Uit Holtens historie
Ronde van Overijssel zaterdag 9 mei 1964
Begin van bosbrand
Verdwaald
Routekaart Ronde van Overijssel - 9 mei 1964
eens schudt het leven
je wakker
12 Mei wordt
„Dag van de verpleging"
Zaterdag 9 mei 1964
HOLTENS NIEUWSBLAD
Almelo. De Ronde van Overijssel '64
zal met een bijzonder groot aantal ren
ners van start gaan. Bijna 200 amateurs,
waarvan er ongeveer vijftig in ploegen
zijn ondergebracht, hebben ingeschreven
voor deze klassieker die zaterdagmiddag
9 mei in Rijssen zijn start en finish heeft.
Als klassieker geniet deze rit de be
scherming van de KNWTJ, terwijl in ver
band met de te verwachten prestaties van
Tokio-kandidaten waarschijnlijk enkele
selectioneurs van de wielerbond aanwezig
zullen zijn. Wielrenners als Ad van Keme-
nade, Henk Hoekstra (Ureterp), de
slimme Martin van Ginneken (Het Schijf),
de sterke Jacques van de Kloot uit Zun-
dert, Nico Lute Cs Graveland) en de oos
telijke vertegenwoordigers Jurrie Dokter,
Henk Hinsenveld (Enter) en Henk Nieuw-
kamp (Borne) hebben zich op grond van
voorgaande prestaties zeker al in de
schijnwerper van de KNWU-belangstel-
ling geplaatst.
HOLTERBERG.
In deze langste klassieker (214 km) van
ons land zullen zij werkelijk van alle
markten thuis moeten zijn. Op de lange
vlakke stukken ligt het tempo normaliter
bijzonder hoog, maar in de route komen
ook enkele venijnige beklimmingen voor.
De Kuipersberg bij Oldenzaal, de Nijver-
dalse Berg en de dit jaar voor het eerst
opgenomen hoogten van de toeristische
weg door de Holterberg zullen zeker
scherp selectief werken.
Aan de ronde nemen acht ploegen deel,
Breda-bier, De Spartaan (Den Haag),
Amstelbrouwerij, Dextro-Energen, Cabal-
lero en de Dagbl. v/h. Oosten-pl. De samen
stellingen van deze ploegen is nog niet
helemaal bekend, aangezien nog diverse
sterke renners als Coen Visser en Peters
in Marokko verblijven. Zij worden eerst
dinsdag in Nederland terug verwacht.
Van de Dagblad van het Oostenploeg is
Jurrie Dokter de kopman. Hij wordt ge
secondeerd door de jonge Nijverdaller
Boode en Henk Hinsenveld uit Enter. Een
kleine handicap voor de organisatie is het
feit dat de KNWU op en om 9 mei diverse
renners heeft uitgenodigd voor deelne
ming aan buitenlandse wegwedstrijden.
Zo hebben Evert Dolman en Wim Vlees
man hun inschrijving al weer ongedaan
moeten maken.
Na de start in Rijssen slingert de meute
zich via Goor, Hengevelde, Haaksbergen,
Enschede, Oldenzaal, Rossum, Ootmar
sum, Fleringen, Albergen, Almelo (na
82 km) naar Vriezenveen, Westerhaar,
Vroomshoop, Den Ham, Marle, Nijverdal,
Haarle, Heeten, Wezepe, Deventer dan
zijn er ruim 150 kilometer onder de wiel
tjes doorgegaan Schalkhaar, Heeten,
Haarle, Nijverdal, Holten, Markelo
waarna in Rijssen'de finish volgt.
Hoewel een hele trits favorieten zou
zijn op te noemen, heeft de ervaring ge
leerd dat dit heel gevaarlijk is. Meestal
won een op dat moment nog vrij .onbe
kende renner, vóór de erkende groothe
den. In de afgelopen twaalf jaar was een
overwinning in de Ronde van Overijssel
de eerste stap op een weg naar meer roem
van Mick Snijder, Mies Stolker, Coen Nies
ten en Bas Maliepaard.
INTERNATIONAAL TINTJE.
Op het allerlaatste nippertje heeft de
Ronde van Overijssel nog een echt inter
nationaal tintje gekregen. Douglas Lidster
en David Le Brox, twee Engelse amateurs,
hebben ingeschreven teneinde zich op het
oude continent te oriënteren, zoals ook
hun bekendere collega Simpson al eerder
deed.
Bovendien zal nu definitief ook Rudie
Liebrechts van de partij zijn, om aan zijn
tweede Olympische verkiezing te werken.
De Zaandamse ploeg Cycles Peugeot DIS
tenslotte bracht met Piet van Dijk (Wor-
merveer), Adrie Drop (Vlaardingen), Chr.
Duyker (Beverwijk), Harm Ottenbros
(Alkmaar), Herman Meijer (Zaandam),
Piet Buuts (Erp) en Kees Verberk (Dui-
vendrecht) het totaal aantal deelnemers
op 206. Voor iedere af te leggen kilometer
bijna één renner
Ook vier Duitse renners hebben inge
schreven. Het zijn Gerhard Wiemer,
Georg Poltrock, Heinz Mimmer en Her
mann Enders. Was in vroegere ronden de
Duitse inschrijving wel eens van minder
kaliber, dit viertal heeft nog zeer onlangs
een vooraanstaande rol vervuld in de
zware rit door de Lüneburger Heide.
Uit Overijssel is de deelname dit jaar
eveneens van een uitstekend gehalte.
Bert Boom, onverwoestbare coureur uit
Markelo, Gert Zwienenberg, de Enterse
favoriet voor een der ereplaatsen, de. ge
broeders Ten Thije Boomkamp uit Haaks
bergen, Johan Pluimers, vier jaar geleden
als derde geklasseerd, Henk Scheuten uit
Hengelo, Johan Harbers uit Rijssen. Dieks
ten Berge uit Enter en de coureurs uit de
Dagblad van 't Oosten-ploeg, Jurrie Dok
ter (Enschede), Jan Boode (Nijverdal),
Henk Hinsenveld (Enter), Gerard van
den Berg (Rijssen) en Henk Libbers (En
schede) zijn allen goed voor een eervolle
klassering.
ROUTE EN TIJDSCHEMA.
Om 13 uur start te Rijssen in het Volks
park, waarna de karavaan langs Ooster
hofweg, Enterstraat, Burg. Knottenbelt
laan, Markeloseweg via Eisen naar Goor
gaat (13.18 uur). Vervolgens Haaksbergen
(13.39), Enschede (13.59), Oldenzaal
(14.14), Ootmarsum (14.31), Almelo
(14.57), Vriezenveen (15.1,0), Vroomshoop
(15.25), Den Ham (15.34), Nijverdal
Aan de toeristenweg over de Holterberg
even voorbij de pic-nic-plaats, ontstond op
Hemelvaartsdag om pl.m. half zeven 's
avonds een begin van bosbrand. Op de
heidevlakte aldaar hadden honderden
mensen die middag doorgebracht en waar
schijnlijk heeft een peukje sigaret of si
gaar de ruigte aldaar aan het smeulen ge
maakt en vervolgens in brand gezet.
Een automobilist, die de rijkspolitie
waarschuwde, gaf een niet geheel juiste
omschrijving van de plaats op, waardoor
de politie de bandweer in Nijverdal en
Holten alarmeerde, hoewel de brand op
Holtens grondgebied was. De Nijverdalse
brandweer was het eerst ter plaatse en
doofde het vuur met twee stralen van de
nevelbluswagen. De Holtense brandweer,
die met groot materiaal was uitgerukt,
behoefde aanvankelijk niet meer op te
treden, maar is later toch nog weer uit
gerukt, omdat het op de brandplaats op
nieuw weer flink begon te roken. Men
heeft er toen maar definitief een einde
aan gemaakt.
De 7-jarige Rix van Geerestein, het
zoontje van de technische bedrijfsleider
van de O.A.D., die hier nog maar sedert
enkele dagen woorft is op Hemelvaarts
dag in de Holterberg verdwaald. De
ouders, die ongerust begonnen te worden
over zijn lang wegblijven, waarschuwden
de politie. Wachtmeester Timmer trof de
jongen in gezelschap van een paar meis
jes, die zich inmiddels over hem ontfermd
hadden, aan voor in de berg, op de z.g.
Blikkert.
OP EEN KOE GEBOTST
De heer J. S. M. uit Holten is op de
morgen van Hemelvaartsdag op de La-
renseweg ter hoogte van de Boterbeek
met zijn auto op een koe gebotst, die
plotseling over de omheining van de
weide was gesprongen en toebehoorde
aan de heer E.T. in de Beuseberg. De auto
mobilist en de koe hebben het er beiden
goed afgebracht. De auto werd van voren
beschadigd en de koe had een lap vel af,
maar behoefde niet te worden afgemaakt.
(15.52), Heeten (16.15), Deventer (16.48),
Heeten (17.06), Holten (17.44), Markelo
(17.55), Rijssen (18.06), finish.
roomshoop
riezenvecn
Albergen
lJcringen
Nijverdal
Almelo
Ilcetcn
II ijssen
oldenzaal
Schalkhaar
Deventer
Enschede
Markelo
Hengevelde
Haaksberger
door
Leida Graafland
Pastoor Derksema vervolgde: „Ik denk
bijvoorbeeld aan de Bergrede. Neemt u dit
alles nu eens tezamen: de levenshouding,
die God ons heeft uitgestippeld, onze op
voeding, ons zelfrespect, onze eerbied voor
al wat leeft en meer in het bijzonder voor
de naaste; wij zijn immers allemaal schep
selen Gods? Tenslotte ons begrip huma
nisme, wat tussen haakjes helemaal geen
monopolie is van de buitenkerkelijken,
maar verankerd ligt in het christendom;
en tenslotte onze wilskracht, onze etischc
normen en nog tal van andere ismen, die
tezamen een zekere beschaving kweken,
waardoor de samenleving onderling draag
lijk en zelfs aangenaam kan worden. Dan
blijft er gelukkig van het oerinstinct niet
veel meer over, hoewel ik nooit zal ont
kennen, dat het bestaat en zolang er twee
mensen op de wereld leven zal blijven be
staan. Maar het speelt praktisch geen rol
meer, als wij maar die zekere etische trap
bereikt hebben."
Tom Talingen, die naast de pastoor zat,
had niet veel gesproken, doch zich voorna
melijk bepaald tot luisteren. En weer was
hij waarschijnlijk de enige, die begreep,
wat Roelie met haar woordenschermutse
ling bedoelde. Bij haar leefde het oerin
stinct ten opzichte van hem. Dat voelde
hij deze avond opnieuw. Hoewel niemand
iets gemerkt had, wist hij wel zeker, dat
ze hem inwendig vervloekt had om zijn
geschenk en dat ze er in het minst niet
dankbaar voor was. Hoe jammer, dat er
met dit vrouwtje niets te bereiken viel
Als hij maar eens een eerlijke kans had.
Dan zou hij zijn charmes openlijk ont
plooien en welke vrouw was er tot nog
toe tegen bestand gebleken? Geen enkele
toch zeker?
Die kans kreeg Tom Talingen in het
jaar 1960, één dag na de verjaardag van
de oudste zoon, die op de H.B.S. in de na
burige stad leerde. Op die gedenkwaardige
aprildag werd Dolf Burger dood thuisge
bracht. Een hartverlamming had, tijdens
een bespreking met de burgemeester in
het gemeentehuis, een ontijdig einde ge
maakt aan zijn succesvolle leven. Negen
envijftig jaar was hij geworden. Gestor
ven in het harnas, zei de burgemeester,
die 's avonds zijn deelneming kwam be
tuigen in huize Burger.
HOOFDSTUK 8
Voor Roelie Burger was de schok ont
zettend. Hoewel ze de laatste jaren vrijwel
geheel langs elkaar heen leefden en het
nog maar sporadisch voorkwam, dat hij
haar slaapkamer betrad, voelde ze zich nu
radeloos van ellende. Zonder zich van de
meisjes wat aan te trekken, schreide ze
hete tranen van intens verdriet en maakte
ze zich verwijten, dat ze niet beter op zijn
gezondheid had gelet. Het werd zo erg,
dat Jopie resoluut de dokter belde en deze
met vijf minuten in huis was om haar een
kalmerend spuitje te geven. Uitgeput van
de consternatie werd ze naar haar kamer
gebracht en daar hielp Jopie haar naar
bed.
Er moesten evenwel tal van dingen op
korte termijn in orde gemaakt worden en
dus belde Jopie naar het kantoor en vroeg
Talingen. Deze liet 'zijn werk in de steek,
spoedde zich naar de woning en begon
alle voorbereidende maatregelen te tref
fen, die noodzakelijk waren met het oog
op de komende begrafenis.
De volgende dag was de woning her
schapen in een chapelle ardente. Roelie
was volkomen apatisch en liet alles over
aan de meisjes en Talingen, die overigens
wel zo verstandig was om zoveel mogelijk
op de achtergrond te blijven en alles, wat
niet beslist in de woning moest geschie
den, in zijn kantoorvertrek verrichtte.
Dank zij de spuitjes van dokter Wals en
de wilskracht, die langzamerhand terug
kwam, verrichtte ze haar taak, trouw ge
holpen door de meisjes, die allen met
roodomrande ogen rondliepen en drukte
handen, luisterde naar betuigingen van
deelneming en las de kaartjes, brieven en
andere schriftelijke condoleanties, die van
heinde en ver kwamen, waardoor ze eigen
lijk pas een goede kijk kreeg op de grote
bekendheid en populariteit, die haar man
bij zijn leven had genoten.
Eigenlijk moest ik dankbaar zijn voor
al die genegenheid en toewijding, die men
ten toon spreidt, dacht ze, maar het zegt
me allemaal niets. Dolf komt daardoor
niet meer in leven en ik kan nooit meer
aan hem goedmaken, waarin ik tekort ben
HELLE-JAN DE BODE
WERD VOORNAAM
Grond, land en zand hebben het aan
zien van de mens door alle tijden heen
veranderd. Wanneer men grondeigenaar
was in het groot kostte het in de middel
eeuwen weinig moeite om in de adel
stand verheven te worden. Zo ging het
ook met Helle-Jan de bode. Notaris Jan
vier was vertrokken. Kaatje en Jan ke
ken liefdevol naar hun eersteling, naar
hun Fenneke. Terwijl zij daarmee bezig
waren was notaris Janvier al weer te
rug. Een eindweegs buiten Holten had
hij het besluit genomen om Helle-Jan en
Kaatje maar alles te vertellen. Behalve
het Woord-erve en de beide Wonners la
gen er nog tienduizend gulden, die ook
tot de erfenis behoorden. Toen de notaris
dat had medegedeeld, werd Jan er niet
koud of warm van. Wat ga je er straks
mee doen?, wilde de notaris weten. - Ik
ben en blijf bode, riep Jan, zolang het
heer schout beliefd. - Ga je geen nieuw
huis bouwen? - Neen, riep Jan, vastbeslo
ten. Wij zijn in ons huis best tevreden.
De notaris schudde het hoofd. Helle-Jan
was nu een man, die tot de gezeten bur
gerij van Holten behoorde. De man had
er geen idee van, hoe rijk hij was, en dat
bleef maar hofbode, net of er niets aan
de hand was. Wanneer Jan de boer op
ging, dan merkte hij wel dat hij mee
telde. Men vroeg hem om raad en stelde
zijn zienswijze zeer op prijs. Ook Kaatje
ontdekte tot haar verbazing, dat er iets
veranderd was. Tien dagen na de erfenis
kwam de waardin van de Prins van
Oranje, netjes opgedoft, het eenvoudige
huisje van Kaatje binnen en deed net of
Kaatje nooit haar dienstbode was ge
weest. Die slang, dacht Kaatje, toen deze
haar Juffer noemde. Maar de waardin
had niét geen genoegdoening van haar
bezoek. Kaatje had niet eens gevraagd
of zij nog eens terug wilde komen. Ook
de kastelein uit de Halve Maan kwam
op bezoek. De waard van de Halve Maan
had op een avond tegen zijn vrouw ge
zegd: Hoor eens, Engele, wij dienen onze
herberg op te knappen. Wij dienen een
zaak te hebben net als de Prins, anders
verloopt ons de boel - Maar de centen!,
had Engele geroepen. De waard had de
rechter wijsvinger tegen de neus aange
drukt en had gezegd: Engele, ik ga naar
Hdlle-Jan. Ik ga proberen of hij ook
dokken wil. Engele had er het zwijgen
toegedaan en Berend uit de Halve Maan
was naar het huisje van Helle-Jan ge
gaan. De waard kon zijn ogen niet ge
loven. Daar zat Helle-Jan hoog en breed
en las de Oprechte Haarlemse Courant.
Wie deed nu zo iets? Na een lange om
weg kwam Berend uit de Halve Maan
met zijn vraag voor de dag. Om een
geldlening. - Daar moet ik met de notaris
over praten, vertelde Helle-Jan. Wan
neer die het goed vindt, zal ik er eens
over denken. Kaatje moet het natuurlijk
ook goedvinden, dat spreekt vanzelf. -
Een dag later kwam Foezel-Jannes. Die
wilde de dagvaarding uit de voeten ma
ken voor vijftig gulden, dan hoorde
Helle-Jan er niets meer van weer. Maar
Jan was niet thuis. Hij was voor zijn
bodewerk op stap. De telling van het
hoornvee en schatting van de bezaaide
landen eisten zijn volle aandacht. Maar
Kaatje vertelde aan Foezel-Jannes, dat
hij de aanklacht gerust kon laten lo
pen. Want zij had ook een klacht tegen
hem ingediend over het niei-betalen van
negen maanden loon. Jannes liep met een
opgestreken zeil naar huis, haalde 't
loon van Kaatje op en smeet het nijdig
voor haar op tafel. In orde, sprak zij af
gemeten en streek het geld op. Foezel-
Jannes zei niet eens goeden morgen, toen
hij de deur uitging.
Het gezin Helle-Jan leefde eenvoudig
voort. Jan deed nauwgezet zijn plicht als
bode. En toch kwamen er voor 'hem ver
anderingen. Hij ging eens met Kaatje
naar het Wooldriks-erve en bekeek daar
de boel. De boer daar, Henneman, boerde
niet zo best. Helle-Jan sprak over ver
hoging van de pacht. Helleman vertelde
dat hij nooit meer pacht betaald had en
zijn vader en grootvader ook niet. Dan
wordt het nu hoog tijd, dat je vijftig
geschoten. Het zelfverwijt knaagde in
haar en maakte haar vertwijfeld. Doch
dan dacht ze aan haar kinderen. Ik houd
een taak over, dacht ze dan. Ik moet nu
alleen mijn kinderen opvoeden tot ach
tenswaardige mensen. Mijn zoon zal een
flinke kerel moeten worden en mijn doch
ters voorbeelden van deugd. Dat is de er
fenis, die Dolf me heeft nagelaten. Ik aan
vaard hem en zal alles doen om mijn taak
tot een zo goed mogelijk einde te brengen.
Drie dagen na de uitvaartdienst reali
seerde Roelie zich pas, dat nu alleen nog
de zaak van Dolf was overgebleven. Die
moest natuurlijk voortgezet worden en
Talingen zou daar wel voor zorgen. Ter
wijl ze in gedachten zijn naam noemde,
kwam er een bittere smaak in haar mond.
Ze stak een sigaret op ze rookte in
deze dagen pakjes achter elkaar en
dacht na. Ze moest hem voorlopig maar
op zijn plaats laten. Niemand beter dan
hij kende de zaak. Nog beter dan Dolf.
Ze zou wel uitzien naar een geschikte op
volger. Ze zou het bedrijf natuurlijk kun
nen verkopen. Van de opbrengst zou ze
zeker behoorlijk kunnen leven, want Dolf
had haar kort geleden nog gezegd, dat hij
er met een paar jaar mee ophield. „Dan
gaan wc nog een beetje van het leven ge
nieten, Roel", zei hij in een van zijn ver
trouwelijke buien. „Misschien maken we
dan samen nog eens een tweede huwelijks
reis". Niet wetende, dat de dood als het
ware al op de drempel van het huis stond
te wachten.
Die derde dag kwam ze om twaalf uur
ook plotseling tot de ontdekking, dat haar
zoon nog steeds thuis was. Natuurlijk de
eerste dag na de begrafenisde meis
jes waren toen ook niet naar school ge
weest, doch nu werd het toch weer tijd en
dat zei ze ook tegen haar zoon.
gulden meer betaald, goeden dag! - De
kotters deden het beter. Den ene kotter.
Jan van de Piep tonne, was er meteen
linnenwever bij. De dag kwam dat er
markevergadering was. Een dikke boer
uit de Dijkerhoek had lang voor tante
Fenna de zaken in de marke waargeno
men. Nu tante overleden was, stookte
Kaatje haar man op in de marke maar
eens duchtig te zeggen waar 't op stond.
De stoel van het Wooldserve was reeds
bezet door de dikke boer. - Wil je een
andere plaats nemen?, vroeg Jan. Je zit
op mijn plaats. Nors sprong de boer op
en ging naar een verder afgelegen stoel.
De predikant kwam ook. Kleine Fen-
neken moest gedoopt worden. En dat ge
beurde. De belangstelling was groot. De
koster kreeg een goede fooi en bazuinde
overal rond dat Heli-Jan en zijn vrouw
zulke beste mensen waren. Alleen was
het jammer, dat ze niet naar hun stand
leefden en dat ze in een huurhuisje woon
den van het Deventer burgerweeshuis.
De tijd kwam dat er te Holten nieuwe
dorpsmannen moesten zijn. Er waren
vele dorpers en boeren, die Jan wel moch
ten, maar de waard in de Prins van
Oranje waarschuwde zijn gehoor Helle-
Jan de markebode te laten schieten. Hij
was van arme komaf. Daar geluk een
welgesteld man geworden. De dag kwam
van de keur der dorpsmannen en Helle-
Jan werd door de Dijkerhoek gekozen
voor drie jaar. Kaatje voelde zich. Haar
Jan telde mee.
DE DAGVAARDING
De vier weken waren om. De schout
had met de bode overleg gepleegd. Foe
zel-Jannes zou recht gedaan worden. De
zaak kwam voor. Foezel-Jannes had geen
getuigen. Helle-Jan ook niet. De waardin
vertelde dat haar man geroepen had dat
hij geslagen was. Helle-Jan werd vrijge
sproken wegens gebrek aan bewijs. Maai
de volgende dag waarschuwde hem de
schout, in het vervolg voorzichtiger te
zijn.
Het kleine Fenneke werd ziek en na
negen dagen stierf het kind.
VAN COEVERDEN.
In navolging van tal van andere landen
zal de 12e mei, de geboortedag van Flo
rence Nightingale, voortaan als „Dag van
de Verpleging" worden gevierd.
Het initiatief daartoe is genomen door
de Publiciteitscommissie, uitgaande van
de Federatie van Nederlandse Verenigin
gen, die de belangen van de Verpleging
en de Verplegenden behartigen.
De bedoeling is: de verplegenden zich
op die dag te doen bezinnen op hun per
soonlijke relatie tot hun werk; degenen
die pas in de verpleging zijn de idealen
voor ogen te stellen die velen van hen
bezielden bij de keuze van dit beroep;
jonge mensen die nog geen keuze de
den attent te maken op de waarden die
het beroep van verplegende vertegen
woordigt, zowel in geestelijke als in mate
riële zin. Het is dus geenszins de opzet
hiervan een dag te maken, waarop de
verplegenden met een bloemetje of an
dere vriendelijke attenties moeten worden
verrast.
Allerwege heeft dit voornemen reeds
een waarderend onthaal gevonden en het
zal daardoor mogelijk zijn op de 12e mei
in brede kring de aandacht op de verple
ging en de verplegenden te vestigen.
De Directeur-Generaal van de Volksge
zondheid, Prof. Dr. P. Muntendam, be
hoorde tot de eersten die instemming be
tuigden met het plan van de Federatie.
De jongen lepelde in zijn soep en
schudde zijn hoofd. „Ik ben niet meer op
school, mam," antwoordde hij. „Ik heb
gisteren mijn boeken ingeleverd en werk
nu op kantoor bij oom Tom. Tenslotte ben
ik de stamhouder, zei oom Tom, en dus
hoor ik op kantoor. Zodra ik meerderjarig
ben, moet ik de zaak toch overnemen?"
Roelie voelde zich verstijven en een he
vige woede welde er in haar op. Zo, dus
meneer de procuratiehouder had dit al in
zijn eentje bekokstoofd, zonder haar, die
in feite nu de eigenaresse was, er in te
kennen. Dacht hij soms de directeur te
worden? Of waande hij zich al als zoda
nig? Daar zou zij dan wel eens spoedig
een stokje voor steken.
Haar stem was ijskoud, toen ze ant
woordde: „Nu je vader dood is, rust op
mij, als je moeder de taak om te beslis
sen, wat er gebeuren zal met de zaak.
Mijn beslissing is. dat je vanmiddag on
middellijk weer naar school gaat. Ik zal
de directie opbellen en zeggen, dat het een
misverstand was. In eerste instantie ga
je je diploma's halen. Daarna zullen we
wel verder zien."
De jongen had misschien ternauwer
nood geluisterd en schudde enkel met zijn
hoofd. „Oom Tom zegt, dat ik op kantoor
moet zijn, dus ik ga naar kantoor."
Roelie beheerste zich met ijzeren wils
kracht, temeer omdat Jopie binnenkwam
met de aardappelen. De rest van de maal
tijd werd vrijwel zwijgend genuttigd en
toen de meisjes de tafel hadden afge
ruimd, stond Roelie op, liep naar Jan en
greep hem stevig bij de schouders. „Het
wordt je tijd om naar school te gaan. Pak
'je fiets en rijd naar de stad. En geen te
genspraak meer, anders breng ik je zelf
met de wagen."
Wordlvervolgd