Holland - E.E.G.-52 - slachthuis Zaterdag 25 september 1965 HOLTENS NIEUWSBLAD een reëele samenwerking, gaan wij KWSB en U-vlees, samen van start. De slachtaccommodatie, zoals die in Hol ten hebben gebouwd biedt gelegenheid tot het slachten aan nog vele andere ge bruikers. De heren Pagrach, welhaast sedert het eerste begin trouwe gebruikers van ons slachthuis, zullen naar ik hoop tesamen met hun nieuwe compagnons Hogeslag en ter Harmsel hun aantal slachtingen op voeren. Ik ben er van overtuigd, dat het vlees afkomstig uit het slachthuis te Holten, reeds alleen al hierdoor een goede intro ductie bij de afnemers zal mede krijgen. Het slachthuis in Holten wil en kan de rol van streekslachthuis gaan vervullen. PROGRAMMERING NOODZAAK Ik ben er van overtuigd, dat men in Nederland zal moeten komen tot een pro grammering in de slachthuisbouw. Wij kunnen ons in Nederland eenvou dig de luxe niet veroorloven om kapitale slachthuizen te bouwen, wanneer deze niet voor de volle 100% van hun capaci teit worden benut. Ik zou er derhalve voor willen pleiten, dat t.o.v. de Stichting voor modernisering van slachthuizen een landelijke planning worde gemaakt, opdat de investering, welke deze bouw vraagt, het volle rende ment hebbe. Ik meen er daarbij op te mogen ver trouwen, dat bij deze programmering het slachthuis van Holten die plaats en bete kenis verkrijgt, die het verdient en dat de moed, welke de Raad van Holten toonde, toen hij tot de bouw daarvan besloot, wordt gehonoreerd. Ik ben er overigens van overtuigd, dat men bij het opstellen van een program mering voor te bouwen slachthuizen, toch ook, ook al was in Holten geen nieuw slachthuis gebouwd, moeilijk aan deze gemeente voorbij zou kunnen worden ge gaan. Geografisch toch is Holten ideaal ge legen aan een kruispunt van belangrijke verkeersverbindingen, gesitueerd voorts in een veedicht gebied. Ik ben er van overtuigd, dat het besluit tot het bouwen van dit moderne slacht huis, zeer gunstige perspectieven heeft geopend voor de ontwikkeling onzer ge meente en dat de Raad van Holten niet anders had mogen en kunnen doen, dan hij heeft gedaan, toen hij op 18 januari 1961 een crediet van 1 miljoen één hon derd duizend gulden beschikbaar stelde voor dit slachthuis project. HULDE AAN DIRECTEUR EN MEDEWERKERS De directeur, de heer G. S. E. Vegter, de man die bij het voorbereidende werk de coördinerende figuur Was, wil ik op deze dag graag in het bijzonder noemen. Het moet U een opluchting zijn geweest toen U in 1963 Uw dierenartsenpraktijk kon neerleggen en Uw voilé tijd en aan dacht op dit slachthuis-project, dat,zo zeer Uw hart had, kon concentreren. Toen U Uw vol ambtelijke functie aan vaardde bleek.de aansporing van Vondel: „Indien het gemeen U roept besorgt het als Uw eigen" door U ten volle begrepen te zijn. Met hart en ziel was U de dierenartsen- praktijk toegedaan, met evenveel toewij ding en enthousiasme hebt U de stichting van dit nieuwe bedrijf geleid en tot goed einde gebracht. Daardoor wil ik U vandaag gaarne mijn hulde brengen en in U uw naaste mede werkers de heren Goorman en Dijkstra, als ook aan de heer P. Rijnsaardt, admini strateur Keuringswaag- en Slachtbedrijf. Ik heb er reeds van gewaagd, dat het gemeentebestuur zich gelukkig heeft ge prezen, dat het mocht steunen op zo voor treffelijke adviseurs, die hebben helpen mededenken, die gegevens verstrekten, die houvast gaven. Wij hebben er vele ge had, ik denk aan de vele slachthuis direc teuren in den lande, die ons hun bedrijf toonden en hun ervaringen vertelden. Ik denk met name aan de heer L. J. Kas, die wel in het bijzonder met ons heeft willen mededenken en zich in onze problematiek medë heeft verdiept. Zoekend én tastend zijn wij tesamen •onze weg gegaan, totdat wij vandaag staan bij het einddoel, dit mooie slacht huis. In dit verband zij ook met ere en er kentelijkheid de naam "van de inmiddels overleden Veterinair Inspecteur in Over ijssel, de heef E. de Nooij, genoemd. Hij heeft zich intensief met dit project bezig gehouden en zijn inbreng bij de tot standkoming daarvan zeker gehad. Dank wil ik brengen aan hen allen. MEER DAN TEVREDEN Als architect van dit gebouw zijt U, mijnheer Van de Bovenkamp niet slechts de man geweest, die de constructies had te ontwerpen, die had te waken dat dit gebouw goed doortimmerd werd en de vormgeving voldeed aan redelijke eisen van aesthetica. Neen gij hebt U met ons verdiept in de gehele problematiek, gij hebt U op een bewonderenswaardige wijze ingewerkt in de eisen, welke een goed rationeel wer kend slachthuisbedrijf moet stellen. Door U is in alle opzichten knap werk verricht. Gij hebt in alle opzichten gewe ten, wat U moest bouwen en waarvoor U diende te bouwen. Dit eerste slachthuis, dat U als bouw meester had te bouwen is een succes gé wordén en heeft Uw naam als deskundige op het gebied van slachthuisbouw geves tigd. Ik wens U geluk met het bouwwerk dat U heden aan ons hebt overgedragen. Wij zijn er meer dan tevreden over. Bij de bouw van een slachthuis, is met name de koeltechniek een onderdeel, dat meer dan normale aandacht verdient. Wij u'jjrofr» vim oordeel, dat de ingewik kelde aypatfaluuij die het" feilloos func tioneren van kóél' en vrieshuizen moet waarborgen onze bijzondere aandacht verdiende. Het is min of meer toeval geweest, dat wij met. U mijnheer van Liempt als advi seur in contact kwamen en wij prijzen ons gelukkig, dat wij dit integrerend on derdeel van ons slachthuis aan Uw des kundig inzicht konden overlaten. Ik dacht dat wij op Uw kompas veilig hebben ge varen. Ik wil U gaarne mijn dank brengen voor de wijze, waarop U zich aan de tot standkoming van ons slachthuis hebt ge- geven. GOED STUK WERK I De aanbesteding van het bouwwerk was i zonder meer een vertrouwenszaak, omdat j met een open begroting werd gewerkt. Ons vertrouwen in U, mijnheer Obdeyn, i is niet beschaamd geworden. U hebt een goed stuk werk opgeleverd. De samen werking met U heeft beantwoord aan de i verwachtingen, welke wij koesterden. De samenwerking met de onder-aan nemers en de toeleverende bedrijven geeft al evenzeer aanleiding tot voldoening. DANK AAN ALLEN Ik wil allen, die gearbeid hebben aan de bouw van dit slachthuis mijn dank brengen, zij mogen zelf de rijkste voldoe- ning vinden in het feit, dat zij hun aan- I deel hebben mogen leveren in het tot- standkomen van dit voor Holten en wijde I omgeving zo belangrijke bouwwerk. Met dit woord, waarin ik gepoogd heb recht te doen wedervaren aan al diege nen, die bij het tot stand komen van dit slachthuis hun inbreng hebben gehad, meende ik U, mijnheer Van den Born, te moeten en te mogen inleiden. Ik heb getracht U een inzicht te geven in al wat is voorafgegaan aan de bouw van dit slachthuis. Ik heb eveneens gepoogd de verdienste te schetsen van al diegenen, die hun schouders hebben gezet onder de uitvoe ring onzer bouwplannen. Wij zijn er echter niet als wij die slacht huizen, waarvoor het, gezien de finan ciële offers die moeten worden gebracht of waarvoor het om andere redenen niet verantwoord wordt geacht ze op E.E.G.- niveau te brengen, zonder meer zouden afschrijven. Het laten doorwerken van niet-erkende slachthuizen voor de nationale productie levert nü al grote moeilijkheden op, waaraan de gecompliceerde vleeshandel in ons land debet is. Eén van de moeilijk heden is b.v. dat men later onderdelen van slachtdieren, die niet in een toege laten slachthuis werden geslacht, toch weer in het E.E.G.-verkeer wil brengen. De moeilijkheden worden onoverkome lijk als de volgende richtlijn op het gebied van de vleeshandel; h.l. die voor vleeswa ren, tot stand komt. Op goede gronden kan worden aangenomen, dat vóórop in de richtlijn vleeswaren zal staan, dat bij de fabricage slechts vlees gebruikt zal mogen worden, dat voldoet aan de E.E.G.- richtlijn vers vlees. Zouden er dan nog slachthuizen bestaan, die niet aan de EEG- eisen voldoen, dari -komt de vlees- en vleeswarenindustrie in een uitermate moeilijke positie te -verkeren. Het enige alternatief is dan ook, dat alle Nederland se slachthuizen geheel op EEG-niveau ge bracht worden, hetgeen automatisch ten gevolge zal hebben, dat er dan alleen slachthuizen, die door de EEG erkend kunnen worden, in bedrijf zullen blijven. Van de korte adempauze, die er nog is, zal zo goed mogelijk gebruik dienen te worden gemaakt. De inventarisatie van de slachthuizen heeft nogal wat stof doen opwaaien, waar van ik achteraf kan zeggen, dat dit niet onwelkom is gewees^. Het heeft n.l. aan leiding gegeven tot een nadere bezinning op de toekomstige positie van liet slacht huis in alle kringen, die bij de vee- en vleeshandel betrokken zijn. Het zal een ieder duidelijk zijn, dat alle geïnteresseerde instanties hun bijdrage moeten leveren tot de studie van dit pro bleem, omdat alleen op deze wijze een eerd in een belangrijk produktiegebied, dit laatste geheel in overeenstemming met de planning, welke in een ander EEG- land en met name Frankrijk reeds wordt uitgevoerd. !Neemt men daarbij in acht dat de re cente ervaring met ingevoerde buiten landse varkens leert, dat het Nederlandse varken kwalitatief beter geschikt is als grondstof voor de vleeswarenindustrie dan de produkten uit Denemarken, de Verenigde Staten, Polen en andere pro ducerende landen, dan liggen hier, naar mijn mening, voor de Nederlandse var kenshouderij en be- en verwerking nog grote kansen. Dit zal zeker zo zijn, als wij erin slagen, mede dank zij belangrijke lopende proefnemingen van de industrie zelve, deze voorsprong te behouden. Wanneer U, mijnheer de burgemeester, zorgen zóudt hebben over de rentabiliteit van dit slachthuis in de toekomst, dan meen ik U met enige vrijmoedigheid toch een hart onder de riem te mogen steken. Veroorlooft U mij nog even terug te komen op de EEG-voorschriften. Het is duidelijk dat deze sanitaire voor schriften slechts minimum-eisen inhou den, waar men niet ónder doch wel bóven mag gaan. Voor zover het Nederland be treft, acht ik het mijn plicht ervoor te zorgen, dat Nederland als' grootste export land in dit opzicht op de eerste plaats staat. Het zal U na het bovenstaande dui delijk zijn waarom. Tot mijn genoegen heb ik kunnen con stateren dat het nieuwe slachthuis te Hol ten aan de EEG-eisen in ruime mate vol doet. Het is dan ook om deze reden dat ik niet heb geaarzeld de Minister van Landbouw en Visserij, die krachtens de Veewet verantwoordelijk is voor de uit voerkeuring van vee en vlees, te advise ren het openbaar slachthuis te Holten een onvoorwaardelijke erkenning als exportslachthuis te versterken. Op grond van dit advies is aan Uw slachthuis het EEG-stempelmerk no. 52 uitgereikt. Met de wens, dat de slachtcapaciteit Hier is het slachthuis van Holten, dat een rol wil en moet spelen in deze streek. Ik dacht, dat het voor deze taak is voorbereid. Ik vertrouw, dat het vee, dat hier geslacht is, zijn weg zal vinden tot over onze grenzen, dat het hongerige ma- j gen zal voeden in Duitsland, in het bek- ken van Parijs, ja zelfs in Italië. Wij zijn gereed en gaarne bereid in het kader van de Europese Economische Ge meenschap deze rol te spelen. Aangeboden diensten zijn zelden aan genaam. Ik vertrouw, dat ons aanbod van diensten een uitzondering op de regel zal betekenen en dat van het slachthuis van Holten een gretig gebruik zal worden ge maakt door al diegenen, die op Franse, Duitse en Italiaanse tafels vleesgerechten van Nederlandse oorsprong willen bren gen. Ik wil U, mijnheer de Veterinair Hoofd inspecteur der Volksgezondheid thans gaarne de gelegenheid geven dit slacht huis in gebruik te stellen en een geleide mede te geven. REDE DRS. J. M. VAN DEN BORN Nadat drs. Van den Born had verklaard met bijzonder veel genoegen naar I-Iolten te zijn gekomen om het nieuwe slachthuis te openen, stond hij uitvoerig stil bij de historische ontwikkeling van het slacht huis en de vleeskeuring, ook al omdat de functie, die het slachthuis thans vervult en in de naaste toekomst te vervullen zal hebben, slechts met deze historische ont wikkeling voor ogen begrepen kan wor den. Ook de vleeskeuring heeft vanaf 1922 een evolutie doogemaakt. Doordat het wetenschappelijk inzicht zich verdiepte, ging de techniek van de keuring sterk vooruit en leek de wering van vlees en vleeswaren, die voor de volksgezondheid schadelijk zijn, dicht benaderd. Was aanvankelijk de vleeskeuringswet geving een zuiver nationale aangelegen heid, met de inwerkingtreding op 30 juni 1965 van de Richtlijn van de Raad van de EEG inzake gezondheidsvraagstukken op het gebied van het intercommunitaire handelsverkeer in vers vlees, diende de nationale wetgeving aangepast te worden. INVENTARISATIE De richtlijn had als logisch gevolg, dat er een inventarisatie van alle Nederlandse slachterijen werd gemaakt, waarbij zoals te verwachten was uit de bus kwam, dat er een aantal slachthuizen zonder meer voldeed, maar dat er ook in vele gevallen -zekere aanpassingen nodig zouden zijn, waaraan min of meer grote investeringen verbonden zouden zijn. goed 'uitgewogen harmonisch resultaat van de studie van deze zeer gecompliceer de problematiek kan worden verkregen. Daarom is het toe te juichen dat in ver schillende kringen van belanghebbenden de discussies over deze vraagstukken gaande zijn of op gang zullen komen. U zult begrijpen dat ik niet vooruit kan lopen op dit overleg. Wel kan ik enkele punten noemen, welke in het rapport worden aangestipt, b.v.: 1) het vraagstuk vafi de efficiëntie van de huidige vleeskeuringsdiensten; 2) het vraagstuk van de uitvoering van de Vleeskeuringswet door gemeenten; 3) het vraagstuk van de uniforme keurlonen 4) het vraagstuk van de nadere keu ring ingevolge art. 8 van de Vleeskeu ringswet, de z.g. invoerkeuring; 5) het vraagstuk yan de sluitende be groting van de diensten enz. enz. Wat er uiteindelijk ook het resultaat zal zijn van het overleg, steeds zal men voor ogen moeten hóuden dat als uitein delijk doel een krachtige bevordering van de hygiëne en een optimale gezondheids bescherming van de bevolking voorop dienen te staan. Is dit streven op zichzelf al gerechtvaar digd en geboden ter wille van de volks gezondheid, dan komt daar gelukkig nog bij dat de economie van een bedrijf èn de economie van het land daarmede ten zeer ste worden gediend. Het dient met ere te worden gezegd, dat de bonafide slager, de bonafide gros sier en de bonafide vleeswarenfabrikant en dat zijn gelukkig de meesten van af het in werking treden van de Vleeskeu ringswet dit voor hun bedrijf ter dege hebben ingezien en dan ook steeds de volle medewerking hebben gegeven als, vaak ten koste van offers, in dit opzicht naar nieuwe inzichten, met de tijd moest worden meegegaan. En nationaal gezien is een optimale volksgezondheid van doorslaggevende be tekenis voor de export-positie van ons land. Ik kan u verzekeren, dat zeg ik met trots, dat wij internationaal een goede naam hebben en dat op de eerste plaats onze internationale handel hiervan de vruchten plukt. GEHEEL IN OVEREENSTEMMING MET PLANNING Wanneer ik thans terug kom op het openbaar slachthuis Holten, dan ma,': ik constateren, tiat dit aan alle geWcn&te eisen voldoet, dat flit een aestetisch zeer verantwoord uiterlijk heeft, dat dit voor treffelijk is ingericht en dat dit is gesitu- Een kijkje in één der moderne afdelingen van dit mooie moderne slachthuis zo vol ledig mogelijk benut zal worden en dat de slachthuisleiding, personeel en gebruikers er een prettige werkkring mogen vinden, verklaar ik het Openbaar Slachthuis te Holten voor geopend. OVERDRACHT SLACHTHUIS Nadat burgemeester mr. W. H. Enklaar een wooi'd van dank had gesproken tot de heer v. d. Born voor de verrichte opening en voor de doeltreffende hulp die werd verleend bij het verkrijgen van de rijks goedkeuring werd het slachthuis overge dragen aan de directeur de heer G. S. E. Vegter bij welke overdracht mr. Enklaar sprak als volgt: Mijnheer de directeur, Het is voor ons, maar vooral voor U een grote dag. Sedert 1946 hebben wij de noodzaak onder ogen gezien om te gera ken tot een nieuw slachthuis. In 1946 zijn wij van een geheel ander uitgangspunt bij onze plannenmakerij uitgegaan. In 1946 hebben wij niet bevroed dat het tot 1965 moest duren voordat een nieuw slacht huis kon worden betrokken. Maar in 1946 hebben wij evenmin ge droomd dat een slachthuis als dit het re sultaat zou zijn van onze plannenmakerij. U met name hebt geloofd in de toekomst van een nieuw slachthuis. U hebt in de jaren die sedert dien vergleden zijn, tel kens weer van uw geloof getuigt en aan gedrongen op -realisering van de bouw plannen. Vandaag wordt weer bewaarheid dat zij die geloven, niet haasten. Het is mij een vreugde vandaag dit nieuwe slachthuis onder uw directie te stellen en dit in be heer aan U over te dragen. Moge het U gegeven zijn dit slachthuis zodanig te leiden, dat het gaat beantwoor den aan de verwachtingen, die wij daar van koesteren. Uw enthousiasme, toewijding en kunde zullen u bij het vervullen van deze taak zeker vergezellen en tot steun zijn. Ik beveel hierbij dit fraaie slachthuis in uw bijzonder deskundige zorgen aan. Groots is Uw toewijding en heilig Uw taak. DIRECTEUR VEGTER IN ZIJN TOESPRAAK NA DE OVERDRACHT Mijnheer de voorzitter, Dames en heren, Nu dit gebouw, nu dit bedrijf zojuist door d.e burgemeester als vertegenwoor diger» van het Bestuur van deze gemeente aan mijn zorgen werd toevertrouwd, is het goed zich rekenschap te geven van de juiste gestalte van deze overdracht en de inhoud er van te overzien. En dan word ik mij bewust een ge schenk te hebben ontvangen van een grootte, die niet te meten is, van een betekenis, die niet te begroten is, vervuld van een innerlijke waarde, waaraan een medewerking ten grondslag ligt, die zijn weerklank kan vinden bij de gehele be- volkig van deze gemeente. Dan ondervind ik, mede door de woor den en gedachten, waartoe de voorgeschie denis en de verrezen realiteit van dit ge bouw aanleiding zijn geweest, de geest van voldoening, die levend is bij het be stuur van de gemeente, en ik ondervind de vreugde, die dit bestuur vervult bij de voltooiing van dit bedrijf, dat in volledige personeelsbezetting het proefstadium gaat afsluiten om tot de realiteit van de regel maat der dagen over te gaan. Dan resoneert in deze werkzaamheden van een nabij verleden en van de tegen woordige tijd de sonore klank van de steeds dóerdringende activiteit van de burgemeester. In de administratieve voor bereiding, in het overleg met mogelijke toekomstige gebruikers, in de voorzienin gen van de kapitalen, in het beleid ter bepaling van de contouren van. het te verrijzen beeld en in het consolideren of opnieuw uitwerken van hetgeen was ge projecteerd. De erkenning van deze welbewuste en positieve gerichtheid ten dienste van dit bedrijf wordt in de kern van dit gebouw uitgedragen en in ere gehouden door een groene steen, aan ieder, die het weten wil, meldend de opdracht: „aan Willem Henric Enklaar, burgemeester, meester in alle rechten, door wiens toedoen als leidsman dit gebouw van het slachthuis werd gesticht", daaronder het jaar van de bouwkundige ontplooiing: „in het jaar Onzes Heren 1Ö64." Inderdaad, de bemoeiingen van de bur gemeester en van het gemeentebestuur zijn intensief geweest. Intensief ten aan zien van een stuwende activiteit ter be paling van de grote lijnen en van het perpectief. Ten opzichte van het technisch gebruik, van de outillering, van de orga nisatie van het bedrijf werd gaarne ge hoor gegeven aan de deskundige inzichten en adviezen. Vele vrijheden werden, na eenmaal verstrekte voorlichting, in de beslissingen aan de dagelijkse leiding over. gelaten. Gaarne wil ik hier mijn grote erkentelijkheid uitspreken voor deze op vatting omtrent de samenwerking van het gemeentebestuur en de leiding van een openbaar bedrijf. Zo zal ik gaan aanvaarden datgene, waaraan ik heb mogen bouwen in het zoeken van een goede vorm voor het be drijf, naar een doelmatige outillering. Al le steun mocht ik daarbij ondervinden van de beide keurmeesters Goorman en Dijkstra, die destijds reeds in functie waren en vele onderwerpen van gesprek uit een pi'actische hoek belichtten. Van de zijde van de gemeentesecretaris, de heer G. J. Langenbarg en van de ad ministratieve van de bedrijven werd aan alle inwissebare verlangens tegemoet ge komen, de leiding van de afdeling ge meentewerken en van het' gemeentelijk elektrisch bedrijf droegen op hun eigen wijze bij in hgt tot stand komen van het geheel, een medewerking die zeer op prijs wordt gesteld. Zo werd de rang tot verwezenlijking van de plannen gedragen en mede bevor derd door de activiteit en het medeleven van gemeentebestuur en takken van dienst, die ressorteren onder de werk- heid van de gemeente. Het ligt in de lijnen der dingen, dat een intensief overleg met de architect, de heer L. C. van de Bovenkamp aan de con structie van het bedrijf is vooraf gegaan, dat dit overleg met hem en met zijn naas te medewerkers is voortgezetgedurende de hele bouwperiode en dat het door dat alle facetten van de bouw nog niet hun beëdiging hebben gevonden nog zal voortduren tot na deze officiële inge- bruik stelling. De wijze, waarop de pro jecten gezamenlijk zijn bekeken, waarop de problemen zijn gesteld, de ernst, waar mee men zich telkens weer in de proble men heeft verdiept en met vereende krachten tot een oplossing heeft gebracht, de sfeer, waarin dit jaren verbruikende overleg steeds heeft plaatsgevonden, het heeft aan aller inzicht alle recht doen wedervaren, en het is met grote voldoe ning en erkentelijkheid, waarmee ik op deze goede en prettige gezamenlijke werk zaamheid, zowel met de architect in zijn energieke en zorgvuldige persoonlijkheid, als met zijn accurate en ontvankelijke naaste medewerkers, kan terugzien. Van iets jongere datum is het overleg met onze adviseur, de heer Van Liempt. Toch is zijn visie op de koeltechnische installatie, zijn inzichten over water- en stroomvoorzieningen, de constructie van het leidingnet, evenals de electro techni sche verzorging van het bedrijf, snel ge volgd op de allereerste stadia. Het overleg en zijn adviezen bevatten een getuigenis van een helder en wel doordacht inzicht. Zij werden met over tuiging en praetische zin- gegeven. De even économische als praetische installa ties hebben wij aan hem te danken. Er is echter meer: het persoonlijk contact met deze, in zijn aard bescheiden, figuur is uitgegroeid tot een verhouding, die aan ons beider leven winst heeft geschonken. De dank, die ik zo gaarne en van harte uitspreek, heeft mede daardoor een meer zijdige betekenis en een diepere klank. Bij de constructie van een bedrijf als dit kan alleen de werkzaamheid van velen tot een goede beëindiging voeren. Onder deze velen bekleedt de figuur van de hoofdaannemer toch wel een bijzondere positie. Bijzonder op organisatorisch ter rein tor coördinatie van veler activiteit, bijzonder in constructieve sin, omdat de omvang van zijn taak op dip gebied ver der strekt dan die van enig ander. Er is Vervolg,- zie pag. 4.

Erfgoed Rijssen-Holten

Holtens Nieuwsblad | 1965 | | pagina 2