veer nieuwe wet
Huizenmarkt te
He saak
die
adverteert
ligt altifd
stukken
veur
De geest van Lola Montez
MENTAAL NIET RIJP
ALLES DRAAIT
OM MOEDER
strak aan banden
Voeder waarde ruwvoer
voor de stalperiode 1965-'66
Vrijdag 31 december 1965
HOLTENS NIEUWSBLAD
GEMEENTEN
EN
BIJSTANDBEHOEVENDEN:
DE geest van Lola Montez spookt weer
door Beieren, nu een sinds ruim zes
honderd jaren bestaande schutterij de
koninklijke privileges terugeist, die haar
in 1848 werden afgenomen.
De schutters hadden meegedaan aan
een volksopstand tegen de toenmalige
Koning, Ludwig I, veroorzaakt door het
feit dat zijn maitresse, de 'Spaanse dan
seres' Lola Montez, in werkelijkheid het
land regeerde.
Koning Ludwig I was een man, bij wie
de grens tussen het geniale en het abnor
male niet altijd duidelijk zichtbaar was.
Hij was bezeten van het bouwen en van
de kunst der Grieken, hij heeft München
tot een prachtige stad gemaakt, tal van
kunstschatten verzameld. Hij spendeerde
daaraan kapitalen en bezuinigde verder
op alles, op de staatsuitgaven, op zijn
eigen huishouding, zelfs op zijn kleren,
want hij zag er vaak uit „om een cent te
geven".
Koning Ludwig was 60 jaar toen hij in z'n
werkkamer min of meer werd overrom
peld door een dame, nog niet half zo oud,
die zich Lola Montez noemde en Marie
Gilbert heette, zich presenteerde als
Spaanse danseres, en in werkelijkheid de
dochter was van een Engelsman, wegge
lopen met de geliefde van haar moeder
toen ze zeventien was, vele harten in vlam
had gezet, zo niet gebroken, een liaison
had gehad met de (al evenmin eenken
nige) componist Franz Liszt. Een andere
geliefde werd in Parijs bij een duel (om
haar) gedood. Ze had naam gemaakt en
schandaal veroorzaakt in India, Polen,
Frankrijk en België en kwam uiteindelijk
terecht in München, waar zij een verzoek
schrift tot de koning richtte om te mogen
optreden in het Hoftheater. Zij kwam dit
persoonlijk 'toelichten' en van dat ogen
blik af was de oude Ludwig volledig in
de ban van een vrouw, die zijn dochter had
kunnen zijn.
LOLA BEGEERT
Zonder twijfel was Lola Montez een
bijzonder schone, attractieve en hartver-
overende vrouw. Spoedig waren Ludwig
en Lola onafscheidelijk. Al aanstonds rees
verzet bij de machtige Jezuiten-orde, die
krachtens haar internationale verbindin
gen wel een en ander van Lola's uitspat
tingen en schandalen wist. De kerk, het
hof, de conservatieven, de pers ontketen
den een felle aktie tegen de koninklijke
gunstelinge; allen, die in die bewogen tijd
rond 1848, het revolutiejaar, de oude orde
vijandig waren, schaarden zich rond haar.
De oude Ludwig braveerde alles en
Iedereen terwille van de schone Lola. Toen
de regering weigerde haar neutralisatie-
verzoek in behandeling te nemen, zette
hij de regering af. Toen de studenten van
de universiteit tegen haar demonstreer
den, sloot hij de universiteit en joeg de
studenten de stad uit. Lola Montez werd
Gravin von Mansfeld, Barones Rosenthal
en zelfs Stiftsvrouwe van de Orde van
de Heilige Theresia! In vooruitstrevende
kringen in gans Europa werd Lola Montez
gevierd als de kampioene van de nieuwe
tijd, die over de reactie had gezegevierd.
Het was haar schoonste uur.
Maar haar val was nabij.
UITGESPEELD
Achter de herrie om de maitresse van
de koning stond de strijd op leven en
dood van de „oude orde" tegen de nieuwe
tijd. Het was inmiddels zo ver gekomen,
dat de koning geen besluit meer nam
zonder Lola's instemming. Zij regeerde
het land, maar de onrust steeg tot koorts-
temperatuur en barrikades en straatge
vechten in München wezen heen naar een
revolutie. Toen ging de koning overstag,
bevreesd voor zijn troon. Met een escorte
van huzaren rond haar koets reed Lola
voor de laatste maal door de straten van
München. De koning regeerde nog zeven
tien dagen en werd toen gedwongen tot
troonsafstand. Hij leefde nog twintig
jaren en genoot buiten zijn land van een
populariteit, die hij daar verspeeld had.
Lola trouwde inmiddels in Londen met
een garde-officier, werd beschuldigd van
bigamie, vluchtte naar Amerika, waar ze
nog eens trouwde, toen naar Australië en
keerde tenslotte, arm en vergeten, naar de
Nieuwe Wereld terug, waar ze als een
boetvaardige Magdalene haar heil zocht
in spiritisme en goede werken. In Green
wood Cemetry te New York staat haar
grafsteen, die slechts vermeldt; Mrs. Eliza
Gilbert, 1818-1861.
HOE LICHT
De klacht van de Beierse schutterij roept
dit verleden weer op. De schutters waren
onder degenen, drie zich tegen Lola keer-
FEUILLETON
door Tom Lodewijk
19)
Anneke was erg blij, dat allemaal te
horen en ook deze zorg viel van haar af.
En nu lag ze op deze stralende morgen
naar buiten te kijken. Een boek lag on
gelezen naast haar. Ze had genoeg aan
haar eigen gedachten en aan het lente-
schouwspel dat ze door het raam kon ge
nieten.
Ze schrok op van een donkere gedaante
die opeens bij de deur verscheen. Dokter
Hazelaar!
„Dag dokter!" zei ze verrast. „Zo, komt u
eens zien hoe uw patiënt het maakt?"
„Natuurlijk," zei hij, „ik kan u toch maar
niet zo aan die kwakzalvers hier in het
ziekenhuis overlaten?"
„Die kwakzalvers hebben me toch maar
weer aardig opgelapt".
„Opgelapt?", vroeg hij en ging zitten -op
de stoel naast het bed. „Geen sprake van
oplappen. U wordt weer helemaal beter
en dan moet u er nog een tijdje helemaal
uit. En dan.
den en tot straf werden hun al eeuwen
oude privileges ontnomen. Die willen ze
nu terughebben en ze bestrijden de recht
matigheid van deze maatregel.
Beieren is een land vol traditie. De
herinnering aan de Wittelsbachdynastie
I leeft er nog steeds en niet alleen in de
kastelen als Neuschwanstein, Lindernhof
en Herrenschiemsee, door de krankzinni
ge Ludwig II gebouwd. Nog altijd waaien
daar bij de vele feesten de blauw-witte
Bederse vlaggen uit. De Beieren, vooral
REEDS jaren is de Nederlandse rege
ring aan het knoeien met haar huui'-
en bouwbeleid. Dit is geen wonder,
wanneer wij bedenken dat de uitgangs
punten van dit beleid uit economisch ge
zichtspunt volkomen onjuist zijn. Er is op
de huizenmarkt een zeer grote vraag en
het aanbot! kan niet aan die vraag vol
doen.
In deze omstandigheid heeft de prijs de
neiging om te gaan stijgen, hetgeen echter
met betrekking tot de huurprijs van een
woning onmogelijk is, omdat er nu een
maal een huurstop is. Omdat op het ter
rein van de huren de marktprijs zijn
regulerende functie niet kan uitoefenen,
zien wij tal van gewrongen verhoudingen
ontstaan.
Op de huizenmarkt van huurhuizen is
een zeer beperkt aanbod, want de eige
naren hopen in latere jaren na huurver
hoging nog eens in te halen hetgeen zij
nu tekort komen. Gebrek aan ander goed
en met de waardedaling van de gul
den meegroeiend beleggingsmateriaal is
eigenlijk niet de vóórnaamste factor,
maar die is in dit verband niet relevant..
AFSCHUrVTNG
Wel is belangrijk en zeer nadelig voor
de huizenmarkt dat de eigenaren uit de
opbrengst onmogelijk alle kosten kunnen
dekken en dan ook nog rendement over
houden. Dit leidt er toe dat zij trachten
zoveel mogelijk kostenelementen op de
huurders af te schuiven, die op hun beurt
weer van mening zijn dat de huidige
huurprijzen bepaalde rechten met zich
brengen. Het einde van dit proces is een
verkrachting van het huurrecht dat im
mers niet op de juiste frustratie is ge
bouwd.
Het is duidelijk dat bij het bestaande
huurprijzenniveau sprake is van een ge
weldige vraag. Onder die vragers zitten
mensen, die broodnodig een huis nodig
hebben. Dat zijn er velen. Er is ook een
aantal die bij een normale huur nooit om
een heel huis zouden komen en zeker niet
om een groter huis. In tijden met een
goede huizenmarkt werd het "tehuur"
vinden van een huis heel normaal gevon
den, thans heeft men een a-sociale kron
kel in zijn hersens wanneer men die ge
dachte op tafel legt.
MEER SUBSIDIE
Merkwaardig' is dat reeds enkele minis
ters bezag zijn gewëest om nieuwbouw te
creëren, waarbij de prijs daarvan werd
geënt op de oude huizen. Ook de prijs van
die nieuwe huizen kan er vanzelfsprekend
niet uit en dan wordt de subsidiekraan
opengedraaid. In het komende jaar gaat
die zó ver open, dat er een speciale be
lastingverhoging in de indirecte sfeer aan
verbonden is.
Zodra wij uit de huurgebonden of ge
subsidieerde sfeer treden, klaart de lucht
van de huizennood onmiddelijk op. In de
„vrije" sfeer bestaat een ruim aanbod van
huizen. Die zijn te koop maar er staat er
ook al een aantal te huur. Toch staan er
vele van die huizen leeg en in bepaalde
plaatsen telien wij zelfs blokken nieuwe
huizen, die geen vragers en bewoners zien
omdat ze „te duur" zijn. Die huizen zijn
dikwijls niet te duur maar de huizen waar
zo veel vraag naar is, zijn veel te goed
koop! Minister Bogaers erkent dit wan
neer hij stelt dat hij per 1 januari 1966
de huren wel moet optrekken omdat an
ders het verschil tussen nieuwe en oude
woningen te groot wordt en cr geen door
stroming plaatsvindt. Daarvan worden de
laagstbetaalden, die op het leegkomen van
goedkope woningen wachten, de dupe.
VERGISSING
De minister vergist zich een beetje. Er
is nog een categorie gedupeerden: de
eigenaren van de oude huizen.
„Dan begint het leven opnieuw", zei ze
en hij hoorde een matigheid in haar stem.
Het leven, dat ze tot nog toe geleid had,
was waarlijk niet zo feestelijk, dat ze er
naar terug verlangen kon.
„Ja maar, een énder leven", zei hij. „U
zult het anders moeten gaan aanpakken.
U bent toch nog jong, u hebt alles nog
vóór u."
„Kon ik anders?"
„Nee, u kon niet anders. U hebt gedaan
wat u zag als uw plicht en die hebt u goed
vervuld. Zo goed dat u er bijna zelf onder
door was gegaan. „Zijn stem was warm,
hij had diep respect voor dit meisje en
voor wat ze zo zwijgend en als vanzelf
sprekend had gedaan. En hij vond haar
nog aantrekkelijker dan tevoren, nu ze er
zo teer uitzag, haar smal gezicht, met een
lichte blos, omlijst door het blonde haar.
Zeker, hij kwam hier als arts op bezoek
bij een patiënt, maar dat bezoek was niet
alleen maar plicht. Hoe meer hij Anneke
Treebergh leerde kennen, hoe dieper zijn
belangstelling voor haar werd.
De zuster kwam met koffie. „U ook dok
ter?"
„Graag", zei hij. „Verwent u mij ook maar
eens".
„Ja, u hebt het,wel nodig", zei de zuster
lachend, met een blik naar zijn gezonde
buitenkleur.
„Ik heb toch maar een leventje", zei An
neke weer vrolijk. „Nu heb ik al koffie-
op het platteland, zijn in hun hart nog
monarchisten.
In de landdag laaiden de hartstochten
hoog op over de vraag of Lola Montez ge
woon 'een lichte vróuw' was geweest of
gezien moest worden als maitresse des
Konings in het kader van een Pompadour
of Montespan. Daarvan zal het wellicht
afhangen, of de Beierse schutters hun
privileges al of niet terugkrijgen. Maai
bij het debat bleek duidelijk, dat de Beie
ren Ludwig I nog niet vergeten zijn, die
als liefhebber der schone kunsten hun
land met zo vele prachtige bouwwerken
verrijkte.
Iedere minister, die de prijsi'ealiteit ont
wijkt, schept een permanent woningte
kort of hij Iaat anderen betalen voor het
woninggenot van de beschermden. Dat
zien wij duidelijk bij de steeds stijgende
aantallen woningwetwoningen, die nu al
in twee kwaliteiten verschijnen.
De betere woningwetwoningen krijgen
ook een rentesubsidie, vrijstelling van
allerlei rechten en kosten en afwenteling
van grond- en bouwkosten door de z.g.
koppelverkoop met vrije" woningen.
De regering is bezig onze hele huizen
markt te maken tot een object van on
gezonde speculatie en tot een bron van
grote onrechtvaardigheid.
Het is onjuist en onrechtvaardig dat
kopers en bouwers van woningen in de
vrije sector door hogere prijzen eén be
lasting moeten betalen die nergens voor
zien is en ons fiscale (reeds onjuiste)
systeem verder tot 5 een steen des aan
stoots maakt.
Te VEEL VERSCHIL
Het: is onrechtvaardig mensen in
huizen te laten >vppen zonder dat zij
de kosten daarvan betalen n.b. in
een arbeidsmarkt, waarin de prijs van
de arbeid hoger gewaardeerd is dan
ooit.
Het is onrechtvaardig en onjuist toe
te laten dat het percentage van het
inkomen dat voor huur moet worden
uitgetrokken bij dezelfde inkomens
groepen zoveel verschilt als thans.
Het is onrechtvaardig en onjuist ons
land vol te bouwen met woningwet
woningen, die van een kwaliteit zijn,
die bij stijgende Welvaart steeds min
der gevraagd zal worden omdat tal
lozen naar betere huizen verlangen.
Het is ook onrechtvaardig en onjuist
om huizen te laten bouwen voor kop
pelverkoop.
Het is een onrechtvaardige en onjuis
te gedragslijn wanneer de. kleine aan
nemers uit de markt worden gedrukt
omdat zij niet :mee kunnen of- niet
mee willen,"zoalfe de minister dat wil.
Daarmee krijgt' de'bouwmarkt stap
voor stap een collectivistisch uiterlijk.
DWANG
Er waart een geest van meer vrijheid
in de loonvorming door ons land; Dit moet
betekenen dat ook de prijsvormingsregels
soepeler worden. Deze gang van zaken
mag bij de huizenmarkt geen halt houden.
Het gaat hier om de kwaliteit van ons
huizenbezït en om de toekomstige presen
tatie van ons woningbezit. Voorwaar geen
geringe zaak in een land waar goede
woongelegenheid een belangrijke peiler
vormt waarop «ons intensieve gezinsleven
is gebouwd. drs. MIERLO
visite ook."
„Ja, u zult meer van het leven moeten
gaan genieten", adviseerde Bert Hazelaar.
„Als ik de kans krijg".
„Het is niet een kwestie van een kans
krijgen, maar ze grijpen".
„Ik heb tot nog toe geen kans gehad. Ten
minste heel weinig."
„Dat wordt beter", voorspelde hij.
„Als ik beter ben, wat moet ik dan doen?"
vroeg ze.
„Allereerst weer helemaal op krachten
komen."
„Waar? En hoe?"
„Ja, daar kom ik nu juist eens met u over
praten. Zoals u weet gaat mijn oom hier
weg. Hij heeft een bungalow in Zwitser
land, waar hij gaat wonen".
„Ja jammer, we zullen hem missen".
„Maar hij heeft groot gelijk, dat hij nog
wat van het leven gaat genieten. En nu
moet u eens horen, juffrouw Treebergh.
Mijn tante heeft me met een boodschap
naar u toegestuurd. Ze. zegt: in het begin
zal het daar wel erg stil zijn en nu zou ik
het prettig vinden wanneer Anneke bij
voorbeeld een maand: bij ons kwam. Dan
hebben wij gezelligheid en zij kan op
knappen in een ideale omgeving."
Anneke zakte in de kussens terug, haar
ogen staarden. Zwitserland! Bergen
alpenweiden. Genieten van de natuur,
wandelen, zorgeloos, heerlijk! Het was te
mooi om waar te zi jn.
De praktijk is altijd veel moeilijker dan
dé theorie.
Dat geldt zeker voor de praktische uit
voering- van de Algemene Bijstandswet.
Toen deze wet op 1 januari 1965 van
kracht werd, steeg er een sociaal gejuich
op, maar thans zit men min of' meer met
een kater.
Bijstandbehoevenden voelen een verzoek
om bijstand nog steeds als een schande,
bij vele gemeenten staat men ï'aa r te
schutteren voor zover liet de uitvoering
van de wet betreft enzovoorts, enzovoorts.
VALSE SCHAAMTE
EN
INEFFICIENCY
In artikel 1 der Algemene Bijstandswet
staat duidelijk aangegeven, dat. bijstand
voortaan niet meer een gunst, maar een
I récht zal zijn. En hoe logisch is dit ten-
slotte! Wanneer iemand buiten zijn
i schuld in financiële moeilijkheden is ge-
j raakt, dan moet hij dat recht op bijstand
hebben. Toch bestaat dit inzicht nog maar
I kort, want in de Armenwet, die nota bene
j zijn leven tot 1 januari van dit jaar heeft
I weten te rékken, kwam dit inzicht nog
niet tot uiting. Maar nu is het recht op
bijstand dan toch in de wet verankerd en
dat impliceert eveneens een overheids-
plieht tot bijstandverlening!
Goed, zo staat het allemaal op papier,
maar meer en meer blijkt toch wel dat
hiermee de weerstand van de mensen
tegen een verzoek om bijstand niet is
weggenomen. Men heeft nog steeds het
gevoel naar de bedeling te gaan, wanneer
men zich wendt tot een gemeentelijke
dienst, tot sociale zaken. En het zijn
waarachtig vaak de braafste mensen, die
deze gevoelens koesteren. Dat is bijzon
der jammer, want ze hebben alleen maar
zichzelf er mee.
Ieder die in zijn bekendenkring mensen
kent die feitelijk bijstand nodig zouden
hebben maar die er niet toe kunnen
komen een desbetreffend verzoek in te
dienen, zou hun er op moeten wijzen dat
„valse schaamte" volstrekt misplaatst is.
ROMPSLOMP
Ook de gemeenten blijken mentaal nog
niet rijp te zijn voor de omzetting' van
armlastigen in rechthebbenden. Zo houden
sommige gemeentebesturen er een admi
nistratieve rompslomp op na, die voor de
bijstandvei-zoekenden ronduit vernederend
is. Bij sommige gemeenten moeten de
aanvragers wel 15 a 18 formulieren invul
len. Een dergelijke, bovendien vrij kost
bare zorgvuldigheid staat veelal in geen
enkele verhouding tot de uitgekeerde be
dragen.
Bij sommige diensten van sociale zaken
heerst de mening, dat men nu veel meer
aanvragen krijgt van mensen, die eigen
lijk de bijstand niet nodig hebben, maar
het alleen maar eens willen „proberen".
Wij kunnen ons niet aan de indruk ont
trekken, dat hier sprake is van „boeren-
achterdocht", want de meeste mensen
dienen bepaald geen verzoek om bijstand
in voor hun plezier.
Deze gemeenten maken het zichzelf wel
heel erg gemakkelijk. Door te suggereren
dat aan vele aanvragen een luchtje zit,
ontslaan zij zichzelf van de verplichting
hun administratie eficiënter in te richten.
GEHEIMZINNIG
Verschillende gemeenten doen ook heel
geheinizinnig met de normen, die zij aan
leggen voor de uitkeringen. Het parlement
is toegezegd, dat deze normen openbaar
zullen worden gemaakt. Maar dat schijnen
de meeste burgemeesters en wethouders
maar heel vervelend vinden. De Kamer
kreeg dan ook slechts vertrouwelijk in
zicht, en dan nog maar van 64 van de
976 gemeenten.
Daaruit blijkt al overduidelijk, dat het
met de uitvoering van de Bijstandswet
nog niet goed zit. Op die manier is een
controleerbare rechtsgelijkheid niet moge
lijk. Zo wordt de dwaze situatie besten
digd, dat in de ene gemeente de uitkerin
gen soms een paar tientjes hoger liggen
dan in de andere gemeente en wij vragen
ons af, of de centrale overheid geen maat
regelen kan nemen die er toe leiden dat
alle gemeenten inzicht geven in de nor
men die zij hanteren.
Voorts zou het dienstig zijn op te treden
tegen „institutionele profiteurs" (d.w.z.
intrenaten voor ziekenverpleging en be
jaarden), die hun prijzen met 100% of
Bert Hazelaar begreep haar zwijgen niet.
„Ziet u er tegen op?"
„Tegen op zien? Ik kan het niet eens
verwerken. Het is te heerlijk om waar te
zijn."
„Het is waar".
„Maar, hoe moet dat dan?"
„O, dat regelen we wel".
„Ik kan toch die lange reis niet maken?"
„Ook dat regelen we wel. Met het vlieg
tuig naar Bazel
„Ik heb nog nooit gevlogen".
„Éénmaal moet de eerste keer zijn".
Opeens zag Anneke allemaal leeuwen en
beren op de weg.
„Moet ik dan helemaal alléén.
„Ik zet u zelf op het vliegtuig en u wordt
daarginds afgehaald. Reken er maar op
dat dat 'uit de kunst' geregeld wordt. U
hebt niet anders te doen dan u te laten
vervoeren en we zullen er wel voor zor
gen dat het niet te vermoeiend wordt.
Trouwens, vliegen is niet vermoeiend. Je
rust er van uit."
„Ja", weifelde Anneke, „ik kan het alle
maal nog niet omvatten. Het lijkt verruk
kelijk, maar ik zie nog niet hoe het alle
maal kan gebeuren."
„Dat hoeft ook niet, dat komt vanzelf."
Ze schoot in de lach en zo vond hij haar
dubbel aantrekkelijk.
„U hebt het allemaal al uitgedokterd."
„Daar ben ik dokter voor."
„Ik vipd het geweldig lief van tante Mies.
meer verhoogden. Misschien kan de prijs-
beheersënde minister Den Uyl Iiier zijn
tanden eens in zetten.
VOOR DE BOER
Deze herfst is weer een redelijk aan
tal monsters van hooi en kuilvoer onder
zocht op voedervvaarde. Aangezien we
abnormale omstandigheden hebben ge
had tijdens de winning van het hooi en
kuilvoer de afgelopen zomer waren de
verwachtingen omtrent de voederwaarde
niet erg hoog.
Dit is ook 'voor het grootste gedeelte
wel juist gebleken. Van de tot nog toe
ontvangen resultaten van het hooionder-
zoek bleek dat dit gemiddeld 45 gram
VRE bevatte, wat érg aan de lage kant
is. Gemiddelde zetmeelwaarde van bijna
300 gram. Dit is nog iets meegevallen.
Gemiddeld kunnen we zeggen dat de
eiwit-zetmeel verhouding in het hooi ruim
is.
Hier zal met de krachtvoergift en het
soort krachtvoer rekening mee gehouden
moeten worden, in die zin, dat veelal het
eiwitgehalte iri het krachtvoer wat hoger
moet zijn.
Wanneer we er nog rekening mee
houden dat tal van de betere partijen
hooi bemonsterd worden, kunnen we
zeggen dat het dit jaar niet erg best ge
steld is met de kwaliteit van het hooi.
Bij het kuilonderzoek zijn meest kuilen
bemonsterd welke met de maaikneuzêr ge
maaid zijn. De vroege voorjaarskuilen
vallen in voederwaarde erg mee. Zonder
meer kunnen we hier spreken van goed
geslaagde kuilen met een goede voeder
waarde. Van de in de late zomer gemaak
te kuilen blijken de gehalten nogal lager
te zijn. Ook hier de eiwit-zetmeel-verhou-
ding veelal ruim. In het algemeen heb
ben de kuilen wat lager droogstofgehalte
dan vorig jaar.
Het gras in de kuil is dus vochtiger,
wat in het algemeen niet gunstig is voor
een vlotte opname door het vee. Wil men
een verantwoord gebruik maken van de
resultaten vanhet onderzoek van hooi
en kuil, dan dient men natuurlijk zijn
rantsoenen voor het melkvee, té laten be
rekenen en dit gebeurt ook op elk bedrijf.
Ook voor de vele bedrijven waar geen
ruwvoer bemonsterd is, kan men reke
ning houden met de gevonden cijfers en
heeft ook het wegen van het ruwvoer.
rantsoen en het berekenen van de rant
soenen een grote waarde om een zo juist
mogelijke krachtvoeraanvulling te geven.
De veevoederkern Holten wil ook graag
dit winter dit voorlichtingswerk voort
zetten.
Aangezien de heer de Jong als adviseur
niet meer beschikbaar was, is er een
nieuwe adviseur benoemd: Dc heer J.
Mensink uit Nijverdal.
De deelnemers van voorgaande jaren
worden vanzelf weer bezocht. Mocht u
nog geen deelnemer zijn, maar toch graag
voorlichting ontvangen omtrent het
samenstellen der rantsoenen, geef dit dan
zo spoedig mogelijk op bij de Coöperatieve
Zuivelfabriek, de Coöp. Aan- en Ver
koopvereniging of bij de secretaris, de
heer J. W- Lubbersen, Bathmen, tel.
05704-438.
Wanneer u reeds deelnemer bent, en
u wilt gaarne zo spoedig'mogelijk bezoek
hebben, geef dit dan ook even op aan één
van bovenstaande adressen.
Gezien het financiële belang van een
goede melkproductie is een doelmatige
voeding uiterst belangrijk.
J. W. Lubbersen,
bedrijfsvooriichter.
Want die is natuurlijk op het idee geko
men."
„Ja, en die zou het zelf ook heerlijk vin
den. En dan de hele dag een dokter in
huis, is dat even een garantie?"
„We gaan er toch geen ziekenhuis van
maken?"
„Nee hoor, vast niet."
„Maarmoeder
„Ook daar zullen we een oplossing voor
vinden. Ik heb samen met zuster Bertha
een plannetje, daar vertel ik nog niets
van."
De zuster kwam langslopen, zag Anneke's
kleur.
„U windt haar toch niet te veel op, dok
ter?"
„Blijdschap maakt gezond, zuster."
Hij keek op zijn horloge. Hij moest weer
weg, maar hij was graag nog wat blijven
zitten om -te praten met dit meisje, waar
van hij nog zo weinig wist.
„De plicht roept me alweer", zei hij op
staande.
„Moet u nu al weer weg?" Haar teleur
stelling was echt en het deed hem goed.
„Ja, 't is niet anders."
„Komt u nog eens terug?"
„Ja natuurijk,". beloofde hij gul.
„Doet u ze allemaal de hartelijke groeten?
Zeg maar dat ik er helemaal kapot van
ben en dat: ik het eerst allemaal eens
rustig moet overdenken".
(Wordt vervolgd)