Uit Holtens historie
Landbouw- en marktstructuur in EEG-verband
Vluchten van jonge duiven
Laat fruit geen luxe zijn
Scooterduo aangereden
eens schudt het leven
je wakker
Zaterdag 8 augustus 1964
HOLTENS NIEUWSBLAD
Ingevolge het Europese Oriëntatie- en
Garantiefonds voor de Landbouw kun
nen naast de traditionele structuurver
beteringen in de landbouw ten laste van
het fonds acties worden ondernomen,
die betrekking hebben op verbetering
van de opslag, de bewaring en de han
delskanalen. Voor Nederland is het
uit algemene middelen subsidiëren van
projecten op het gebied van de markt
structuur, in tegenstelling tot wat in an
dere lidstaten geschiedt, een volkomen
nieuwe ontwikkeling. De Nederlandse
overheid heeft met het bedrijfsleven
aanvankelijk dan ook zeer aarzelen
gestaan tegenover deze subsidiëring, die
immers tot verstoringen van de concur
rentieverhoudingen kan leiden. De mi
nister van landbouw is van mening, dat
het zeer moeilijk zal zijn een beleid
op te bouwen, dat op bevredigende wij
ze gestalte geeft aan een verbetering
van de marktstructuur in Europees
verband. Hij heeft daarvoor de mede
werking en deskundigheid van het be
drijfsleven ingeroepen.
De landbouw, de agrarische handel en
de agrarische industrie vormen een
nauwe belangengemeenschap. Een goed
samenspel is dan ook bijzonder be
langrijk en de publiekrechtelijke be
drijfsorganisatie biedt daarvoor naast
andere bestaande 'samenwerkingsvor
men een passend raam.
AANMELDINGEN.
In het kader van dit Europese Oriën
tatie- en Garantiefonds heeft Nederland
thans 76 grote werken aangemeld.. De
voorziene investeringen van deze projec
ten bedragen 180 miljoen gulden. De
projecten hebben voor 40 miljoen gul
den betrekking op de landbouwstructuur
en voor 140 op de marktstructuur.
De Nederlandse aanmelding heeft o.m.
betrekking op projecten betreffende de
agrarische infrastructuur die op grond
van hun plaats in het landelijk urgentie
schema voor cultuurtechnische werken
aan tenuitvoerlegging toe zijn.
SALLAND.
Tot de projecten behoren o.m. enkele
onderdelen van het waterbeheersingspro-
ject van het Waterschap Salland, met een
totale investering van rond ƒ10 min en
o.m. het waterbeheersingsproject Eefsche
Beek.
Het Europese fonds beschikt voor 1964
over een bedrag van 32 miljoen gulden,
te verdelen over de diverse aangesloten
landen.
Minister Biesheuvel van Landbouw,
die deze gegevens in een nota aan de
Tweede Kamer heeft verstrekt, omschrijft
enkele particuliere projecten niet nader,
om de concurrenten van de initiatiefne
mers niet in de kaart te spelen.
De minister wijst er nog op, dat de
De postduivenh.vereen. 'De Bergvlie-
gers' nam met 146 jonge duiven deel aan
de vlucht vanaf Sittard. Afstand 147 km.,
lossing 10 uur. Aankomst eerste duif
12.00.46 uur.
De uitslag luidde: 1. G. Veldhuis
12.00.46 u; 2. G. Steunenberg 12.02.39 u;
3. C. W. Reeves 12.07.47 u; 4. L. Gazan
12.08.05 u; 5. J. Schoneveld 12.12.02 u; 6.
7, 16, 17 en 22 J. W. Willems; 8, 11, 13, 15
26, 31 en 36 J. Schoneveld; 9 en 20 H. J.
Aaftink; 10 W. Aaftink; 12 en 28 G. Steu
nenberg; 14, 18, 29 en 30 W. v. d. Pluym;
19, 21 en 23 C. W. Reeves; 24 en 33 G. D.
Muller; 25 en 34 H. Wansink; 27 en 35 G.
Veldhuis; 32 M. Lodeweges.
Prijswinnaar was de heer G. Veldhuis.
De stand na 3 vluchten bij de jonge
duiven is: 1. J. Schoneveld 311,1 pnt; 2. C.
W. Reeves 300,5 pnt; 3. J. W. Willems
298,8 pnt; 4. H. J. Aaftink 291,9 pnt; 5. L.
Gazan 276,1 pnt; 6. G. Veldhuis 275,7 pnt;
7. G. Steunenberg 265,6 pnt; 8. W. Aaftink
260,8 pnt; 9. G. D. Muller 260,5 pnt; 10. W.
v. d'. Pluym 242,3 pnt; 11 M. Lodeweges
211,3 pnt; 12, H. Wansink 136,4 pnt.
subsidies van het fonds niet meer mogen
bedragen dan 25 pet van de verrichte in
vesteringen, dat de begunstigde zelf voor
tenminste 30 pet financieel moet deelne
men en dat ook de regering een bijdx-age
moet leveren.
Fruit is gezond, dat weten we tegen
woordig allèmaal wel. Maar het zal nog
niet iedereen bekend zijn, dat qua vita
mine C-gehalte zwarte bessen verreweg
bovenaan staan en nog waardevoller zijn
dan de veelgeprezen sinaasappelen en ci
troenen. Ook de betrekkelijk weinig ge
bruikte en toch zo lekkere kruisbessen
zijn vitaminerijk, evenals rode bessen.
Frambozen zijn zo heerlijk, dat menigeen
denkt, dat ze daarom wel niet veel voe
dingswaarde zullen hebben maar hun
vitaminegehalte valt best mee. Door toe
voeging van suiker gaat het vitaminege
halte van fruit niet achteruit.
Gewoonlijk zullen we fruit rauw eten
het gezondst, het gemakkelijkst, het
goedkoopst, het best voor de lijn. Als we
eens wat willen maken met fruit kunnen
we onderstaande recepten uitvoeren. Ook
al staat in sommige recepten een be
paalde fruitsoort genoemd, we behoeven
ons niet tot die soox-t te beperken: de re
cepten kunnen best ook met axidere
vruchten gemaakt worden.
Bessen-fi-ambozenpudding
250 g ï'ode bessen, 250 g frambozen, 2%
dl water, 12 g (8 blaadjes) x'ode gelatine,
75 g (TH eetlepel) suiker (slagroom
of vanillesaus).
De gelatine 5 minuten in ruim koud
water weken. De helft van de frambozen
en de bessen op een lepel na met 2 dl wa
ter aan de kook brengen. De massa even
laten doorkoken en dan door een zeef
wrijven. Het verkregen moes even ver
wannen en de suiker en van het vuur
af de uitgeknepen gelatine erin oplos
sen. Het moes koud en enigszins gebon
den laten worden en de achtergehouden
fx'ambozen voorzichtig erdoor roeren. De
massa in een met water omgespoelde
vorm overdoen en de pudding stijf laten
laten worden. De pudding storten en gar
neren met de achtergehouden bessen.
Half stijfgeslagen slagroom of vanillesaus
erbij geven.
Kriüsbessenvla
(Gi*onings en Zeeuws nagerecht)
Va 1 melk, 30 g (4 eetlepels) bloem, 4
eetlepels suiker, zout, kg kruisbessen,
60 g (6 eetlepels) suikex*, aardappel-
meel.
De kx'uisbessen wassen en opzetten met
een bodempje water. Ze vlug gaarkoken
in 10 minuten. De kruisbessen door
een zeef wrijven en op smaak maken met
suiker. Desgewenst het moes binden met
een papje van aax'dappelmeel en water.
De bloem aanmengen met een scheut
melk. De rest van de melk met wat zout
aan de kook brengen. Het bloempapje
onder roeren erin schenken en de pap
enige minuten zachtjes laten doorkoken.
De pap op smaak afmaken met suiker en
onder af en toe roeren laten afkoelen.
Kersenbowl
(voor 4 a 5 grote glazen of coupes)
50 g kei-sen, Va 1 water, 2 (kleine) ci-
tx'oenen, stukje pijpkaneel, 75 g (7%
eetlepel) suiker, 1 theelepel aardappel
meel, Va pakje vanillesuiker.
De kersen van de steeltjes ontdoen en
wassen. Het water aan de kook brengen
met de dun afgesneden schil van 1 ci
troen, de pijpkaneel, de suiker en enkele
stukgeslagen kersepitten. Het geheel
20 minuten zachtjes laten trekken. Het
vocht zeven en binden met een papje van
het aardappelmeel met water.
De kersen toevoegen, de massa aan de
kook brengen en nog 10 minuten heel
zachtjes laten trekken. De bowl laten af
koelen. De vanillesuiker en naar smaak
sap van de geschilde citroen toevoegen.
De bowl goed koud opdienen in glazen of
coupes. Op iedere pox-tie een (uitgetand)
schijfje citroen laten drijven met daarop
een kex-s of 3 kleine „puntjes" citroen,
uit een plakje gesneden.
Vruchtentaart
(voor een vorm met een middellijn
van 20 cm)
Voor liet deeg: 100 g (ruim 1 kopje)
bloem, 100 g (ïnxim 1 kopje) zelfrijzend
bakmeel, 150 g vrij harde boter of mar
garine, 100 g (1 kopje) witte bastex'dsui-
ker, zout, ei.
Voor de vla: 2 dl melk, 1 eetlepel mai-
zena, Va ei, lVa eetlepel suiker;
250 g frambozen, ontpitte kersen of een
mengsel van rode en zwarte bessen of
enkele perziken, vanillesuiker.
Voor het deeg: het zelfrijzend bakmeel,
de bloem, de boter of margarine, de bas
terdsuiker en wat zout in een kom doen.
De boter of margarine met twee messen
in kleine stukjes snijden. Het halve ei toe
voegen en de bestanddelen vlug tot een
soepele bal kneden.. Het deeg een half
uurtje laten rusten en dan de bal in de
ingevette en met bloem bestoven vorm
uitdrukken. De bovenkant gladstrijken en
op vele plaatsen met een vork inprikken.
Het deeg in een matig warme oven
175° C) gaar en lichtbruin laten worden
in 50 a 60 minuten. Het gebak in de vorm
laten afkoelen.
Voor de vla: de maizena en de suiker
met het overgebleven ei een weinig melk
tot een glad papje aanmengen. De rest
van de melk aan de kook brengen. De ko
kende melk onder goed roeren bij het
eimengsel gieten. De massa in de pan
terugschenken en al roerende langzaam,
op een laag vuur, laten binden. De vla
van het vuur nemen zodx-a hij kookt en
onder af en toe roeren koud laten wor
den. De taax't op een schotel leggen en
bestrijken met de koude vla. De vruchten
(schoonmaken) wassen en laten uitlek
ken. Ze zonodig met suiker bestrooien. De
taart vrij kort voor het gebruik beleggen
met de goed uitgelekte vruchten. Een wei
nig vanillesuiker erover strooien.
Bessenijs
(4 porties)
250 g rode bessen, 1 blaadje (liefst
rode) gelatine, 75 g (3/4 kopje) witte bas
terdsuiker, desgewtenét 1 dl slagroom.
De regelknop van de koelkast tenmin
ste een Va uur, vobrdjdt het ijsmengsel in
de koelkast wox'dt geplaatst, op de koud
ste stand di'aaien. De1 gelatine 5 minu
ten in ruim koud Wafer weken. De bessen
rissen, wassen en laten uitlekken. Onge
veer 1 eetlepel bessen achterhouden. De
rest door een zeef wrijven. Het verkregen
moes aanvullen met water tot 2 dl. De
gelatine uitknijpen en in 1 lepel kokend
water oplossen. De opgeloste gelatine en
de basterdsuiker door het bessenmoes roe
ren. Het mengsel in het ijslaatje over
doen, in het vrieslichaam plaatsen en in
2-4 uur onder 1 a 2 maal opkloppen laten
bevriezen. Voor het opkloppen de massa,
wanneer ze stevig begint te worden in een
kom overdoen en luchtig kloppen met een
vork of garde. Daarna de massa in het
ijslaatje terugdoen en opnieuw laten be
vriezen. Door het opkloppen wordt het
ijs mooier en smakelijker. Wanneer het
ijs bevroren is, de regelknop op de nor
male stand draaien en het ijs tenminste
Va uur laten „narijpen". Het ijs in glazen
of coupes overdoen en desgewenst geven
met al dan niet stijfgeslagen slagroom
(met suiker) en de achtergehouden bes
sen, die met suiker bestrooid koel weg
gezet zijn.
HET SPOOK IN DE BEDSTEE
De oude Welmers Hendriks was een
vrijgezel, die met zijn schoonzuster boer
de. Perik-HendrikSj. de boerman van het
Perikshuis, was vroeger met Janna van
de Bessem getrouwd en Welmer was als
ongetrouwde bx-oer bij het echtpaar ge
bleven, zogenaamd voor de gezelligheid,
maar in werkelijkheid omdat naar Wel
mers mening het trouwen te schadelijk
was. Als je trouwde, kwamen er kinde
ren en kinderen kostten veel geld vóór
dat je ze groot had. Zijn broer Pei'ik en
Janna, die zouden wel kinderen krijgen,
maar dat was een misrekening. Na twin
tig jaar huwelijksleven ging Perik dood,
en Janna besliste dat zij het bedrijf voort
wilde zetten met Welmer. Zij vermaakten
't elkaar op 't langste leven. Zij hadden
veel grond en veel geld. Zij hadden
pachters en waren eigenaar van de Waar-
denborg. Welmer was er niet weinig trots
op dat hij nu boer was. Maar het gerucht
deed de ronde, dat het Pex-ikshuis niet
zuiver was. Vooral de mensen, die angst
hadden voor spoken, geloofden het grif.
De Juffer op het Spijker in de Dijker-
hoek had ook wat meegemaakt. Zij was
een rijke weduwe en Lappe Gertjan, die
in eexx armhuis woonde en het altijd arm
had, ging in de nacht op roof uit. Janna
Pex-ik had de was buiten hangen. Diene,
de meid waarschuwde haar nog, de was
binnen te halen, maar Janna besliste dat
de was in de nacht helder uityroor. De
Lappe zag in de donkere avond de was
hangen. Hij 'had een plan en dat moest
nu volvoerd worden. Zelf had hij in geen
maand verschoning gehad, want hij had
maar één hemd. Dus sloop hij naar de
haag achter het huis van Welmer en
Janna en haalde een mooi helder hemd
van de dx-iemaandelijkse was. Zulke rijke
stinkex-s zouden daar niets van merken.
De Lappe trok het hemd over zijn vod
den aan. De volgende morgen was het
droog. Die dag werd een lange dag van
honger en ontbering. De Periksvrouw
ontdekte dat de dientbode gelijk gekre
gen had. Van de vijftien manshemden
was er één weg. Het was jammer, maar
verder deed zij er het zwijgen toe. Wel
mer hoefde het niet te weten, die zat aan
de haard en rookte de ene pijp na de
andex-e. De avond kwam, het begoxi te
schemeren en de Lappe schoot het gesto
len hemd over zijn kleren. En wandelde
op en neer voor het Spijker van de we
duwe. De dame was bijziende en zond
haar dienstbode naar buiten om te vra
gen, wie die man in zijn hemd was.
Schoorvoetend ging Berendientje naar
buiten en sprak de geest aan. En klage
lijk vertelde deze, dat hij daar straks uit
de hemel gevallen was en nu in de lucht
keek om het gat weer te vindent dan wil
de hij terug. Het meisje vertelde aan de
Juffer wat er aan de hand was. Zij moest
subiet weer terug naar de geest om te
vragen hoe het haar man in de hemel
ging, die was nu al dertien jaar dood. Nu,
de geest verklaarde, dat haar man in de
hemel altijd in de hoek moest staan, want
haar man was op aarde een rijkaard ge
weest en in de hemel viel niets te mazze
len. De Juffer-weduwe vond, dat de geest
de waarheid wel gesproken kon hebben
en daarom gaf zij Bex-endientje een flin
ke buidel met geld. Daar was haar man
voorlopig mee onder de pannen. De Lap
pe verdween in de dikker wordende ne
vel. Op datzelfde ogenblik zaten drie man
nen bij de haard te px-aten met Welmer.
Het was een doox-gestoken kaart, er zou
die nacht gespookt worden bij Welmer
en Janna. Zwarte Evert en rooie Berend,
die opereerden in heel Twente. Zij roof
den en stalen en spookten, al naar het
in hun kx-aam te pas kwam. Het drieman
schap, dat bij Welmer aan het vuur zat
ijvex-ig tabak te roken, had de Zwax-te en
de Rooie aan het wei'k. Het kwam Janna
verdacht voor, dat zij zolang bleven plak
ken. Een Holtenaax-, die zichzelf respec
teerde, ging om negen uur naar huis. De
Rooie en de Zwax-te zouden de helft van
de buit krijgen, wanneer zij het geld van
Welmer in de wacht sleepten. Zij waren
tijdens de px-aatavond door een raam de
ongebruikte weefkamer van het huis bin
nengedrongen en werkten zich in de gang
achter de bedsteden. Zij braken geruis-
loos een gat in de muur. Maar onder de
verkeerde bedstee. Inplaats van ondei?
de bedstee van Welmer zaten zij onder
het bed van Janna. Janna en Welmer in
specteerden het huis, i-akelden het vuur
op en bliezen het patentolie-lampje uit
en gingen naar bed. Welmer was op alles
voox-bereid. Hij had twee geladen pisto
len, een sabel en een geweer voor het
grijpen in het bed. Janna ging met een
gerust hart naar bed. Om half tien, toen
de Rooie en de Zwarte hun slag zouden
slaan, gebeurde het. De Rooie schuurde
met zijn brede rug langs de onderlagen
bij het wanhopig zoeken naar het geld,
dat er niet was. Een der onderlagen
schoot naar beneden en juist voor het
gat, dat zij gemaakt hadden. Maar er ge
beurde meer. De ruim tweehonderd pond
wegende Janna kwam ook naar beneden
met bed en al. Zij kreet: Help!, help!, ik
zakke. Welmer frommelde met de tondel
doos. De Zwarte snakte naar adem en
schreeuwde door het kattengat: als je
licht maakt, sterf je! Dat werd Welmer
te gortig, hij gooide de voordeur open
en riep: Help!, help! Daar kwamen ze
aan, de nachtwacht en zijn helper. Zij
liepen met Welmer naar binnen en be
vrijdden met veel moeite Janna. Die
kermde maar tseeds: ik zin kepotL ik zin
kermde maar steeds: ik zin kepot!, ik zin
kepot! De helper van de nachtwacht haal
de het zware vrouwmens naar buiten.
Toen zij gilde, dat het in de bedstee niet
deugde, nam de hulp van de nachtwacht
een duik in het bed. De Zwarte Evert
had nog geen kans gezien om te ontsnap
pen. De Rooie was hem te glad af ge
weest! De Zwarte zat nog steeds zo vast
als een muur. Inmiddels waren de buren
ontwaakt en Peppel-Dieks, een bonk van
een kerel, kwam met de mestgreep.
Keexiken, goa an de kaantte!, riep de
Peppel. Hij stak met forse stoten door
het beddegoed. Het lukte de Zwarte het
gat te vinden. Snel verdween hij in het
nachtelijk duistex*. De Peppel wilde weten
wat er aan de hand was. Hij haalde het
beddegoed uit de bedstee en ook het
beddestro. Er werd niets gevonden dan
een gat in de muur. De Peppel wilde met
een de bedstee van Welmer zuiveren. Die
nacht werd er gewaakt, maar er gebeur
de verder niets. Toen het dag was, deed
Welmer de deuren op slot, hij stuurde
het dienstvolk naar 'het landt en sloopte
zijn schotten onder de bedstee weg. Hij
liep er mee naar de waskamer en naar
de melkkamer en sleepte ze in een lege
paardenkribbe. Des avonds laat groef hij
een gi-oot gat onder de vuurkolk. Spoken
en dieven moesten al heel glad zijn om
onder de brandende haard de met een
grote platte steen toegedekte keulse pot
te stelen. Toen hij er mee bezig was om
twaalf uur, was het spooktijd. De Lappe
riep door het gottengat: Laai ik oew neet
anbrann'n! Welmer schrok zo dat men
hem 's moi-gens vond bij de haardkuil.
VAN COEVERDEN.
Op de Markeloseweg is woensdagavond
omstreeks half tien de 22-jarige Fr. C. uit
Holten toen hij met zijn scooter de Pan-
nenweg wilde inslaan naar het zomerhuis
jesterrein met zijn meisje op de duo, door
een hem achteropkomende auto aangere
den. De scooterbestuurder liep een niet
gecompliceerde beenbreuk op en moest
per ambulance naar het St. Geertruiden
ziekenhuis in Deventer worden overge
bracht. Hij klaagde ook over pijn in de
schouders. De duorijdster, mej. V. uit
Holten kwam er met wat lichte ontvellin
gen .bijzonder goed af. Het ongeluk ge
beurde toen de bestuurder van de auto,
T. P. C. uit Den Haag, een andex-e auto
inhaalde en op de linker weghelft reed.
door
Leida Graafland
Met de ogen wijd open keek ze naar de
bezoekster. „Maar mevrouw, waar ziet u
mij voor aan? Ik heb hier mijn zaak, die
mij geheel bezig houdt. Ik beschik ternau
wernood over enige vrije tijdU weet,
dat hij nog steeds beschouwd wordt als
zijnde bij ons in dienstbetrekking. Vertelt
u hem dat en als hij terugkomt als een
behoorlijk mens, wil ik zijn verleden ver
der vergeten en hem opnieuw aan het
werk zetten. Mij dunkt, dat dit concessies
zijn, die wel geen bedrijf zal maken..Daar
bij in aanmerking nemende, dat hij al
ruim een jaar weg is."
Mevrouw van Schijndel slaakte een
zucht en stopte de zakdoek in haar tas.
„Ik merk wel, dat ik me de lange reis
naar hier had kunnen besparen. Ik had
gehoopt, dat ik met succes een beroep kon
doen op uw menselijkheid."
Roelie schudde haar hoofd. „Wat denkt
u nu eigenlijk van mij? Dat ik een soort
magische invloed uitoefen op mannen in
het algemeen en op uw broer in het bij
zonder? Als u, zijn eigen zuster, niet in
staat is om hem te weerhouden naar de
bliksem te gaan, waaraan dank ik dan de
eer, dat u mij deze capaciteiten wel meent
tc kunnen toerekenen?"
De bezoekster keek haar strak aan en
antwoordde langzaam en nadrukkelijk:
„Omdat hij nog steeds van u houdt, me
vrouw. Het zijn z'n eigen woorden."
„Mevrouw, laat u me alstublieft niet
lachen. Moet ik dei-gelijke onzin nog se
rieus nemen? Ik ben een weduwe met
vijf grote kinderen, bijna veertig jaar oud.
Als uw broer dergelijke absurditeiten uit
kraamt, weet u, waar hij dan thuishoort?
In een ki-ankzinnigengesticht."
De ander knikte. „Troost u, mevrouw,
het zal niet lang meer duren, of hij zit er.
Maar voor ik vertrek, wil ik u nog iets
vertellen, dan zal ik u niet langer van uw
kostbare tijd beroven. U weet zoveel van
zijn verleden, blijkens uw uitlatingen van
zoëven. Weet u ook, hoe dit alles komt?
Is het u bekend, dat maar ten dele de
schuld op hem geschoven moet worden?"
Roelie wuifde opnieuw met haar han
den. „Ach, mevrouw, dit alles interesseert
mij niet het minst. Als uw broer verkiest
om naar de bliksem te gaan, dan moet hij
dat zelf weten. Erg jammer, maar ik zie
werkelijk niet in, wat ik daarmee te ma
ken heb. Ik heb heus wel andere dingen
aan mijn hoofd, die bclangiijker zijn. Het
spijt me
De'bezoekster stond op. „Het spijt mij
eveneens. Ik had gedacht, dat u anders
was. Ik zal u in een brief schrijven, wat
ik hier nog graag had willen vertellen.
Misschien wilt u dan de moeite nemen om
het te lezen. Misschien gaat u dan de hele
levensgeschiedenis van mijn broer met
andere ogen bezien. Goeden middag, me
vrouw."
Toen de bezoekster vertrokken was,
haalde Roelie haar schouders op, stak een
nieuwe sigaret aan en verdiepte zich weer
in haar werk. Wat kon het haar tenslotte
schelen Hij had toch zeker zijn verdiende
loon, dat arrogante ventje?
HOOFDSTUK 14
Twee dagen later was er tussen de sta
pel post een aangetekend schrijven, af
komstig van mevrouw van Schijndel uit
Lage Mierde. Ze bekeek de dikke enve
loppe even en had neiging hem ongeopend
in de prullemand te gooien. Doch iets
weerhield haar en na enige aai-zeling
legde ze de brief afzonderlijk en begon de
stapel door to werken. Na enkele sekon-
den was ze de brief uit Lage Mierde al
vergeten en de rest van de dag werkte ze
in een hoog tempo om alles nog dezelfde
dag te kunnen afhandelen. Gelukkig wa
ren er weer enkele grote bestellingen van
industrieën uit de omgeving en deze gaf
ze als eerste door naar de daarvoor be
stemde afdeling. Het was reeds ver over
zessen, toen ze haar bureau opruimde en
dacht: morgen is er weer een dag, dan
zullen we wel verder zien.
Terwijl ze op het punt stond naar huis
tc gaan, viel haar oog op de aangete
kende brief uit Lage Mierde, die ze 's mor
géns half onder de bureaulamp had ge
legd.
Besluiteloos bleef ze even staan. Op
nieuw voelde ze er veel voor de brief in
de papiermand te deponeren, doch ten
slotte nam ze hem op en stak hem in de
zak van haar mantelpak.
Thuisgekomen, zat ze meteen weer in
de gezinsnarigheid. Greetje was het dorp
al in en probeerde daar uit te vinden,
waar Annie was, want die bleek niet, zo
als haar moeder het kind bevolen had,
rechtstreeks van school naar huis gelo
pen te zijn. Integendeel, ze was nog niet
eens thuis geweest. Roelie had al lang
door, dat de dienstmeisjes doorgaans
probeerde er voor te zorgen, dat de meis
jes vóór etenstijd thuis waren, om zo
doende stx-af van hun moeder te voorko
men. Enex-zijds stelde ze dit op prijs, maar
ze begreep zeer wel, dat het moederlijk
gezag meer invloed uitoefende dan de
smeekbeden van de dienstmeisjes. Om half
zeven kwam Greetje eindelijk terug en
Roelie zag terstond, dat ze gehuild had.
„Wat is er aan de hand?"
„Mevrouw," begon ze weer te snikken,
„Annie is aan'het Benedeneind en ze wil
niet met me mee gaan. Ze stookt de jon
gens tegen me op en
„Stil maar, Greet, ik begrijp het al. Zeg
■tegen Jopie, dat ze maar vast begint met
de kinderen. Ik eet straks wel afzonder
lijk."
Ze liep naar het kleine vertrekje, dat
Dolf indertijd als kantoortje had ingericht
en waar ook de telefoon stond. In het
klooster te Venray had ze nog een oude
schoolvriendin. Misschien, dat die er wat
op wist. Ze belde het klooster, vroeg naar
zuster Antonia en kreeg die spoedig aan
de lijn. Met enkele woorden vertelde ze
van haar gezinsmoeilijkheden, de drukke
zaak en de ongezeggelijkheid van haar
oudste dochtei". Na enig heen en weer ge
praat kreeg ze toestemming op haar ver-
zoek en drie minuten later zat Roelie in
haar wagen en reed naar het Beneden
eind, waar in een min of meer beruchte
nozemcafetaria haar dochter aan het
twisten was met een harer vriendjes. Zon
der een woord te zeggen opende ze de
deur, keek naar haar dochtei', die haar
dans terstond staakte en wenkte haar.
Gedwee liep het meisje naar buiten. Roe
lie opende het portier en Annie stapte in.
Onmiddellijk daarna reed Roelie in een
snelle vaart het dorp uit. Het kind keek
naar de weg en toen naar haar moeder.
„Waar gaan we heen? U rijdt ver
keerdbegon ze.
„Houd je mond," beval Roelie kort en
bondig. Ze tx-apte het gaspedaal steeds
dieper in en remde af, als het bordje met
50 km in zicht kwam. Maar buiten het
laatste dorp trapte ze opnieuw de pedaal
naar beneden en de wagen suisde over de
brede weg door de Peel.
Een klein half uur later stopte ze voor
de ingang van het klooster en leverde
daar haar dochter af met dc belofte, dat
haar kleren en verdere bezittingen de
volgende dag gebracht zouden wordeii. De
zusters in het algemeen en zuster Antonia
in het bijzonder zouden zich wel over de
nu wild huilende Annie ontfermen.
Thuisgekomen zette ze zich aan de maal
tijd, die Jopie voor haar warm gehouden
had. Met een paar woorden deelde ze
mede, welke maati-egel ze genomen had.
„Pak haar spullen in een paar koffers.
Moi'genochtend laat ik ze wel door één
van de knechten halen. Misschien dat een
maandje klooster haar wat tot inkeer
brengt."
En Jopie dacht in stilte, dat mevrouw
daar zeer verstandig aan gedaan had. Met
Annie was de laatste tijd immers geen
land meer te bezeilen?
(Wordt vervolgd).