Oudejaarstoespraak van burgemeester Enklaar Za'erdag 30 december 1961 HOI TENS NIEUWSBLAD pagina 5 In de donderdagavond gehouden raadsvergadering heeft de burge meester, Mr. W. H. Enklaar, de raad ter gelegenheid van de jaar wisseling als volgt toegesproken: Mijne heren leden van de raad, Toen ik mij zette om mij te bepalen bij datgene, wat i'k U hedenavond in mijn teruiglblik over het afgelopen jaar zou willen zeggen, kwamen mij de Bij belse woorden in herinnering, die ons vermanen, dat hij die bekwaam wil zijn voor het Koninkrijk Gods, niet achter waarts dient te zien, maar voorwaarts, de hand aan de ploeg. Wanneer ik niettemin met U van avond nog even wil terugzien op dat gene, wat het jaar 1961 ons 'bracht, is dat, omdat ik er mij te zeer van bewust ben, dat in 'het heden niet alleen 'het verleden gelegen is, maar dat daarin ook datgene besloten ligt, wat komen gaat. Mijn beschouwingen van (heden avond hebben dan ook de bedoeling om daarin de start te kunnen vinden voor het nieuwe jaar, dat ons vinden moge met de 'hand aan de ploeg, bereid en toegerust om in 1962 de taak en de pliciht die ons wachten met toewijding en naar beste kunnen te vervullen. In de laatste maanden van dit jaar zijn wij er wel zeer sterk bij bepaald, dat wij leven in de schaduwen van mor gen. Huizinga schreef reeds in 1935: „Wij levien in een bezeten wereld en „wij weten het. Het zou voor niemand „onverwacht komen, als de waanzin „eensklaps uitbrak in een razernij, „waaruit de arme Europese mensheid „achterbleef in verstomping en verdwa-' „zing, de motoren nog draaiende en de „vlaggen nog wapperende, maar de „geest geweken." Zes en twintig jaren, nadat Huizinga deze diagnose van zijn tijd stelde moe ten wij tot de conclusie .'komen, dat deze van nog veel beklemmender en beang stigender actualiteit is als toen. Wij moeten tot de erkenning komen, dat on danks de enorme welstand, waarin een deel van onze wereld is komen te ver kenen. ondanks de enorme technische vooruitgang welke de laatste 25 jaren hebben gekenmerkt, deze schaduwen van morgen nog veel onheilspellender en donkerder zijn geworden, dan 25 ja ren geleden. Wij zien cm ons 'heen een devaluatie van geestelijke waarden, een verval van morele normen, een Umwertung aller Werte- In deze wereld met haar dreigingen en onzekerheden, die ons benauwen, waar in wij ons werk en onze plicht hebben te doen, zie ik het als onze opdracht te zoeken naar en te getuigen van de eeuwige waarden, die. inhoud geven aan het leven, waaruit moed geput kan werden voor de komende dag. Indien wij in het onzekere leven van deze tijd kunnen erkennen, dat wij hebben te zoeken naar de weg, die op God 'is ge richt, dan zullen wij ervaren, dat wij in de baaierd van onze tijd geleid worden op de eeuwige weg, die ons voeren zal tot de vrede, die alle verstand te boven gaat. Ik heb er behoefte aan gehad, mijne heren, aan de geschiedenis van Holten anino 1961, welke ik U t'hans zal verha len, dit tijdsbeeld vooraf te laten gaan. Wij hebben toch in 1961 gewerkt en geleefd onder de schaduwen van mor gen. Ik héb U niet kunnen zeggen hoe deze schaduwen kunnen worden weggevaagd, ik 'héb slechts getuigd van de wijze, waarop mijns inziiens onze levenshou ding zou kunnen zijn in tijden van druk en beklemmende verwachtingen. Financiële basis. Mij thans bepalende tot mijn verslag over de wijze waarop onze gemeente in het afgelopen jaar heeft gereild en ge zeild, moge ik beginnen U te wijzen op de financiële basis van ons beleid. Sedert de wet op de financiële ver houding tussen Rijk en Gemeenten het Staatsblad heeft bereikt, zijn de finan ciële perspectieven er voor onze gemeen te niet beter op geworden. De objectie ve maatstaven, op grond waarvan de uitkeringen uit het gemeentefonds wór den vastgesteld, zijn niet toereikend om het verzorgingspeil, zoals zich dat sedert de oorlog heeft ontwikkeld te handha ven. Weliswaar kent deze wet een over gangsbepaling, op grond waarvan de tot nu toe genoten uitkering uit het ge meentefonds nog gedurende 5 jaren wordt gegarandeerd, doch deze z.g. ga rantie-uitkering zal daarna in 5 jaren tijds .worden teruggebracht tot de uit kering, welke op grond van de objectie ve maatstaven door de wet wordt aan gegeven. Deze garantie-uitkering bedraagt cp 't ogenblik rond f 130.000,Het is duide- lijk, dat deze wettelijke regeling voor on2e gemeente uitermate weinig bevre digend 'is. Zij opent weliswaar de moge lijkheid, dat wij nog gedurende 5 jaren zuilen mogen blijven rekenen op een zelfde uilkering uit het gemeentefonds, doch zij biedt niet de mogelijkheid, dat middelen worden verkregen voor uit gaven, welke een zich ontplooiende ge meente zich telken jare steeds in groter mate moet getroosten. Het lijdt geen twijfel, dat de wet aan omstandigheden als deze, die zich in tal rijke gemeenten voordoen, zal dienen te worden aangepast. Zo zulks niet zou geschieden, dan zul len er in de naaste toékomst niet alleen weinig mogelijkheden bestaan tot het doen van nieuwe kapitaalsuitgaven, maar ook zullen de middelen gaan ont breken om de uitgaven op de gewone dienst te dekken. Voor het komende jaar hopen wij U een sluitende begroting te kunnen aan bieden, welke overigens geen enkel perspectief biedt. Woningbouw - huisvesting Aan de bouwactiviteit is sedert het midden van dit jaar een gevoelige be perking opgelegd, nu de minister van volkshuisvesting en bouwnijverheid zich ten gevolge van de overspanning van de bouwmarkt genoodzaakt zag, de al lengs gegroeide liberalisatie in 't bouw beleid wederom te niet te doen. Hiermede werd een- enorme stap terug gazet op de weg, die moest leiden tot volledige vrijheid in de sector van de bouwnijverheid- Ik erken gaarne, dat er voor de mi nister geen andere mogelijkheid was dan te handelen zoals hij deed. Dit neemt niet weg, dat het te be treuren is, dat hierdoor de ellende van de woningnood weer met enkele j'aren is verlengd en dat de na-oorlogse ont wikkeling van de gemeente belangrijk wordt geremd. Op de spanning van de arbeidsmarkt heeft de dit jaar algemeen ingevoerde 5-daagse arbeidsweek bepaald aller minst gunstig gewerkt. Wij zien alom een achteruitgaan van het dienstbetoon zowel bij de overheid als bij de particuliere bedrijven. Zonder de invoering van deze 5- daagse arbeidsweek 'te willen veroor delen, kan toch ongetwijfeld worden gezegd, dat de invoering daarvan op een ailei-ongelukkigst ogenblik zijn beslag kreeg. Met name in het geval van de span ningen op de bouwmarkt zou een ver hoging van de arbeidsproductiviteit een zegen zijn geweest voor ons volk. in 1961 kwamen de volgende wonin gen gereed: 11 woning wet woningen (1960:13) 28 particuliere woningen (1960:15) 3 bejaardenwoningen 10 koopwoningen (1960:18) Voorts zijn in aanbouw: 14 woningwetwoningen 2 bejaardenwoningen 36 particuliere woningen 1 postkantoor met woning 1 'boerenleenbank met woning. Er werden 200 bouwvergunningen afgegeven, tegen in 1960:194. In het afgelopen jaar konden wij het grootste deel van het uitbreidingsplan Keiweg in eigendom verwerven. Ik hoop, dat wij ock met de overige grond eigenaren tot overeenstemming kunnen komen en niet het thans goedgekeurde onteiigeningsbesluit zullen behoeven ten uitvoer te leggen. De plannen voor het bouwrijp maken van dit uitbreidings plan naderen hun voltooiing. Het .volgende .jaar. zal oms. de ontslui ting van dit complex, dat ruimte 'biedt aan 400 weningen, brengen. De belangstelling om aldaar te bouw en overtreft onze verwachtingen. Verzoeken tot aankoop van gronden voor een honderdtal woningen zijn reeds bij ons binnengekomen. Het is verheu gend, dat de particuliere bouw in onze gemeente onverminderd voortgang vindt. in het afgelopen jaar hebben wij veel aandacht geschonken aan de voorberei ding van een z.g. komplan, dat voorziet in de sanering van de kern en schone perspectieven opent voor een harmoni sche opbouw van onze dorpskom. Wij hopen in het komende jaar dit plan aan U ter beoordeling en goedkeu ring voor te leggen- Eveneens is een plan in voorbereiding voor een nieuw villaterrein, waarop plaats zal worden gevonden voor pl-m- 100 landhuizen. Wij zien het als een noodzaak 'in Holten mogelijkheden te scheppen voor hen, die alhier zouden willen komen wonen. Zoals gezegd is de vertraging, die er in de bouwsector is opgetreden, oorzaak, dat de oplossing van de woningnood naar een later tijdstip is verschoven. De verdeling van de aanwezige woon ruimte blijft derhalve een zaak van aanhoudende zorg van het college van burgemeester en wethouders. Het stemt daarbij tot dankbaarheid, dat de woonruimtecommissie met zo pijnlijke nauwgezetheid en boven twij fel staande integriteit haar adviserende taak vervult. Ondank mag dan 's werelds loon zijn en ook de woonruimtéebmmissie zal dit hebben moeten ervaren. Van de dank van het college van burgemeester en wethouders mag zij zich echter over tuigd weten. In 'het afgelopen jaar stonden nog 97 woningzoekenden ingeschreven tegen nn I960 107. Er werden 73 huisvestings vergunningen afgegeven. Industrie. De te Holten gevestigde industrieën ontwikkelen zich voorspoedig. lik verheug mij er in, dat de industrie vestiging ter plaatse voor velen werk gelegenheid biedt. In 1960 kwam de vestiging van de vleeswarenfabriek „Enkco" tot stand. Deze fabriek zie ik als een belang rijke steun voor de levensvatbaarheid van ons slachthuis. In een wel zeer snel tempo heeft onze plaatsgenoot, de heer J. H. ten Bos, zijn planmen voor de bouw van een plastic- fabriek gerealiseerd. De Tara-Umion is, hoewel de cement van het fabrieksgebouw nog nauwelijks droog was, reeds met de fabricage be gonnen. Moge ook deze fabriek goede werk gelegenheid bieden aan onze mannen en vrouwen, die er terecht de voorkeur aan geven in eigen plaats te werken. Middenstand. Het reeds gedurende tal van jaren aan de gang zijnde proces van moder nisering van zaïkenpanden, werd in het afgelopen jaar voortgezet- Het steeds hogere eisen stellende pu bliek, de steeds grotere stroom zomer gasten mogen voor onze middenstand een aansporing te meer zijn cm mede te gaan met deze tijd. In het afgelopen jaar zijn de navol gende moderniseringen van zakenpan elen te vermelden: winkel van de heer H. Stokkers; horlogerie van de heer H. J. Aaftink. V.V.V. en toerisme. De stroom zomergasten, welke Holten de laatste jaren in steeds toenemende mate tot zich trok, zette zich ook in '61 onverminderd voort. Enige cijfers moge ik in dit verband noemen. Aantal vacantiegangers 1960 14070, 1961 14719, toeneming pl-m. 650. Aantal dagjesmensen 1960 101-744, 1961 111000, toeneming met 9260. Aan buitenlandse vacantiegangers werd het navolgende aantal geherbergd: 1960 382, 1961 443, derhalve een groei van pl.m. 60. Op het gebied van het kamperen valt het navolgende te vermelden: 1961: 2931 kampeerders met 18346 overnachtingen 1960: 1032 kampeerders met 6245 overnachtingen Ook hier een beduidende stijging van 1900 kampeerders en 12000 ovennach- tingien. Aan deze enorme groei zal wel mede debet zijn het feit, dat de bunga low-centra „Twenhaarsveld" en de „Haspel" tot volle ontwikkeling zijn ge komen. In Holten is de logies-accommodatie thans als volgt: 8 hotels met 241 bedden pensions met 122 bedden bumgalowbedrijven met 700 bedden particuliere zomerverblijven 74 bedden gemeubileerde kamers met 121 bedden Gezamenlijk staan derhalve voor de zomergast in Holten 1258 bedden ter beschikking. Ik geloof, dat uitbreiding van het aan tal logies verlenende bedrijven in Hol ten eer, belang is voor onze gemeente en voor de recreatie-zoekende mens. Ge streefd zal derhalve moeten worden naar het scheppen van nieuwe mogelijk heden voor goede bedrijven. Aan de uitrusting als toeristenplaats werd in 1961 een zeer belangrijk ele ment toegevoegd. Het zwembad „Twenhaarsveld" bleek in een grote behoefte te voorzien. De belangstelling voor dit bad overtrof on ze verwachtingen verre. Het badpersoneel heeft, terzijde ge staan door vele vrijwilligers, zich op een uitstekende wijze van zijn taak gekwe ten en er niet weinig toe bijgedragen, dat dit bad in zo goede roep kwam te staan- De aanleg van een nieuwe autoweg over de Hoi ter-weg, die een toeristen- weg en geen autoweg wil zijn, zal zeer binnenkort worden aanbesteed. De voorbereidende werkzaamheden hebben door allerlei omstandigheden veel langer geduurd dan wij hadden ge wenst en verwacht. Voor het toeristisch klimaat onzer ge meente zal deze weg een van enorm be lang blijken te worden en een stimulans voor een verdere stijging van het toe ristenverkeer zal hiervan zeker het ge volg zijn. E 8. Het tracé van deze, voor deze streek zo belangrijke weg, dat thans is bepaald, komt gedeeltelijk tegemoet aan de wen sen, welke dienaangaande door mij het vorige jaar voor de commissie van de wegen der Rijkswaterstaat, werden ge formuleerd. 'De bezwaren die mijnerzijds naar vo ren werden gebracht betroffen agrari sche- en recreatieve belangen, die door het 't vorig jaar door mij aangevochten tracé in belangrijke mate werden ge schaad. Het is teleurstellend om te moeten constateren, dat van de zijde van de na tuurbescherming zelden enige bereid heid wordt getoond om tot een compro mis te geraken, waarbij aller belangen ook die van de natuurbescherming, in redelijkheid worden ontzien. Het beschermen van ons landsohaps- sohoon is een zaak, die ons aller sympa thie en inspanning verdient, men dient daarbij echter te bedenken, dat er ook andere belangen zijn, die onze bescher ming ten volle waard zijn. Sport. De sportaccommodatie in onze ge meente blijft verre ten achter bij dat gene, wat men in redelijkheid zoii mo gen ver wachten. Het college van burge meester en wethouders treft voorberei dingen voor de aanleg van sportterrei nen. Lag het aanvankelijk in dc bedoeling, deze velden in het sportdal te projecte ren, nader beraad heeft uitgewezen, dat het wellicht verkieslijker zou kunnen zijn deze sportvelden in het zuiden van het dorp te .projecteren, opdat deze al daar beter dienstbaar zouden kunnen worden gemaakt aan de behoeften, die daarbij bij de scholen bestaan. Hierom trent zullen U in het komende jaar voorstellen bereiken. Onderwijs. Omtrent de wijze, waarop de inrich tingen van onderwijs in het afgelopen jaar hébben gefunctioneerd, kan ik U slechts gunstig en dankbaar berichten. Het is steeds weer een reden tot dank baarheid te mogen vaststellen, hoe de leefkrachten met ambitie en toewijding zich van hun verantwoordelijke taak kwijten. De .openbare u-l.o.-school startte dit jaar met zijn 5e leerjaar, waarin het z.g. economisoh-administratief beroepson derwijs wordt gegeven. Plet was hier door nodig dit jaar alsnog een noodlo- kaal bij te bouwen ien 3 extra leerkrach ten aan te stellen. Het u.l.o.-experiment is eigenlijk al lang geen experiment meer. doch het heeft zijn bestaansrecht bewezen en strekt vele andere u-l.o.-scholen ten voorbeeld. Deze school in 1953 gestart met 3 leefkrachten, telt in 1.961 14 leer krachten. Gelukkig, dat begin 1962 met de bouw van een nieuw schoolgebouw, waarvoor de rij'ksgoedkeuring is verkregen, kan worden begonnen. Een uitnemende school, waarvan tot in wijde omtrek zulk een goede roep uit gaat, zal binnen niet al te lange tijd worden gehuisvest in een gebouw, waar in :het onderwijs nog beter tot zijn recht kan komen, te meer waar ook de bouw van een gymnastieklokaal, waarvoor de plannen reeds zijn ingediend bij de in specteur van het lager onderwijs, het volgend jaar kan worden 'aangevat. Het op gang brengen van het land- bouwhuishoudonderwijs heeft in het af gelopen jaar zo zijn bijzondere moei lijkheden gehad. De besluiteloosheid van de minister van onderwijs, omtrent datgene, wat er met de huishoudschool in Markelo dien de te geschieden is oorzaak geworden van een zekere animositeit tussen ons en oinze nabuur-gemeente. Deze beslissing is thans genomen in voor Mafkelo ongunstige zin. Ik heb begrip, dat Markelo het verlies van deze instelling van onderwijs -be treurt en zich ingespannen heeft deze alsnog te behouden. Wij hebben destijds tien aanzien van onze lagere landbouwschool één zelfde gevoel gekend en ook voor het behoud daarvan gestreden. Ik vertrouw, dat nu de beslissing ten aanzien van Marikelo in ongunstige zin is gevallen, het een taak zal willen ver vullen in onze school, die een streek school, dus ook een school van en voor Markelo zal willen zijn en dat wij el kaar als goede buren zeker zullen vin den. De verbouwing van de landibouw- huishcudschool te Holten is helaas een langdurige geschiedenis geworden. De invoering van het stelsel van rijks- goedkeuringen heeft de bouwwerk zaamheden niet onbelangrijk vertraagd. Ik hoop, dat t'hans binnenkort een goed geoutilleerde school aan het on derwijs ter beschikking kan worden ge steld- Wegen en straten. De verbetering en verharding van we gen heeft de voortdurende aandacht van ons college ook in 'het afgelopen jaar gehad. Ik sprak U reeds over de E 8 en de toeristenweg over de Holterberg. Een aanvang werd gemaakt met de verharding van de Oude Deventerweg en Tromopsweg. Deze weg zal tweeërlei doel dienen, n.l. de ontsluiting van de aan deze -weg gelegen boerenbedrijven, doch bovendien kan hij, eenmaal ver hard, het gevolg hebben, dat het bóeren- verkeer, waarbij ik speciaal denk aan het melkvervoer, 'de rijksweg zal ver mijden en gebruik zal gaan maken van deze nieuwe verbindingsweg met Dij- kerhoek. Er zijn talloze boeren, die met paard en trekker gebruik maken van de grote rijksweg, die niet 'het minste 'besef heb ben hoezeer dit langzame verkeer voor hen zelf en voor het snelverkeer een do delijk gevaar oplevert. De plannen voor de Stevensweg, wel ke aansluit op het verharde wegennet van Diepenveen zijn gereed, terwijl een soortgelijke verbinding met Markelo, de Eikelmansweg', in voorbereiding is. Vqprls is aan de Nederlandse Heide maatschappij opdracht verleend tot het maken van verhardingsplannen voor een aantal and,ere wegen. De verbetering en riolering van de Kerkstraat kwam gereed. Met de be strating en riolering van de Sparren- weg ;er. de Dennenboomstraat zal begin januari worden begonnen. De toetreding tot de stichting Rijwiel paden „Oost Overijssel" resulteerde reeds in een doeltreffende verbetering van ons rijwielpadennet. Dienstplicht. Nu Ik hedenavond veel van hetgeen in het afgelopen jaar in deze gemeente geschiedde de revue laat passeren, wil ik ditmaal gaarne een enkel woord zeg gen over het dienstplichtbeleid, voorzo ver ik daarin een aandeel heb. Ik héb op dit gebied ergerlijke erva ringen opgedaan. Jongemannen, die mij bij hoog en bij laag bezwoeren onmis baar te zijn op het bedrijf van hun va der, blëken soms wanneer de begeerde vrijstelling eenmaal was verleend, op het ouderlijk bedrijf zeer goed te kunnen worden gemist en zochten elders werk. Het spijt mij, dat ook de gemeente, naar eerst later werd gerealiseerd, werkgever is gewordien van een derge lijke onmisbare jongeman. Deze mentaliteit van „ik voor mij zelf en God voor ons allen" zal wel van alle tijden zijn, maar bij het hanteren van het vrijsteilingsbeleid wil ik toch gaar-^ ne trachten daar met kracht tegen in te gaan. De wereldpolitiek noodzaakt onze re gering een paraat en goed leger ter be schikking te hébben. Iedere jongeman heeft de verplichting zijn dienst voor het vaderland te verrichten. Het gaat niet aan dat slechts enkelen deze plicht, vervullen: ook op dit gebied dient, er rechtvaardigheid te zijn De fout schuilt hierin, dat men niet eerst intern nagaat in hoeverre er mo gelijkheden zi jn in de door het in dienst gaan van de dienstplichtige zoon open gevallen plaats te voorzien, maar dat men begint de oplossing te zoeken in een mogelijke vrijstelling. Het-spreekt wel vanzelf, dat mijn be oordeling van vrijstellingsverzoeken, nu de dccumentering van vele dezer ver zoeken zo misleidend is geweest, nog gestrenger zal zijn. Het ware te wensen, dat zij, van wie thans blijkt, dat zij ten onrechte vrij stelling hadden genoten, alsnog in mili taire dienst werden geroepen of hen al thans de noodwachtplicht zou worden opgelegd. Het is allerminst bevredigend, dat zij, die hun militaire dienst reeds vervulden, thans andermaal voor de noodwaCht- plicht zijn opgeroepen. Deze taak ware aan de buitengewoon dienstplichtigen ter vervulling op te dragen. Op mijn verzoek tot hen, die de vrij stelling van dienst verkregen, om toe te treden tot de reserve rijkspolitie of B.B., ontving ik behoudens een enkele uit zondering nimmer enige reactie. Ik versta het misnoegen van hen, die wel 'hun plicht vervulden over deze er varingen en ik deel dit volkomen. Gemeentelijk energiebedrijf. Het gemeentelijk energiebedrijf leed een gevoelig verlies door het overlijden van zijn bedrijfsleider, de heer H. J. Westerik. In de heer Westerik heeft' de gemeen te een van zijn meest toegewijde amb tenaren verloren, die op uitmuntende wijze het 'bedrijf heeft geleid. Staande voor de vraag of thans mis schien de tijd zou zijn gekomen om met de IJsselcentrale in overleg te treden omtrent een eventuele overneming van ons G.E.B.. zijn wij tot de conclusie ge- rfkomen, dat het behoud hiervan in eigen hand thans wenselijker was dan ooit. Wij hopen derhalve op 'korte termijn in de vacature Westerik te kunnen voor zien. Veel dank zijn wij aan de heer Vogt verschuldigd, voor de uitnemende wij ze, waarop hij ons G.E-B. heeft willen leiden en daarmede onze gemeente heeft willien dienen. 'Het gasbedrijf is volop in ontwikke ling. De gasbuizen worden gelegd en de verwachting is niet te optimistisch, wanneer ik stel, dat de levering van aardgas in het midden van het komen de jaar een feit zal zijn geworden. Het zal U duidelijk zijn, dat in de ge geven omstandigheden, waarin een nieuwe tak van ons G.E-B. tot ontplooi ing komt, waarin bovendien een admi nistratieve reorganisatie juist was vol tooid, de beproefde leiding van de heer Westerik node wordt gemist. De adviseur van ons gasbedrijf, de heer Gerssen, kwam daardoor voor een veel zwaardere taak te staan, als kon verwacht. Hij verdient het, dat ik hem hedenavond met erkentelijkheid noem. Gemeentelijk slachthuis. De ontwikkeling van onze slachthuis- plannen heeft, nadat in januari 1960 door uw raad hiervoor credieten werden verstrekt, niet dat beeld gegeven van wat wij er op dat moment van ver wachtten. Gedeputeerde staten verleenden hun goedkeuring op de ingediende slacht- huisplannën, doch wij hadden daarna zelf nog behoefte aan intern beraad. Dit beraad heeft o-m. ten doel, om het risi co dat bij de bouw van het onderhavige slachthuis, zoals destijds reeds werd ge steld, zo verantwoord mogelijk te doen zijn. I'k wil hierbij met nadruk stellen, dat geenszins in het geding is of de plannen tot de bouw van een slachthuis wel doorgang moeten vinden, daaromtrent bestaat onzerzijds niet de minste twijfel. Wij willen echter onze bouwplannen niet eerder in uitvoering geven, voordat wij er van overtuigd zijn, dat de hier onder gelegde basis zo hecht mogelijk is. Inwoner-aantal. De groei van de gemeente ging in het zelfde tempo van pl.m. 100 inwoners per jaar voort. Ik verwacht, dat wij in de loop van 1962 de grens van 6000 in woners zullen overschrijden. Thans telt de gemeente Holten 5972 inwoners tegen 5843 in 1960. Personeel der gemeente. Einde 1961 had de gemeente 56, tegen 52 in 1960, personeelsleden in dienst. Ons personeelsbeleid richtten wij hoofd zakelijk op dat van de rijksoverheid. Zo voerden wij de vrije zaterdag in en vonden de moderne loonmethodie- ken, werkclassificatie en prestatiebelo ning toepassing. Ik hoop. wat dit laatste betreft, dat één en ander zal leiden tot een verhoog de werkprestatie. Men zal dan ervaren loon naar werken te zullen ontvangen- Werkgever en werknemer zullen hierbij gebaat zijn. Zo ben ik dan met U rond gegaan over het gemeentelijk erf, zoals zich dat in 1961 aan ons voordeed. Het beeld, dat ik U heb mogen geven is bemoedigend, omdat het alom getuigt van beweging. Geen stilstand in tot ontwikkeling ge komen groei. Verdere uitbouw varn het bestaande en nieuwe initiatieven zijn in mijn ogen de kenmerken van de foto anno 1961, welke ik hedenavond voor U ontwikkelde en afdrukte. Zo zijn wij met de ambtenaren en met allen, die iets van doen hadden met ons gemeentelijk leven het jaar 1961 door getrokken. De reis 'is haast ten einde, wij monste ren, wanneer God het ons veroorlooft, weer aan voor een nieuwe reis, die 1 januari begint. Vervolg op pagina 7.

Erfgoed Rijssen-Holten

Holtens Nieuwsblad | 1961 | | pagina 5