke nabijheid van auto wegen granen, bieten, koolsoorten, sla en andere groentesoorten te ver bouwen, wat nu nog in ruime mate wordt gedaan. „In Nederland is over het, loodpro- bleem nog betrekkelijk weinig onder zoek verricht", zegt de heer Ra meau, „Maar alles .wat tot 't voed selpakket van de. mens moet worden 'gerekend, dient zover mogelijk van de „loodbanen" te worden gehou den". Wassen is altijd geboden. Hoe ontstaat loodveronlreinigmg? „De uitlaatgassen, die door het moderne verkeer de lucht worden in geblazen bevatten naast onschuldige gassen, loodhoudende verbrandings- prouuKlen. Ml onusiaah uuur vcrura.i- ding van het lood-tetra-aethyi RbtG2Ho; i - dat ais anu-kiopmiddel aan benzine wordt toegevoegd. Deze benzine bevat ongeveer 500 mg lood per Iitër(?). Hiervan wordt een kwart afgezet in de motor, de uitlaat en de olie, terwijl driekwart, in lijn- verdeelde toestand met uitlaatgassen wordt uitgestoten in de vorm van loodverontreiniging als: loodoxyde, loodsulfaat', loodfosfaat of loodhalo- genen", aldus zet de heer Rameau uiteen. De grootte van de deeltjes loodver- bindingen ligt tussen 'n honderddui zendste mi li meter en meerdere mili- me'.eis. llf. loodgebaiu ir. de atmos feer hang'. uiteraard sterk al van ue omstandigheden. Wanneer de maxi mum-toegestane sterkte op 100 wordt gesteld, blijkt .nen :n grote Amen- .<aar.se steden al g<?m;ddelden van 40 te hébben gemot» n. Spitsuren leve ren r.cg angstwekkender gegevens. Do hoor- Rameau. ..Een mar., dio de hele dag bijvoorbeeld gras maa.t op middenbermen van belangrijke verkeerstraverses door Rotterdam :s 's avonds aan het maximum toelaat bare gekomen". Uit de vele buitenlandse onderzoe kingen en die van Rameau blijkt: hoe dichter men bij de autowegen komt des te meer lood wordt er in het gewas gevonden. Het loodgehalte van de onder grondse delen (knollen en wortelen) bleef mits gewassen laag. Oók bij hoge loodgehalten van het blad en een hoog gehalte van de grond. „Het gaat dus voornamelijk om het door elkaar Iepen van loodstoffen op het huidoppervlak. Het lood .als zoda- n.n wordt niet door de plant opgeno- zijn kruispunten, e.d.) worden de groot ste hoeveelheden iood gevonden. Dr. Rameau Aan het laboratorium grond- en gewasonderzoek heeft oriënterend onderzoek vooral autoweg E36 verricht. Een hoopgevend puntje in de donkere loodgaswolken was daarbij dat in ons dichtbevolkt landje de cijfers voor het totale loodgehalte in de grond (nog wel) lager liggen dan die welke in Duitsland en Frankrijk zijn gevonden. Wanneer ontstaat er gevaar voor de gezondheid? i ,,De meningen over de hoeveelheid lood die door het menselijk lichaam oc den duur zonder schade voor ue gezpndhe:d kan worden verdragen lopen uiteen. Deskundigen hebben factor: „Bij opname van 1 mg lood per dag wordt er in het lichaam ook 1 mg afgebroken. Alles Avat hierbo ven komt, stapelt zich op (accumu leert) in het menselijk beenderge- stcl. Voor mij is het nu de vraag bij hoeveel mg lood gaat de accumula tie schadelijk werken in het mense lijke lichaam. Voor de mensen die roken is dit in het bijzonder van be lang, omdat is komen \-ast te staan dat zij 10 procent méér lood in het bloed hebben dan niet-rokers. „Vele loodverbindingen zijn gas- Aovmig. Deze zijn nog veel gevaarlij ker dan het lood dat Ave via het voedsel binnen krijgen. „De maag is beter bestand tegen loodverontreini ging dan het longweefsel". „Duitse geleerden hebben bij rund vee geconstateerd dat er belangrijke hoe-vee.heden lood werden aangetrof fen ir. melk, d:e afkomstig was van koeien die 'r de buurt van autowe- Ken kijkje op de ujdeling spo-m- elementenondefzoek van Mariën- daal. Hier vindt ook het lood onder zoek plaats. geraamd dat de invloed van autowe gen buiten beschouwing gelaten, de loodopname via de belangrijkste plantaardige hoofdvoedingsmiddelen al zo'n 1,5 mg per da>g kan bedra gen. Door medici wordt 1 mg per dag als uiterste grens aangehouden. Voedingsmiddelen die vlak bij een autoweg worden verbouwd, gaan de- ze uiterste limiet ver te boven". Di Kajneau wijst hierbij nog op een heel andere, heel belangrijke Waarom wordt antiklopmiddel? ge bruikt? „Men zou eenvoudig kunnen stel len dat dit antiklopmiddel onmiddel lijk uit de benzine zou moeten wor den gehaald. In sommige landen zijn deskundigen die- het, middel van staatswege verboden zouden willen om dr. Rameau zo gebrand is op de ze uitkomsten. „Het is voor mij een grote vraag of drinkwaterwinge- bieden in de buurt van autowegen mogen liggen. En hoever is de be smetting bij de waterwinning doorge drongen". aldus dr. Rameau. Er hangen \'oor hem enkele interessante Ma. heb opdrachten in de lucht. Het rijtje be langhebbenden bij zijn onderzoekin gen wordt steeds groter.„Ik heb graag veel mensen bij elkaar om de kwestie te bespreken. Dit vergroot de kans dat de desbetreffende over heidsinstanties iets zullen gaan doen", aldus dr. Rameau. Tot op een afstand van 150 m is de invloed van de loodverontreini ging merkbaar. Zoals hier grazen koeien kort op de weg. De weilan den in deze gebieden zijn sterk ver ontreinigd. het aan de benzine onttrekt staan binnen een maand alle auto's stil. De benzinemaatschappijen wer ken hard aan beier antiklopmiddel. Er is ook een beter middel, maar het schijnt ontzettend duur te zijn. Tot het moment dat er een onge vaarlijk antiklopmiddel is uitgevon den, zou ik erop willen aandringen in de auto's een chemisch of mecha nisch filter in te bouwen om het ge- vaar te keren. Daarnaast is het van groot belang dat,, zolang er geen maatregelen zijngenomen-", loan .-mieeH .4 systematisch onderzoek naai' de stand' van'zaken woreft ingesteld''^ zó meent dr. Rameau. Hij vertelt dat hij is „overdonderd" door de belang stelling, die er" voor zijn eerste on derzoek op dit gebied is getoond. „Ik ben eem'oudig beduusd door het aan tal reacties, voornamelijk uit Ameri ka, Zweden en Nederland", zegt de geleerde uit Oosterbeek. Wat doen de benzinemaatschappijen aan het gevaar van loodvergiftiging? Dr. J. P. IC. Sloos. coördinator bij het Sales Engineer Department van Esso Nedei'land in Den Haag: „Op dit moment is de loodverontreiniging nog moeilijk tegen te gaan. Op de laboratoriums van de benzinemaat- schanDijen worden velerlei onderzoe kingen A'erricht om de verontreini ging terug te dringen". Volgens de heer Sloos is het „.moeilijk te zeg gen" in welk stadium dit onderzoek zich bevindt. „De zaak ligt niet zo eenvoudig als het schijnt. Alle raffinageprocessen en ook alle motoren zijn erop gemaakt dat het minimum oetaangetal af hankelijk van de kwaliteit 90 tot 98 bedraagt, Dit getal wordt tenslot te bereikt door loodtelra^aethyl aan de geraffineerde benzine toe te voe gen. Theoretisch is het mogelijk dit niet te doen. maan dan zou het raffi neren bijzonder kostbaar worden", aldus de heer Sloós. „Verder zou er van alle motoren een herzien ont werp moeten komen. Een verande ring zou dus van twee kanten beke ken heel duur worden". De heer Sloos stélt dat de onder zoekingen als die van dr. Rameau vaak veel te theoretisch zijn. „Tn de naaste toekomst zal de zaak gezond blijven. Tot 2000 hoeven wc ons niet ongerust te maken". gen hadden geweid. Vaak lukt het niet kalveren van dergelijke koeien groot te brengen. Ik denk door be smetting van tepels van de moeder koe. Weer een factor waarmee we kennelijk rekening moeten houden", zegt dr. Rameau. Rund- en pluimvee zijn het gevoeligst voor lood. Daarna komen varkens, geiten, schapen, kat ten, honden, konijnen en paarden. Paarden schijnen tienmaal zoveel lood te kunnen verdragen dan runde- Uit het onderzoek van dr. Rameau en zijn staf is naar \roren gekomen dat het anti klopmiddel in de benzi ne. de grote „loden" boosdoener is. Tenslotte het oordeel van medici. Men schijnt in de medische wereld weinig onder de indruk te zijn van de ernstige loodverontreiniging, waar dr. Rameau op wijst. Dc verschijnse len van loodvergiftiging zijn bekend en bovendien is het aantal inmiddels geregistreerde gevallen miniem. Medici juichen het niettemin toe. dat het bermtoerisme mede uit een oogpunt van de volksgezondheid is A'erbodcn onder meer omdat loodver giftiging miskramen kan veroorza ken. Dr. IC. Biersteker, wetenschappe lijk onderzoeker bij de Rotterdamse GGD. acht de vrees van dr, Rameau eveneens gebaseerd op tè veel theo rie, In de~praktijk heeft dr. Bierste ker nog geen gevallen van loodver giftiging gehad (Maastunnel in spits uur!'). Over de onderzoeken naar loodver ontreiniging in het algemeen zegt dr. Biersteker: „Ach, ieder land schijnt langzamerhand enkele loodalarmeurs te hebben gekregen. Het is goed dat die mensen er zijn. Er zit natuurlijk veel goeds in hun onderzoek. Het lijkt me waarschijnlijk dat de lood- cumulatie in het menselijk lichaam steeds sterker wordt. Als medici be merken dat het verkeerd gaat dan zijn zij de eersten die hard aan de bel zullen rukken. Maar daar is nu nog geen reden toe", aldus dr. Bier steker, „Andere verontreinigingen in lucht, water en voedsel houden om aanwijsbare redenen de medische wereld veel sterker bezig". Voor dr. Rameau van het. bedrijfs- laboratorïum voor grond- en gewas- onderzoek TNO zijn nog veel vra gen onbeantwoord gebleven. Vragen die zegt hij heel snel een ant- Avoord moeten hebben. Nadere stu dies zijn noodzakelijk; o.m. om te bepalen hoever de loodbesmetting het open land indringt. „De windsin- gels bomen en struiken langs de autowegen blijken heel veel tegen te houden, maar dit is maar één as pectje van de zaak. Ik zou graag Avillen Aveten hoe verschillend de dichtheid van de loodcijfers langs diverse autowegen is". Even later wordt duidelijk, w; BRUSSEL. Vlaamse schrijvers - van wie overigens vele hun eerste boek nog moeten publiceren - zijn in opstand gekomen tegen de censuur. Men moet zich dat nu weer niet al te ernstig voorstel len. Noch de opstand, noch de censuur. Met name in het Vlaamse land, in de arrondissementen Brugge en Antwerpen, hebben de gerechtelijke autoriteiten de laatste we ken met ijver gesnuffeld in veelal (slecht) gestencilde blaadjes, die onder literatoren en hun aanhang van pseudo-kunstenaars circule ren. Zogenaamde literaire tijdschriften, die het aanzien nauwelijks waard zijn. Ze snuffelden ook. de procu reurs des konings, in het Ameri kaanse blad Playboy een num mer werd in beslag genomen en de procureur des konings in Brugge daagde Hugo Claus voor de rechtbank, omdat deze in een bewerking van het middeleeuAvse spel Marike van Nimweghen drie naakte mannen het toneel liet op draven met als gevolg dat bij tol -1 maanden gevangenisstraf werd veroordeeld. De actie van de gerechtelijke autoriteiten is vooral gericht op (.vermeende) uitingen van porno grafie). Niet op subversieve kreten, waarmee de bedoeide blaadjes ook A'ol staan. De censuur heeft het op de schuttingwoorden en de- blote plaatjes gericht en daarom heeft die censuur niet veel om het lijf- zijn met onschuldig lijkende cen suur. De jongere schrijvers concehr treren heel hun actie op de..eis, dat zij het recht hebben schut tingwoorden te gebruiken, allerlei seksuele toestanden en wantoe standen desnoods tot in de fines ses te beschrijven en met ver wijzing naar Claus, die door liet proces iets van de martelaar krijgt het bloot te tonen waar en wanneer ze dat willen. Vreemd spectakel in een land, Het geschreven Avoord en het (oneel liggen in dc belangstel lingssfeer van de justitie. Maar in Brussel bijvoorbeeld zijn vier bioscopen gespecialiseerd in blote films. Niet het bloot, maar het sadisme dat in die films bedreven wordt, is erg. Maar daaraan stoort de justitie zich niet. Op de televisie zagen we laatst, in een programma voor vrouwen, een bloot meisje. Geen krant - die reageerde, hoewel dat toch te verwachten geweest was na het bah- en boegeroep dat de Vlaamse kranten aanhieven toen Phil Bloom op het Nederlandse scherm geparadeerd had. Toen de Belgische inzending voor het televisie-festival van Montreux hier op het scherm ver schenen was, riepen de televisie recensenten luidkeels schande en noemden ze deze produktie1 een smakeloze show. Maar diezelfde recensenten keerden om als een blad aan de boom toen in Mon treux bleek, dat de Belgische in zending het goed deed. Waarmee maar gezegd wil zijn, dat het ook in België niet zo eenvoudig is te bepalen wat mag en wat niet mag, wat kan en Avat niet kan. Terug naar de schrijvers en hun anti-censuur actie. De jongeren onder hen laten zich niet van hun mening afbren gen: alles moet mogen en alles moet kunnen. Zo niet, dan komt de vrijheid van het woord in het gedrang en dat is het begin van het einde, zeggen ze. Ze wijzen op de totali taire regiems, die ook begonnen HUGO CLAUS ...muf en grauw... waar de zogenaamde pornografi sche wat is pornografie? in dustrie tegen de verdrukking in bloeit. Getuige bijvoorbeeld de enorme hoeveelheid, uit België afkomstige rommel, die men in obscure boekwinkeltjes in Neder land kan kopen. De procureurs des konings schieten met kanon nen op muggen. En omdat daar door de actie van de justitie nau welijks serieus te nemen is, kan men de anticensuuractie van de schrijvers, zoals ze thans is opge zet, ook maar het best met een glimlach tegemoet treden. In Brussel, in Paleis van Scho ne kunsten, kwamen éen veertig schrijvers en schrijvertjes bijeen in een zogenaamde protest read- -in. Het werd, om maar met de deur in huis te vallen, een bijzon der saaie bijeenkomst. Veertig maal drie minuten protestjes voorlezen. De meeste armzalig, armetierig en volledig langs het onderAverp schietend. Alles bij een het protest yian de middelma tigheid en daardoor een aan klacht tegen de verzamelde schrijvers zelf. Er waren maar een paar uitschieters, maar die kwamen dan ook van gevestigde schrijvers als Claus, Lampo, Ruyslinck. Raes en Jezuïet Van Bladel. Enige uitspraken. Hugo Claus: Ook wij leven in een terreurmaat- schappij. In de te-rreur van de middelmatigheid, die ons een muf en grauw gedragspatroon wil op leggen". Ward Ruyselinck: „Door alle vuurmonden te concentreren op de censuur tegen de blootheid vermorsen we het kostbare kruit van onze kritiek. We moeten onze actie veralgemenen tot kritiek op de fundamentele fouten in onze samenleving". Het was de auteur Jezuïet Frans van Bladel, die met een aanklacht onder meer gericht te gen de schrijvers zelf. de spijker op de kop sloeg. En die de actie, zoals ze tot nu toe gevoerd is, op gelukkige .wijze relativeerde met deze woorden: „Wij zijn hier bij een omdat wat boekjes en prent jes in besiag zijn genomen, om dat iemand die een blote man iaat zien voor de rechter gedaagd werd en omdat ons nog meer van die dingen te wachten staan. Mij goed. Ik doe daaraan mee. Om dat het mogelijk is, dat sommi gen die boekjes en die prentjes en die blote mannen nodig heb ben om zichzelf en anderen er van te overtuigen, dat zij pro- gressiéf-creatief zijn". „Maar ik vind het wel benau wend. Omdat er een ander soort censuur is in onze samenleving, waartegen we ons niet verweren. De gerechtelijke censuur is slechts een rampzalige afschadu wing van de werkelijke censuur van onze tijd: de onbenulligheid, onze eigen middelmatigheid". „Heel ons maatschappelijk be stel", zo ging hij verder, „en on ze kritiek daarop bestaat onder die censuur. Wie iets wil zeggen, wat, niet helemaal middelmatig is. moet dat op zichzelf A'eroveren. Dat is een barrière die meer te genhoudt en moeilijker te door breken is dan welke gerechtelijke censuur ook. Aan de censuur van middelmatigheid, de onbenullig heid, zijn Avij allen medeplichtig". Van die woorden had het gros van de protesterende schrijvers in hun middelmatigheid niet te rug. Zelfs niet schilder Herman Ysebaeri bekend van de Mury- turschildering om het Stedelijk Museum in Amsterdam die vond, dat er nu „genoeg gepraat is" en luidkeels om „richtlijnen voor een culturele revolutie" riep. Maar revolutie maakt men niet met de middelmaat.

Erfgoed Rijssen-Holten

Holtens Nieuwsblad | 1968 | | pagina 5