WIJ WILLEN GEEN BELASTINGVERLAGING
AVOND-VIERDAAGSE GING VAN START
00RL0GSGRAVEKWERK NOG NIETS AAN
BETEKENIS INGEBOET
SUIKER-OOM
Schooljeugd vist om
wisselbeker
Zwemmen
Holten helpt Israël
Beter licht op de Lichtenberg
G. J. Kromdijk ving
grootste brasem
Zaterdag 24 juni 1967
HOLTENS NIEUWSBLAD
Een vrolijk gezang klonk woensdag
avond over de golvende korenvelden in
de Holterenk. De N.U.W.-avond-vierdaag-
se, georganiseerd door de W.S.V. „De
Trekkers" ging van start. Drie avonden
zullen senioren en junioren dames en he
ren, jongens en meisjes, door Hol tens
mooie dreven trekken, onder het zingen
van de talrijk bekende wandelliedjes, over
afstanden van resp. 15 en 10 km. Zater
dag wordt het een middagtocht, die om
14.00 uur begint en waarbij resp. 20 en
15 km gewandeld zal worden. De drum
band van „H.M.V." zal de wandelaars dan
een eindweegs afhalen.
Woensdagavond trok men vanaf café
„De Waag" door de Holterenk het Neer
dorp in en ging de tocht vandaar over de
Holterberg via de Holterenk naar het
punt van uitgang terug. Er waren deze
avond negen en twintig individuele wan
delaars en acht en dertig deelnemers in
clubverband. Zowel de oudere dames, die
goed opgekomen waren, als de jongelui,
maakten een keurige indruk in hun fleu
rig wandelcostuum. Getx-aind als ze zijn
hadden zij niet de minste moeite om de
voorgeschreven tocht te volbrengen. De
E.H.B.O. behoefde er niet aan te pas te
komen dat had men trouwens vooruit
al voorzien want blaren waren er niet.
De leiding van de senioren berustte bij
de heer H. J. Schreurs lid van de Hol-
tense „Trekkers" uit Markelo en bij de
De Hengelsportvereniging „De Riet
voorn" organiseert zaterdagmorgen van
8.30 tot 10.30 uur een viswedstrijd voor de
schooljeugd in de Schipbeek. Aan deze
wedstrijd, die gehouden wordt bij de Wip-
pert, nemen zes scholen deel, die elk vijf
afgevaardigden aanwijzen voor de wed
strijd. Het gaat dit jaar voor het eerst om
een wisselbeker, terwijl verder nog een
aantal individuele prijsjes beschikbaar
worden gesteld. De deelnemende scholen
zijn: de o.l. Dorpsschool, de Kolschool, de
School met de Bijbel te Holten, de o.l.
school te Dijkerhoek en de o.l. scholen in
het Larensebroek en het Markelosebroek.
De leiding van deze wedstrijd berust bij
de heren G. Jansen en G. W. Wolters, le
den van „De Rietvoorn".
Het bestuur van de zwemclub Twen-
haarsveld verzoekt ons de leden van leef
tijdsgroep B (in 1966 12 t.m. 15 jaar) en
C (in 1966 16 jaar en ouder( mede te de
len dat a.s. woensdag 28 juni om 19.00 uur
de training hervat zal worden.
Van medische zijde vond men het be
ter om over 14 dagen (5 juli dus) de tx-ai-
ning voor groep A (in 1966 11 jaar en
jonger) te hervatten.
Het bestuur heeft de datum voor de
onderlinge wedstrijden voorlopig vastge
steld op 23 augustus.
De zwemclub G.Z.C. uit Olst heeft Z.C.
Twenhaarsveld uitgenodigd om begin
augustus met een jeugdploeg deel te ne
men aan wedstrijden, terwijl er op 2 aug.
een Waterfeest in het Holtense bad zal
worden georganiseerd.
junioren waren de begeleiders mej. M. de
Boer en de heer H. Luttikhuis uit Alme
lo, die als trainers fungeren. Zaterdagmid
dag zullen ook de adspiranten meewan-
delen. Voor de verdere dagen wordt een
grotere deelname verwacht. Over deze
In het jaarverslag, dat betrekking-
heeft op het twintigste jaar vanhet be
staan van het Nederlands Oorlogsgraven
Comité, noemt Mr. W. H. Enklaar, sec
retaris van het landelijk comité het een
merkwaardige gedachte te mogen con
stateren, hoe de betekenis van het werk
van het comité, bij het verglijden der
jaren, niets aan betekenis heeft inge
boet. De innerlijke bewogenheid, welke
tot de oprichting van het Nederlands
Oorlogsgraven Comité leidde, is nog on
verkort de achtergrond van zijn werk en
de stimulans, welke bestuur, staf en
medewerkers inspireert tot de inspan
ningen, welke van hen worden ge
vraagd. Mr. Enklaar zegt in de inleiding
van het verslag „Ik kan er thans, 21 ja
ren sedert de oprichting naar waarheid
van getuigen, dat de dankbaarheid van
het Nederlandse volk jegens zijn bevrij
ders in marmer is gegrift. De geschie
denis van twintig jaren oorlogsgraven-
werk heeft voorts bewezen, hoezeer bij
de volken, welke ons land bevrijdden, de
oprechtheid van onze dankbaarheid
wordt begrepen."
In het verslag wordt verder o.m. ge
zegd, dat men in de twintig jaren van
het bestaan van het N.O.C. heeft mogen
ondervinden, dat dét Nederlands oor-
logsgravenwerk onder de geallieerde
vrienden een enorme goodwill heeft
verleend aan het kleine land, dat zij
hebben helpen bevrijden. Het is een
kracht ten goede geweest voor de sa-
menleving van de volkeren in het wes
telijk deel van de wereld. Op de menig
maal gestelde vraag, of twintig jaren
na het einde van de oorlog, het comité
zijn arbeid niet zou dienen te beëindi
gen, zou het vorenstaande reeds een af
doend antwoord kunnen betekenen. Er
is echter nog een ander antwoord, dat
nog meer doorslaand is n.l. .,dat de
taak van het comité nog niet is vol
tooid".
Zij, die dit werk met zoveel liefde
doen, ervaren in de praktijk, telkens
weer, dat de tijd niet alle wonden heelt
en dat in ieder ouder- of vrouwenhart
een lidteken is achtergebleven. Het
grafbezoek schenkt hen pas de vrede
des harten, waardoor het hen mogelijk
is het geleden verlies te aanvaarden.
Door het werk van het comité zijn zij
vaak weer gelukkige mensen geworden.
,Alle Engelse, Canadese, Amerikaan
se pelgrims, welke wij in onze Neder
landse huizen, hebben mogen ontvan
gen, aldus Mr. Enklaar, zijn vrienden
van ons en ons volk geworden." De in
spanning van het comité heeft slechts
een zeer beperkte radius, maar de in
vloed die van het werk uitgaat verbreidt
zich als een olievlek, tot zegen van on
ze internationale betrekkingen.
Wat de werkzaamheden betreft, de
jaarlijkse klaprozeninzameling, die de
financiële kurk is waarop het oorlogs-
gravenwerk drijft overtrof met een op-
eerste avond wax-en allen zeer ingenomen.
Het was heerlijk wandelweer en de lucht
was bezwangei'd met de geur van kam
perfoelie en andere bloemen. Allen die de
vierdaagse volbrengen ontvangen het
N.U.W.-avondvierdagenkruis.
brengst van f 22.000,weer de op
brengst van voorgaande jaren. De vele
collecte-comité's in den lande komt een
eresaluut toe voor dit vaak moeizaam
werk. De Britsh Legion honoreerde dit
werk weer door 33 klaprooscollectanten,
door het lot aangewezen!, uit te nodigen
voor een 4-daags bezoek aan Londen.
Hel oorlogsgravenwerk vindt zijn uit
drukking in de pelgrimstochten van na
bestaanden naar de geallieerde oorlogs
graven hier te lande. In 1966 werd van
6 tot 10 mei de honderdste Engelse pel
grimstocht in Nijmegen/Gi'oesbeek ont
vangen. De Nederlandse Ambassadeur
in Engeland en diens Engelse ambtge
noot in Nederland verleenden ieder op
hun wijze aan deze gebeurtenis een bij
zonder accent.
Onder de Canadese pelgrims, die in
september naar Holten kwamen, be
vond zich de duizendste Canadese graf
bezoekster, Mrs Isabel Davis, uit Am
herst N.S.
Het aantal Engelse grafbezoekers kan
tot heden zeker op 10.000 worden ge
steld. In 1966 hadden vijf pelgrimstoch
ten plaats naar Nijmegen/Groesbeek.
Bergen op Zoom en Holten waaraan 460
nabestaanden deelnemen.
Het jaarverslag toont zich uitermate
dankbaar jegens de gastheren en gast
vrouwen, waarin het comité zijn beste
ambassadeurs heeft mogen vinden, aan
gezien zij degenen zijn, die het werk
van het comitéé dragen.
Het is zonder meer duidelijk, dat het
comité zijn arbeid helaas niet in stilte
kan verrichten, hetgeen vanzelfspre
kend meer in de lijn van dit werk zou
liggen. Men is voor de geldmiddelen
aangewezen op de jaarlijkse klaproos-
collecte en daarvoor dient het Neder
landse publiek door de public relations
op de hoogte te worden gehouden.
Ten slotte wordt in het verslag nog
gewezen op een tot verwarring leidende
naamsverwisseling. Er bestaat n.l. ook
Nederlandse Oorlogsgraven Stichting.
Deze richt zich slechts op het Neder
landse oorlogsgraf, waar ook ter wereld,
terwijl het Nederlands Oorlogsgraven
Comité zich duidelijk en alleen richt op
het geallieerde oorlogsgraf.
De acie „Holten helpt Israël" heeft nog
niet de tienduizend gulden bereikt, die
door sommigen voorspeld werd. Toch is
de opbrengst daar nog geen tweehonderd
gulden vanaf gebleven, want de huidige
stand van de rekening bij de Coöp. Boe
renleenbank is f 3.840,70. Dat is 'n prach
tige bijdrage van de Holtense bevolking,
die zelfs de opbrengst in sommige steden
overtreft. Nog steeds komen bedragen
binnen, zodat de mijlpaal van f 10.000,
misschien toch nog wordt bereikt.
Men schrijft ons:
NIET GOED, GELD TERUG
Iedereen heeft wel eens gehoord van
de Sjaloomgroep. Het is de beweging
die zich bezig houdt met het doorbreken
van verouderde opvattingen omtrent
zaken als oorlog en vrede, ontwikke
lingshulp etc. Zij geeft een eigen blad
uit, organiseert konferenties en probeert
op deze wijze een bijdrage te leveren in
de grote „revolutie", die zich op tal van
levensfronten afspeelt.
De Sjaloomgroep wordt gevormd door
mensen van uiteenlopende politieke en
kerkelijke geaardheid. Ook in Holten
wonen verscheidene sympathisanten
van deze beweging.
Het is mede namens deze Holtenaren,
dat wij de lezer onderstaande (door ons
bekorte) publikatie van Sjaloom onder
ogen willen brengen.
Wie op enigerlei wijze wil deelnemen
aan de aktie „Niet goed, geld terug",
kan zich in verbinding stellen met J.
ten Dam, Espelo 21, Holten, tel. 05725)
373.
Is het niet de hoogste tijd, dat wij
na vele honderden jaren christelijke
cultuur eindelijk eens gaan beseffen,
dat waar onze naaste honger lijdt, ter
wijl wij zwelgen, dit een klap is in het
gezicht van onze christelijke waardig
heid?
„Sinds jaar en dag dringen de Ver
enigde Naties, dringen ekonomen, ker
ken en particuliere groepen, ja dringt
de wereldmeerderheid (van arme lan
den) aan op een effektieve strijd tegen
de honger en voor een rechtvaardige
verdeling van levenskansen, hulpbron
nen, inkomen en taken in onze wereld.
Op zijn allerminst zouden de rijke
landen nu reeds 1 van hun nationale
inkomen moeten vrijmaken voor déze
strijd en spoedig 2 tot 3 Maar tot nu
toe modderen we maar wat aan met een
kollekte hier en een projektje daar. Van
een werkelijke politieke en sociaal-eko-
nomische aanpak is nog geen sprake.
En intussen blijft de kloof tussen
noord en zuid. tussen het rijke een
derde deel van de mensheid, en hét ar
me twee-derde deel zich verdiepen. Tien
jaar geleden was het noorden tien maal
zo welvarend als het zuiden: op dit mo
ment elf maal zo rijk. Dat is al te gek.
Ook de politieke partijen in Nederland
zijn er geleidelijk aan toe gekomen in
hun partij programma's zie de laatste
verkiezingen zodanige ontwikke
lingshulp te bepleiten, dat daaraan, om
te beginnen tenminste 1 van ons na
tionale inkomen wordt besteed. Maar
wat gebeurt er?
EEN KWESTIE VAN REKENEN
MET DE WERELD
1 van ons nationale inkomen zou
momenteel betekenen: 800 miljoen gul
den. Op de begroting 1967 is echter
slechts 450 miljoen uitgetrokken. Dat is
maar 0.B (wat het ook al in 1961
was!). Regering en parlement zeggen
dat we niet meer kunnen missen gezien
de vele andere taken die we hebben: on
derwijsvernieuwing, defensie, wegen
bouw, maatschappelijk werk etc. al
spreken sommige partijprogramma's
van de hoogste prioriteit" voor ont
wikkelingshulp. Maar er komt op 1 juli
wel weer een belastingverlaging van
550 miljoen gulden! Dat geld wordt niet
aan de bedoelde taken besteed, maar het
verhoogt de konsumptie, de vertering.
Zouden we deze belastingverlaging in
Nederland, deze nationale verterings
kans, laten lopen wegens de strijd tegen
de honger, dan hadden we beschikbaar:
ƒ450 miljoen (was al uitgetrokken)
-f 550 miljoen (belastingverlaging
1 miljard. Dan zouden we tenminste
die allerminimaalste 1 halen en zelfs
e,en beetje overstijgen, want 1 miljard
komt neer op VA van ons nationale
inkomen. En misschien waren we dan
meteen wat meer bereid om er aan mee
te werken, dat eerlijker prijzen worden
betaald voor grondstoffen en produkten
uit de ontwikkelingslanden; en dat deze
landen nu eens echt geholpen zouden
worden bij hun noodzakelijke industria
lisatie.
NATIONALE WET
IN STRIJD MET WERELDWET
Wie gehoorzaam wil zijn aan de wet
van het menselijk bestaan, kan de wet
van de belastingverlagiixg niet als geldig
erkennen. Die is NIET GOED. We stu
ren dus ons GELD TERUG. Dat doen we
per postwissel aan het adres van de
minister van Financiën, Kneuterdijk,
's Gravenhage. Op de bij-strook schrij
ven we: NIET GOED! GELD TERUG.
Voor de eerste maal doen allen, die
daar maar even voor in de gelegenheid
zijn, dit persoonlijk in een mars die op
zaterdag 1 juli om 2 uur bij het Vredes
paleis in 's Gravenhage begint en zijn
einddoel heeft bij het ministerie van
financiëp. De deelnemers hebben een
enveloppe bij zich met daarop geschre
ven NIET GOED! GELD TERUG, en
voorts duidelijk naam, adres en woon
plaats van de afzender. In de enveloppe
zit een tientje. Aan het einde van de
maand, als we precies weten hoeveel
ons loon/inkomen als gevolg van de be
lastingverlaging per saldo steeg, korri-
geren we dat tientje wel. En dan voort
aan per postwissel.
In een open brief aan de minister van
financiën, waarvan afschrift aan het
kabinet en het parlement en tevens aan
Oe Thant, sekretaris-generaal van de
Verenigde Naties, wordt de- aktie ge
motiveerd. Uit de lijst van hen, die zich
reeds bereid verklaarden tot onderteke
ning, vermelden we: H. Biersteker-Hil-
versum, S. Jelsma msc-Odijk, B. van
Kaam-Amsterdam. J. v. Kilsdonk sj-
Amsterdam, ds A. Klamer-Hilversum, ds
G. P. Klijn-Driebergen. P. Reckman-
Odijk, drs F. Rondagh-Amsterdam, prof.
dr J. Tinbergen-Den Haag, ds N. A.
Schuman-WesSzaan, D. van Weerlee-
Amsterdam.
HET GAAT NU
OM DE POLITIEKE WIL
Het gaat in deze aktie niet om de zo
veelste goedwillende en ontoereikende
geldinzameling. Deze aktie is geen cha
ritatieve (liefdadige), maar een politie
ke. Zij wijst in de richting van onder
schikking van het nationale aan het
mondiale welzijn. Opdat onze wereld
voor allen bewoonbaar worde. Oe Thant
zegt (in zijn jaarverslag 1966 aan de
V.N.): het mankeert ons niet meer aan
de nodige kennis, deskundigheid, ideeën
en aparatuur, maar nog slechts aan de
POLITIEKE WIL om deze aan te wen
den tot het welzijn van heel de wereld
gemeenschap."
De gemeenteraad van Holten zal zich
maandag hebben uit te spreken over een
verzoek van de gemeente Rijssen om de
levering van electrische energiein het
z.g. gebied II op de Lichtenberg onder de
gemeente Rijssen aan de gemeenschappe
lijke regeling te onttrekken.
Zoals wij reeds eerder gemeld hebben
kunnen thans 11 percelen in dit gebied
van een groter vei'mogen en een hogere
spanning worden voorzien, omdat de N.V.
IJsselcentrale in het aangrenzende gebied
der gemeente Wierden een transformator
station gaat bouwen, dat percelen in die
gemeente van stroom zal gaan vooi'zien.
De Enex-giecommissie der gemeente Hol-
ten is van ooi-deel, dat het verzoek vaix de r:
gemeente Rijssen dient te worden inge
willigd, omdat de onderhavige netsplitsing
zowel in het belang" is van het electrici-
teitsbedrijf der gemeente Holten als van
de verbruikers in het meex-genoemd ge
bied II. De aldaar geplaatste electriciteits-
meters zullen door de gemeente Rijssen
tegen boekwaarde worden overgenomen,
terwijl de gemeente Rijssen de kosten van
deze netspitsing voor haar rekening zal
nemen. In totaal worden deze begroot op
vijfhonderd gulden. Voor enkele pex-celen
aan de zuid-oost zijde van de grens met
Holten blijft de stroomlevering aan Rijs-
sense ingezetenen nog gehandhaafd.
Zes en twintig leden van de Hengel
sportvereniging „De Rietvoorn" maakten
de vorige week zaterdag een vistocht naar
Tacozijl in de N.O.-polder, om daar een
hengelwedstrijd te houden. Om half drie
in de morgen vertrokken zij met een
O.A.D.-bus naar het hen niet onbekende
viswater om hun geluk te beproeven. De
heer J. W. Baltus, houder van de wissel
beker, moest deze tegen zijn andere club
genoten verdedigen. Hij delfde het onder
spit, want de heer G. J. Kromdijk ving
deze dag de grootste brasem lengte
44'.2 cm en kwam daarmede in het be
zit van de beker.
De jeugdige J. Scholten uit de Pastorie
straat bleek de fortuinlijkste hengelaar te
zijn. Hij ving niet minder dan 60 stuks
bovenmaatse vis. De grootste vangst van
deze gezellige dag. En het was geen vis
serslatijn.
Feuilleton door
Tom Lodewijk
13)
„D'r ligt nog een ouwe werkbroek van
mij," zei de baard, „als je niet in adam-
kostuum wilt lopen, trek die dan maar
an."
„Zozo," zei oom Simon, „nou u kwam
net bijtijds."
„U moet niet met schoolmeesters gaan
vissen," zei de baard, „daar komt niks
dan narigheid van. Dat zie je nou al
weer."
„Luister niet naar wat die vent zegt,"
protesteerde Pieter, tijdens het uittrek
ken van een kletsnat hemd, vanuit het
andere schuitje. „Hij heeft iets tegen
schoolmeesters, omdat ie het zelf nooit
verder dan de derde klas heeft ge
bracht."
„Jullie kent mekaar zeker."
„Nou, ik zou Pieter niet kennen! Ik
heb hem bij vergissing het leven gered,
anders had ik hem laten dobberen. D'r
is niks an verloren, meneer."
„Jij mij het leven gered," protesteerde
Pieter, „je had me bijna overvaren, suk
kel! 'k Heb jou niet nodig!"
„Maar wél m'n broek," constateerde
baardmans tevreden, ..Kleed je nou an
want het is geen gezicht, al die beende
ren."
Oom Simon knorde van genoegen.
Niet alleen had hij een knaap van een
karper gevangen, helemaal alleen, on
danks de duikdemonstratie van zijn
neef, maar hier was een man komen op
dagen waarmee je ook figuurlijk uit
vissen kon gaan, dat wist hij meteen.
,,Ik ben Simon Kolberg," zei hij, ,.en
Pieter is mijn aangetrouwde neef."
„Zo", zei de Baard, „ik heet Sjoerd
Bol. Tja, je wéét niet wat je in de fami
lie krijgt, hè? 't Is een misstap van An
neke geweest, denk ik altijd maar."
„Ik kom zó bij je," dreigde Pieter, die
net bezig was de laatste hand aan zijn
schaars toilet te leggen.
„Pas maar op dat je er dan niet wéér
induvelt. Ik heb geen twee broeken."
treiderde Sjoerd.
Nadat oom Simon bemiddeld had tus
sen de man met de baard en Pieter, die
aanbood zijn levensredder te water te
werpen, toverde Sjoerd ergens uit een
kastje van de sloep een kleine, vierkante
fles te voorschijn, waarvan hij Pieter de
inhoud stex-k aanbeval tegen „de kippe-
koorts". Ook oom Simon versmaadde de
medicijn niet, en Sjoerd nam de laatste
en grootste slok.
„Ziezo," zei hij, „alle goeie dingen be
staan in drieën. Wat gaan we doen jon
gens? Piet, ga mee naar de werf, dan
kunnen je kleren drogen. Enne zou-
wen we die karper dan niet soldaat ma
ken?"
„Die moet: mee naar huis," zei oom
Simon.
„Ben je gek," meende Sjoerd, „niks
voor Anneke."
Oom Simon meende van zijn neef al
zoiets gehoord te hebben.
Maar niemand gelooft me als ik ver
tel
„Zien is geloven." besliste Sjoerd. „We
maken d'r een foto van, de karper een
beetje naar voren, dan lijkt ie nog gro
ter, en u zakt een beetje door uw
knieën."
„Je bent een schurk," lachtte Simon
Kolberg.
Het bleek dat Sjoerd een klein
scheepswerfje had, wat bootjes ver
huurde, andere bootjes".' repareerde, en
druk bezig was aan een geheimzinnig
ontwerp, dat een ommekeer moest bren
gen in de zeilsport.
„Ik ben een ouwe vrijgezel," verklaar
de hij, „ik heb met niemand wat te ma
ken en leef voor 't vaderland weg." Hij
zag kennelijk in oom Simon een ver
wante geest, en meneren was er niet
meer bij. Voor Sjoerd was het „ome Si
mon" exi de aldus toegesprokene glom
van voldoening als beleefde hij de
schoonste dag van zijn leven.
Het kleine huisje van Sjoerd mocht ex-
van buiten vervallen uitzien, binnenin
regeerde een zeiler, een man van orde,
en met allerlei kastjes exi kisten leek het
wel een scheepskajuit. De karper werd,
nadat hij mét oom Simon was vereeu
wigd, vakkundig panklaar gemaakt.
„Nou," zei Sjoerd, toen ze gedrieën za
ten te smullen, „is dat wat of is dat
niks?"
Na het eten verschanste Pieter zich in
de enige makkelijke stoel. Hij moest, zei
hij, nog wat bijkomen van de schok.
„Met andere woorden, je gaat wat pit
ten", zei Sjoerd taktloos. „Nou, strijk je
zeil, vader, inmiddels zijn je kleren wel
droog, hoef ik niet meer tegen die be
tonnen ribbekast van je aan te kijken.
Kom," zei hij tegen oom Simon, „laat de
ouderdom maar slapen, wij gaan cffe op
de werf kijken."
Toen Pieter wakker werd. zag hij zijn
gast zomin als zijn gastheer. Hij voelde
aan zijn kleren. Nog wat frisjes, maar
het kon. En toen ging hij op zoek.
Ze zaten allebei, Sjoerd op een kruk,
oom Simon op een leeg vaatje, en waren
in druk gesprek. Pieter, ongezien, stond
ze te bekijken. Sjoerd had het over bo
ten, dat was duidelijk. Niets bracht hem
op z'n praatstoel, of kruk in dit geval.
En Oom Simon zat daarbij als was hij
het beloofde land binnengereden. Dik
an, dacht Pieter en besloot door het zet
ten van koffie ook eens een deel aan de
gezelligheid te gaan bijdragen.
Het leed geen twijfel, constateerde
Pieter, of oom Simon vond de dag bij
zonder welbesteed. Toen ze na een har
telijk afscheid weer op huis aan gingen
zei hij. „Dat is een vent, die Sjoerd."
„Ja," zei Pieter, .jullie konden nogal
met mekaar overweg, niet?"
„Kerel, naar mijn hart. Ik kom nog
es bij 'em an."
(wordt vervolgd)