veer nieuwe wet Huizenmarkt te He saak die adverteert ligt altifd stukken veur De geest van Lola Montez MENTAAL NIET RIJP ALLES DRAAIT OM MOEDER strak aan banden Voeder waarde ruwvoer voor de stalperiode 1965-'66 Vrijdag 31 december 1965 HOLTENS NIEUWSBLAD GEMEENTEN EN BIJSTANDBEHOEVENDEN: DE geest van Lola Montez spookt weer door Beieren, nu een sinds ruim zes honderd jaren bestaande schutterij de koninklijke privileges terugeist, die haar in 1848 werden afgenomen. De schutters hadden meegedaan aan een volksopstand tegen de toenmalige Koning, Ludwig I, veroorzaakt door het feit dat zijn maitresse, de 'Spaanse dan seres' Lola Montez, in werkelijkheid het land regeerde. Koning Ludwig I was een man, bij wie de grens tussen het geniale en het abnor male niet altijd duidelijk zichtbaar was. Hij was bezeten van het bouwen en van de kunst der Grieken, hij heeft München tot een prachtige stad gemaakt, tal van kunstschatten verzameld. Hij spendeerde daaraan kapitalen en bezuinigde verder op alles, op de staatsuitgaven, op zijn eigen huishouding, zelfs op zijn kleren, want hij zag er vaak uit „om een cent te geven". Koning Ludwig was 60 jaar toen hij in z'n werkkamer min of meer werd overrom peld door een dame, nog niet half zo oud, die zich Lola Montez noemde en Marie Gilbert heette, zich presenteerde als Spaanse danseres, en in werkelijkheid de dochter was van een Engelsman, wegge lopen met de geliefde van haar moeder toen ze zeventien was, vele harten in vlam had gezet, zo niet gebroken, een liaison had gehad met de (al evenmin eenken nige) componist Franz Liszt. Een andere geliefde werd in Parijs bij een duel (om haar) gedood. Ze had naam gemaakt en schandaal veroorzaakt in India, Polen, Frankrijk en België en kwam uiteindelijk terecht in München, waar zij een verzoek schrift tot de koning richtte om te mogen optreden in het Hoftheater. Zij kwam dit persoonlijk 'toelichten' en van dat ogen blik af was de oude Ludwig volledig in de ban van een vrouw, die zijn dochter had kunnen zijn. LOLA BEGEERT Zonder twijfel was Lola Montez een bijzonder schone, attractieve en hartver- overende vrouw. Spoedig waren Ludwig en Lola onafscheidelijk. Al aanstonds rees verzet bij de machtige Jezuiten-orde, die krachtens haar internationale verbindin gen wel een en ander van Lola's uitspat tingen en schandalen wist. De kerk, het hof, de conservatieven, de pers ontketen den een felle aktie tegen de koninklijke gunstelinge; allen, die in die bewogen tijd rond 1848, het revolutiejaar, de oude orde vijandig waren, schaarden zich rond haar. De oude Ludwig braveerde alles en Iedereen terwille van de schone Lola. Toen de regering weigerde haar neutralisatie- verzoek in behandeling te nemen, zette hij de regering af. Toen de studenten van de universiteit tegen haar demonstreer den, sloot hij de universiteit en joeg de studenten de stad uit. Lola Montez werd Gravin von Mansfeld, Barones Rosenthal en zelfs Stiftsvrouwe van de Orde van de Heilige Theresia! In vooruitstrevende kringen in gans Europa werd Lola Montez gevierd als de kampioene van de nieuwe tijd, die over de reactie had gezegevierd. Het was haar schoonste uur. Maar haar val was nabij. UITGESPEELD Achter de herrie om de maitresse van de koning stond de strijd op leven en dood van de „oude orde" tegen de nieuwe tijd. Het was inmiddels zo ver gekomen, dat de koning geen besluit meer nam zonder Lola's instemming. Zij regeerde het land, maar de onrust steeg tot koorts- temperatuur en barrikades en straatge vechten in München wezen heen naar een revolutie. Toen ging de koning overstag, bevreesd voor zijn troon. Met een escorte van huzaren rond haar koets reed Lola voor de laatste maal door de straten van München. De koning regeerde nog zeven tien dagen en werd toen gedwongen tot troonsafstand. Hij leefde nog twintig jaren en genoot buiten zijn land van een populariteit, die hij daar verspeeld had. Lola trouwde inmiddels in Londen met een garde-officier, werd beschuldigd van bigamie, vluchtte naar Amerika, waar ze nog eens trouwde, toen naar Australië en keerde tenslotte, arm en vergeten, naar de Nieuwe Wereld terug, waar ze als een boetvaardige Magdalene haar heil zocht in spiritisme en goede werken. In Green wood Cemetry te New York staat haar grafsteen, die slechts vermeldt; Mrs. Eliza Gilbert, 1818-1861. HOE LICHT De klacht van de Beierse schutterij roept dit verleden weer op. De schutters waren onder degenen, drie zich tegen Lola keer- FEUILLETON door Tom Lodewijk 19) Anneke was erg blij, dat allemaal te horen en ook deze zorg viel van haar af. En nu lag ze op deze stralende morgen naar buiten te kijken. Een boek lag on gelezen naast haar. Ze had genoeg aan haar eigen gedachten en aan het lente- schouwspel dat ze door het raam kon ge nieten. Ze schrok op van een donkere gedaante die opeens bij de deur verscheen. Dokter Hazelaar! „Dag dokter!" zei ze verrast. „Zo, komt u eens zien hoe uw patiënt het maakt?" „Natuurlijk," zei hij, „ik kan u toch maar niet zo aan die kwakzalvers hier in het ziekenhuis overlaten?" „Die kwakzalvers hebben me toch maar weer aardig opgelapt". „Opgelapt?", vroeg hij en ging zitten -op de stoel naast het bed. „Geen sprake van oplappen. U wordt weer helemaal beter en dan moet u er nog een tijdje helemaal uit. En dan. den en tot straf werden hun al eeuwen oude privileges ontnomen. Die willen ze nu terughebben en ze bestrijden de recht matigheid van deze maatregel. Beieren is een land vol traditie. De herinnering aan de Wittelsbachdynastie I leeft er nog steeds en niet alleen in de kastelen als Neuschwanstein, Lindernhof en Herrenschiemsee, door de krankzinni ge Ludwig II gebouwd. Nog altijd waaien daar bij de vele feesten de blauw-witte Bederse vlaggen uit. De Beieren, vooral REEDS jaren is de Nederlandse rege ring aan het knoeien met haar huui'- en bouwbeleid. Dit is geen wonder, wanneer wij bedenken dat de uitgangs punten van dit beleid uit economisch ge zichtspunt volkomen onjuist zijn. Er is op de huizenmarkt een zeer grote vraag en het aanbot! kan niet aan die vraag vol doen. In deze omstandigheid heeft de prijs de neiging om te gaan stijgen, hetgeen echter met betrekking tot de huurprijs van een woning onmogelijk is, omdat er nu een maal een huurstop is. Omdat op het ter rein van de huren de marktprijs zijn regulerende functie niet kan uitoefenen, zien wij tal van gewrongen verhoudingen ontstaan. Op de huizenmarkt van huurhuizen is een zeer beperkt aanbod, want de eige naren hopen in latere jaren na huurver hoging nog eens in te halen hetgeen zij nu tekort komen. Gebrek aan ander goed en met de waardedaling van de gul den meegroeiend beleggingsmateriaal is eigenlijk niet de vóórnaamste factor, maar die is in dit verband niet relevant.. AFSCHUrVTNG Wel is belangrijk en zeer nadelig voor de huizenmarkt dat de eigenaren uit de opbrengst onmogelijk alle kosten kunnen dekken en dan ook nog rendement over houden. Dit leidt er toe dat zij trachten zoveel mogelijk kostenelementen op de huurders af te schuiven, die op hun beurt weer van mening zijn dat de huidige huurprijzen bepaalde rechten met zich brengen. Het einde van dit proces is een verkrachting van het huurrecht dat im mers niet op de juiste frustratie is ge bouwd. Het is duidelijk dat bij het bestaande huurprijzenniveau sprake is van een ge weldige vraag. Onder die vragers zitten mensen, die broodnodig een huis nodig hebben. Dat zijn er velen. Er is ook een aantal die bij een normale huur nooit om een heel huis zouden komen en zeker niet om een groter huis. In tijden met een goede huizenmarkt werd het "tehuur" vinden van een huis heel normaal gevon den, thans heeft men een a-sociale kron kel in zijn hersens wanneer men die ge dachte op tafel legt. MEER SUBSIDIE Merkwaardig' is dat reeds enkele minis ters bezag zijn gewëest om nieuwbouw te creëren, waarbij de prijs daarvan werd geënt op de oude huizen. Ook de prijs van die nieuwe huizen kan er vanzelfsprekend niet uit en dan wordt de subsidiekraan opengedraaid. In het komende jaar gaat die zó ver open, dat er een speciale be lastingverhoging in de indirecte sfeer aan verbonden is. Zodra wij uit de huurgebonden of ge subsidieerde sfeer treden, klaart de lucht van de huizennood onmiddelijk op. In de „vrije" sfeer bestaat een ruim aanbod van huizen. Die zijn te koop maar er staat er ook al een aantal te huur. Toch staan er vele van die huizen leeg en in bepaalde plaatsen telien wij zelfs blokken nieuwe huizen, die geen vragers en bewoners zien omdat ze „te duur" zijn. Die huizen zijn dikwijls niet te duur maar de huizen waar zo veel vraag naar is, zijn veel te goed koop! Minister Bogaers erkent dit wan neer hij stelt dat hij per 1 januari 1966 de huren wel moet optrekken omdat an ders het verschil tussen nieuwe en oude woningen te groot wordt en cr geen door stroming plaatsvindt. Daarvan worden de laagstbetaalden, die op het leegkomen van goedkope woningen wachten, de dupe. VERGISSING De minister vergist zich een beetje. Er is nog een categorie gedupeerden: de eigenaren van de oude huizen. „Dan begint het leven opnieuw", zei ze en hij hoorde een matigheid in haar stem. Het leven, dat ze tot nog toe geleid had, was waarlijk niet zo feestelijk, dat ze er naar terug verlangen kon. „Ja maar, een énder leven", zei hij. „U zult het anders moeten gaan aanpakken. U bent toch nog jong, u hebt alles nog vóór u." „Kon ik anders?" „Nee, u kon niet anders. U hebt gedaan wat u zag als uw plicht en die hebt u goed vervuld. Zo goed dat u er bijna zelf onder door was gegaan. „Zijn stem was warm, hij had diep respect voor dit meisje en voor wat ze zo zwijgend en als vanzelf sprekend had gedaan. En hij vond haar nog aantrekkelijker dan tevoren, nu ze er zo teer uitzag, haar smal gezicht, met een lichte blos, omlijst door het blonde haar. Zeker, hij kwam hier als arts op bezoek bij een patiënt, maar dat bezoek was niet alleen maar plicht. Hoe meer hij Anneke Treebergh leerde kennen, hoe dieper zijn belangstelling voor haar werd. De zuster kwam met koffie. „U ook dok ter?" „Graag", zei hij. „Verwent u mij ook maar eens". „Ja, u hebt het,wel nodig", zei de zuster lachend, met een blik naar zijn gezonde buitenkleur. „Ik heb toch maar een leventje", zei An neke weer vrolijk. „Nu heb ik al koffie- op het platteland, zijn in hun hart nog monarchisten. In de landdag laaiden de hartstochten hoog op over de vraag of Lola Montez ge woon 'een lichte vróuw' was geweest of gezien moest worden als maitresse des Konings in het kader van een Pompadour of Montespan. Daarvan zal het wellicht afhangen, of de Beierse schutters hun privileges al of niet terugkrijgen. Maai bij het debat bleek duidelijk, dat de Beie ren Ludwig I nog niet vergeten zijn, die als liefhebber der schone kunsten hun land met zo vele prachtige bouwwerken verrijkte. Iedere minister, die de prijsi'ealiteit ont wijkt, schept een permanent woningte kort of hij Iaat anderen betalen voor het woninggenot van de beschermden. Dat zien wij duidelijk bij de steeds stijgende aantallen woningwetwoningen, die nu al in twee kwaliteiten verschijnen. De betere woningwetwoningen krijgen ook een rentesubsidie, vrijstelling van allerlei rechten en kosten en afwenteling van grond- en bouwkosten door de z.g. koppelverkoop met vrije" woningen. De regering is bezig onze hele huizen markt te maken tot een object van on gezonde speculatie en tot een bron van grote onrechtvaardigheid. Het is onjuist en onrechtvaardig dat kopers en bouwers van woningen in de vrije sector door hogere prijzen eén be lasting moeten betalen die nergens voor zien is en ons fiscale (reeds onjuiste) systeem verder tot 5 een steen des aan stoots maakt. Te VEEL VERSCHIL Het: is onrechtvaardig mensen in huizen te laten >vppen zonder dat zij de kosten daarvan betalen n.b. in een arbeidsmarkt, waarin de prijs van de arbeid hoger gewaardeerd is dan ooit. Het is onrechtvaardig en onjuist toe te laten dat het percentage van het inkomen dat voor huur moet worden uitgetrokken bij dezelfde inkomens groepen zoveel verschilt als thans. Het is onrechtvaardig en onjuist ons land vol te bouwen met woningwet woningen, die van een kwaliteit zijn, die bij stijgende Welvaart steeds min der gevraagd zal worden omdat tal lozen naar betere huizen verlangen. Het is ook onrechtvaardig en onjuist om huizen te laten bouwen voor kop pelverkoop. Het is een onrechtvaardige en onjuis te gedragslijn wanneer de. kleine aan nemers uit de markt worden gedrukt omdat zij niet :mee kunnen of- niet mee willen,"zoalfe de minister dat wil. Daarmee krijgt' de'bouwmarkt stap voor stap een collectivistisch uiterlijk. DWANG Er waart een geest van meer vrijheid in de loonvorming door ons land; Dit moet betekenen dat ook de prijsvormingsregels soepeler worden. Deze gang van zaken mag bij de huizenmarkt geen halt houden. Het gaat hier om de kwaliteit van ons huizenbezït en om de toekomstige presen tatie van ons woningbezit. Voorwaar geen geringe zaak in een land waar goede woongelegenheid een belangrijke peiler vormt waarop «ons intensieve gezinsleven is gebouwd. drs. MIERLO visite ook." „Ja, u zult meer van het leven moeten gaan genieten", adviseerde Bert Hazelaar. „Als ik de kans krijg". „Het is niet een kwestie van een kans krijgen, maar ze grijpen". „Ik heb tot nog toe geen kans gehad. Ten minste heel weinig." „Dat wordt beter", voorspelde hij. „Als ik beter ben, wat moet ik dan doen?" vroeg ze. „Allereerst weer helemaal op krachten komen." „Waar? En hoe?" „Ja, daar kom ik nu juist eens met u over praten. Zoals u weet gaat mijn oom hier weg. Hij heeft een bungalow in Zwitser land, waar hij gaat wonen". „Ja jammer, we zullen hem missen". „Maar hij heeft groot gelijk, dat hij nog wat van het leven gaat genieten. En nu moet u eens horen, juffrouw Treebergh. Mijn tante heeft me met een boodschap naar u toegestuurd. Ze. zegt: in het begin zal het daar wel erg stil zijn en nu zou ik het prettig vinden wanneer Anneke bij voorbeeld een maand: bij ons kwam. Dan hebben wij gezelligheid en zij kan op knappen in een ideale omgeving." Anneke zakte in de kussens terug, haar ogen staarden. Zwitserland! Bergen alpenweiden. Genieten van de natuur, wandelen, zorgeloos, heerlijk! Het was te mooi om waar te zi jn. De praktijk is altijd veel moeilijker dan dé theorie. Dat geldt zeker voor de praktische uit voering- van de Algemene Bijstandswet. Toen deze wet op 1 januari 1965 van kracht werd, steeg er een sociaal gejuich op, maar thans zit men min of' meer met een kater. Bijstandbehoevenden voelen een verzoek om bijstand nog steeds als een schande, bij vele gemeenten staat men ï'aa r te schutteren voor zover liet de uitvoering van de wet betreft enzovoorts, enzovoorts. VALSE SCHAAMTE EN INEFFICIENCY In artikel 1 der Algemene Bijstandswet staat duidelijk aangegeven, dat. bijstand voortaan niet meer een gunst, maar een I récht zal zijn. En hoe logisch is dit ten- slotte! Wanneer iemand buiten zijn i schuld in financiële moeilijkheden is ge- j raakt, dan moet hij dat recht op bijstand hebben. Toch bestaat dit inzicht nog maar I kort, want in de Armenwet, die nota bene j zijn leven tot 1 januari van dit jaar heeft I weten te rékken, kwam dit inzicht nog niet tot uiting. Maar nu is het recht op bijstand dan toch in de wet verankerd en dat impliceert eveneens een overheids- plieht tot bijstandverlening! Goed, zo staat het allemaal op papier, maar meer en meer blijkt toch wel dat hiermee de weerstand van de mensen tegen een verzoek om bijstand niet is weggenomen. Men heeft nog steeds het gevoel naar de bedeling te gaan, wanneer men zich wendt tot een gemeentelijke dienst, tot sociale zaken. En het zijn waarachtig vaak de braafste mensen, die deze gevoelens koesteren. Dat is bijzon der jammer, want ze hebben alleen maar zichzelf er mee. Ieder die in zijn bekendenkring mensen kent die feitelijk bijstand nodig zouden hebben maar die er niet toe kunnen komen een desbetreffend verzoek in te dienen, zou hun er op moeten wijzen dat „valse schaamte" volstrekt misplaatst is. ROMPSLOMP Ook de gemeenten blijken mentaal nog niet rijp te zijn voor de omzetting' van armlastigen in rechthebbenden. Zo houden sommige gemeentebesturen er een admi nistratieve rompslomp op na, die voor de bijstandvei-zoekenden ronduit vernederend is. Bij sommige gemeenten moeten de aanvragers wel 15 a 18 formulieren invul len. Een dergelijke, bovendien vrij kost bare zorgvuldigheid staat veelal in geen enkele verhouding tot de uitgekeerde be dragen. Bij sommige diensten van sociale zaken heerst de mening, dat men nu veel meer aanvragen krijgt van mensen, die eigen lijk de bijstand niet nodig hebben, maar het alleen maar eens willen „proberen". Wij kunnen ons niet aan de indruk ont trekken, dat hier sprake is van „boeren- achterdocht", want de meeste mensen dienen bepaald geen verzoek om bijstand in voor hun plezier. Deze gemeenten maken het zichzelf wel heel erg gemakkelijk. Door te suggereren dat aan vele aanvragen een luchtje zit, ontslaan zij zichzelf van de verplichting hun administratie eficiënter in te richten. GEHEIMZINNIG Verschillende gemeenten doen ook heel geheinizinnig met de normen, die zij aan leggen voor de uitkeringen. Het parlement is toegezegd, dat deze normen openbaar zullen worden gemaakt. Maar dat schijnen de meeste burgemeesters en wethouders maar heel vervelend vinden. De Kamer kreeg dan ook slechts vertrouwelijk in zicht, en dan nog maar van 64 van de 976 gemeenten. Daaruit blijkt al overduidelijk, dat het met de uitvoering van de Bijstandswet nog niet goed zit. Op die manier is een controleerbare rechtsgelijkheid niet moge lijk. Zo wordt de dwaze situatie besten digd, dat in de ene gemeente de uitkerin gen soms een paar tientjes hoger liggen dan in de andere gemeente en wij vragen ons af, of de centrale overheid geen maat regelen kan nemen die er toe leiden dat alle gemeenten inzicht geven in de nor men die zij hanteren. Voorts zou het dienstig zijn op te treden tegen „institutionele profiteurs" (d.w.z. intrenaten voor ziekenverpleging en be jaarden), die hun prijzen met 100% of Bert Hazelaar begreep haar zwijgen niet. „Ziet u er tegen op?" „Tegen op zien? Ik kan het niet eens verwerken. Het is te heerlijk om waar te zijn." „Het is waar". „Maar, hoe moet dat dan?" „O, dat regelen we wel". „Ik kan toch die lange reis niet maken?" „Ook dat regelen we wel. Met het vlieg tuig naar Bazel „Ik heb nog nooit gevlogen". „Éénmaal moet de eerste keer zijn". Opeens zag Anneke allemaal leeuwen en beren op de weg. „Moet ik dan helemaal alléén. „Ik zet u zelf op het vliegtuig en u wordt daarginds afgehaald. Reken er maar op dat dat 'uit de kunst' geregeld wordt. U hebt niet anders te doen dan u te laten vervoeren en we zullen er wel voor zor gen dat het niet te vermoeiend wordt. Trouwens, vliegen is niet vermoeiend. Je rust er van uit." „Ja", weifelde Anneke, „ik kan het alle maal nog niet omvatten. Het lijkt verruk kelijk, maar ik zie nog niet hoe het alle maal kan gebeuren." „Dat hoeft ook niet, dat komt vanzelf." Ze schoot in de lach en zo vond hij haar dubbel aantrekkelijk. „U hebt het allemaal al uitgedokterd." „Daar ben ik dokter voor." „Ik vipd het geweldig lief van tante Mies. meer verhoogden. Misschien kan de prijs- beheersënde minister Den Uyl Iiier zijn tanden eens in zetten. VOOR DE BOER Deze herfst is weer een redelijk aan tal monsters van hooi en kuilvoer onder zocht op voedervvaarde. Aangezien we abnormale omstandigheden hebben ge had tijdens de winning van het hooi en kuilvoer de afgelopen zomer waren de verwachtingen omtrent de voederwaarde niet erg hoog. Dit is ook 'voor het grootste gedeelte wel juist gebleken. Van de tot nog toe ontvangen resultaten van het hooionder- zoek bleek dat dit gemiddeld 45 gram VRE bevatte, wat érg aan de lage kant is. Gemiddelde zetmeelwaarde van bijna 300 gram. Dit is nog iets meegevallen. Gemiddeld kunnen we zeggen dat de eiwit-zetmeel verhouding in het hooi ruim is. Hier zal met de krachtvoergift en het soort krachtvoer rekening mee gehouden moeten worden, in die zin, dat veelal het eiwitgehalte iri het krachtvoer wat hoger moet zijn. Wanneer we er nog rekening mee houden dat tal van de betere partijen hooi bemonsterd worden, kunnen we zeggen dat het dit jaar niet erg best ge steld is met de kwaliteit van het hooi. Bij het kuilonderzoek zijn meest kuilen bemonsterd welke met de maaikneuzêr ge maaid zijn. De vroege voorjaarskuilen vallen in voederwaarde erg mee. Zonder meer kunnen we hier spreken van goed geslaagde kuilen met een goede voeder waarde. Van de in de late zomer gemaak te kuilen blijken de gehalten nogal lager te zijn. Ook hier de eiwit-zetmeel-verhou- ding veelal ruim. In het algemeen heb ben de kuilen wat lager droogstofgehalte dan vorig jaar. Het gras in de kuil is dus vochtiger, wat in het algemeen niet gunstig is voor een vlotte opname door het vee. Wil men een verantwoord gebruik maken van de resultaten vanhet onderzoek van hooi en kuil, dan dient men natuurlijk zijn rantsoenen voor het melkvee, té laten be rekenen en dit gebeurt ook op elk bedrijf. Ook voor de vele bedrijven waar geen ruwvoer bemonsterd is, kan men reke ning houden met de gevonden cijfers en heeft ook het wegen van het ruwvoer. rantsoen en het berekenen van de rant soenen een grote waarde om een zo juist mogelijke krachtvoeraanvulling te geven. De veevoederkern Holten wil ook graag dit winter dit voorlichtingswerk voort zetten. Aangezien de heer de Jong als adviseur niet meer beschikbaar was, is er een nieuwe adviseur benoemd: Dc heer J. Mensink uit Nijverdal. De deelnemers van voorgaande jaren worden vanzelf weer bezocht. Mocht u nog geen deelnemer zijn, maar toch graag voorlichting ontvangen omtrent het samenstellen der rantsoenen, geef dit dan zo spoedig mogelijk op bij de Coöperatieve Zuivelfabriek, de Coöp. Aan- en Ver koopvereniging of bij de secretaris, de heer J. W- Lubbersen, Bathmen, tel. 05704-438. Wanneer u reeds deelnemer bent, en u wilt gaarne zo spoedig'mogelijk bezoek hebben, geef dit dan ook even op aan één van bovenstaande adressen. Gezien het financiële belang van een goede melkproductie is een doelmatige voeding uiterst belangrijk. J. W. Lubbersen, bedrijfsvooriichter. Want die is natuurlijk op het idee geko men." „Ja, en die zou het zelf ook heerlijk vin den. En dan de hele dag een dokter in huis, is dat even een garantie?" „We gaan er toch geen ziekenhuis van maken?" „Nee hoor, vast niet." „Maarmoeder „Ook daar zullen we een oplossing voor vinden. Ik heb samen met zuster Bertha een plannetje, daar vertel ik nog niets van." De zuster kwam langslopen, zag Anneke's kleur. „U windt haar toch niet te veel op, dok ter?" „Blijdschap maakt gezond, zuster." Hij keek op zijn horloge. Hij moest weer weg, maar hij was graag nog wat blijven zitten om -te praten met dit meisje, waar van hij nog zo weinig wist. „De plicht roept me alweer", zei hij op staande. „Moet u nu al weer weg?" Haar teleur stelling was echt en het deed hem goed. „Ja, 't is niet anders." „Komt u nog eens terug?" „Ja natuurijk,". beloofde hij gul. „Doet u ze allemaal de hartelijke groeten? Zeg maar dat ik er helemaal kapot van ben en dat: ik het eerst allemaal eens rustig moet overdenken". (Wordt vervolgd)

Erfgoed Rijssen-Holten

Holtens Nieuwsblad | 1965 | | pagina 2