Uit Holtens historie Ronde van Overijssel zaterdag 9 mei 1964 Begin van bosbrand Verdwaald Routekaart Ronde van Overijssel - 9 mei 1964 eens schudt het leven je wakker 12 Mei wordt „Dag van de verpleging" Zaterdag 9 mei 1964 HOLTENS NIEUWSBLAD Almelo. De Ronde van Overijssel '64 zal met een bijzonder groot aantal ren ners van start gaan. Bijna 200 amateurs, waarvan er ongeveer vijftig in ploegen zijn ondergebracht, hebben ingeschreven voor deze klassieker die zaterdagmiddag 9 mei in Rijssen zijn start en finish heeft. Als klassieker geniet deze rit de be scherming van de KNWTJ, terwijl in ver band met de te verwachten prestaties van Tokio-kandidaten waarschijnlijk enkele selectioneurs van de wielerbond aanwezig zullen zijn. Wielrenners als Ad van Keme- nade, Henk Hoekstra (Ureterp), de slimme Martin van Ginneken (Het Schijf), de sterke Jacques van de Kloot uit Zun- dert, Nico Lute Cs Graveland) en de oos telijke vertegenwoordigers Jurrie Dokter, Henk Hinsenveld (Enter) en Henk Nieuw- kamp (Borne) hebben zich op grond van voorgaande prestaties zeker al in de schijnwerper van de KNWU-belangstel- ling geplaatst. HOLTERBERG. In deze langste klassieker (214 km) van ons land zullen zij werkelijk van alle markten thuis moeten zijn. Op de lange vlakke stukken ligt het tempo normaliter bijzonder hoog, maar in de route komen ook enkele venijnige beklimmingen voor. De Kuipersberg bij Oldenzaal, de Nijver- dalse Berg en de dit jaar voor het eerst opgenomen hoogten van de toeristische weg door de Holterberg zullen zeker scherp selectief werken. Aan de ronde nemen acht ploegen deel, Breda-bier, De Spartaan (Den Haag), Amstelbrouwerij, Dextro-Energen, Cabal- lero en de Dagbl. v/h. Oosten-pl. De samen stellingen van deze ploegen is nog niet helemaal bekend, aangezien nog diverse sterke renners als Coen Visser en Peters in Marokko verblijven. Zij worden eerst dinsdag in Nederland terug verwacht. Van de Dagblad van het Oostenploeg is Jurrie Dokter de kopman. Hij wordt ge secondeerd door de jonge Nijverdaller Boode en Henk Hinsenveld uit Enter. Een kleine handicap voor de organisatie is het feit dat de KNWU op en om 9 mei diverse renners heeft uitgenodigd voor deelne ming aan buitenlandse wegwedstrijden. Zo hebben Evert Dolman en Wim Vlees man hun inschrijving al weer ongedaan moeten maken. Na de start in Rijssen slingert de meute zich via Goor, Hengevelde, Haaksbergen, Enschede, Oldenzaal, Rossum, Ootmar sum, Fleringen, Albergen, Almelo (na 82 km) naar Vriezenveen, Westerhaar, Vroomshoop, Den Ham, Marle, Nijverdal, Haarle, Heeten, Wezepe, Deventer dan zijn er ruim 150 kilometer onder de wiel tjes doorgegaan Schalkhaar, Heeten, Haarle, Nijverdal, Holten, Markelo waarna in Rijssen'de finish volgt. Hoewel een hele trits favorieten zou zijn op te noemen, heeft de ervaring ge leerd dat dit heel gevaarlijk is. Meestal won een op dat moment nog vrij .onbe kende renner, vóór de erkende groothe den. In de afgelopen twaalf jaar was een overwinning in de Ronde van Overijssel de eerste stap op een weg naar meer roem van Mick Snijder, Mies Stolker, Coen Nies ten en Bas Maliepaard. INTERNATIONAAL TINTJE. Op het allerlaatste nippertje heeft de Ronde van Overijssel nog een echt inter nationaal tintje gekregen. Douglas Lidster en David Le Brox, twee Engelse amateurs, hebben ingeschreven teneinde zich op het oude continent te oriënteren, zoals ook hun bekendere collega Simpson al eerder deed. Bovendien zal nu definitief ook Rudie Liebrechts van de partij zijn, om aan zijn tweede Olympische verkiezing te werken. De Zaandamse ploeg Cycles Peugeot DIS tenslotte bracht met Piet van Dijk (Wor- merveer), Adrie Drop (Vlaardingen), Chr. Duyker (Beverwijk), Harm Ottenbros (Alkmaar), Herman Meijer (Zaandam), Piet Buuts (Erp) en Kees Verberk (Dui- vendrecht) het totaal aantal deelnemers op 206. Voor iedere af te leggen kilometer bijna één renner Ook vier Duitse renners hebben inge schreven. Het zijn Gerhard Wiemer, Georg Poltrock, Heinz Mimmer en Her mann Enders. Was in vroegere ronden de Duitse inschrijving wel eens van minder kaliber, dit viertal heeft nog zeer onlangs een vooraanstaande rol vervuld in de zware rit door de Lüneburger Heide. Uit Overijssel is de deelname dit jaar eveneens van een uitstekend gehalte. Bert Boom, onverwoestbare coureur uit Markelo, Gert Zwienenberg, de Enterse favoriet voor een der ereplaatsen, de. ge broeders Ten Thije Boomkamp uit Haaks bergen, Johan Pluimers, vier jaar geleden als derde geklasseerd, Henk Scheuten uit Hengelo, Johan Harbers uit Rijssen. Dieks ten Berge uit Enter en de coureurs uit de Dagblad van 't Oosten-ploeg, Jurrie Dok ter (Enschede), Jan Boode (Nijverdal), Henk Hinsenveld (Enter), Gerard van den Berg (Rijssen) en Henk Libbers (En schede) zijn allen goed voor een eervolle klassering. ROUTE EN TIJDSCHEMA. Om 13 uur start te Rijssen in het Volks park, waarna de karavaan langs Ooster hofweg, Enterstraat, Burg. Knottenbelt laan, Markeloseweg via Eisen naar Goor gaat (13.18 uur). Vervolgens Haaksbergen (13.39), Enschede (13.59), Oldenzaal (14.14), Ootmarsum (14.31), Almelo (14.57), Vriezenveen (15.1,0), Vroomshoop (15.25), Den Ham (15.34), Nijverdal Aan de toeristenweg over de Holterberg even voorbij de pic-nic-plaats, ontstond op Hemelvaartsdag om pl.m. half zeven 's avonds een begin van bosbrand. Op de heidevlakte aldaar hadden honderden mensen die middag doorgebracht en waar schijnlijk heeft een peukje sigaret of si gaar de ruigte aldaar aan het smeulen ge maakt en vervolgens in brand gezet. Een automobilist, die de rijkspolitie waarschuwde, gaf een niet geheel juiste omschrijving van de plaats op, waardoor de politie de bandweer in Nijverdal en Holten alarmeerde, hoewel de brand op Holtens grondgebied was. De Nijverdalse brandweer was het eerst ter plaatse en doofde het vuur met twee stralen van de nevelbluswagen. De Holtense brandweer, die met groot materiaal was uitgerukt, behoefde aanvankelijk niet meer op te treden, maar is later toch nog weer uit gerukt, omdat het op de brandplaats op nieuw weer flink begon te roken. Men heeft er toen maar definitief een einde aan gemaakt. De 7-jarige Rix van Geerestein, het zoontje van de technische bedrijfsleider van de O.A.D., die hier nog maar sedert enkele dagen woorft is op Hemelvaarts dag in de Holterberg verdwaald. De ouders, die ongerust begonnen te worden over zijn lang wegblijven, waarschuwden de politie. Wachtmeester Timmer trof de jongen in gezelschap van een paar meis jes, die zich inmiddels over hem ontfermd hadden, aan voor in de berg, op de z.g. Blikkert. OP EEN KOE GEBOTST De heer J. S. M. uit Holten is op de morgen van Hemelvaartsdag op de La- renseweg ter hoogte van de Boterbeek met zijn auto op een koe gebotst, die plotseling over de omheining van de weide was gesprongen en toebehoorde aan de heer E.T. in de Beuseberg. De auto mobilist en de koe hebben het er beiden goed afgebracht. De auto werd van voren beschadigd en de koe had een lap vel af, maar behoefde niet te worden afgemaakt. (15.52), Heeten (16.15), Deventer (16.48), Heeten (17.06), Holten (17.44), Markelo (17.55), Rijssen (18.06), finish. roomshoop riezenvecn Albergen lJcringen Nijverdal Almelo Ilcetcn II ijssen oldenzaal Schalkhaar Deventer Enschede Markelo Hengevelde Haaksberger door Leida Graafland Pastoor Derksema vervolgde: „Ik denk bijvoorbeeld aan de Bergrede. Neemt u dit alles nu eens tezamen: de levenshouding, die God ons heeft uitgestippeld, onze op voeding, ons zelfrespect, onze eerbied voor al wat leeft en meer in het bijzonder voor de naaste; wij zijn immers allemaal schep selen Gods? Tenslotte ons begrip huma nisme, wat tussen haakjes helemaal geen monopolie is van de buitenkerkelijken, maar verankerd ligt in het christendom; en tenslotte onze wilskracht, onze etischc normen en nog tal van andere ismen, die tezamen een zekere beschaving kweken, waardoor de samenleving onderling draag lijk en zelfs aangenaam kan worden. Dan blijft er gelukkig van het oerinstinct niet veel meer over, hoewel ik nooit zal ont kennen, dat het bestaat en zolang er twee mensen op de wereld leven zal blijven be staan. Maar het speelt praktisch geen rol meer, als wij maar die zekere etische trap bereikt hebben." Tom Talingen, die naast de pastoor zat, had niet veel gesproken, doch zich voorna melijk bepaald tot luisteren. En weer was hij waarschijnlijk de enige, die begreep, wat Roelie met haar woordenschermutse ling bedoelde. Bij haar leefde het oerin stinct ten opzichte van hem. Dat voelde hij deze avond opnieuw. Hoewel niemand iets gemerkt had, wist hij wel zeker, dat ze hem inwendig vervloekt had om zijn geschenk en dat ze er in het minst niet dankbaar voor was. Hoe jammer, dat er met dit vrouwtje niets te bereiken viel Als hij maar eens een eerlijke kans had. Dan zou hij zijn charmes openlijk ont plooien en welke vrouw was er tot nog toe tegen bestand gebleken? Geen enkele toch zeker? Die kans kreeg Tom Talingen in het jaar 1960, één dag na de verjaardag van de oudste zoon, die op de H.B.S. in de na burige stad leerde. Op die gedenkwaardige aprildag werd Dolf Burger dood thuisge bracht. Een hartverlamming had, tijdens een bespreking met de burgemeester in het gemeentehuis, een ontijdig einde ge maakt aan zijn succesvolle leven. Negen envijftig jaar was hij geworden. Gestor ven in het harnas, zei de burgemeester, die 's avonds zijn deelneming kwam be tuigen in huize Burger. HOOFDSTUK 8 Voor Roelie Burger was de schok ont zettend. Hoewel ze de laatste jaren vrijwel geheel langs elkaar heen leefden en het nog maar sporadisch voorkwam, dat hij haar slaapkamer betrad, voelde ze zich nu radeloos van ellende. Zonder zich van de meisjes wat aan te trekken, schreide ze hete tranen van intens verdriet en maakte ze zich verwijten, dat ze niet beter op zijn gezondheid had gelet. Het werd zo erg, dat Jopie resoluut de dokter belde en deze met vijf minuten in huis was om haar een kalmerend spuitje te geven. Uitgeput van de consternatie werd ze naar haar kamer gebracht en daar hielp Jopie haar naar bed. Er moesten evenwel tal van dingen op korte termijn in orde gemaakt worden en dus belde Jopie naar het kantoor en vroeg Talingen. Deze liet 'zijn werk in de steek, spoedde zich naar de woning en begon alle voorbereidende maatregelen te tref fen, die noodzakelijk waren met het oog op de komende begrafenis. De volgende dag was de woning her schapen in een chapelle ardente. Roelie was volkomen apatisch en liet alles over aan de meisjes en Talingen, die overigens wel zo verstandig was om zoveel mogelijk op de achtergrond te blijven en alles, wat niet beslist in de woning moest geschie den, in zijn kantoorvertrek verrichtte. Dank zij de spuitjes van dokter Wals en de wilskracht, die langzamerhand terug kwam, verrichtte ze haar taak, trouw ge holpen door de meisjes, die allen met roodomrande ogen rondliepen en drukte handen, luisterde naar betuigingen van deelneming en las de kaartjes, brieven en andere schriftelijke condoleanties, die van heinde en ver kwamen, waardoor ze eigen lijk pas een goede kijk kreeg op de grote bekendheid en populariteit, die haar man bij zijn leven had genoten. Eigenlijk moest ik dankbaar zijn voor al die genegenheid en toewijding, die men ten toon spreidt, dacht ze, maar het zegt me allemaal niets. Dolf komt daardoor niet meer in leven en ik kan nooit meer aan hem goedmaken, waarin ik tekort ben HELLE-JAN DE BODE WERD VOORNAAM Grond, land en zand hebben het aan zien van de mens door alle tijden heen veranderd. Wanneer men grondeigenaar was in het groot kostte het in de middel eeuwen weinig moeite om in de adel stand verheven te worden. Zo ging het ook met Helle-Jan de bode. Notaris Jan vier was vertrokken. Kaatje en Jan ke ken liefdevol naar hun eersteling, naar hun Fenneke. Terwijl zij daarmee bezig waren was notaris Janvier al weer te rug. Een eindweegs buiten Holten had hij het besluit genomen om Helle-Jan en Kaatje maar alles te vertellen. Behalve het Woord-erve en de beide Wonners la gen er nog tienduizend gulden, die ook tot de erfenis behoorden. Toen de notaris dat had medegedeeld, werd Jan er niet koud of warm van. Wat ga je er straks mee doen?, wilde de notaris weten. - Ik ben en blijf bode, riep Jan, zolang het heer schout beliefd. - Ga je geen nieuw huis bouwen? - Neen, riep Jan, vastbeslo ten. Wij zijn in ons huis best tevreden. De notaris schudde het hoofd. Helle-Jan was nu een man, die tot de gezeten bur gerij van Holten behoorde. De man had er geen idee van, hoe rijk hij was, en dat bleef maar hofbode, net of er niets aan de hand was. Wanneer Jan de boer op ging, dan merkte hij wel dat hij mee telde. Men vroeg hem om raad en stelde zijn zienswijze zeer op prijs. Ook Kaatje ontdekte tot haar verbazing, dat er iets veranderd was. Tien dagen na de erfenis kwam de waardin van de Prins van Oranje, netjes opgedoft, het eenvoudige huisje van Kaatje binnen en deed net of Kaatje nooit haar dienstbode was ge weest. Die slang, dacht Kaatje, toen deze haar Juffer noemde. Maar de waardin had niét geen genoegdoening van haar bezoek. Kaatje had niet eens gevraagd of zij nog eens terug wilde komen. Ook de kastelein uit de Halve Maan kwam op bezoek. De waard van de Halve Maan had op een avond tegen zijn vrouw ge zegd: Hoor eens, Engele, wij dienen onze herberg op te knappen. Wij dienen een zaak te hebben net als de Prins, anders verloopt ons de boel - Maar de centen!, had Engele geroepen. De waard had de rechter wijsvinger tegen de neus aange drukt en had gezegd: Engele, ik ga naar Hdlle-Jan. Ik ga proberen of hij ook dokken wil. Engele had er het zwijgen toegedaan en Berend uit de Halve Maan was naar het huisje van Helle-Jan ge gaan. De waard kon zijn ogen niet ge loven. Daar zat Helle-Jan hoog en breed en las de Oprechte Haarlemse Courant. Wie deed nu zo iets? Na een lange om weg kwam Berend uit de Halve Maan met zijn vraag voor de dag. Om een geldlening. - Daar moet ik met de notaris over praten, vertelde Helle-Jan. Wan neer die het goed vindt, zal ik er eens over denken. Kaatje moet het natuurlijk ook goedvinden, dat spreekt vanzelf. - Een dag later kwam Foezel-Jannes. Die wilde de dagvaarding uit de voeten ma ken voor vijftig gulden, dan hoorde Helle-Jan er niets meer van weer. Maar Jan was niet thuis. Hij was voor zijn bodewerk op stap. De telling van het hoornvee en schatting van de bezaaide landen eisten zijn volle aandacht. Maar Kaatje vertelde aan Foezel-Jannes, dat hij de aanklacht gerust kon laten lo pen. Want zij had ook een klacht tegen hem ingediend over het niei-betalen van negen maanden loon. Jannes liep met een opgestreken zeil naar huis, haalde 't loon van Kaatje op en smeet het nijdig voor haar op tafel. In orde, sprak zij af gemeten en streek het geld op. Foezel- Jannes zei niet eens goeden morgen, toen hij de deur uitging. Het gezin Helle-Jan leefde eenvoudig voort. Jan deed nauwgezet zijn plicht als bode. En toch kwamen er voor 'hem ver anderingen. Hij ging eens met Kaatje naar het Wooldriks-erve en bekeek daar de boel. De boer daar, Henneman, boerde niet zo best. Helle-Jan sprak over ver hoging van de pacht. Helleman vertelde dat hij nooit meer pacht betaald had en zijn vader en grootvader ook niet. Dan wordt het nu hoog tijd, dat je vijftig geschoten. Het zelfverwijt knaagde in haar en maakte haar vertwijfeld. Doch dan dacht ze aan haar kinderen. Ik houd een taak over, dacht ze dan. Ik moet nu alleen mijn kinderen opvoeden tot ach tenswaardige mensen. Mijn zoon zal een flinke kerel moeten worden en mijn doch ters voorbeelden van deugd. Dat is de er fenis, die Dolf me heeft nagelaten. Ik aan vaard hem en zal alles doen om mijn taak tot een zo goed mogelijk einde te brengen. Drie dagen na de uitvaartdienst reali seerde Roelie zich pas, dat nu alleen nog de zaak van Dolf was overgebleven. Die moest natuurlijk voortgezet worden en Talingen zou daar wel voor zorgen. Ter wijl ze in gedachten zijn naam noemde, kwam er een bittere smaak in haar mond. Ze stak een sigaret op ze rookte in deze dagen pakjes achter elkaar en dacht na. Ze moest hem voorlopig maar op zijn plaats laten. Niemand beter dan hij kende de zaak. Nog beter dan Dolf. Ze zou wel uitzien naar een geschikte op volger. Ze zou het bedrijf natuurlijk kun nen verkopen. Van de opbrengst zou ze zeker behoorlijk kunnen leven, want Dolf had haar kort geleden nog gezegd, dat hij er met een paar jaar mee ophield. „Dan gaan wc nog een beetje van het leven ge nieten, Roel", zei hij in een van zijn ver trouwelijke buien. „Misschien maken we dan samen nog eens een tweede huwelijks reis". Niet wetende, dat de dood als het ware al op de drempel van het huis stond te wachten. Die derde dag kwam ze om twaalf uur ook plotseling tot de ontdekking, dat haar zoon nog steeds thuis was. Natuurlijk de eerste dag na de begrafenisde meis jes waren toen ook niet naar school ge weest, doch nu werd het toch weer tijd en dat zei ze ook tegen haar zoon. gulden meer betaald, goeden dag! - De kotters deden het beter. Den ene kotter. Jan van de Piep tonne, was er meteen linnenwever bij. De dag kwam dat er markevergadering was. Een dikke boer uit de Dijkerhoek had lang voor tante Fenna de zaken in de marke waargeno men. Nu tante overleden was, stookte Kaatje haar man op in de marke maar eens duchtig te zeggen waar 't op stond. De stoel van het Wooldserve was reeds bezet door de dikke boer. - Wil je een andere plaats nemen?, vroeg Jan. Je zit op mijn plaats. Nors sprong de boer op en ging naar een verder afgelegen stoel. De predikant kwam ook. Kleine Fen- neken moest gedoopt worden. En dat ge beurde. De belangstelling was groot. De koster kreeg een goede fooi en bazuinde overal rond dat Heli-Jan en zijn vrouw zulke beste mensen waren. Alleen was het jammer, dat ze niet naar hun stand leefden en dat ze in een huurhuisje woon den van het Deventer burgerweeshuis. De tijd kwam dat er te Holten nieuwe dorpsmannen moesten zijn. Er waren vele dorpers en boeren, die Jan wel moch ten, maar de waard in de Prins van Oranje waarschuwde zijn gehoor Helle- Jan de markebode te laten schieten. Hij was van arme komaf. Daar geluk een welgesteld man geworden. De dag kwam van de keur der dorpsmannen en Helle- Jan werd door de Dijkerhoek gekozen voor drie jaar. Kaatje voelde zich. Haar Jan telde mee. DE DAGVAARDING De vier weken waren om. De schout had met de bode overleg gepleegd. Foe zel-Jannes zou recht gedaan worden. De zaak kwam voor. Foezel-Jannes had geen getuigen. Helle-Jan ook niet. De waardin vertelde dat haar man geroepen had dat hij geslagen was. Helle-Jan werd vrijge sproken wegens gebrek aan bewijs. Maai de volgende dag waarschuwde hem de schout, in het vervolg voorzichtiger te zijn. Het kleine Fenneke werd ziek en na negen dagen stierf het kind. VAN COEVERDEN. In navolging van tal van andere landen zal de 12e mei, de geboortedag van Flo rence Nightingale, voortaan als „Dag van de Verpleging" worden gevierd. Het initiatief daartoe is genomen door de Publiciteitscommissie, uitgaande van de Federatie van Nederlandse Verenigin gen, die de belangen van de Verpleging en de Verplegenden behartigen. De bedoeling is: de verplegenden zich op die dag te doen bezinnen op hun per soonlijke relatie tot hun werk; degenen die pas in de verpleging zijn de idealen voor ogen te stellen die velen van hen bezielden bij de keuze van dit beroep; jonge mensen die nog geen keuze de den attent te maken op de waarden die het beroep van verplegende vertegen woordigt, zowel in geestelijke als in mate riële zin. Het is dus geenszins de opzet hiervan een dag te maken, waarop de verplegenden met een bloemetje of an dere vriendelijke attenties moeten worden verrast. Allerwege heeft dit voornemen reeds een waarderend onthaal gevonden en het zal daardoor mogelijk zijn op de 12e mei in brede kring de aandacht op de verple ging en de verplegenden te vestigen. De Directeur-Generaal van de Volksge zondheid, Prof. Dr. P. Muntendam, be hoorde tot de eersten die instemming be tuigden met het plan van de Federatie. De jongen lepelde in zijn soep en schudde zijn hoofd. „Ik ben niet meer op school, mam," antwoordde hij. „Ik heb gisteren mijn boeken ingeleverd en werk nu op kantoor bij oom Tom. Tenslotte ben ik de stamhouder, zei oom Tom, en dus hoor ik op kantoor. Zodra ik meerderjarig ben, moet ik de zaak toch overnemen?" Roelie voelde zich verstijven en een he vige woede welde er in haar op. Zo, dus meneer de procuratiehouder had dit al in zijn eentje bekokstoofd, zonder haar, die in feite nu de eigenaresse was, er in te kennen. Dacht hij soms de directeur te worden? Of waande hij zich al als zoda nig? Daar zou zij dan wel eens spoedig een stokje voor steken. Haar stem was ijskoud, toen ze ant woordde: „Nu je vader dood is, rust op mij, als je moeder de taak om te beslis sen, wat er gebeuren zal met de zaak. Mijn beslissing is. dat je vanmiddag on middellijk weer naar school gaat. Ik zal de directie opbellen en zeggen, dat het een misverstand was. In eerste instantie ga je je diploma's halen. Daarna zullen we wel verder zien." De jongen had misschien ternauwer nood geluisterd en schudde enkel met zijn hoofd. „Oom Tom zegt, dat ik op kantoor moet zijn, dus ik ga naar kantoor." Roelie beheerste zich met ijzeren wils kracht, temeer omdat Jopie binnenkwam met de aardappelen. De rest van de maal tijd werd vrijwel zwijgend genuttigd en toen de meisjes de tafel hadden afge ruimd, stond Roelie op, liep naar Jan en greep hem stevig bij de schouders. „Het wordt je tijd om naar school te gaan. Pak 'je fiets en rijd naar de stad. En geen te genspraak meer, anders breng ik je zelf met de wagen." Wordlvervolgd

Erfgoed Rijssen-Holten

Holtens Nieuwsblad | 1964 | | pagina 2