Belangrijke voorlichting op de
AKKER- EK WEIDEBOUWDAG
Schietwedstrijden
Vrijstellingen
Kindje verkouden
Beusebergse Jongeren speelden weer
mooi toneel
Schaken
Collecte Internationale
Hulpverlening: 6-13 februari
Bronchi letten
Be eerste wieol
Zaterdag 30 januari 1965
HOI/FENS NIEUWSEIIjAIV
Uitgaande van de OLM- en CBTB-af-
delingen en van de Bedrijfsverenigingen
Holten en Dijkerhoek werd vrijdag 22
januari in hotel Holterman een akker
en weidebouwdag gehouden, waarbij van
de zijde van het Rijkslandbouwconsu-
lentschap belangrijke voorlichting werd
gegeven over tal van aspecten van de
landbouw in het bijzonder ten aanzien
van het gemengde bedrijf.
Be voorzitter, de heer A. v. d. Brink,
opende deze dag met een speciaal wel
kom aan de Rijkslandbouwconsulent voor
Oost-Overijssel, de heer ir. G. K. Veld
man, en zijn medewerkers, die bereid
waren gevonden deze dag te verzorgen.
Spreker zette uiteen, dat voorgaande
jaren bij deze dagen speciaal aandacht
was besteed aan de voorlichting betref
fende de komende Euromarlct, maar dat
er dit jaar naar gestreefd was om de aan
wezigen kennis te laten nemen van de
ibedrijfsveranderingen, welke nodig zijn
cm in de toekomst bij te kunnen blijven.
Daarom waren hiervoor de deskundigen
van de Rijksiandbouwvoorlichtingsdienst
gevraagd, aangezien deze dagelijks met
de problemen in aanraking komen.
Bij de probleemstelling door ir. Veld
man noemde deze de z.g. bedrijfsaanpas-
sing een dwingende eis. Hiermede doel
de spreker op de omstandigheid, dat er
per man voldoende geproduceerd moet
worden. Waar teveel arbeidskrachten
aanwezig zijn en de produktie moeilijk
uitgebreid kan worden, vindt spreker het
gelukkig, dat er buiten de landbouw vol
doende werkgelegenheid is en dat men
ook niet steeds in de eerste plaats aan
fabrieksarbeider behoeft te denken, om
dat er in Nederland meer dan 4000 be
roepen zijn, zodat er dus nog wel keuze
is.
Verder stelde spreker, dat er een flink
aantal in de toekomst boer zullen blij
ven, omdat de landbouwbedrijven, ge-
zién de produktieomvang, zeker levens
vatbaar zullen blijven.
Een aantal bedrijven zal afvallen om
dat de produktieomvang te klein is of
omdat er geen opvolger aanwezig is. Het
Saneringsfonds kan hier een goede uit
komst zijn. Ook stelde spreker vast, dat
een aantal boeren nog twijfelen en dat
hier de mogelijkheid is, om, of de pro
duktie flink uit te breiden, wat veel ka
pitaal kost en zekere risico's meebrengt,
of dit niet te doen, waardoor de resulta
ten in de toekomst onvoldoende zullen
zijn.
Het zal voor de toekomst belangrijk
zijn, volgens spreker, dat de produktie
aangepast is aan de aanwezige arbeid op
bet bedrijf.
Spreker roerde nog enkele andere be
langrijke problemen aan, o.a. de hoge in
vesteringen, die nodig zijn bij de ontwik
keling in de landbouw, en meende, dat
eventuele rente-subsidie e.d. sterk de
aandacht van de landbouw moet hebben.
De moderne hulpverleningsdiensten die
nen gestimuleerd te worden.
ONTWIKKELING
GEMENGDE BEDRIJF
De heer E. Habers, bedrijfsdeskundige
bij het RLC-schap, sprak over: „De ont
wikkeling van het gemengde bedrijf". Hij
begon met erop te wijzen, dat de intensi
teit van de bedi'ijven in het tijdvak 1950
tot 1963 sterk is toegenomen.
Wel bleek voor Oost-Overijssel de op
pervlakte bouwland te zijn afgenomen
met 20 pet. (in Holten met 22 pet.); het
areaal grasland was over die periode
toegenomen met 7 pet. (in Holten met 6
pet.).
Toename in percenten sinds 1950 tot
1963, Oost-Overijssel met daarachter
Holten:
Rundvee
■met 55 pet.; voor Holten 42 pet.
Melkkoeien
met 27 pet.; voor Holten 15 pet.
Mestvarkens
met 142 pet.; voor Holten 69 pet.
Fokzeugen
met 69 pet.; voor Holten 162 pet.
Legkippen
met 66 pet.; voor Holten 104 pet.
Zoals hieruit blijkt, heeft de produktie
per man een sterke toename ondergaan,
hoewel zulks lang niet op alle bedrijven
het geval is. Op slechts 2 van de 10 be
drijven valt een sterke stijging waar te
nemen.
1-Iet aantal melkkoeien zal nog wel
verder opgevoerd kunnen worden, door
'het geven van een zwaardere stikstofbe
mesting op het grasland. Om echter tot
vrij groté eenheden te komen is een gro
te investering noodzakelijk, welke velen
(nog) niet aandurven.
Tussen 1959 en 1962 bleek het aantal
bedrijven waar fokzeugen werden ge
houden, verminderd te zijn, doch het
aantal dieren, dat per bedrijf werd ge
houden, was gestegen van 5 tot ruim 6
dieren.
Ook het gemiddelde aantal mestvar
kens was in die periode gestegen van 11
tot 16 dieren per bedrijf.
Het is echter duidelijk, dat bij een vrij
gering aantal dieren het inkomen per ar
beidsuur veel te laag ligt, hetgeen uit de
volgende cijfers moge blijken: Op een
•bedrijf met 8 tot 10 fokzeugen ligt het ar
beidsinkomen per uur op f4,50 a f5,-;
bij 15 tot 18 fokzeugen ligt dit op f 5,50
a f 6,50 per uur en bij 19 tot 23 fokzeu
gen tussen f 6,50 a f 7,- per uur.
Bij mestvarkens, uitgaande van een
winst van f 20,- per afgeleverd varken,
ligt dit bij:
varkens
uurloon van f 0,80 tot f 1,25
varkens
uurloon van f2,10 tot f2,60
varkens
uurloon van f 3,70 tot f 4,60
varkens
uurloon van f 4,60 tot f 5,30
varkens
uurloon van f 4,85 tot f 5,90
varkens
uurloon van f 5,40 tot f 6,40
10 tot 15
op een
40 tot 50
op een
80 tot 100
op een
100 tot 140
op een
140 tot 170
op een
170 tot 200
op een
Men kan echter niet steeds nog grotere
eenheden houden om de kosten nog maar
meer te drukken.
Welke eenheden dient men nu in het
gunstigste geval te hebben? aldus spre
ker. Dit ligt bij mestvarkens tussen de
150 en 200 stuks; bij fokzeugen 20 tot 25;
melkkoeien 20 tot 25; mestkalveren 50
stuks; legkippen 2000 en mestkuikens
7500. Velen kunnen echter nu nog niet
beslissen en willen wachten tot straks.
Weet echter, aldus de heer Habers, dat
men dan komt in het huis van nooit.
Samenvattend kan men stellen, dat de
produktie op een groot aantal bedrijven
veel te klein is. De produktie-omvang
moet worden opgevoerd tot vrij grote
eenheden, aldus spreker.
Hiertoe is echter nodig: een doelmati
ge opzet, ruime vakkennis, kortom: men
moet een goede ondernemer zijn.
Op deze inleiding volgde een geani
meerde gedachtenwisseling.
AKTUALITEITEN
IN DE BOERDERUENBOUW
De heer G. H. Wellenberg, specialist
voor boerderij enbouw bij het RLC-schap,
gaf voorts aan de hand van fraaie dia's
een uiteenzetting van nieuw- en ver
bouw van boerderijen, waarbij speciaal
aandacht werd geschonken aan de bouw
van rundvee- en varkensstallen en wat
hiermee verband houdt.
In de middagpauze werd een gezamen
lijke broodmaaltijd genuttigd, welke was
aangeboden door de particuliere veevoe
derhandelaren en plaatselijke coöpera
ties.
VOEDERWINNING
De heer A. J. Paskamp hield vervol
gens een inleiding over het onderwerp:
„Voederwinning in nieuwe banen".
Spreker begon met te stellen, dat men
in de rundveehouderij ook moet gaan in
de richting van specialisatie, al noemt
men dit vaak zo niet.
De rundveebezetting wordt steeds op
gevoerd en de oppervlakte bouwland
verkleind, zodat de rundveehouderij
steeds belangrijker wordt.
Een 15 jaar geleden waren de deskun
digen van mening, dat de opvoering van
de hoeveelheid zuivere stikstof tot 150-
180 kg. per ha. de ondergang voor de
boer zou betekenen.
Met de huidige kennis van zaken we
ten we, dat er bij 300 kg. zuivere stikstof
per ha. nog geen ongelukken gebeuren,
mits men de nodige maatregelen neemt,
zoals niet te veel kali en voldoende mag
nesium.
'Zo meende spreker, dat er nog moge
lijkheden zijn voor opvoering van de pro
duktie.
Anderdeels dienen de verliezen zo
klein mogelijk te zijn door een goede be
weiding en goede methoden van voeder-
winning. Er komen nog steeds grote ver
schillen voor in kwaliteit van het hooi.
De juiste hooimethode is hier het belang
rijkst. Door moderne methoden, n.l. zo
snel mogelijk schudden en dit voldoende
herhalen, kan de veldperiode belangrijk
worden verkort. De hooiventilator kan
hierbij 'goede diensten bewijzen. Het
kneuzen van gras bij het hooien is nog
in een onderzoekstadium, maar wanneer
de maaikneuzer aangepast kan worden,
biedt dit goede perspectieven.
Voor het inkuilen neemt het maai-
kneuzen reeds een belangrijke plaats in.
Spreker gaf toe, dat er nog een aantal
kuilen mislukten, maar schreef dit toe
aan een te laag suikergehalte van het
gras en aan te veel vocht. Goede grassen
bevatten meer suiker dan slechte gras
sen. Na de middag is het suikergehalte
hoger dan in de morgenuren. Momenteel
probeert men wel: eerst maaien, daarna
iets voordx'ogen en dan met de maai
kneuzer inkuilen. Dit gaf uitstekende re
sultaten. De voordroogmethode noemde
spreker ook goed, maar voor deze streek
•gaf het vaak teleurstellingen, omdat het
gras te stengelig is en zodoende veel
schimmel en broei voorkomt. Bij deze
methode moet men zeer jong en geil gras
hebben.
Tenslotte ging spreker nog in op de
voedergewassen.
Voederbieten is een prima voedsel,
maar voor dit gewas zijn teveel uren no
dig, zodat de arbeidskosten hoog worden.
Snijmais noemde spreker een uitste
kend voer, vooral wanneer men beschikt
over jong hooi en kuil voer. De arbeids
kosten zijn bij dit gewas veel lager.
Naar aanleiding van deze inleiding
werden verschillende vragen gesteld.
FILM
Tot slot werd de film: „Aktualiteiten
in de landbouw" vertoond, waarbij men
een duidelijke indruk kreeg omtrent de
ontwikkeling in de landbouw op de ge
mengde bedrijven.
Aan het eind van deze dag, welke dank
zij een goede organisatie en leiding mooi
op tijd beëindigd kon worden, dankte de
voorzitter allen, die hadden medege
werkt aan het welslagen daarvan.
Bij de vorige week vrijdag in de zaal
van Hotel Vosman gehouden schietwed
strijden voor de onderlinge clubcompeti
tie van de schietvereniging „De Een
dracht" wei-den de volgende resultaten
geboekt:
Vuurbuks-competitie, groep A: J. Haan
43 pt.; A. Paalman 43 pt. Groep B: G.
Bannink 44 pt.; A. Bielleman 41 pt.
Windbuks-competitie: J. Haan 95 pt.;
G. Schuppert 93 pt.; J. Bouwhuis 92 pt.
Windbuks, vrije badn: 1 J. Haan 36 p.;
2 G. Jansen 36 pt.; 3;G. Bannink 35 pt.;
4 A. Bielleman 34 pt.
De dienstplichtige der lichting 1964, G.
J. Meijerink, is in beroep bij K.B. van 28
december 1964 no. 25, voor een jaar vrij
gesteld van de dienstplicht wegens per
soonlijke onmisbaarheid.
Voor de duur van zijn tewerkstelling in
de nieuwbouw is aan de dienstplichtige
der lichting 1965, F. H. Schippex-s, Espelo
15, vrijstelling van de dienstplicht ver-
leend, terwijl de dienstplichtige der lich
ting 1962, Joh. Vastei-s, Beuseberg 78,
voorgoed werd vrijgesteld wegeixs per-
soonlijke onmisbaarheid.
dan net als bij
Vader en Moeder i
De uitslagen van de donderdagavond
door de leden van de schaakclub „De
Pioniex-s" in hun clublokaal, hotel Hol
terman, gespeelde wedstrijden voor de
onderlinge clubcompetitie luiden als
volgt:
F. J. Hol-H. Roelofs 1—0
G. J. Hoeve-C. van Geex-estein 10
P. H. van Doorn-J. P. Poll Jonker 01
Mevr. Hol-A. Stukker afgebr.
A. J. C. Brands-F. Groenewoudt 10
De C.J.V. „De Vriendenschaar" uit de
Beuseberg' bracht zaterdagavond tijdens
haar jaarfeest in „Irene" het toneelspel
„Dood door schuld" voor het voetlicht,
geschreven door Rob van Marle.
Het is een soort detective-spel, waar
van men zoals regisseur Jansen in zijn
toelichting opmerkte zou kunnen zeg
gen: wat de commissaris vertelt, wordt
voor het publiek op het toneel aan
schouwelijk voorgesteld.
Het ontbrak daarbij niet aan spanning,
want reeds in de eerste seconden gaat
er een schok door de zaal door een ang
stige kreet achter de coulissen. Ellen van
Heringa, de vrouw van de welgestelde
fabrikant Marcel van Heringa, ontdekt
een lijk van een man in de kelder van
hun villa, als zij thuis komen van va
kantie.
In de drie bedi-ijven, waarvan de beide
eex-ste bestaan uit twee taferelen, heerst
een vaak nerveuze spanning, door de vex--
denking, die op de verschillende huis
genoten rust en die Commissaris Van
Niftrik Wim Brinks moet trachten
op te lossen. De vermoorde man is Georg
Dankelaai-, leider van een balletgroep en
handelaar in blanke slavinnen, die vat
gekregen heeft op de enige dochter van
de Van Heringa's, Annemarie -Fenne-
ken Stevens die een contract getekend
heeft. De beide ouders hebben zonder
eikaars medeweten getracht dit con
tract met veel geld af te kopen. Behalve
zij beiden staan ook Stans, de huishoud
ster Mineke Paalman en haar zoon
Wim, een jonge dokter Teun Deijk
onder vex-denking. Van Heringa wordt
bijgestaan door zijn vriend Paul Warten-
horst, gewezen notaris (Herman Schoo
ien), en zijn echtgenote door haar vrien
din, de advocate Juliette Suthex-land
(Jannie Schutte), die beiden niet onkun
dig zijn van het contract met Dankelaar.
De vrouw van Dankelaai-, de danseres
Sonja Valentino (Dineke Rietberg) tracht
Van Heringa te chanteren. De commissa
ris leidt met grote scherpzinnigheid het
onderzoek, maar weet de problemen niet
op te lossen. Zijn ondei-vragingen en de
steeds wisselende situaties worden door
de zaal vaak in ademloze spanning ge
volgd. Als de commissaris het opgegeven
heeft en vertrekt, spreekt aan het slot
van het stuk de advocate, Juliette Suther
land, het verlossende wooi-d. Het blijkt,
dat de oudere Paul Wai'tenhorst, die op
dezelfde wijze een dochter verloren heeft,
in een handgemeen met Dankelaar ge
raakt is, waarbij diens revolver is afge
gaan, waardoor hij gedood is. „Dood door
schuld". De voornaamste huisgenoten
wox-den door Juliette ingelicht, doch de
Justitie zal er nooit achter kijken. Een
volkomen onverwachte ontknoping, die
•uit het spel niet viel op te maken, en
door de vijf bezoeksters, welke daarvoor
waren aangzocht, dan ook niet was voor
zien.
Het publiek heeft zeer genoten van het
mooie spel van Toosje Stevens, als Ellen
en van Egbert Rietberg als Marcel van
Heringa, maar vooral ook van de jonge
Fenneken Stevens, die ongecompliceerd
en met grote charme de rol van Anne
marie vervulde. Öpvallend was ook het
goede, spel van Teun Deijk, als de jonge
dokter en latere verloofde van Anne
marie, van Jannie Schutte als advocate
en van Herman Schooien als Paul, ter
wijl Dineke Rietberg de rol van danseres
Sonja bijzonder aardig wist te vertolken.
Wim Brinks had als commissaris een zwa
re rol, die hij echter met veel flair speel
de. Goed gespeeld maar minder belang
rijk was de rol van Mineke Paalman als
Stans, de huishoudster.
Als een klein bezwaar kan genoemd
worden, de soms wat trage voortgang van
het spel, voox-al in het laatste bedrijf,
waardoor de spanning wat dreigde ver-
lox-en te gaan en de wel eens monotone
stem van de hoofdrol-vertolker Egbert
Rietberg. Overigens was het een stuk,
dat de bezoekers echt deed meeleven.
De regie was bij de oud-voorzitter Jan
sen in goede handen en kapper Drent
zorgde voor een goede grimering.
DE JONGEREN
Er werd deze avond, zoals gebruikelijk,
nog heel wat meer op de planken ge
bracht, zodat de Beusebergse bevolking
eerst na middernacht huiswaarts kon
keren.
Na de gebruikelijke opening door voor
zitter Rietberg en het zingen van Ge
zang 149, werden toneelstukjes opgevoerd
door de jongensclub en de meisjesclub
cn brachten „The Stevens Sisters" zij
het met nog wat zachte stemmetjes
een paar aai-dige liedjes met mandoline
begeleiding.
De secx-etaris, Jan Max-kvoort, gaf een
uitvoerig' overzicht van de activiteiten
van „De Vriendenschaar", die behalve
d'e jongénsclub „Jonge Kracht" en de
meisjesclxxb „Erica", 36 seniorenleden
telt.
Ondanks diverse vrij hoge kosten had
men toch nog kans gezien in 1964 een
bedrag over te houden van f 116,37.
Ds. Israël sloot de avond met de dank
over te brengen van de Herv. Jeugdraad.
Het was een lange avond, maar er werd
toch iets zeer moois geboden en het was
zeer leerzaam, aldus spreker. Hij eindig
de met voor te gaan in dankgebed.
Van 1-6 februari ontvangt U
offerzakjes en folders
Men schx-fjft ons;
Als wij het salariszakje met de onmis
bare tientjes, vijfentwintigjes enz., weer
ontvangen hebben, begint het maandelijk
se feest of pi'obleem (al naar gelang de
inhoud van het zakje) van de verdeling
weer. Huishouding, huux\ verzekering,
kerkelijke bijdrage, studiekosten, hobbies
en autokosten, het zijn allemaal vaste
posten op de maandelijkse begroting van
de meesten.
Na de vaste posten komen nog de losse
zoals kleding, uitgaan, vacantieuitrus-
ting, cadeaux en wat dies meer zij. Als
dan nog niet alles op is - en wij zijn te
genwoordig vaak zo rijk dat alles dan nog
niet op is - knaagt er soms wel eens iets
aan ons, dan besluiten wij deze maand iets
te geven aan de „Wilde Ganzen", het
Roode Kruis, of een ander meestal op
'n gevoelige wijze aan ons voox-gelegd
project in Azië en Afrika.
Daarmee hebben wij dan onze aardse
gex-echtigheid in praktijk gebracht of doen
wij U daax-mee tekox-t?
Misschien heeft het bovenstaande Uw
ergernis opgewekt. Dat is eigenlijk ook
onze bedoeling. Wij willen namelijk tot
U laten doordx-ingen dat wij er zo lang
zamerhand eens van af moeten te denken
dat wij ieder wel het zijne kunnen geven
door zo af en toe eens de sluitpost van
onze begi'oting voor de naaste te bestem
men. „Ieder het zijne" wat een kreet ei
genlijk, waarom willen wij niet ieder het
onze geven?
Deze aarde roept - nu wij het steeds"
beter krijgen, krijgen wij ook daar steeds
meer oog voor - om meer gerechtigheid:
Wij steeds rijker, anderen relatief steeds
armer, is een situatie die niemand met
een rustig geweten mag aanvaarden. Wij
belastingverlaging, maar zij niet meer
hulp, is dat ons idee van gerechtigheid?
Wij pleiten ex-voor, dat U en wij per
soonlijk hieraan een eind maken. Laat
Uw bijdi-age voor het werk, dat de ker
ken in vele landen doen om deze aarde
voor allen een beetje beter bewoonbaar
te maken, niet bepaald woixlen door het
bedrag, dat U overhoudt nadat eerst let
terlijk al Uw eigen behoeften bevredigd
zijn. Laten wij in ons maandelijks budget
nu 'ns 'n vaste post gaan maken, die wij
beschouwen als onze persoonlijke bijdrage
tot het beter bewoonbaar maken van deze
aarde. Geen neerbuigende barmhartigheid,
maar hulp vanuit het besef, dat het men
selijk geslacht een eenheid is en dat daar
om zij die nu helpen mox-gen geholpenen
kunnen zijn.
Hulp ook vaixuit het besef dat diaconaat
en zending beiden oerfuncties zijn van de
christelijke gemeente, zonder wie de
christelijke gemeente een zoutloos zout
geworden is. Modern diaconaat heeft
niets meer met bedeling te doen, wel met
verdeling. Modern diaconaat is het verde
len van de broden en de vissen waarmee
Christus zijn discipelen belastte.
Hoesfdrank in table+vorm.95ct
door
L. VAN SCHOOTEN
9)
Ondanks het schone motief van de be
oefening der schone letteren was deze
kring eigenlijk niet meer dan een soos,
een dameskransje, waarvan maar niet
iedereen lid kon worden. Het onderwijze
resje Lina Zandvliet mocht dan zó mooi
gedichten kunnen declameren, dat ze op
vele avonden als declamatrice werd ge
vraagd, dat maakte haar nog niet verkies
baar voor de uitverkoren kring van
de letterkundige dames.
De letterkundige oefeningen van mevr.
Beyma bijvoorbeeld beperkten zich voor
namelijk tot de vervolgverhalen in de da
mesbladen. Mevrouw Van Aertsen Seel-
berg, de echtgenote van Meerlo's deftige
burgemeester, verklaarde niet de minste
interesse te hebben voor de moderne au
teurs, en was gestopt bij Felix Timmer
mans. Freule Van Rynecam las alleen
maar Franse novelles van zeer licht ge
halte, maar wist door steeds hooghartig
te zwijgen, soms haar wenkbrauwen op
te trekken, soms haar mondhoeken mis
prijzend te doen zakken, de indruk te ves
tigen dat zij zo ver boven de rest van het
gezelschap uitstak dat ze eenvoudig niet
te benaderen was. Mevrouw Bergman liet
wanneer de kring te haren huize bijeen
kwam, van de boekhandelaar in de stad
een serie moderne romans en dichtbun
dels op zicht komen, plus enkele mode
platen. Dat stond heel gekleed en na af
loop kreeg de goede man het meeste
terug.
De beoefening van de letterkunde be
stond dan ook meestal hierin, dat een
der dames een stukje voorlas uit een
boek dat haar getroffen had, of een ge
dicht. In sommige gevallen gingen zij
hiervoor te i-ade bij diegenen hunner kin
deren, die een middelbare school bezoch
ten en dus wel zo'n beetje wisten wat er
aan de markt was. Soms was er een
uitzondering, bijvoorbeeld toen mevrouw
Bijleveld enkele sonnetten had voorgele
zen van haar nichtje, en daarmee getoond
had kunstenaarsbloed in de aderen te
hebben. Dat nichtje van mevrouw Bijle
veld werd door haar sindsdien telkens
weer ten tonele gevoerd, en deze dame
beschouwde zichzelf als de letterkundig-
ste van heel het gezelschap.
Sandra was zelf niet zo bijster literair
geïntereseerd. Wanneer zij aan de beurt
was om oen bijdrage tc leveren; speelde
zij met Olga onder één hoedje.
„Kind, je moet je ouwe moeder es even
helpen. Morgenmiddag moet ik voor de
krans een prevelement maken. Waar zul
len we het over hebben?"
„Lees ze een stukje voor uit het Stenen
Bruidsbed van Harry Mulisch", stelde Ol
ga zedig voox', „dan kunnen ze nog es
een kleur krijgen."
„Je bent een slecht kind en je zou alle
Meerloose dames net zo slecht maken.
Nee, Olgaatje, een beetje binnen de per
ken, nietwaar?"
„Binnen de nette perken van 't Meer
loose villapark, om u te dienen, mevrouw
Van Santen geboren Cranenburgh. Dat
laatste moet er toch bij, niet mams?
Anton van Duinkerken, daar kun je al
tijd mee voor de dag komen".
„Goed, zoek es wat voor me op, wil je?"
En intelligent als ze was, wist Sandx*a
Anton van Duinkerken wel zó aan haar
hoorsters voor te stellen, alsof ze iedere
week bij de grote dichter-schrijver op de
koffie kwam.
Want hoewel Sandra bij andere men
sen al heel gauw door de schone schijn
heen zag, was ze er gans niet afkerig van
zélf die schijn op te houden, in de stellige
mening dat van haar niemand het in de
gaten had.
Dat gold in ieder geval niet voor Jaap,
die haar wel eens glimlachend aanhoorde.
„Wat u in de etalage niet ziet", zei hij
plagend, „vraag dat binnen. Maar is er
binnen wat te koop, meisje?"
Ze kon daar best tegen. Als hij haar
dan al niet bewonderde om de rijke
schatten van haar geest, dan toch om de
succesvolle wijze waarop ze hetgeen ze
had, wist uit te stallen „Haagse bluf", zei
Sander wel eens, „als je maar lang ge
noeg klopt, heb je een schaal vol."
„Dat moet nu eenmaal hier", zei San
dra. „Je moet je aanpassen aan je pu
bliek." En dat ging haar te beter af, naar
mate ze er méér bij behoorde
Verreweg de meeste dames van de
krans dankten hun lidmaatschap niet aan
eigen aanzien, maar dat van hun echtge
noten. De fi'eule maakte een uitzondering,
maar die had ook geen echtgenoot.
Sandra was óók een uitzondering, de po
sitie van haar man, een onderwijzer aan
een ulo-sehool maakte niet veel indruk.
Hij was echter „de man van Sandra".
Zij was zich hiervan heel goed bewust
en deze gedachten vei-vulden haar ook,
toen ze met kittige pas voortstapte naar
de plaats van samenkomst.
Juist in deze kring, met zijn literaix-e
px-etentie, zou haar status stijgen, wan
neer ze niet alleen de vrouw was van een
onderwijsman, maar van een Auteur.
Dan Icon mcvi-ouw Bijleveld met haar
nichtje wel ophoepelen.
Natuurlijk, voorlopig was het afwach
ten geblazen. Eerst moest het boek uit
komen.
Sandra liep heerlijk te fantaseren, hoe
ze dit in 't vat zou gieten.
Niks zeggen. Net doen of je neus bloedt,
zoals Olga het heel on-Cx'anenburghs uit
drukte.
Hóe zou ze het doen?
Zorgen dat ze net tegen de tijd dat het
boek uitkwam aan de beurt was, dan een
fragment voorlezen en als ze vroegen naar
de schrijvei-, heel bescheiden zeggen
„mijn man"?
Nee, dat lag er te dik op.
Ze zou ook de dames een voorproefje
kunnen geven, bijvoorbeeld wanneer de
drukpx'oeven er waren. Voorlezen uit nog
niet uitgegeven werk. Ja! Dat zou even
indruk maken!
Al vooruit genietend liep Sandra verder.
Ze moest er zich natuurlijk niet te véél
van voorstellen, Al had Jaap dat boekje
geschreven, hij was nog geen beroemde
schrijver. Die Van Herpen blies de zaak
zo op! Als-ie Jaap maar niet kop-over-bol
maakte daarmee! Enfin zij, Sandra, zou
wel zorgen dat hij het hoofd koel hield.
Maar hoe het ook zij, haar aanzien ging
er beslist niet op achteruit.
„Die man van mevixmw Van Santen..."
stille waters hebben diepe gronden. Toch
een beetje méér dan een gewone onder
wijzer, zie je wel?"
(wordt vervolgd)