Belangrijke voorlichting op de AKKER- EK WEIDEBOUWDAG Schietwedstrijden Vrijstellingen Kindje verkouden Beusebergse Jongeren speelden weer mooi toneel Schaken Collecte Internationale Hulpverlening: 6-13 februari Bronchi letten Be eerste wieol Zaterdag 30 januari 1965 HOI/FENS NIEUWSEIIjAIV Uitgaande van de OLM- en CBTB-af- delingen en van de Bedrijfsverenigingen Holten en Dijkerhoek werd vrijdag 22 januari in hotel Holterman een akker en weidebouwdag gehouden, waarbij van de zijde van het Rijkslandbouwconsu- lentschap belangrijke voorlichting werd gegeven over tal van aspecten van de landbouw in het bijzonder ten aanzien van het gemengde bedrijf. Be voorzitter, de heer A. v. d. Brink, opende deze dag met een speciaal wel kom aan de Rijkslandbouwconsulent voor Oost-Overijssel, de heer ir. G. K. Veld man, en zijn medewerkers, die bereid waren gevonden deze dag te verzorgen. Spreker zette uiteen, dat voorgaande jaren bij deze dagen speciaal aandacht was besteed aan de voorlichting betref fende de komende Euromarlct, maar dat er dit jaar naar gestreefd was om de aan wezigen kennis te laten nemen van de ibedrijfsveranderingen, welke nodig zijn cm in de toekomst bij te kunnen blijven. Daarom waren hiervoor de deskundigen van de Rijksiandbouwvoorlichtingsdienst gevraagd, aangezien deze dagelijks met de problemen in aanraking komen. Bij de probleemstelling door ir. Veld man noemde deze de z.g. bedrijfsaanpas- sing een dwingende eis. Hiermede doel de spreker op de omstandigheid, dat er per man voldoende geproduceerd moet worden. Waar teveel arbeidskrachten aanwezig zijn en de produktie moeilijk uitgebreid kan worden, vindt spreker het gelukkig, dat er buiten de landbouw vol doende werkgelegenheid is en dat men ook niet steeds in de eerste plaats aan fabrieksarbeider behoeft te denken, om dat er in Nederland meer dan 4000 be roepen zijn, zodat er dus nog wel keuze is. Verder stelde spreker, dat er een flink aantal in de toekomst boer zullen blij ven, omdat de landbouwbedrijven, ge- zién de produktieomvang, zeker levens vatbaar zullen blijven. Een aantal bedrijven zal afvallen om dat de produktieomvang te klein is of omdat er geen opvolger aanwezig is. Het Saneringsfonds kan hier een goede uit komst zijn. Ook stelde spreker vast, dat een aantal boeren nog twijfelen en dat hier de mogelijkheid is, om, of de pro duktie flink uit te breiden, wat veel ka pitaal kost en zekere risico's meebrengt, of dit niet te doen, waardoor de resulta ten in de toekomst onvoldoende zullen zijn. Het zal voor de toekomst belangrijk zijn, volgens spreker, dat de produktie aangepast is aan de aanwezige arbeid op bet bedrijf. Spreker roerde nog enkele andere be langrijke problemen aan, o.a. de hoge in vesteringen, die nodig zijn bij de ontwik keling in de landbouw, en meende, dat eventuele rente-subsidie e.d. sterk de aandacht van de landbouw moet hebben. De moderne hulpverleningsdiensten die nen gestimuleerd te worden. ONTWIKKELING GEMENGDE BEDRIJF De heer E. Habers, bedrijfsdeskundige bij het RLC-schap, sprak over: „De ont wikkeling van het gemengde bedrijf". Hij begon met erop te wijzen, dat de intensi teit van de bedi'ijven in het tijdvak 1950 tot 1963 sterk is toegenomen. Wel bleek voor Oost-Overijssel de op pervlakte bouwland te zijn afgenomen met 20 pet. (in Holten met 22 pet.); het areaal grasland was over die periode toegenomen met 7 pet. (in Holten met 6 pet.). Toename in percenten sinds 1950 tot 1963, Oost-Overijssel met daarachter Holten: Rundvee ■met 55 pet.; voor Holten 42 pet. Melkkoeien met 27 pet.; voor Holten 15 pet. Mestvarkens met 142 pet.; voor Holten 69 pet. Fokzeugen met 69 pet.; voor Holten 162 pet. Legkippen met 66 pet.; voor Holten 104 pet. Zoals hieruit blijkt, heeft de produktie per man een sterke toename ondergaan, hoewel zulks lang niet op alle bedrijven het geval is. Op slechts 2 van de 10 be drijven valt een sterke stijging waar te nemen. 1-Iet aantal melkkoeien zal nog wel verder opgevoerd kunnen worden, door 'het geven van een zwaardere stikstofbe mesting op het grasland. Om echter tot vrij groté eenheden te komen is een gro te investering noodzakelijk, welke velen (nog) niet aandurven. Tussen 1959 en 1962 bleek het aantal bedrijven waar fokzeugen werden ge houden, verminderd te zijn, doch het aantal dieren, dat per bedrijf werd ge houden, was gestegen van 5 tot ruim 6 dieren. Ook het gemiddelde aantal mestvar kens was in die periode gestegen van 11 tot 16 dieren per bedrijf. Het is echter duidelijk, dat bij een vrij gering aantal dieren het inkomen per ar beidsuur veel te laag ligt, hetgeen uit de volgende cijfers moge blijken: Op een •bedrijf met 8 tot 10 fokzeugen ligt het ar beidsinkomen per uur op f4,50 a f5,-; bij 15 tot 18 fokzeugen ligt dit op f 5,50 a f 6,50 per uur en bij 19 tot 23 fokzeu gen tussen f 6,50 a f 7,- per uur. Bij mestvarkens, uitgaande van een winst van f 20,- per afgeleverd varken, ligt dit bij: varkens uurloon van f 0,80 tot f 1,25 varkens uurloon van f2,10 tot f2,60 varkens uurloon van f 3,70 tot f 4,60 varkens uurloon van f 4,60 tot f 5,30 varkens uurloon van f 4,85 tot f 5,90 varkens uurloon van f 5,40 tot f 6,40 10 tot 15 op een 40 tot 50 op een 80 tot 100 op een 100 tot 140 op een 140 tot 170 op een 170 tot 200 op een Men kan echter niet steeds nog grotere eenheden houden om de kosten nog maar meer te drukken. Welke eenheden dient men nu in het gunstigste geval te hebben? aldus spre ker. Dit ligt bij mestvarkens tussen de 150 en 200 stuks; bij fokzeugen 20 tot 25; melkkoeien 20 tot 25; mestkalveren 50 stuks; legkippen 2000 en mestkuikens 7500. Velen kunnen echter nu nog niet beslissen en willen wachten tot straks. Weet echter, aldus de heer Habers, dat men dan komt in het huis van nooit. Samenvattend kan men stellen, dat de produktie op een groot aantal bedrijven veel te klein is. De produktie-omvang moet worden opgevoerd tot vrij grote eenheden, aldus spreker. Hiertoe is echter nodig: een doelmati ge opzet, ruime vakkennis, kortom: men moet een goede ondernemer zijn. Op deze inleiding volgde een geani meerde gedachtenwisseling. AKTUALITEITEN IN DE BOERDERUENBOUW De heer G. H. Wellenberg, specialist voor boerderij enbouw bij het RLC-schap, gaf voorts aan de hand van fraaie dia's een uiteenzetting van nieuw- en ver bouw van boerderijen, waarbij speciaal aandacht werd geschonken aan de bouw van rundvee- en varkensstallen en wat hiermee verband houdt. In de middagpauze werd een gezamen lijke broodmaaltijd genuttigd, welke was aangeboden door de particuliere veevoe derhandelaren en plaatselijke coöpera ties. VOEDERWINNING De heer A. J. Paskamp hield vervol gens een inleiding over het onderwerp: „Voederwinning in nieuwe banen". Spreker begon met te stellen, dat men in de rundveehouderij ook moet gaan in de richting van specialisatie, al noemt men dit vaak zo niet. De rundveebezetting wordt steeds op gevoerd en de oppervlakte bouwland verkleind, zodat de rundveehouderij steeds belangrijker wordt. Een 15 jaar geleden waren de deskun digen van mening, dat de opvoering van de hoeveelheid zuivere stikstof tot 150- 180 kg. per ha. de ondergang voor de boer zou betekenen. Met de huidige kennis van zaken we ten we, dat er bij 300 kg. zuivere stikstof per ha. nog geen ongelukken gebeuren, mits men de nodige maatregelen neemt, zoals niet te veel kali en voldoende mag nesium. 'Zo meende spreker, dat er nog moge lijkheden zijn voor opvoering van de pro duktie. Anderdeels dienen de verliezen zo klein mogelijk te zijn door een goede be weiding en goede methoden van voeder- winning. Er komen nog steeds grote ver schillen voor in kwaliteit van het hooi. De juiste hooimethode is hier het belang rijkst. Door moderne methoden, n.l. zo snel mogelijk schudden en dit voldoende herhalen, kan de veldperiode belangrijk worden verkort. De hooiventilator kan hierbij 'goede diensten bewijzen. Het kneuzen van gras bij het hooien is nog in een onderzoekstadium, maar wanneer de maaikneuzer aangepast kan worden, biedt dit goede perspectieven. Voor het inkuilen neemt het maai- kneuzen reeds een belangrijke plaats in. Spreker gaf toe, dat er nog een aantal kuilen mislukten, maar schreef dit toe aan een te laag suikergehalte van het gras en aan te veel vocht. Goede grassen bevatten meer suiker dan slechte gras sen. Na de middag is het suikergehalte hoger dan in de morgenuren. Momenteel probeert men wel: eerst maaien, daarna iets voordx'ogen en dan met de maai kneuzer inkuilen. Dit gaf uitstekende re sultaten. De voordroogmethode noemde spreker ook goed, maar voor deze streek •gaf het vaak teleurstellingen, omdat het gras te stengelig is en zodoende veel schimmel en broei voorkomt. Bij deze methode moet men zeer jong en geil gras hebben. Tenslotte ging spreker nog in op de voedergewassen. Voederbieten is een prima voedsel, maar voor dit gewas zijn teveel uren no dig, zodat de arbeidskosten hoog worden. Snijmais noemde spreker een uitste kend voer, vooral wanneer men beschikt over jong hooi en kuil voer. De arbeids kosten zijn bij dit gewas veel lager. Naar aanleiding van deze inleiding werden verschillende vragen gesteld. FILM Tot slot werd de film: „Aktualiteiten in de landbouw" vertoond, waarbij men een duidelijke indruk kreeg omtrent de ontwikkeling in de landbouw op de ge mengde bedrijven. Aan het eind van deze dag, welke dank zij een goede organisatie en leiding mooi op tijd beëindigd kon worden, dankte de voorzitter allen, die hadden medege werkt aan het welslagen daarvan. Bij de vorige week vrijdag in de zaal van Hotel Vosman gehouden schietwed strijden voor de onderlinge clubcompeti tie van de schietvereniging „De Een dracht" wei-den de volgende resultaten geboekt: Vuurbuks-competitie, groep A: J. Haan 43 pt.; A. Paalman 43 pt. Groep B: G. Bannink 44 pt.; A. Bielleman 41 pt. Windbuks-competitie: J. Haan 95 pt.; G. Schuppert 93 pt.; J. Bouwhuis 92 pt. Windbuks, vrije badn: 1 J. Haan 36 p.; 2 G. Jansen 36 pt.; 3;G. Bannink 35 pt.; 4 A. Bielleman 34 pt. De dienstplichtige der lichting 1964, G. J. Meijerink, is in beroep bij K.B. van 28 december 1964 no. 25, voor een jaar vrij gesteld van de dienstplicht wegens per soonlijke onmisbaarheid. Voor de duur van zijn tewerkstelling in de nieuwbouw is aan de dienstplichtige der lichting 1965, F. H. Schippex-s, Espelo 15, vrijstelling van de dienstplicht ver- leend, terwijl de dienstplichtige der lich ting 1962, Joh. Vastei-s, Beuseberg 78, voorgoed werd vrijgesteld wegeixs per- soonlijke onmisbaarheid. dan net als bij Vader en Moeder i De uitslagen van de donderdagavond door de leden van de schaakclub „De Pioniex-s" in hun clublokaal, hotel Hol terman, gespeelde wedstrijden voor de onderlinge clubcompetitie luiden als volgt: F. J. Hol-H. Roelofs 1—0 G. J. Hoeve-C. van Geex-estein 10 P. H. van Doorn-J. P. Poll Jonker 01 Mevr. Hol-A. Stukker afgebr. A. J. C. Brands-F. Groenewoudt 10 De C.J.V. „De Vriendenschaar" uit de Beuseberg' bracht zaterdagavond tijdens haar jaarfeest in „Irene" het toneelspel „Dood door schuld" voor het voetlicht, geschreven door Rob van Marle. Het is een soort detective-spel, waar van men zoals regisseur Jansen in zijn toelichting opmerkte zou kunnen zeg gen: wat de commissaris vertelt, wordt voor het publiek op het toneel aan schouwelijk voorgesteld. Het ontbrak daarbij niet aan spanning, want reeds in de eerste seconden gaat er een schok door de zaal door een ang stige kreet achter de coulissen. Ellen van Heringa, de vrouw van de welgestelde fabrikant Marcel van Heringa, ontdekt een lijk van een man in de kelder van hun villa, als zij thuis komen van va kantie. In de drie bedi-ijven, waarvan de beide eex-ste bestaan uit twee taferelen, heerst een vaak nerveuze spanning, door de vex-- denking, die op de verschillende huis genoten rust en die Commissaris Van Niftrik Wim Brinks moet trachten op te lossen. De vermoorde man is Georg Dankelaai-, leider van een balletgroep en handelaar in blanke slavinnen, die vat gekregen heeft op de enige dochter van de Van Heringa's, Annemarie -Fenne- ken Stevens die een contract getekend heeft. De beide ouders hebben zonder eikaars medeweten getracht dit con tract met veel geld af te kopen. Behalve zij beiden staan ook Stans, de huishoud ster Mineke Paalman en haar zoon Wim, een jonge dokter Teun Deijk onder vex-denking. Van Heringa wordt bijgestaan door zijn vriend Paul Warten- horst, gewezen notaris (Herman Schoo ien), en zijn echtgenote door haar vrien din, de advocate Juliette Suthex-land (Jannie Schutte), die beiden niet onkun dig zijn van het contract met Dankelaar. De vrouw van Dankelaai-, de danseres Sonja Valentino (Dineke Rietberg) tracht Van Heringa te chanteren. De commissa ris leidt met grote scherpzinnigheid het onderzoek, maar weet de problemen niet op te lossen. Zijn ondei-vragingen en de steeds wisselende situaties worden door de zaal vaak in ademloze spanning ge volgd. Als de commissaris het opgegeven heeft en vertrekt, spreekt aan het slot van het stuk de advocate, Juliette Suther land, het verlossende wooi-d. Het blijkt, dat de oudere Paul Wai'tenhorst, die op dezelfde wijze een dochter verloren heeft, in een handgemeen met Dankelaar ge raakt is, waarbij diens revolver is afge gaan, waardoor hij gedood is. „Dood door schuld". De voornaamste huisgenoten wox-den door Juliette ingelicht, doch de Justitie zal er nooit achter kijken. Een volkomen onverwachte ontknoping, die •uit het spel niet viel op te maken, en door de vijf bezoeksters, welke daarvoor waren aangzocht, dan ook niet was voor zien. Het publiek heeft zeer genoten van het mooie spel van Toosje Stevens, als Ellen en van Egbert Rietberg als Marcel van Heringa, maar vooral ook van de jonge Fenneken Stevens, die ongecompliceerd en met grote charme de rol van Anne marie vervulde. Öpvallend was ook het goede, spel van Teun Deijk, als de jonge dokter en latere verloofde van Anne marie, van Jannie Schutte als advocate en van Herman Schooien als Paul, ter wijl Dineke Rietberg de rol van danseres Sonja bijzonder aardig wist te vertolken. Wim Brinks had als commissaris een zwa re rol, die hij echter met veel flair speel de. Goed gespeeld maar minder belang rijk was de rol van Mineke Paalman als Stans, de huishoudster. Als een klein bezwaar kan genoemd worden, de soms wat trage voortgang van het spel, voox-al in het laatste bedrijf, waardoor de spanning wat dreigde ver- lox-en te gaan en de wel eens monotone stem van de hoofdrol-vertolker Egbert Rietberg. Overigens was het een stuk, dat de bezoekers echt deed meeleven. De regie was bij de oud-voorzitter Jan sen in goede handen en kapper Drent zorgde voor een goede grimering. DE JONGEREN Er werd deze avond, zoals gebruikelijk, nog heel wat meer op de planken ge bracht, zodat de Beusebergse bevolking eerst na middernacht huiswaarts kon keren. Na de gebruikelijke opening door voor zitter Rietberg en het zingen van Ge zang 149, werden toneelstukjes opgevoerd door de jongensclub en de meisjesclub cn brachten „The Stevens Sisters" zij het met nog wat zachte stemmetjes een paar aai-dige liedjes met mandoline begeleiding. De secx-etaris, Jan Max-kvoort, gaf een uitvoerig' overzicht van de activiteiten van „De Vriendenschaar", die behalve d'e jongénsclub „Jonge Kracht" en de meisjesclxxb „Erica", 36 seniorenleden telt. Ondanks diverse vrij hoge kosten had men toch nog kans gezien in 1964 een bedrag over te houden van f 116,37. Ds. Israël sloot de avond met de dank over te brengen van de Herv. Jeugdraad. Het was een lange avond, maar er werd toch iets zeer moois geboden en het was zeer leerzaam, aldus spreker. Hij eindig de met voor te gaan in dankgebed. Van 1-6 februari ontvangt U offerzakjes en folders Men schx-fjft ons; Als wij het salariszakje met de onmis bare tientjes, vijfentwintigjes enz., weer ontvangen hebben, begint het maandelijk se feest of pi'obleem (al naar gelang de inhoud van het zakje) van de verdeling weer. Huishouding, huux\ verzekering, kerkelijke bijdrage, studiekosten, hobbies en autokosten, het zijn allemaal vaste posten op de maandelijkse begroting van de meesten. Na de vaste posten komen nog de losse zoals kleding, uitgaan, vacantieuitrus- ting, cadeaux en wat dies meer zij. Als dan nog niet alles op is - en wij zijn te genwoordig vaak zo rijk dat alles dan nog niet op is - knaagt er soms wel eens iets aan ons, dan besluiten wij deze maand iets te geven aan de „Wilde Ganzen", het Roode Kruis, of een ander meestal op 'n gevoelige wijze aan ons voox-gelegd project in Azië en Afrika. Daarmee hebben wij dan onze aardse gex-echtigheid in praktijk gebracht of doen wij U daax-mee tekox-t? Misschien heeft het bovenstaande Uw ergernis opgewekt. Dat is eigenlijk ook onze bedoeling. Wij willen namelijk tot U laten doordx-ingen dat wij er zo lang zamerhand eens van af moeten te denken dat wij ieder wel het zijne kunnen geven door zo af en toe eens de sluitpost van onze begi'oting voor de naaste te bestem men. „Ieder het zijne" wat een kreet ei genlijk, waarom willen wij niet ieder het onze geven? Deze aarde roept - nu wij het steeds" beter krijgen, krijgen wij ook daar steeds meer oog voor - om meer gerechtigheid: Wij steeds rijker, anderen relatief steeds armer, is een situatie die niemand met een rustig geweten mag aanvaarden. Wij belastingverlaging, maar zij niet meer hulp, is dat ons idee van gerechtigheid? Wij pleiten ex-voor, dat U en wij per soonlijk hieraan een eind maken. Laat Uw bijdi-age voor het werk, dat de ker ken in vele landen doen om deze aarde voor allen een beetje beter bewoonbaar te maken, niet bepaald woixlen door het bedrag, dat U overhoudt nadat eerst let terlijk al Uw eigen behoeften bevredigd zijn. Laten wij in ons maandelijks budget nu 'ns 'n vaste post gaan maken, die wij beschouwen als onze persoonlijke bijdrage tot het beter bewoonbaar maken van deze aarde. Geen neerbuigende barmhartigheid, maar hulp vanuit het besef, dat het men selijk geslacht een eenheid is en dat daar om zij die nu helpen mox-gen geholpenen kunnen zijn. Hulp ook vaixuit het besef dat diaconaat en zending beiden oerfuncties zijn van de christelijke gemeente, zonder wie de christelijke gemeente een zoutloos zout geworden is. Modern diaconaat heeft niets meer met bedeling te doen, wel met verdeling. Modern diaconaat is het verde len van de broden en de vissen waarmee Christus zijn discipelen belastte. Hoesfdrank in table+vorm.95ct door L. VAN SCHOOTEN 9) Ondanks het schone motief van de be oefening der schone letteren was deze kring eigenlijk niet meer dan een soos, een dameskransje, waarvan maar niet iedereen lid kon worden. Het onderwijze resje Lina Zandvliet mocht dan zó mooi gedichten kunnen declameren, dat ze op vele avonden als declamatrice werd ge vraagd, dat maakte haar nog niet verkies baar voor de uitverkoren kring van de letterkundige dames. De letterkundige oefeningen van mevr. Beyma bijvoorbeeld beperkten zich voor namelijk tot de vervolgverhalen in de da mesbladen. Mevrouw Van Aertsen Seel- berg, de echtgenote van Meerlo's deftige burgemeester, verklaarde niet de minste interesse te hebben voor de moderne au teurs, en was gestopt bij Felix Timmer mans. Freule Van Rynecam las alleen maar Franse novelles van zeer licht ge halte, maar wist door steeds hooghartig te zwijgen, soms haar wenkbrauwen op te trekken, soms haar mondhoeken mis prijzend te doen zakken, de indruk te ves tigen dat zij zo ver boven de rest van het gezelschap uitstak dat ze eenvoudig niet te benaderen was. Mevrouw Bergman liet wanneer de kring te haren huize bijeen kwam, van de boekhandelaar in de stad een serie moderne romans en dichtbun dels op zicht komen, plus enkele mode platen. Dat stond heel gekleed en na af loop kreeg de goede man het meeste terug. De beoefening van de letterkunde be stond dan ook meestal hierin, dat een der dames een stukje voorlas uit een boek dat haar getroffen had, of een ge dicht. In sommige gevallen gingen zij hiervoor te i-ade bij diegenen hunner kin deren, die een middelbare school bezoch ten en dus wel zo'n beetje wisten wat er aan de markt was. Soms was er een uitzondering, bijvoorbeeld toen mevrouw Bijleveld enkele sonnetten had voorgele zen van haar nichtje, en daarmee getoond had kunstenaarsbloed in de aderen te hebben. Dat nichtje van mevrouw Bijle veld werd door haar sindsdien telkens weer ten tonele gevoerd, en deze dame beschouwde zichzelf als de letterkundig- ste van heel het gezelschap. Sandra was zelf niet zo bijster literair geïntereseerd. Wanneer zij aan de beurt was om oen bijdrage tc leveren; speelde zij met Olga onder één hoedje. „Kind, je moet je ouwe moeder es even helpen. Morgenmiddag moet ik voor de krans een prevelement maken. Waar zul len we het over hebben?" „Lees ze een stukje voor uit het Stenen Bruidsbed van Harry Mulisch", stelde Ol ga zedig voox', „dan kunnen ze nog es een kleur krijgen." „Je bent een slecht kind en je zou alle Meerloose dames net zo slecht maken. Nee, Olgaatje, een beetje binnen de per ken, nietwaar?" „Binnen de nette perken van 't Meer loose villapark, om u te dienen, mevrouw Van Santen geboren Cranenburgh. Dat laatste moet er toch bij, niet mams? Anton van Duinkerken, daar kun je al tijd mee voor de dag komen". „Goed, zoek es wat voor me op, wil je?" En intelligent als ze was, wist Sandx*a Anton van Duinkerken wel zó aan haar hoorsters voor te stellen, alsof ze iedere week bij de grote dichter-schrijver op de koffie kwam. Want hoewel Sandra bij andere men sen al heel gauw door de schone schijn heen zag, was ze er gans niet afkerig van zélf die schijn op te houden, in de stellige mening dat van haar niemand het in de gaten had. Dat gold in ieder geval niet voor Jaap, die haar wel eens glimlachend aanhoorde. „Wat u in de etalage niet ziet", zei hij plagend, „vraag dat binnen. Maar is er binnen wat te koop, meisje?" Ze kon daar best tegen. Als hij haar dan al niet bewonderde om de rijke schatten van haar geest, dan toch om de succesvolle wijze waarop ze hetgeen ze had, wist uit te stallen „Haagse bluf", zei Sander wel eens, „als je maar lang ge noeg klopt, heb je een schaal vol." „Dat moet nu eenmaal hier", zei San dra. „Je moet je aanpassen aan je pu bliek." En dat ging haar te beter af, naar mate ze er méér bij behoorde Verreweg de meeste dames van de krans dankten hun lidmaatschap niet aan eigen aanzien, maar dat van hun echtge noten. De fi'eule maakte een uitzondering, maar die had ook geen echtgenoot. Sandra was óók een uitzondering, de po sitie van haar man, een onderwijzer aan een ulo-sehool maakte niet veel indruk. Hij was echter „de man van Sandra". Zij was zich hiervan heel goed bewust en deze gedachten vei-vulden haar ook, toen ze met kittige pas voortstapte naar de plaats van samenkomst. Juist in deze kring, met zijn literaix-e px-etentie, zou haar status stijgen, wan neer ze niet alleen de vrouw was van een onderwijsman, maar van een Auteur. Dan Icon mcvi-ouw Bijleveld met haar nichtje wel ophoepelen. Natuurlijk, voorlopig was het afwach ten geblazen. Eerst moest het boek uit komen. Sandra liep heerlijk te fantaseren, hoe ze dit in 't vat zou gieten. Niks zeggen. Net doen of je neus bloedt, zoals Olga het heel on-Cx'anenburghs uit drukte. Hóe zou ze het doen? Zorgen dat ze net tegen de tijd dat het boek uitkwam aan de beurt was, dan een fragment voorlezen en als ze vroegen naar de schrijvei-, heel bescheiden zeggen „mijn man"? Nee, dat lag er te dik op. Ze zou ook de dames een voorproefje kunnen geven, bijvoorbeeld wanneer de drukpx'oeven er waren. Voorlezen uit nog niet uitgegeven werk. Ja! Dat zou even indruk maken! Al vooruit genietend liep Sandra verder. Ze moest er zich natuurlijk niet te véél van voorstellen, Al had Jaap dat boekje geschreven, hij was nog geen beroemde schrijver. Die Van Herpen blies de zaak zo op! Als-ie Jaap maar niet kop-over-bol maakte daarmee! Enfin zij, Sandra, zou wel zorgen dat hij het hoofd koel hield. Maar hoe het ook zij, haar aanzien ging er beslist niet op achteruit. „Die man van mevixmw Van Santen..." stille waters hebben diepe gronden. Toch een beetje méér dan een gewone onder wijzer, zie je wel?" (wordt vervolgd)

Erfgoed Rijssen-Holten

Holtens Nieuwsblad | 1965 | | pagina 2